Beoordeling van het effect van toevoeging van sitagliptine aan de reguliere zorg vs. de reguliere zorg zonder sitagliptine ten aanzien van het risico van cardiovasculaire voorvallen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Doelstelling: Vergelijking van het effect van sitagliptine als onderdeel van de
gebruikelijke zorg versus gebruikelijke zorg zonder sitagliptine op
cardiovasculaire uitkomsten, gemeten aan de hand van het primaire samengestelde
cardiovasculaire eindpunt van CV-gerelateerd overlijden, niet-fataal MI,
niet-fataal CVA of instabiele angor waarbij ziekenhuisopname is vereist.
Hypothese a:
Sitagliptine als onderdeel van de gebruikelijke zorg is niet inferieur aan
gebruikelijke zorg zonder sitagliptine ten aanzien van het risico op een
bevestigde gebeurtenis in het primaire samengestelde cardiovasculaire eindpunt.
(Voor criteria voor het vaststellen van niet-inferioriteit wordt verwezen naar
onderdeel 8.3, Statistiek.)
Hypothese b:
Indien hypothese a wordt bevestigd: Sitagliptine als onderdeel van de
gebruikelijke zorg is superieur aan gebruikelijke zorg zonder sitagliptine ten
aanzien van het risico op een bevestigde gebeurtenis in het primaire
samengestelde cardiovasculaire eindpunt. (Voor criteria voor het vaststellen
van superioriteit wordt verwezen naar onderdeel 8.3.)
Secundaire uitkomstmaten
Vergelijking van het effect van sitagliptine als onderdeel van de gebruikelijke
zorg versus gebruikelijke zorg zonder sitagliptine ten aanzien van:
(1) Een secundair samengesteld cardiovasculair eindpunt van CV-gerelateerd
overlijden, niet-fataal MI en niet-fataal CVA.
(2) Elk van de componenten van het primaire samengestelde eindpunt (te weten,
bevestigd CV-gerelateerd overlijden, niet-fataal MI, niet-fataal CVA of
instabiele angor waarbij ziekenhuisopname is vereist).
(3) Mortaliteit (all cause).
(4) Ziekenhuisopname voor decompensatio cordis op basis van melding door de
onderzoeker.
(5) Tijdgerelateerde verandering van HbA1c ten opzichte van baseline.
(6) Tijdgerelateerde verandering van nierfunctie (op basis van de geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid [eGFR] vastgesteld volgens de Modification of
Diet in Renal Disease [MDRD]-methode) en albuminurie (op basis van de
albumine/creatinine-ratio in urine).
(7) Tijd tot aanvang van langdurige insulinetherapie. Langdurige
insulinetherapie wordt gedefinieerd als gebruik van insuline gedurende een
ononderbroken periode van meer dan 3 maanden.
(8) Tijd tot toevoeging van het eerste extra interventiemiddel (te weten
volgende orale AHA of langdurig insulinegebruik, waarbij langdurige
insulinetherapie wordt gedefinieerd als insulinegebruik gedurende een
ononderbroken periode van meer dan 3 maanden).
(9) Gebruik van medische voorzieningen tijdens het onderzoek (zoals
ziekenhuisopname en poliklinische bezoeken).
Wijziging n.a.v. protocol amendement 3 dd. 05-Sep-2013:
Rationale for this amendment is to update the secondary objective related to
the analysis of each of the components of the primary composite endpoint that
has been revised to include fatal myocardial infarctions and fatal strokes when
analysing the time to these individual categories of events.
For a summary/list of changes made to the previous version/edition kindly refer
to Summary of Changes section in the protocol document (page 5).
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met diabetes mellitus type 2 (T2DM) lijden vaak aan aandoeningen van
de kransslagaders, hersenslagaders en perifere slagaders. Het potentiële effect
van de behandeling van T2DM op cardiovasculaire (CV) uitkomsten speelt een
grote rol bij de behandeling van de ziekte op de lange termijn. De
cardiovasculaire uitkomsten in verband met verschillende antihyperglycemische
therapieën zijn in meerdere onderzoeken beoordeeld, maar tot dusver is in geen
enkele studie ondubbelzinnig aangetoond dat een lagere glucosespiegel ook het
macrovasculaire risico terugdringt.
