Het huidige project is gericht op het onderzoeken van de redenen waarom potentiële deelnemers niet deelnemen aan preventieve interventies voor depressie en daarnaast een overzicht te maken van mogelijke oplossingen hiervoor. We organiseren…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
subclinical depression
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
vragenlijst die we gaan afnemen (uitkomstmaten)
Secundaire uitkomstmaten
N.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Er zijn tal van effectieve interventies beschikbaar om depressive te voorkomen
danwel de eerste episode te verlaten (Cuijpers et al., 2008), maar weinig
mensen die zouden kunnen profiteren van deze interventies nemen daadwerkelijk
deel. Dit geldt met name voor preventie interventies gericht op mensen met
subklinische depressie. Epidemiologisch onderzoek heeft aangetoond dat 7,5% van
de Nederlandse populatie (750.000 mensen tussen de 18 en 65) lijdt aan
subklinische depressiviteit (Cuijpers et al., 2004).
Data van het Trimbos Instituut toont aan dat in 2007 maar 8.273 (ongeveer 1%)
mensen heeft deelgenomen aan een preventieve interventie (Ruiter & Jonge,
2008). Hoe het komt dat deelname zo laag is, is onbekend. Er is geen
wetenschappelijk onderzoek beschikbaar die dit heeft onderzocht. In een eerder
verschenen artikel hebben we drie categorieën van redenen voor het niet
participeren benoemd; (1) Mensen met een subklinische depressie willen niet
deelnemen aan preventieve interventies (bijvoorbeeld omdat ze zichzelf niet als
subklinische depressief zien; omdat er een stigma geassocieerd is met de
behandeling van geestelijke gezondheid; ze denken dat de preventieve
interventies niet effectief zijn); (2) de organisatie rondom de preventieve
interventies is niet optimaal (bijvoorbeeld; de interventies worden nu
georganiseerd via gespecialiseerde geestelijke gezondheidinstellingen, waar ze
wellicht beter kunnen worden aangeboden via huisartsen en andere professionele
hulpverleners in de eerstelijnszorg; en huisartsen e.d. zouden beter moeten
doorverwijzen naar deze interventies); en (3) de informatie over de
interventies komt niet (voldoende) aan bij de juiste doelgroep.
Op dit moment is het nog onbekend welke van deze drie groepen redenen de
belangrijkste is. Om deelname te verhogen is kennis hierover zeer belangrijk.
Daarnaast is er ook erg weinig bekend over het hulpzoekgedrag van mensen met
een depressieve stoornis. Tijdens het onderzoek zal er diagnostiek plaatsvinden
en omdat het vanuit de afdeling net zo belanrgrijk is om dit goed in kaart te
brengen en deze groep mensent tijdens deze studie relatief gemakkelijk kan
worden geincludeerd onderzoeken we ook waarom mensen met een depressieve
stoornis we of niet deelnemen aan preventieve interventies voor depressie.
Doel van het onderzoek
Het huidige project is gericht op het onderzoeken van de redenen waarom
potentiële deelnemers niet deelnemen aan preventieve interventies voor
depressie en daarnaast een overzicht te maken van mogelijke oplossingen
hiervoor.
We organiseren preventieve interventies in verschillende wijken in Nederland.
Daarnaast trekken we ad random een steekproef uit de volwassen populatie in
deze wijken, we selecteren potentiële kandidaten (diegene met een subklinische
depressie) en vragen hen waarom zij niet hebben deelgenomen aan de preventieve
interventie. Ook zullen we kijken wie van de zogenoemde niet-deelnemers een
depressie hebben ontwikkeld na één jaar en dus *correct* niet hebben
deelgenomen. Het secundaire doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen
waarom mensen met depressieve stoornissen wel of geen deelnemen aan preventieve
interventies voor depressie.
Onderzoeksopzet
Deze studie bestaat uit een populatiescreening.
Preventieve interventies in 15 wijken.
Er worden 15 wijken geselecteerd in Nederland (in Amsterdam, in 1 of 2 kleinere
steden en in 2 kleinere gemeente) door middel van postcodes. In elk van deze
wijken zullen de preventieafdelingen 5 verschillende interventies voor
depressie aanbieden. Deelnemers zullen worden geworven zoals dat normaliter ook
geschied, inclusief advertenties in kranten, bij radio en op televisie,
brochures die naar huisartsen, eerstelijnszorginstellingen, apotheken,
bibliotheken en andere plekken waar geadverteerd kan worden voor
gezondheidszorg. de wervingscampagnes zullen worden geoptimaliseerd zodat we
zo veel mogelijk mensen bereiken.
