Tijdens deze studie wordt gekeken of vrouwen met een voorgeschiedenis van preeclampsie een veranderde gevoeligheid (renale hemodynamiek en bloeddruk) voor angiotensine II hebben in vergelijking met gezonde vrouwen. De angiotensine II gevoeligheid…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Aandoening
preeclampsie, zwangerschap
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt van deze studie is de renale respons (GFR, ERPF, FF, ECV)
op angiotensine II in vrouwen met een voorgeschiedenis van ernstige
preeclampsie in vergelijking met gezonde controles.
Secundaire uitkomstmaten
- Vergelijking in bloeddruk repons op angiotensine II bij vrouwen met in de
voorgeschiedenis ernstige preeclampsie en gezonde controles.
- Vergelijking in bloeddruk en renale hemodynamiek (ERPF, GFR, FF, ECV) respons
op zoutintake bij vrouwen met in de voorgeschiedenis ernstige preeclampsie en
gezonde controles.
- Vergelijking in absolute nierfunctie tussen beide groepen.
- Veranderingen in het RAAS-systeem (Angiotensine II, aldosteron,
ACE-activiteit en plasma renine activiteit) in relatie tot zoutintake.
- Verschillen tussen mannen en vrouwen in renale repons en bloeddrukrespons op
verschillende zoutintake en angiotensine II infusie.
Achtergrond van het onderzoek
Preeclampsie wordt gekenmerkt door een hoge bloeddruk in combinatie met
proteinurie tijdens de tweede helft van de zwangerschap. Bij ongeveer 5% van de
zwangerschappen treedt preeclampsie op. In Nederland is preeclampsie de nummer
één oorzaak van mortaliteit. Epidemiologische studies laten zien dat vrouwen na
preeclampsie een verhoogd risico op hart- en vaatziekten hebben en recente
studies laten tevens zien dat vrouwen na preeclampsie een verhoogd risico op
eindstandium nierziekten hebben. Het is onduidelijk welk mechanisme dit
verhoogde cardiovasculaire risico verklaard.
De precieze pathogenese van preeclampsie is onbekend, maar is waarschijnlijk
multifactorieel. Een auto-immuun reactie, endotheel dysfunctie en veranderde
activiteit van het renine-angiotensine aldosteron systeem (RAAS) spelen een
rol. Tijdens preeclampsie is er een verhoogde gevoeligheid voor angiotensine
II. De verstoring in het RAAS is een van de belangrijke factoren die bijdraagt
aan het ontstaan van preeclampsie. Tevens zou deze verhoogde gevoeligheid voor
angiotensine II na een zwangerschap met preeclampsie een oorzaak kunnen zijn
voor het verhoogde risico op nierschade.
Doel van het onderzoek
Tijdens deze studie wordt gekeken of vrouwen met een voorgeschiedenis van
preeclampsie een veranderde gevoeligheid (renale hemodynamiek en bloeddruk)
voor angiotensine II hebben in vergelijking met gezonde vrouwen. De
angiotensine II gevoeligheid zal in relatie tot zoutintake worden bekeken.
Daarnaast zal de nierfunctie en bloeddruk na preeclampsie worden vergeleken met
vrouwen met een zwangerschap zonder hoge bloeddruk. De nierfunctie zal worden
gemeten met radioactieve tracers en wordt uitgedrukt als glomerulaire filtratie
snelheid (GFR), effectieve renale plasma flow (ERPF) en filtratie fractie (FF),
tevens worden veranderingen in RAAS-parameters gemeten.
Tenslotte zal er, met behulp van onze vorige studies, gekeken worden naar
verschillen in geslacht in renale hemodynamiek en bloeddruk in respons op
zoutdieet en angiotensine II infusie. In deze studies is hetzelfde protocol
uitgevoerd bij gezonde jonge mannen, waardoor wij naar geslachtsverschillen
kunnen kijken.