In het licht hiervan en gezien het algemeen bekende feit dat de meeste
T2DM-patiënten overlijden aan cardiovasculaire aandoeningen, is het uiteraard
zinvol om in een langlopend onderzoek het effect van antihyperglycemische
behandelingen op de prevalentie van cardiovasculaire gebeurtenissen te
beoordelen. De onderhavige studie is een gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd onderzoek ter beoordeling van het effect van behandeling
met sitagliptine, als onderdeel van een gebruikelijk zorgprogramma, op
cardiovasculaire gebeurtenissen.
Doel van het onderzoek
Beoordeling van het effect van toevoeging van sitagliptine aan de reguliere
zorg vs. de reguliere zorg zonder sitagliptine ten aanzien van het risico van
cardiovasculaire voorvallen.
Onderzoeksopzet
Geïntegreerde onderzoeksopzet zonder onderbreking van de reguliere zorg.
Sitagliptine/placebo wordt toegevoegd aan de lopende therapie. Patiënten dienen
behandeld te worden met
* metformine, pioglitazon, of een sulfonylureumderivaat als monotherapie of
enige tweeledige combinatie van metformine, pioglitazon, of een
sulfonielureumderivaat voortdurend zonder wijziging van de doses in de
afgelopen 3 maanden.
Nota: Patiënten op insulinetherapie voor een korte periode (bijv. voor korter
dan 14 dagen) gedurende een ziekenhuisopname of voor behandeling van een acute
conditie worden niet om deze reden uitgesloten.
OF
* een stabiele doses van insuline (±20% van de totale dagelijkse insuline
doses) alleen of in combinatie met een stabiele doses van metformine in de
laatste 3 maanden. Het gebruik van een glijschaal insuline in de afgelopen 3
maanden is toegestaan, als de totale dagelijkse doses insuline binnen ±20% van
de standaard dagelijkse doses insuline is.
Nota: Bij patiënten waar een aanpassing in hun dagelijkse doses insuline nodig
blijkt te zijn voor een korte periode (bijv. voor korter dan 14 dagen)
gedurende een ziekenhuisopname of voor behandeling van een acute aandoening
worden om deze reden niet uitgesloten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling 1: Patiënten nemen eenmaal daags in de ochtend oraal sitagliptine Behandeling 2: Patiënten nemen eenmaal daags in de ochtend oraal placebo. Beide groepen ondergaan 7 maal een venapunctie.
Inschatting van belasting en risico
Het afnemen van bloed is een standaardprocedure die tijdelijk ongemak, pijn een
geringe bloeduitstoring op de afnameplaats of flauwvallen kan veroorzaken.
De manchet van de bloeddrukmeter kan ongemak of een bloeduitstorting op de
bovenarm veroorzaken.
Algemeen / deelnemers
One Merck Drive Whitehouse Station
New Jersey 08889
US
Wetenschappers
One Merck Drive Whitehouse Station
New Jersey 08889
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
a. De patiënt lijdt aan T2DM en heeft een HbA1c van * 6,5% (48 mmol/mol) en * 8,0% (64 mmol/mol) (HbA1c moet tot drie maanden voor de start van de onderzoeksdeelname gedocumenteerd zijn) en wordt behandeld met
* metformine, pioglitazon, of een sulfonylurea als monotherapie of enige tweevoudige combinatie van metformine, pioglitazon, of een sulfonylurea voortdurend zonder wijziging van de doses in de afgelopen 3 maanden.
Nota: Patiënten op insulinetherapie voor een korte periode (bijv. voor korter dan 14 dagen) gedurende een ziekenhuisopname of voor behandeling van een acute aandoening worden niet om deze reden uitgesloten.
OF
* stabiele doses van insuline (±20% van de totale dagelijkse insuline doses) alleen of in combinatie met een stabiele doses van metformine in de laatste 3 maanden. Het gebruik van aanvullend/ glijdende schaal insuline in de afgelopen 3 maanden is toegestaan, als de totale dagelijkse doses insuline binnen ±20% van de standaard dagelijkse doses insuline is.
