Primaire doel: het primaire doel van het onderzoek is om de effectiviteit van een preventie programma voor adolescenten met een verhoogd familiair risico aan te bieden. De adolescenten zijn kinderen van ouders die in behandeling zijn voor een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Depressie
Secundaire uitkomstmaten
Angst
Algemene psychopathologie
Coping
Response stijl
Cognitieve fouten
Ouderlijke psychopathologie
Opvoedingsstress
Algemene psychopathologie volgens ouders
Achtergrond van het onderzoek
Depressie en angst spelen een grote rol in de geestelijke volksgezondheid. In
Nederlans leiden er jaarlijks ongeveer 37.00 adolescenten aan een depressie. De
prevalentie van depressie onder Nederlandse adolescenten is ingeveer 3.8%, en
een derde van de adolescenten vertoont een depressieve stemming.
Angststoornissen zijn het meest voorkomende psychische aandoening en wordt vaak
al gedurende de kindertijd gezien. De lifetime prevalentie van angststoornissen
is 28.8%, en de kindertijd en adolescentie zijn de leeftijdsfasen waarin de
angstsymptomen zich ontwikkelen.
Preventie en behandeling van depressie en angst tijdens de adolescentie is
ondergewaardeerd. Vaak worden angst en dpressie niet herkend, en daarom dus ook
niet behandeld. Het niet herkennen van het probleem en het ontbreken van
geïndiceerde preventie van angst en depressie bij adolescenten is zorgwekkend
vanwege de consequenties van de aandoeningen. Als eerste wordt depressie
tijdens de adolescenteie geassocieerd met depressie en angst op volwassen
leeftijd, beperkte psychosociale ontwikkeling, verminderde school prestaties,
verhoogd risico op middelenmisbruik en het is de meest genoemde risico factor
voor suicide bij adolescenten. Ten tweede wordt een angststoornis geassocieerd
met bijkomende psychopathologie, verminderde schoolprestaties, beperking in
sociale relaties, en een laag self-esteem. Gegevens de prevalentie van de
aandoeningen, het herhalende karakter en de negatieve uitkomsten voor
adolescenten met depressie of angst, is het cruciaal om een preventie programma
voor adolescenten met een verhoogd risico te implementeren.
Deze studie wil een brug slaan tussen preventie bij adolescenten en behandeling
van volwassenen in de geestelijke gezondheidszorg door de kinderen van ouders
die in behandeling zijn tye screenen op aanwezigheid van klachten en hen een
preventie programma aan te bieden.
Doel van het onderzoek
Primaire doel: het primaire doel van het onderzoek is om de effectiviteit van
een preventie programma voor adolescenten met een verhoogd familiair risico aan
te bieden. De adolescenten zijn kinderen van ouders die in behandeling zijn
voor een depressie of angststoornis bij een instelling voor geestelijke
gezondheidszorg, waardoor de adolescenten een verhoogd risico lopen om zelf
deze aandoeningen te ontwikkelen.
Secundaire doel: het secundaire doel van de studie is het definieren van ouder-
en kindfactoren die samenhangen met de effectiviteit van het programma.
Onderzoeksopzet
De huidige studie is een randomized controlled trial (RCT) met twee condities
(interventie versus controle) waarmee de effectiviteit van het preventie
programma zal worden geevalueerd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventie die geevalueerd wordt heet 'Een Sprong Vooruit'. Het programma bestaat uit zes bijeenkomsten van ieder 90 minuten. In de eerste bijeenkomst leren de adolescenten over emoties, over angst en depressie en hoe zij dat bij hun ouders mogelijk herkennen en ervaren. De adolescenten leren hoe zij emoties ervaren en hoe je kunt herkennen. Gedurende het preventie programma wordt het G-schema gebruikt om uit te leggen wat de relatie is tussen Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel en Gedrag. In de tweede bijeenkomst leren de adolescenten over de relatie tussen gebeurtenissen, gedachten en gevoel. Gedachten kunnen helpend en niet-helpend zijn en ze spelen een grote rol in hoe je je voelt bij een bepaalde gebeurtenis. Ze leren hoe je niet-helpende gedachten herkent. In de derde bijeenkomst worden verschillende strategieën geleerd hoe ze gedachten patronen kunnen herkennen. De adolescenten leren hoe ze niet-helpende gedachten kunnen omvormen tot helpende, en hoe ze gedachten kunnen bewijzen. In de vierde bijeenkomst wordt geleerd gedrag niet altijd alleen maar een gevolg is. In sommige situaties kunnen gedachten niet worden omgevormd, en moet het gedrag veranderen om het gevoel te beïnvloeden. De opdrachten zijn gericht op leuke en minder leuke activiteiten, en leren wat helpt om je beter te voelen. Ook is er aandacht voor het leren aanpakken van grote, onoverzichtelijke taken. In de vijfde bijeenkomst leren de adolescenten wat angst is en wat het gevolg is van het vermijden van spannende of enge activiteiten. Ze leren om spannende/enge opdrachten op te delen in kleine stapjes en om hiermee te oefenen waardoor de angst minder wordt. In de zesde en laatste bijeenkomst worden de opdrachten van vorige keer geevalueerd omdat de adolescenten er ook thuis mee hebben geoefend. Verder wordt er besproken hoe hun eigen sociale steun systeem eruit ziet, en bij wie zij terecht kunnen wanneer ze ergens hulp bij nodig hebben. Ze oefenen ook met het vragen van hulp. Als laatste wordt besproken hoe zij hun toekomst zien.
Inschatting van belasting en risico
De potentiele waarde van de studie is dat we kinderen van ouders die in
behandeling zijn voor een angststoornis of depressie een preventie programma
kunnen bieden dat effectief is. Om de effectiviteit van het programma in deze
specifieke doelgroep, adoelscenten tussen 12 en 16 met een hoog familiair
risico, te bepalen worden deze kinderen gescreend op symptomen van angst en
depressie. Om het effect van de interventie in deze doelgroep te weten, moeten
tijdens het onderzoek ook gebruik maken van een onderzoekspropulatie die aan
die kenmerken voldoet.
Wij zijn van mening dat de risico's voor het deelnemen aan de studie
verwaarloosbaar zijn. Deze vorm van preventie wordt vaak gebruikt voor kinderen
van ouders die in behandeling zijn. Het nieuwe aspect aan dit preventie
programma is dat het specifiek gericht is op internaliserende problematiek,
zoals angst en depressie.
Algemeen / deelnemers
Berlicumseweg 8
Rosmalen 5248 NT
NL
Wetenschappers
Berlicumseweg 8
Rosmalen 5248 NT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- adolescenten zijn tussen 12 en 16 jaar oud
- ten minste een van de ouders voldoet aan de criteria van depressie of angststoornis van de DSM-IV
- ten minste een van de ouders ontvangt behandeling voor depressie of angststoornis
- voldoende kennis van de Nederlandse taal voor een groepsbehandeling
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- geen toestemming van ouders voor deelname
- al in behandeling voor psychische problematiek
- aanwezigheid van suicidale gedachten (score van groter dan 1 op de CDI)
- aanwezigheid van bekende verstandelijke beperkingen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL41344.091.12 |
Ander register | Wordt aangemeld bij NTR |