Om de hypothese te toetsen dat IVIG behandeling het risico op het ontwikkelen van chronische ITP vermindert, hebben wij een prospectieve klinische interventiestudie opgezet voor kinderen met recent gediagnosticeerde acute ITP.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Plaatjesaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het wel of niet ontstaan van chronische ITP,
gedefinieerd als een thrombocytenaantal < 150 x 10^9/l na 6 maanden.
Secundaire uitkomstmaten
- klinische gegevens: ernst van de bloedingsbeiging, duur van de
thrombocytopenie
- kwaliteit van leven bij patiënten met ITP
- laboratoriumstudies: genetische polymorfismen van de IgG Fc receptor en
inhiberende immuun receptoren, antistofprofiel gedurende de tijd, glycosylering
van auto-antistoffen, kwantiteit en functie van regulatoire T cellen.
Achtergrond van het onderzoek
Acute idiopathisch thrombocytopenische purpura (ITP) bij kinderen is een
aandoening waarbij auto-immuun gemedieerde plaatjesdestructie plaatsvindt.
Acute ITP wordt gekenmerkt door een typische anamnese van acuut ontstane
hematomen en petechiën bij een tevoren gezond kind. De incidentie is ongeveer 5
per 100.000 kinderen / jaar.
In principe bestaat het beleid bij acute ITP uit nauwlettende observatie,
tenzij er ernstige bloedingen optreden. Op dat moment kan behandeld worden met
prednison of intraveneus immuunglobuline (IVIG), waarbij er een lichte voorkeur
bestaat voor IVIG, omdat het trombocytenaantal daarbij sneller stijgt en, in
het geval van een foutieve diagnose, de diagnostiek naar met name maligniteiten
niet verstoord wordt.
De meeste kinderen met recent gediagnosticeerde ITP herstellen binnen 6 maanden
en krijgen geen ernstige bloedingen. Wel betekent de thrombocytopenie een
belangrijke beperking voor allerlei activiteiten in het dagelijks leven, omdat
risicofactoren voor ernstige bloedingen zoveel mogelijk vermeden dienen te
worden. Ongeveer 25% van de kinderen is na zes maanden nog steeds
thrombocytopeen. Bij deze kinderen spreekt men van chronische ITP. De
incidentie van bloedingen correleert goed met de duur van de thrombocytopenie
en daarom ook met het ontstaan van chronische ziekte.
In een eerdere prospectieve observationele studie vonden wij na een
multivariate analyse een significante reductie van het relatief risico op
chronische ITP wanneer in de acute fase IVIG werd gegeven. Deze bevinding wordt
ondersteund door gegevens uit de internationale registratie van ITP patiënten,
een recente meta-analyse en onderzoek bij muizen.
Doel van het onderzoek
Om de hypothese te toetsen dat IVIG behandeling het risico op het ontwikkelen
van chronische ITP vermindert, hebben wij een prospectieve klinische
interventiestudie opgezet voor kinderen met recent gediagnosticeerde acute ITP.
Onderzoeksopzet
Het betreft een gerandomiseerde interventiestudie waarin patiënten bij wie de
diagnose acute ITP gesteld wordt, gerandomiseerd worden voor de standaard
behandeling, namelijk oplettende observatie zonder medicatie, of interventie
met IVIG toediening.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten in de interventiearm krijgen een eenmalige gift intraveneus immuunglobuline 0.8 gram/kg (=16 ml/kg) binnen drie dagen na diagnose. Bij alle patiënten worden klinische gegevens verzameld en wordt bloed afgenomen bij diagnose, na 1 en 4 weken en na 3, 6 en 12 maanden. Daarnaast worden op deze tijdspunten vragenlijsten afgenomen met betrekking tot kwaliteit van leven.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten in de interventiearm krijgen, ongeacht hun mate van bloedingsneiging,
intraveneus immuunglobuline toegediend. Zij hebben hiervoor een infuus nodig.
Er bestaat een kleine kans op bijwerkingen van IVIG. De belangrijkste
bijwerkingen die kunnen optreden, zijn hoofdpijn en een allergische reactie. De
behandelend kinderartsen zullen goed geïnstrueerd worden in het herkennen en
behandelen van deze bijwerkingen.
Daarnaast wordt aan ouders en aan patiënten van 7 jaar en ouder gevraagd een
korte vragenlijst in te vullen met betrekking tot kwaliteit van leven.
De frequentie van anamnese, lichamelijk onderzoek en bloedafnames is niet
anders dan bij de reguliere behandeling van ITP. Wel zal er meer bloed
afgenomen worden dan tijdens de reguliere behandeling. De hoeveelheid extra
bloed is echter gering, zodat hiervan geen nadelige gevolgen voor de patiënt te
verwachten zijn. Vanwege het geringe risico van het onderzoek en de minimale
extra belasting vinden wij deze nadelen opwegen tegen de voordelen, namelijk
een tijdelijke stijging van het thrombocytenaantal en daarmee een verminderde
bloedingsneiging.
Voor de patiënten die in de observatiearm zitten, is er extra aandacht voor de
kwaliteit van leven.
Indien geen chronische ITP ontstaat, zijn de voordelen evident: geen
beperkingen meer in fysieke activiteiten en een sterk gereduceerd risico op
bloedingen, wat naar onze mening de kwaliteit van leven sterk zal verbeteren
voor zowel ouders als patiënten.
Algemeen / deelnemers
Lundlaan 6
Utrecht 3584 EA
NL
Wetenschappers
Lundlaan 6
Utrecht 3584 EA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Kinderen van 3 maanden-16 jaar met recent gediagnosticeerde acute ITP zonder ernstige bloedingen en met thrombocyten < 20 x 10^9/l.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Levensbedreigende bloedingen
Behandeling met immunomodulerende medicijnen in de vier weken voor diagnose van ITP
Thrombocyten > 20 x 10^9/l
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-001597-33-NL |
CCMO | NL18055.041.08 |
Ander register | TC 1563 (NTR) |