Het primaire doeI van deze studie is: het evalueren van de veiligheid en de antivirale activiteit, gedefinieerd als het percentage proefpersonen dat een 12-weken sustained virologic response (SVR12; HCV RNA beneden de lower limit of quantification (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Effectiviteit: het primaire effectiviteitseindpunt is het percentage
proefpersonen met een SVR 12 weken na de laatste dosering studiemedicatie
(waaronder DAA, pegIFN en RBV).
Veiligheid: Veiligheid en verdraagbaarheid worden bepaald door het monitoren
van bijwerkingen, Iichamelijk onderzoek, klinische lab tests, ECGs en vitale
functies.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire effectiviteits eindpunten zijn het percentage proefpersonen met
SVR24 en het percentage profpersonen met eRVR.
Achtergrond van het onderzoek
Hepatitis C virale (HCV) infectie is een wereldwijd gezondheidsprobleem met
meer dan 170 miljoen chronisch ge'infecteerde mensen wereldwijd. Hoewel de
behandeling van deze aandoening sterk verbeterd is, zijn de huidige
behandelingen niet optimaal. Tot recentelijk, de standaard behandeling voor
hepatitis C genotypes 1a en 1b (de meest voorkomende genotypes in Noord-Amerika
en Europa) was een wekelijkse injectie van peg-interferon alpha (pegIFN) en
dagelijks een orale dosering ribavirine gedurende 48 weken. Ongeveer 50% van de
patienten met genotype 1, behandeld met pegIFN en RBV bereiken geen SVR. Dus er
is een duideljke vraag naar effectieve anti-HCV middelen die de kans op een
succesvolle behandeling verhogen.
Om aan deze vraag te voldoen is een aantal kleine moleculen ontwikkeld met een
direct antivirale activiteit (DAA) tegen specifieke fasen van de HCV
vermenigvuldiging. Klinische studies met deze DAA HCV remmers, zoals de NS3/4A
protease remmers telaprevir en boceprevir, gebruikt in combinatie met pegIFN en
RBV, laten een duidelijke verbetering in SVR zien in niet eerder behandelde
patienten en patienten behandeld met pegIFN en RBV, met een kortere
behandelduur voor behandel-naieve patienten. Als gevolg hiervan is deze
behandeling nu de standaard behandeling voor patienten met chronisch genotype 1
HCV infectie.
Op dit moment heeft Abbott/AbbVie een aantal DAA middelen in klinische
ontwikkeling. ABT-267 is een nieuwe NS5A remmer, ABT-450 is een
niet-structureel eiwit 3/niet-structureel eiwit 4A (NS3/4A) protease remmer en
ABT-333 is een niet nucleoside niet-structureel eiwit 5B (NS5BO polymerase
remmer.
Deze studie biedt patienten, die gefaald hebben in een voorgaand pegIFN vrij,
AbbVie/Abbott DAA combinatie studie, een optionele intensievere behandeling.
Deze studie bekijkt de veiligheid, antivirale activiteit en resistentieprofiel
van ABT-450/r 200/100 mg QD en ABT-267 25 mg QD gecombineerd met pegIFN en RBV
in patienten die gefaald hebben in een voorgaande studie.
Doel van het onderzoek
Het primaire doeI van deze studie is: het evalueren van de veiligheid en de
antivirale activiteit, gedefinieerd als het percentage proefpersonen dat een
12-weken sustained virologic response (SVR12; HCV RNA beneden de lower limit of
quantification (LLOQ) 12 weken na het voltooien van de behandeling) bereikt.
De secundaire doelen van deze studie zijn: het evalueren van het percentage
proefpersonen dat een SVR24 bereikt (HCV RNA beneden de lower limit of
quantification (LLOQ) 24 weken na het voltooien van de behandeling) en het
percentage proefpersonen met een extended virologic respons (eRVR; HCV RNA <
LLOQ in weken 4 tot 12).
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, meerdere doseringen, roll-over studie die de veiligheid
en antivirale activiteit en farmacokinetiek van ABT-450 met ritonavir
(ABT-450/r) en ABT-267, in combinatie met pegIFN en RBV bekijkt in patienten,
geinfecteerd met hepatitis C genotype 1, die virologisch gefaald hebben in een
voorgaande AbbVie/Abbott DAA combinatie studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Dit protocol bestaat uit drie sub-studies. In sub-studie 1, proefpersonen die voldaan hebben aan de vriologische stop-criteria in een voorgaande Abbott DAA combinatie studie kunnen ervoor kiezen om aan deze studie deel te nemen en een intensievere behandeling te ontvangen met ABT-450/r, ABT-267, pegIFN en RBV gedurende 24 weken. Proefpersonen die deze 24 weken voltooien of de DAA behandeling discontinueren, komen in sub-studie 2. Sub-studie 2, proefpersonen ontvangen pegIFN en RBV voor een additionele 24 weken voor een totale behandelduur van 48 weken in sub-studie 1 en 2. Sub-studie 3, proefpersonen worden gemonitord voor resistentie en virale respons 48 weken na de discontinuatie van de behandeling met studiemedicatie.
