Primaire doel: vergelijken van het effect van twee immunosupressie behandelingen op de nierfunctie (GFR) bepaald door de klaring van iohexol bij Week 52 na niertransplantatie. Secundair doel: vergelijken van de veiligheid en werkzaamheid profielen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire variabele:
Nierfunctie (GFR) bepaald door middel van klaring van Iohexol in week 52 na
niertransplantatie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire effectiviteit variabelen:
- Efficacy failure (falen van werkzaamheid). Samengesteld eindpunt gedefinieerd
als verlies van het orgaan (her transplantatie, nefrectomie, dood of
voortdurende dialyse bij het einde van de studie) of beëindiging van studie
door de proefpersoon.
- Nierfunctie (GFR) en berekende kreatinine klaring in week 52 na
niertransplantatie door middel van Modification Diet in Renal Disease (MDRD)
formule/ Cockcroft and Gault/ Chronic Kidney Disease Epidemiology Collaboration
(CKD-EPI).
- Incidentie en tijd van klinische acute afstoting en bevestigde acute
afstoting bepaald door biopsie.
- Delayed Graft Function (DGF) (vertraagde nierfunctie).
- Overleving van proefpersoon en orgaan.
- Nieuw Ontstane Diabetes Mellitus (NODM) bepaald volgens de criteria van de
amerikaanse diabetes vereniging (ADA).
Achtergrond van het onderzoek
Onderdrukking van het afweersysteem (immuunsysteem) door middel van het gebruik
van voorgeschreven medicatie is levenslang nodig om afstoting van een nieuwe
nier na transplantatie te voorkomen. Tacrolimus met verlengde afgifte (ook
bekend als Advagraf®) is binnen - en buiten Europa goedgekeurd om afstoting van
de getransplanteerde nier te voorkomen en/of voor noodtherapie na afstoting bij
lever- en niertransplantatie. Advagraf®, éénmaal daags calcineurine remmer
(CNI), wordt gebruikt om het afweersysteem te onderdrukken en zo te voorkomen
dat de nieuwe nier na de transplantatie door het lichaam wordt afgestoten.
Door de ontwikkelingen in immunosupressieve behandelingen zijn de resultaten
van niertransplantatie sterk verbeterd; de gemiddelde overleving van
getransplanteerde organen is sterk verlengd en ook de patiënt overleving is
toegenomen. Echter, elke behandeling heeft bijwerkingen. Een belangrijk nadelig
effect bij het gebruik van CNIs is een nierfunctiestoornis. Hoewel het gebruik
van tacrolimus de uitkomst van getransplanteerde organen aanzienlijk heeft
verbeterd, wordt het geassocieerd met nefrotoxiciteit.
In dit onderzoek zal de mogelijkheid naar vermindering van nefrotoxische CNI
therapie onderzocht worden door tacrolimus blootstellling van Advagraf® te
verlagen in combinatie met de niet-nefrotoxische immunosuppressiva sirolimus om
acute afstoting van het transplantaat te voorkomen, in vergelijking met een
Advagraf® en MMF immunosupressiva behandeling.
Er kan een voordeel zijn wat betreft het reduceren van de mogelijke
nefrotoxiciteit door MMF te vervangen door sirolimus, in combinatie met een
lagere blootstelling aan Advagraf®. Advagraf® heeft ten opzichte van andere
CNIs ook als voordeel dat het een éénmaal daagse dosering is. Sirolimus wordt
ook éénmaal daags toegediend. Dit heeft als voordeel dat deze strategie een
éénmaal daagse immunosupressieve behandeling is. Aangezien er geen avond
dosering is vereist, zal er minder belemmering zijn in de dagelijkse routine
activiteiten van de proefpersoon.
Doel van het onderzoek
Primaire doel: vergelijken van het effect van twee immunosupressie
behandelingen op de nierfunctie (GFR) bepaald door de klaring van iohexol bij
Week 52 na niertransplantatie.