In elke wijk zullen de volgende 5 interventies worden aangeboden: (1) de *In de
put, uit de put*cursus in de vorm van een groepsinterventie (Cuijpers et al.,
2009); (2) de *in de put, uit de put* cursus als internetinterventie (genaamd:
kleurjeleven, Warmerdam et al., 2008); (3) probleem-oplossende interventie:
*Alles onder controle' (van Straten etal., 2008; Warmerdam et al., 2008); (4)
een preventieve bewegingsinterventie (Mead et al., 2009); (5) een mindfullness
training (pilotstudies zijn uitgevoerd met deze interventie). We hebben gekozen
voor een mix van evidence-based interventies (1-3), een veelbelovende
niet-psychologische interventie (4) en een veelbelovende interventie die op dit
moment erg populair is bij zowel professionals als bij het publiek. We hebben
ons niet alleen gericht op evidence-based interventies, omdat het niet ons doel
is om de effecten van deze interventies te bekijken. We willen juist kijken
naar de opkomst voor verschillende interventies. We hebben er daarom voor
gekozen om interventies uit te zoeken die verschillende type deelnemers zullen
aantrekken en daardoor ook zo veel mogelijk deelnemers aan te trekken.
Een tweede groep participanten zal worden geworven via de 'Gezondheidsmonitor'.
Dit is een vragenlijst die door de GGD volgend jaar (2012) landelijk zal worden
afgenomen onder de Nederlandse bevolking.
Beide groepen zullen worden gescreend door het afnemen van de K-10. Bij de
groep deelnemers die zich aanmeldt voor een interventie zal dit tijdens de
intakes gebeuren, door de groep deelnemers aan de Gezondheidsmonitor zal dit
tijdens de Gezondheidsmonitor zijn. De Gezondheidsmonitor bevat namelijk de
K-10. Hierna zal voor beide groepen een telefonisch interview volgen (CIDI 2.1)
waarna deelnemers een email krijgen met een link en password voor het invullen
van de vragenlijst.
Follow up
Een jaar na de eerste meting zullen we de uiteindelijke steekproef (200
deelnemers, zie study population) voor een tweede meting benaderen. We zullen
wederom een telefonisch interview afnemen (de CIDI) om na te gaan wie er in het
afgelopen jaar een depressieve stoornis heeft ontwikkeld. Dit kan gezien worden
als maatstaf voor het *correct wel* of *niet correct* hebben deelgenomen aan
één van de interventies. Op basis van een responserate van 75% en een
incidentie van 20% (Cuijpers & Smit, 2004; Willemse et al., 2004) gaan we er
van uit dat 30 deelnemers een depressieve stoornis hebben ontwikkeld. Dit kan
een indicatie geven voor welke mensen er correct wel of niet hebben deelgenomen
aan een interventie. Tevens wordt hen gevraagd de vragenlijst weer af in te
vullen.
Inschatting van belasting en risico
We zullen aansluiten bij de Gezondheidsmonitor (GZM) van de GGD. Na het
verkrijgen van gegevens, van de K-10, uit de GZM zullen we telenoisch contact
opnemen om de CIDI (depressie en angstgedeelte) af te nemen. Afhankelijk van
die uitkomst zal er een vragenlijstpakket worden opgestuurd. Het invullen
hiervan zal ongeveer 30 minuten duren.
De groep mensen die deelneemt aan een preventieve interventie zoekt in principe
uit zichzelf hulp, de CIDI en het vragenlijstpakket zullen naast de sessies van
de interventie worden afgenomen, Wanneer ondersteuning nodig blijkt bij het
invullen kan worden gekeken of het mogelijk is dat aan het eind van een sessie
in te plannen.
Algemeen / deelnemers
van der Boechorststraat 1
1081 BT Amsterdam
NL
Wetenschappers
van der Boechorststraat 1
1081 BT Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
moet aan (subklinische) depressie lijden (score boven de afkapscore van het screeningsinstrument voor depressie)
18 jaar en ouder
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
no complaints
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL37316.029.11 |