Inschatting van belasting en risico
De risico's verbonden aan dit onderzoek hangen samen met de mogelijke
bijwerkingen van de onderzoeksmiddelen, ritonavir, ribavirine en peglFN. De
belasting voor de proefpersoon hangt verder samen met de onderzoekshandelingen,
visites en venapuncties. Aile proefpersonen zullen nauwkeurig gemonitord worden
op bijwerkingen door ervaren artsen en studiepersoneel.
Algemeen / deelnemers
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132 JD
NL
Wetenschappers
Wegalaan 9
Hoofddorp 2132 JD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patient moet virologisch gefaald hebben, zoals beschreven in een voorgaande peg-IFN-vrije AbbVie/Abbott DAA combinatie studie.
2. Vrouw die:
* niet in de vruchtbare leeftijd is, gedefinieerd als:
* post-menopausaal voor tenminste 2 jaar voor screening (gedefinieerd als zonder bloeding voor langer dan 2 jaar, leeftijdgeschikt, en bevestigd door een FSH niveau, dat een post-menopausale staat indiceert) of
* chirurgisch steriel (gedefinieerd als bilaterale tubale ligatie, bilaterale oophorectomie of hysterectomie) of een gesteriliseerde partner(s) of
* toepassen van totale onthouding (voor tenminste 1 complete menstruatiecyclus) of
* seksueel actief met alleen vrouwelijke partners
* in de bruchtbare leeftijd en seksueel actief met mannelijke partner(s):
* ten minste 1 actieve vorm van anticonceptie toepassen ten tijde van screening en ermee akkoord gaan met het toepassen van twee effectieve vormen van anticonceptie gedurende de behandelperiode (zoals beschreven in het Informed Consent en andere informatie), startend op dag 1 en tot 7 maanden na het stoppen van de onderzoeksmedicatie zoals voorgeschreven door de lokale RBV bijsluiter (Let op: hormonale anticonceptie, zoals orale, topicale, geinjecteerde en geimplanteerde varianten, mogen niet gebruikt worden tijdens substudie 1 en tot 2 weken na de laatste dosering DAAs.
3. Vrouwen moeten negatieve zwangerschapstesten hebben op:
* Screening in een urinemonster, binnen 42 dagen voor de initiele toediening van studiemedicatie en
* op baseline (voor dosering) in een urinemonster.
Vrouwelijke deelnemers met een borderline hCG resultaat op dag 1 mogen gerandomiseerd worden als:
* ze een gedocumenteerde voorgeschiedenis hebben van bilaterale tubale ligatie, bilaterale oophorectomie of hysterectomie
* ze bevestigd post-menopausaal is gedefinieerd als zonder bloeding voor langer dan 2 jaar, leeftijdgeschikt, en bevestigd door een FSH niveau, dat een post-menopausale staat indiceert op screening.
4. Seksueel actieve mannen moeten chirurgisch steriel zijn of mannelijke partners hebben, of indien seksueel actief met vrouwelijke partners in de vruchtbare leeftijd moeten ermee akkoord gaan om twee effectieve middelen van anticonceptie toe te passen (zoals beschreven in het Informed Consent en andere informatie) gedurende de studie, startend met dag 1 en tot 7 maanden na het stoppen van de studiemedicatie, of zoals aangegeven in de lokale bijsluiter (Let op: anticonceptie die enthinyl estradiol of depo-progesterone bevatten worden als effectief beschouwd indien gebruikt door de vrouwelijke partner van de mannelijke deelnemer).
5. Voor patienten met cirrhose, gecompenseerde cirrhose als gedefinieerd door een Child-Pugh score van * 6 op screening.
6. Patient is geinfecteerd met HCV genotype 1 op screening.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. In patienten met een eerdere null of partial response op pegIFN/RBV behandeling op elk tijdstip voor pre-screening voor deze studie of elk eerder falen met pegIFN/RBV plus telaprevir, de aanwezigheid van varianties in combinatie met de prototypische referentie sequentie (H77 voor 1a of Con1 voor 1b) op een van de volgende aminozuur posities NS3 protease 155, 156, of 168; NS5A 28, 29, 30, 31, 32, 58, of 93.
2. Zwangere vrouwen of vrouwen die van plan zijn zwanger te worden, die borstvoeding geven of mannen waarvan de partner zwanger is of van plan is zwanger te worden binnen 7 maanden (of volgens lokale RBV bijsluiter) na de laatste dosering van RBV.
3. Het gebruik van bekende remmers (v.b. ketoconazole) of stimulatoren (v.b. phenobarbital, rifampin, carbamazepine, St. Janskruid) van CYP3A binnen 2 weken voor de start van de toediening studiemedicatie.
4. Gebruik van medicatie gecontracindiceerd bij het gebruik van ABT-450, ABT-267, pegIFN, ribavirine of ritonavir binnen 2 weken voor dosering van studiemedicatie.
5. Het stoppen van een antivirale therapie in verband met intolerantie of een bijwerking geassocieerd met een DAA of RBV in een voorgaande AbbVie/Abbott DAA combinatie studie (behalve intolerantie voor AEs geassocieerd met telaprevir).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-005393-32-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01609933 |
CCMO | NL40079.018.12 |