Secundair doel: vergelijken van de veiligheid en werkzaamheid profielen van de
twee immunosupressie behandelingen met elkaar.
Onderzoeksopzet
Een multicenter, tweearmig, gerandomiseerd, open-label uitgevoerd onderzoek.
Fase IV.
De volgende behandelarmen zullen met elkaar worden vergeleken:
Arm 1: Advagraf + MMF + steroïden
Arm 2: Advagraf + MMF (stoppen in week 4) + steroïden + sirolimus ( beginnen in
week 4) . Bij week 6 zal de Advagraf dosering verlaagd worden om lagere
tacrolimus target levels te krijgen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De proefpersonen worden gedurende een periode van 52 weken in het onderzoek opgenomen. Tijdens deze periode zijn er 10 bezoeken gepland. Het onderzoek is als volgt ingedeeld: - Baseline visite (Visite 1, 96 uur voor transplantatie) - Behandelperiode ( Visite 2 t/m 9) - Einde van de studie visite (Visite 10)
Inschatting van belasting en risico
Tijdens het onderzoek worden de proefpersonen aan de volgende handelingen
onderworpen:
Tijdens de baseline visite (visite 1), 96 uur voorafgaand aan de transplantatie
*Medische voorgeschiedenis proefpersoon en donor inclusief medicatiegebruik
wordt nagevraagd, bepaling van virale status, ABO bloedgroep, PRA graad en HLA
type.
* Zwangerschapstest (bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd).
* Meting van de vitale functies, lengte en gewicht.
* Bloedafname voor een routinematige veiligheidsanalyse en ter controle van de
nier - en leverfunctie.
* Urineafname voor proteinuria (eitwit in urine) analyse.
* Uitgifte van studie medicatie.
* Afname vragenlijst over kwaliteit van leven.
Tijdens de behandelperiode (Visite 2 t/m Visite 9)
* Meting van vitale functies en gewicht.
* Bloedafname voor een routinematige veiligheidsanalyse en ter controle van de
nier - en leverfunctie.
* Urineafname voor proteinuria (eitwit in urine) analyse.
* Uitgifte en inname van studie medicatie.
* In geval van afstoting wordt een biopsie uitgevoerd.
Tijdens de behandelperiode worden er nog extra bepalingen gedaan:
* De proefpersoon zal in één van de twee armen gerandomiseerd worden (visite 4).
* Afname vragenlijst over het innemen van de studie medicatie (visite 5 en 7).
* Afname vragenlijst over de kwaliteit van leven (visite 4, 5, 7 t/m 9).
Einde van de studie visite (Visite 10)
* Zwangerschapstest (bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd).
* Meting van vitale functies en gewicht.
* Bloedafname voor een routinematige veiligheidsanalyse en ter controle van de
nier - en leverfunctie.
* Urineafname voor proteinuria (eitwit in urine) analyse.
* Bepaling van de nierfunctie door middel van klaring van Iohexol (zie sectie
E6).
* Inname van studie medicatie.
* Afname vragenlijst over het innemen van de studie medicatie.
* Afname vragenlijst over de kwaliteit van leven.
Onderdrukking van het afweersysteem kan het risico van infectie met bacteriën,
schimmels of virussen verhogen én op de lange termijn de kans op het krijgen
van kanker. De mogelijke risico's van deelname zijn tevens de eventuele
bijwerkingen van de verschillende medicijnen. Alle studie medicijnen zijn
geregistreerd voor het gebruik bij de indicatie niertransplantatie. Graag
verwijzen wij dan ook voor de complete bijwerkingen/risico profielen naar de
bijgevoegde SPC teksten.
