De effecten van inspanning op het immuunsysteem bij kinderen met acute lymphatische leukemie (ALL).

Van alle soorten kanker op de kinderleeftijd is er in 30% van de gevallen
sprake van leukemie op de leeftijd van 0 tot 14 jaar en in totaal is leukemie
25% van de kankersoorten voor de leeftijd tot 20. Ongeveer 80% van de kinderen
met acute lymfatische leukemie (ALL) is nog in leven vijf jaar na het stellen
van de diagnose.
Chemotherapie zorgt voor verminderde functie van het immuunsysteem wat
vervolgens kan leiden tot verhoogde kans op infecties en een trager herstel van
het immuunsysteem. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het
regelmatig uitvoeren van gematigde inspanning voordelige effecten op de
gezondheid heeft. Kinderen die worden behandeld voor kanker hebben over het
algemeen fysiologisch voordeel van gematigde a*robe inspanning. Het is minder
duidelijk of de verminderde functie van het immuunsysteem secundair aan
chemotherapie de tolerantie van inspanning ten opzichte van gezonde kinderen
reduceert.
Er is steeds meer literatuur beschikbaar betreffende de *exercise immunology*
van gezonde kinderen en adolescenten. Vergelijkbaar met het feit dat kinderen
een sneller fysiologisch herstel ervaren na zware inspanning dan volwassenen,
neigt het immuunsysteem van een kind ook sneller te herstellen dan dat van een
volwassene (Timmons et al, 2006).
Bij vele chronische ziekten kan inspanning de gezondheid deels beïnvloeden door
het stimuleren van groeifactoren en weefselgroei (verbeterde bot-mineralisatie,
verhoogde spierhypertrofie, mitochondriële dichtheid en spierdoorbloeding, en
een verhoogde insuline-gevoeligheid). Vinden van het optimale niveau van
fysieke activiteit bij kinderen en adolescenten met chronische ziekte is
moeilijk, omdat de onderliggende ziekte vaak gepaard gaat met een verhoogd
basaal energieverbruik, ondervoeding en infecties, welke daarop de afbraak van
weefsel nadelig beïnvloedt.
Literatuur over het verband tussen risico op infectie en fysieke activiteit is
schaars, maar voor de algemene populatie van gezonde actieve kinderen, wordt
verhoogde fysieke activiteit geassociëerd met verminderde gevoeligheid voor
respiratiore infecties. Daar staat tegenover dat er bij onderzoek bij
volwassenen bewijs is verkregen dat suggereert dat zeer intensieve inspanning
de gevoeligheid voor ziekte en besmetting juist kan verhogen. Tevens lijkt het
erop dat fysieke activiteit een beschermend effect heeft op het voorkomen en
krijgen van een recidief van verschillende vormen van kanker. Mede daardoor
wordt fysieke training belangrijker in de revalidatie van kankerpatiënten en
overlevenden van kanker.
Ondanks de reeds beschreven relatie tussen het immuunsysteem en inspanning is
er te weinig bekend over deze relatie op de kinderleeftijd, met name bij
kinderen die chronisch ziek zijn. Daarom is het noodzakelijk om verder
onderzoek hiernaar te verrichten om zo de gevolgen en de optimale dosering van
acute inspanning op het immuunsysteem bij kinderen met leukemie vast te stellen
en nader te bepalen wat de betekenis hiervan is voor gezondheid en ziekte.
Het doel van dit promotie-traject, uitgevoerd in samenwerking met het Wilhemina
Kinderziekenhuis en VU medisch centrum, is het verkrijgen van inzicht of een
enkelvoudige manier van inspanning voordelige effecten heeft voor het kind met
leukemie tijdens behandeling, gebaseerd op immunologische parameters,
kwaliteit-van-leven vragenlijsten en fysieke fitheid. Elke patiënt zal een
drietal inspanningstesten uitvoeren, waarbij gekeken wordt naar fysieke fitheid
tijdens de inspanning en er tevens bloedafnames worden gedaan. Relevant is te
onderzoeken in welke mate en welk type inspanning een voordeling effect heeft
op het immuunsysteem. Uiteindelijk zal aan elke patient een individueel
trainingsadvies worden gegeven, gebaseerd op de immuun-parameters.

Vraagstelling: Wat is het effect van verschillende dosis inspanning op het
immuunsysteem bij kinderen met leukemie?

Dit is een interventie studie waar kinderen met leukemie aan deelnemen

een drietal inspanningstesten waarbij bloed afgenomen wordt. fiestergometertest Actief computerspel Fysiotherapie sessie

De deelnemers wordt gevraagd een oplopende maximale inspanningstest uit te
voeren om de VO2peak (maximale zuurstofopname) te meten. Tevens wordt er
gevraagd om na die eerste inspanningstest (sessie 1/baseline) nog deel te nemen
aan drie verschillende inspanningstesten die ongeveer een uur duren (sessie
2-4). Na elke test zal een vragenlijst ingevuld moeten worden waarin de
kinderen aangeven wat ze wel en niet leuk vonden aan de test. Eenmalig zal een
vragenlijst ingevuld worden over de hoeveelheid beweging de kinderen leveren op
een dag. Om dit tevens objectief te meten zullen de kinderen gedurende een week
de Actical (accelerometer) aan hun riem dragen.

Het niveau van ongemak zou minimaal moeten zijn aangezien elk van deze sessies
voor kinderen veilig zijn te om uit te voeren. Zij kunnen wat spierpijn of
stijfheid ervaren, maar dit zou niet hun ziektemoeten verergeren. Tijdens de
drie sessies zullen er bloedafnames worden gedaan: pre-oefening, post-oefening,
en de post-oefening van één uur. In totaal 9 zullen de bloedmonsters van elke
deelnemer worden genomen, waarin er slechts in totaal drie keer geprikt hoeft
te worden. De meeste kinderen met ALL hebben een port-a-cath. Alle bloedafnames
zullen door M kruijsen-Jaarsma, arts worden uitgevoerd. De antropometrische
metingen bestaan uit gewicht, lengte en drie huuidplooimetingen. De risico's en
de bijwerkingen van de inspanning zullen minimaal zijn. Daarnaast heeft de
fysieke inspanning ook heel wat voordelen: inspanning kan de fitheid van
kinderen verbeteren en de kwaliteit van leven. De belasting van het
bloedprikken wordt niet als minimaal gezien.