Eigenschappen van voedingsvezels en energieinname: een interventiestudie om de effecten van fysisch chemische eigenschappen van voedingsvezels op energieinname en onderliggende mechanismen te bestuderen.

Voedingsvezels hebben een rol bij de regulatie van lichaamsgewicht.
Voedingsvezel kan bijvoorbeeld het verzadigingsgevoel vergroten met als gevolg
een lagere energieinname bij de volgende maaltijd. Maar er zijn veel
verschillende soorten voedingsvezels, met verschillende fysisch-chemische
eigenschappen die daardoor verschillende effecten kunnen hebben. Het is
belangrijk te bestuderen of voedingsvezels met verschillende eigenschappen
leiden tot een verschil in energie inname bij een volgende maaltijd.

Het doel van dit onderzoek is het effect van pectines, met 5 verschillende
fysisch chemische statussen, op de energie inname te bestuderen. Verder worden
mogelijk achterliggende mechanismes ook bestudeerd; deze mechanismen zijn
maag-en darm hormonen, snelheid van maaglediging, gevoelens van verzadiging en
de methode van vezelsuppletie.

Blind, gerandomiseerde crossover studie met 6 verschillende behandelingen.
Iedere deelnemer krijgt een controle en 5 vezelontbijten. Voor en na het
ontbijt wordt gedurende 3 uur, om de 15 of 30 minuten een bloedmonster,
ademmonster en verzadigingsvragenlijst afgenomen. Na 3 uur krijgt de deelnemer
een ad libitum lunch waarvan hij of zij mag eten tot hij/zij aangenaam
verzadigd is.

Het ontbijt bestaat uit een ontbijtdrank en 150 ml water. De samenstelling van de ontbijtdrank is in iedere behandeling gelijk, met uitzondering van het type pectine: 1) geen pectine; 2) laag visceus, laag gelerend; 3) hoog visceus, laag gelerend; 4) laag visceus, hoog gelerend: 5) laag visceus, hoog gelerend (in 2 delen); 6) geen pectine in de ontbijtdrank, maar laag visceus, hoog gelerend pectine capsules die met het water moeten worden ingenomen. Er wordt steeds 10g pectine gesuppleerd.

De interventie is niet therapeutisch voor de deelnemers. Het risico bij
deelname is laag en de belasting voor de deelnemer is minimaal. Bij de
screening worden de volgende metingen en vragenlijsten afgenomen:
inclusievragenlijst (1x) Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag (1x), lengte,
gewicht (1x), nuchter glucose en Hb (1x). Tijdens de studie nemen de
proefpersonen deel aan 6 testdagen. Iedere testdag consumeren ze een ontbijt
gesupplementeerd met pectine of placebo. Elke testdag worden de volgende
metingen en vragenlijsten afgenomen: verzadigingsvragenlijst gedurende 3 uur
(12x), ademtest gedurende 3 uur (12x), bloedafnames (9x) door middel van een
infuuskraantje. Het infuuskraantje wordt ingebracht door een gekwalificeerde
verpleegkundige. Na 3 uur wordt een brood maaltijd gegeven waarvan de deelnemer
mag eten zoveel hij/zij wil.