Het doel van deze studie is te onderzoeken of er een correlatie bestaat tussen het klinische fenotype (gedefinieerd als de leeftijd van de eerste gewrichtsbloeding) van patienten met hemofilie A en de resultaten van de whole clotting assessment (ETP…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Klinische parameters ter bepaling van het klinische fenotype:
- leeftijd van de eerste gewrichtsbloeding
- mate van arthropathie
Laboratoriumparameters:
- uitkomsten ETP/TM-ETP (lag time, peak thrombin, area under the curve)
- uitkomsten T-TAS (time to occulsion, occlusion time, occlusion speed, area
under the curve)
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Hemofilie A is een aangeboren afwijking van de bloedstolling dat veroorzaakt
wordt door een verminderde hoeveelheid factor VIII (FVIII > 0,01 IU/ml bij
milde/matige hemofilie) of een complete afwezigheid van FVIII (FVIII < 0,01
IU/ml bij ernstige hemofilie).
Patiënten met ernstige hemofilie hebben levenslang recidiverende gewrichts- en
spierbloedingen, met blijvende invaliditeit tgv hemofilie- arthropathie en een
verkorte levensverwachting door levensbedreigende bloedingen. Behandeling
bestaat uit profylactisch behandelding met FVIII-substitutie therapie vanaf
zeer jonge leeftijd en on-demand behandeling van bloedingen. Patiënten worden
iha profylactisch behandeld met een vast behandelschema (3x week 25-40IE/kg).
Echter, diverse studies beschrijven een heterogeniteit in het klinisch fenotype
van patiënten met ernstige hemofilie A. Ondanks dat al deze patiënten een
volledige afwezigheid van FVIII in het bloed hebben, blijkt de leeftijd van de
eerste bloeding, de bloedingfrequentie (ondanks profylaxe) en dus het
stollingsfactorverbruik, sterk te variëren. Het doel van de profylactische
behandeling is het voorkomen van gewrichtsbloedingen en dus blijvende
invaliditeit. Indien een patiënt geen bloedingen ontwikkelt, kan dit
veroorzaakt worden door adequate therapie of door overbehandeling (bij mild
fenotype). Overbehandeling is kostbaar (ongeveer 100.000-200.000 ¤/ jaar) en
het verhoogt het risico op het ontwikkelen van remmende antistoffen tegen het
toegediende FVIII, waardoor behandeling niet meer effectief is. Het is op dit
moment dus niet mogelijk om het fenotype te voorspellen bij een pasgeborene met
ernstige vorm van hemofilie.
Het verschil in fenotype bij patiënten met een ernstige vorm van hemofilie
wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat niet alleen het (tekort aan)
FVIII, maar het gehele stollingsysteem (met pro-coagulante factoren en remmers)
verantwoordelijk is voor het stoppen van een bloeding. Recent zijn twee nieuwe
volbloed stollingstesten (gemodificeerde thrombine-generatie; T-TAS en
total-thrombusanalyzing system) ontwikkeld die meer inzicht geven in het
volledige proces van de hemostase.
Op dit moment wordt een studie verricht naar de correlatie tussen de uitslagen
van deze stollingstesten en het bloedingsfenotype bij jonge patiënten met een
ernstige vorm van hemofilie (De Haemotype studie). Bij oudere (>60 jaar)
hemofilie patiënten lijkt er een verminderd bloedingsfenotype te ontstaan. In
dit onderzoek willen we beoordelen of de nieuwe stollingstesten ook bij
hemofilie veranderen op grond van de leeftijd.
Ten gevolge van de ernst van de ziekte zijn er zeer weinig oudere hemofilie
patiënten in de ernstige vorm. Hierdoor zal deze studie, in tegenstelling tot
de Haemotype-studie, niet bestaan uit patiënten met ernstige hemofilie.
Door de resultaten van de oudere patiënten (>60 jaar) en jongere patiënten
(20-30 jaar) kan een correlatie met de leeftijd worden gemaakt. Dit kan tot
nieuwe inzichten in het stollingssysteem bij oudere leeftijd leiden, en
mogelijk tot verbeterde patiëntgerichte behandeling.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is te onderzoeken of er een correlatie bestaat tussen
het klinische fenotype (gedefinieerd als de leeftijd van de eerste
gewrichtsbloeding) van patienten met hemofilie A en de resultaten van de whole
clotting assessment (ETP+T-TAS). De resultaten zullen bijdragen aan een beter
inzicht hoe het volledige stollingssysteem (met procoagulante factoren en
stollingsremmers) het klinische fenotype beinvloedt. In de toekomst kan de
uitkomst van de test mogelijk een nauwkeurige voorspelling geven over de ernst
van het fenotype en kan de profylactische behandeling van hemofilie
geindividualiseerd worden.
Onderzoeksopzet
Retrospectieve studie van 12 patienten, waarvan 6 in de leeftijd van 20-30
jaar, en 6 ouder dan 60 jaar. Het betreft patienten met een milde vorm van
hemofilie A.
De uitkomsten van de whole clotting assessment zal worden vergeleken tussen
beide patientengroepen, zodat een correlatie kan worden gemaakt met de
leeftijd.
Inschatting van belasting en risico
Elke 8 tot 12 maanden worden patienten met ernstige hemofilie opgeroepen voor
poliklinische controle op het Hemofiliebehandelcentrum. Standaard wordt aan
deze patienten gevraagd ten minste 3 dagen voorafgaand aan de controle afspraak
geen FVIII-profylaxe toe te dienen, om het laagste FVIII plasma gehalte te
meten en eventuele aanwezigheid van remmers te bepalen.
Na het routine bloedonderzoek zal uit dezelfde venapunctie , extra bloed voor
dit onderzoek (3 buisjes van 5 mL) afgenomen worden. De totale hoeveelheid
afgenomen bloed zal minder dan 2,5% van het totaal circulerend volume bedragen.
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappers
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- man;
- patiënten met een leeftijd > 60 jaar met hemofilie A;
- patienten in de leeftijd tussen 20-30 jaar met hemofilie A;
- patienten bekend bij het Hemofiliebehandelcentrum van het AMC;
- patienten die het Hemofiliebehandelcentrum bezoeken voor reguliere bloedcontroles (remmerbepalingen);
- patienten bij wie de leeftijd van de eerste bloeding en bloedingsfrequentie gedocumenteerd zijn;
- alleen als door de patient een schriftelijk informed consent wordt gegeven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- patient met remmer in de voorgeschiedenis
- laatste toediening FVIII concentraat < 72 uur voor bloedafname
- verworven stollingsstoornis o.b.v. leverfalen
- gebruik van ASA of NSAID's
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL39742.018.12 |