Nota: Bij patiënten waar een aanpassing in hun dagelijkse doses insuline nodig blijkt te zijn voor een korte periode (bijv. voor korter dan 14 dagen) gedurende een ziekenhuisopname of voor behandeling van een acute aandoening worden niet om deze reden uitgesloten.;b. De patiënt is in staat ten minste tweemaal per jaar een reguliere zorgverlener te bezoeken.
c. De patiënt is 50 jaar of ouder en lijdt aan een vasculaire aandoening, waaronder in dit verband wordt verstaan:
*Een voorgeschiedenis van duidelijke klinische manifestatie van een aandoening van de coronairarteriën (i.e. myocardinfarct, operatieve of percutane (ballon en/of stent) interventie voor coronaire revascularisatie of coronaire angiografie waarop ten minste één stenose * 50% in een belangrijke epicardiale slagader of aftakking daarvan te zien is);
*Ischemische cerebrovasculaire aandoeningen, waaronder:
* een voorgeschiedenis van ischemische beroerte. Beroertes waarvan niet vaststaat dat ze hemorragisch zijn, zijn toegestaan voor dit criterium;
* een voorgeschiedenis van vernauwing van de arteria carotis blijkend uit een stenose * 50% als vastgesteld via ultrageluidmeting, Magnetic Resonance Imaging (MRI) of angiografie van de arteria carotis, met of zonder symptomen van neurologisch deficit.
*atherosclerose van de perifere arteriën blijkend uit objectief bewijs zoals amputatie ten gevolge van vasculaire afwijkingen, actuele symptomen van claudicatio intermittens bevestigd door een Ankle/Brachial Pressure Index of Toe/Brachial Pressure Index van minder dan 0,9 of een voorgeschiedenis van operatieve of percutane revascularisatie-interventie.
d. Vrouwelijke patiënten dienen ermee in te stemmen een effectieve methode van anticonceptie te gebruiken of anderszins maatregelen te nemen om niet het risico te lopen zwanger te worden.
e. De patiënt is op de hoogte van de onderzoeksprocedures, de beschikbare alternatieve behandelingen en de risico*s in verband met het onderzoek en stemt vrijwillig in met deelname door schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven.
f. De patiënt stemt ermee in toestemming te geven voor het verzamelen van alle medische gegevens die nodig zijn voor volledige dataverwerking tijdens de follow-upperiode.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
a. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van type 1-diabetes mellitus of een voorgeschiedenis van ketoacidose.
b. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van *2 episoden van ernstige hypoglycemie in de 12 maanden voor inclusie. Ernstige hypoglycemie (hypoglycemie waar hulp nodig voor is)verwijst naar gevallen waar die patiënt gedesoriënteerd was of zodanig arbeidsongeschikt dat hulp nodig was van een andere persoon of van medisch personeel (de hulp al dan niet gegeven).
c. De patiënt heeft in de voorafgaande drie maanden een goedgekeurde of experimentele DPP-4-remmer (zoals sitagliptine, alogliptine, saxagliptine of vildagliptine), een GLP-1-analoog (zoals exenatide, exenatide LAR of liraglutide) of een thiazolidinedion anders dan pioglitazon toegediend gekregen.
d. De patiënt lijdt aan levercirrose blijkens de medische voorgeschiedenis.
e. De patiënt neemt deel aan een ander experimenteel protocol waarbij een experimentele medicatie of een experimenteel middel wordt gebruikt, of is betroken bij een interventie die de uitvoering van het onderzoek negatief zou beïnvloeden.
f. Voor de patiënt is een revascularisatie-procedure gepland dan wel is een dergelijke procedure te verwachten.
g. De patiënt is zwanger of voornemens zwanger te worden tijdens de onderzoeksperiode.
h. De patiënt heeft een medische voorgeschiedenis die wijst op een levensverwachting van < 2 jaar of waaruit blijkt dat hij/zij mogelijk niet in staat is de onderzoeksbehandelingen voor de volledige duur van het onderzoek te ontvangen.
i. De patiënt heeft een recente voorgeschiedenis van aantoonbare aandoeningen, behandelingen, afwijkende laboratoriumwaarden of andere omstandigheden die naar het oordeel van de onderzoeker of de coördinator voor de patiënt een risico zouden kunnen vormen, tot gevolg zouden kunnen hebben dat deelname aan het onderzoek niet in het belang van de patiënt is, van invloed zouden kunnen zijn op de resultaten van het onderzoek (bijv. omdat de patiënt niet in staat is de voorschriften van het onderzoek na te leven) of een belemmering zouden kunnen vormen voor deelname van de patiënt gedurende het gehele onderzoek.
j. De patiënt heeft een geschatte GFR (berekend op basis van serumcreatinine via de MDRD-formule [10]) van < 30 ml/min/1,73m2.
k. De patiënt heeft een bekende allergie of intolerantie voor sitagliptine.
l. De patiënt heeft eerder deelgenomen aan dit onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-006719-20-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT00790205 |
CCMO | NL26805.094.09 |