Onderzoeksopzet
Het design van deze studie is een patient-control, cross over studie: het zal
bestaan uit een week laag zout dieet gevolgd door een week hoog zout dieet met
vier weken daar tussenin. Voorafgaand aan de studie zal er een bezoek zijn voor
de inclusie, waarbij een lichamelijk onderzoek, anamnese en uitleg over de
studie inclusief het dieet zal plaatsvinden.
Tijdens de midfolliculaire fase krijgen vrouwen een laag zout dieet (50 mmol/24
uur, 1,2 gram) gevolgd door een week hoog zout dieet (200 mmol/24 uur, 4,8
gram). Op dag 3 en 6 verzamelen proefpersonen 24 uurs urine ter controle van
het zoutdieet. Aan het einde van elke dieetweek volgt een meetdag op de
nierfunctiekamer van het UMCG.
Baseline bloeddruk en nierfunctie worden gemeten. GFR, ERPF, FF en ECV worden
gemeten door constante infusie met 125-I-iothalamaat en 131-I-hippuran. Bloed
zal worden afgenomen voor de bepaling van RAAS-parameters (plasma renine
activiteit, ACE-activiteit, angiotensines, aldosteron). In de midag zal
angiotensine II worden gegeven via een infuus met verschillende doseringen van
0.3, 1 en 3 ng/kg/min. Bloeddruk en nierfunctie worden gemeten tijdens
angiotensine II infusie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Beide groepen, zowel de gezonde vrouwen als de vrouwen die preeclampsie hebben gehad, moeten 2 keer een week een zoutdieet volgen: 1 week laag zout (50 mmol/24 uur) en 1 week hoog zout dieet (200 mmol/24 uur). Na elke dieetweek wordt er gedurende een dag nierfunctie- en bloeddrukmetingen gedaan op respons van angiotensine II infusie met verschillende doseringen van 0,3, 1, en 3 ng/kg/min. De nierfunctie (GFR, ERPF,FF,ECV) worden gemeten mbv constante infusie van radioactief-gelabelde tracers (125I-iothalamaat en 125I-hippuran).
Inschatting van belasting en risico
De deelneemsters moeten in totaal drie keer naar de nierfunctiekamer komen,
waarvan een kort intake bezoek en twee 8 uur durende meetdagen voor
nierfunctiemetingen en angiotensine II infusie. In totaal wordt er tijdens de
gehele studie 250 ml bloed afgenomen.
Gedurende twee weken moet een dieet worden gevolgd, waarvan zeven dagen laag
zout en zeven dagen hoog zout. Om het dieet goed te kunnen evalueren moet in
totaal vier keer 24 uurs urine worden verzameld.
Tijdens de nierfunctiemeting wordt licht radioactieve tracers gebruikt (in
totaal 0,2 mSv), tevens zal angiotensine II worden gegeven via een infuus, wat
een lichte bloeddrukverhoging kan geven. Alle stoffen die we toedienen zijn
veilig. Onze onderzoeksgroep heeft veel ervaring met vergelijkbare
onderzoeksprotocollen in gezonde proefpersonen en patiënten met diabetes
mellitus.
Algemeen / deelnemers
Hanzeplein 1
9700 RB
NL
Wetenschappers
Hanzeplein 1
9700 RB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Gezonde vrouwen met een normotensieve zwangerschap in de voorgeschiedenis; 1 tot 5 jaar na de zwangerschap.
- Vrouwen met een voorgeschiedenis van ernstige preeclampsie; 1 tot 5 jaar na de zwangerschap.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Diabetes mellitus
Diabetes gravidarum
BMI >= 30
Orale anti-conceptie pil wat niet tijdelijk gestopt kan worden
Hart-/vaat-/nierziekten
Gebruik van antihypertensiva
Bloeddruk systolisch > 150 of diastolisch > 100
Zwangeren of vrouwen die borstvoeding geven
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34387.042.11 |
OMON | NL-OMON26813 |