Een enquête implementeren om de hiv-prevalentie te beoordelen voor één of meer ziekten en/of aandoeningen binnen een specifiek segment van de bevolking dat nog geen diagnose van hiv heeft gekregen en dat verzorging zoekt voor de specifieke ziekte/…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
- Perifere neuropathieën
- Baarmoederhalsaandoeningen (excl. infecties en ontstekingen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Hoe vaak is er sprake van HIV (prevalentie) bij de onderzochte aandoeningen.
Secundaire uitkomstmaten
Indien iemand HIV positief wordt bevonden: persoonskarakteristieken zoals
risicogedrag.
Achtergrond van het onderzoek
De meeste patiënten op het Europese continent die met hiv zijn besmet, krijgen
deze diagnose niet; maar dit percentage varieert opvallend tussen 15 en 80 %
over het hele continent. Hiv zonder diagnose is schadelijk voor de persoon die
geïnfecteerd is omdat gepaste gezondheidsinterventies dan pas worden gestart
als de diagnose van hiv-infectie wordt gesteld. Dit is ook schadelijk voor de
gemeenschap omdat personen die zich niet bewust zijn van hun hiv-infectie, deze
vaker doorgeven aan anderen dan personen die wel weten dat ze hiv hebben.
Het is dus een grote uitdaging voor de volksgezondheid om een manier te vinden
waarop meer personen die met hiv zijn geïnfecteerd, vroeger een diagnose van
hun infectie krijgen. In de VS heeft het Centre for Disease Control and
Prevention (CDC of Centrum voor ziektebestrijding en preventie) testrichtlijnen
geïntroduceerd waardoor alle personen worden getest als ze in het
ziekenhuissysteem terecht komen (de "opt-out"-testrichtlijnen).
Tijdens de conferentie *HIV in Europe* in november 2007 was men er over het
algemeen mee eens dat zo'n aanpak niet geschikt zou zijn voor Europa.
Integendeel, de conferentie raadde verdere ontwikkeling van gerichte hiv-tests
aan bij patiënten die aan bepaalde medische aandoeningen en/of ziekten lijden
(d.w.z. tests gericht op indicatoraandoeningen).
Analyses van de rendabiliteit voorspellen kostenbesparingen als een bevolking
met een hiv-prevalentie van 1 % of meer wordt getest, maar deze kunnen evenwel
slechts 0,1 % zijn. Maar er is heel weinig * of geen - bewijs van
hiv-prevalentie voor verschillende aandoeningen en ziekten in specifieke en
gemakkelijk te identificeren delen van de maatschappij. Dit geldt over het
algemeen en vooral over het Europese continent.
Doel van het onderzoek
Een enquête implementeren om de hiv-prevalentie te beoordelen voor één of meer
ziekten en/of aandoeningen binnen een specifiek segment van de bevolking dat
nog geen diagnose van hiv heeft gekregen en dat verzorging zoekt voor de
specifieke ziekte/aandoening.
Onderzoeksopzet
De implementatie wordt in twee fasen uitgevoerd. Protocol versie 1.0
implementeerde enquêtes voor 8 ziekten die in verband worden gebracht met
risicovol gedrag of immuundeficiëntie. Protocol versie 1.1 implementeert
enquêtes van 11 ziekten/aandoeningen (hieronder vermeld).
A. Lijst van indicatorziekten
De onderstaande lijst van ziekten is niet indicatief voor de belangrijkste
indicatorziekten voor hiv maar is eerder een lijst van ziekten waarvoor
toezicht wordt aangeraden.
Tijdens protocol versie 1.0 werden in totaal 3588 patiënten ingeschreven. Bij
protocol versie 1.1 worden patiënten ingeschreven die aan de volgende
ziekten/aandoeningen lijden:
1. Aanwezigheid van maligne lymfoom, ongeacht het type
2. Aanwezigheid van cervixdysplasie of anale dysplasie of maligniteit,
(cervicale CIN II en hoger)
3. Aanwezigheid van de virusinfectie hepatitis B of C (acuut of chronisch * en
onafhankelijk van het tijdstip van de diagnose in verhouding tot het moment van
de enquête),
4. Aanwezigheid van mononucleose-achtige ziekte
5. Aanwezigheid van onverklaarbare leukocytopenie of trombocytopenie die
minstens 4 weken aanhoudt
6. Aanwezigheid van seborroïsche dermatitis/exantheem
7. Aanwezigheid van pneumonie, gedurende minstens 24 u opgenomen in het
ziekenhuis
8. Aanwezigheid van onverklaarde lymfadenopathie
9. Aanwezigheid van perifere neuropathie met onbekende oorzaak (diagnose van
neuroloog)
10. Aanwezigheid van primaire longkanker
11. Aanwezigheid van ernstige of weerspannige psoriasis (nieuwe diagnose)
Voor Nederland is gekozen de onderzoeksvraag uit te zetten onder personen met
cervixdysplasie of anale dysplasie of kanker, Hepatitis B of C en perifere
neuropathie. Aan personen die met deze aandoeningen worden gezien op de
desbetreffende poliklinieken zal het verrichten van een HIV test worden
voorgesteld.
Indien al routinematig bloedonderzoek plaatsvindt, zal uit een spijtmonster een
hiv-test worden verrricht als patiënt daar na 24 uur bedenktijd toestemming
voor heeft gegeven.
Indien er geen routinematig bloedonderzoek wordt gedaan zal bij patiënten een
hiv-sneltest worden verricht bij een volgend bezoek indien de patient daarvoor
toestemming heeft gegeven.
In geval van een positieve test zal vervolgzorg en opvang worden aangeboden.
Demografische gegevens zullen worden verzameld.
Als de uitslag van de test positief is, zullen aanvullende gegevens worden
verzameld.
Persoonsgegevens zullen anoniem worden verwerkt.
Het streven is om minimaal 200 deelnemers te werven voor deze studie.
De huisarts zal over de testuitslag worden geïnformeerd.
Inschatting van belasting en risico
Een hiv-sneltest door middel van een vingerprik. Indien de sneltest positief
is, zal er een buis bloed worden afgenomen bij de deelnemer. Dit kan een
eventuele bloeduitstorting geven op de plaats van aanprikken.
Algemeen / deelnemers
Panum Institute, Building 21.1 Blegdamsvej 3B
Kopenhagen N 2200
DK
Wetenschappers
Panum Institute, Building 21.1 Blegdamsvej 3B
Kopenhagen N 2200
DK
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Aanwezigheid van cervixdysplasie of anale dysplasie of kanker, (cervicale CIN II en hoger)
2. Aanwezigheid van de virusinfectie hepatitis B of C (acuut of chronisch * en onafhankelijk van het tijdstip van de diagnose in verhouding tot het moment van de enquête)
3. Aanwezigheid van perifere neuropathie met onbekende oorzaak (diagnose van neuroloog)
- HIV status niet bekend
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
HIV positief
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL41999.100.12 |