Algemeen / deelnemers
Elisabethhof 19
2350 AC Leiderdorp
NL
Wetenschappers
Elisabethhof 19
2350 AC Leiderdorp
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen die voldoen aan de volgende criteria zijn geschikt om aan de studie deel te nemen:
1. 18 jaar of ouder
2. Proefpersonen met eindstadium nierfalen, die geschikt zijn voor een primaire niertransplantatie of een re-transplantatie (behalve als het transplantaat binnen 6 maanden na transplantatie is afgestoten).
3. Proefpersonen die een niertransplantaat ontvangen van een niet-HLA identieke levende - of overleden donor. De donor dient hierbij een verenigbare ABO bloedgroep te hebben.
4. Vrouwelijke proefpersonen in de vruchtbare leeftijd dienen bij aanvang van de studie een serum of urine zwangerschapstest hebben gedaan, met een negatief resultaat.
5. Vrouwelijke en mannelijke proefpersonen zijn bereid om zeer effectieve anticonceptiva te gebruiken gedurende het onderzoek en 90 dagen na het einde van het gebruik van de onderzoeksgeneesmiddelen. Zeer effectieve anticonceptiva zijn anticonceptiva waarbij de kans op mislukken minder is dan 1% per jaar (CPMP/ICH/286/95 gewijzigd) wanneer ze consequent en correct gebruikt worden zoals implantaten, de prikpil, gecombineerde orale anticonceptiva, sommige anticonceptiva die in de baarmoeder aangebracht worden, seksuele onthouding of een gesteriliseerde partner.
6. Proefpersoon is in staat om het doel en de risico*s van het onderzoek te begrijpen. Proefpersoon dient volledig geïnformeerd te zijn en dient schriftelijke toestemming te hebben gegeven (schriftelijke toestemming is verkregen).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen die voldoen aan de volgende criteria zijn uitgesloten van deelname
1. Proefpersonen die een ander orgaan dan een nier ontvangen of hebben ontvangen.
2. Koude ischemie tijd van de donor nier langer dan 30 uur
3. PRA graad hoger dan 20%
4. Proefpersonen die een niertransplantaat hebben ontvangen van een non-heartbeating donor met uitzondering van Maastricht categorie 3 (stopzetten van therapie wachtend op hartstilstand).
5. Proefpersonen bekend met een significante lever aandoening: verhoogd SGPT/ALAT en/of SGOT/ASAT en/of een totale bilirubine waarde hoger dan 2 keer de bovenste waarde van het ziekenhuis of een transplantaat ontvangen van een hepatitis C of B positieve donor.
6. Proefpersonen die initiële sequentiële of parallelle therapie met immunosupressive antilichamen nodig hebben.
7. Proefpersonen die voortdurend behandeld worden met een systemisch toegediend immunosuppressief medicijn voorafgaand aan de transplantie (anders dan minimale waarden van immunosuppressie gevolgd door mislukken van voorgaande transplantatie zonder nefrectomie).
8. Significante, ongecontroleerde concomitante infecties en/of ernstige diarree, overgeven, actieve maag-darm kanaal malabsorptie of een actieve maagzweer.
9. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
10. Proefpersoon of donor die HIV positief is.
11. Proefpersonen die allergisch zijn of een intolerantie hebben voor tacrolimus, macrolide antibiotica, corticosteroïden, sirolimus, MMF of één van de product bestanddelen of iodine.
12. Bewijs van maligniteit gedurende de laatste 5 jaar, waarbij non-maligne huidkanker worden uitgesloten.
13. Proefpersonen die op dit moment deelnemen aan een ander onderzoek en/of een onderzoeksgeneesmiddel binnen 28 dagen voorafgaand aan de aanvang van de studie hebben gebruikt.
14. Elke vorm van alcohol- of drugsmisbruik, psychiatrische stoornis of afwijking waarbij, volgens de onderzoeker, de communicatie met de onderzoeker bemoeilijkt wordt.
15. De proefpersoon zal zich waarschijnlijk niet houden aan het visite schema volgens het protocol.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-019639-37-NL |
CCMO | NL34168.068.10 |