Het doel van het onderzoek is het bepalen of intralymfatische immunotherapie (ILIT) effect heeft op klachtenreductie bij patiënten met allergische rhinitis voor graspollen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Allergische aandoeningen
- Bovenste luchtwegaandoeningen (excl. infecties)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksuitkomst is de mate van klachtenreductie bepaald aan de hand
van een VAS-score na allergeenprovocatie met graspollen bij patiënten met een
graspollenallergie die zijn behandeld met intralymfatische immunotherapie. De
VAS-scores worden vergeleken met de scores van graspollenprovocatie bij
graspollen allergische patiënten die behandeld zijn met intralymfatische
placebo-oplossing. Tevens worden de VAS-scores intra-individueel vergeleken met
de VAS-score voor en na de behandeling.
Hierbij wordt de nulhypothese gehanteerd dat intralymphatische immunotherapie
met allergeen een vermindering van klachten geeft ten opzichte van
placebobehandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoekuitkomsten zijn:
- veranderingen van huidreactiviteit op intracutane allergeenprovocatie na
intralymfatische desensibilisatie
- verandering in Phadiatop-score voor specifiek allergeen na intralymfatische
desensibilisatie (IgE-graspollen en totaal IgE)
- verandering in IgG1-4 niveau's intralymfatische desensibilisatie
- veanderingen in neusslijmvliesbiopten.
Achtergrond van het onderzoek
Allergische rhinitis is een mondiaal veel voorkomende aandoening met een
negatieve impact op kwaliteit van leven. De incidentie neemt de laatste
decennia toe. De behandeling bestaat voornamelijk uit het bestrijden van
symptomen. Hienaast bestaat de mogelijkheid voor immunotherapie. Bij deze
behandeling wordt de patiënt langdurig periodiek blootgesteld aan het allergeen
waarvoor hij / zij is gesensibiliseerd. Het doel van deze expositie is het
remoduleren van het immuunsysteem zodat de mate van allergische klachten na
expositie in de toekomst afneemt. Het allergeen waarvoor gedesensibiliseerd
wordt kan zowel subcutaan als sublinguaal worden toegediend. De laattse
decennia zijn veel verschillende desensibilisatie schema's toegepast die zich
alle karakteriseren door langdurige toediening (minimaal 3 jaar) van het
allergeen. Dit aspect van de behandeling vergt hoge therapietrouw van de
patiënt. Het therapie effect van de behandeling wordt hierdoor vaak negatief
beïnvloed. Het ontwikkelen van een toedieningsregiem dat de therapietrouw
verhoogd is daarom wenselijk. Recente resultaten met immunotherapie via directe
allergeen toediening in het lymfatisch systeem tonen naast een goed resultaat
een drastische vermindering in de duur van de behandeling (drie maanden ipv
drie jaar), een 100-voudige vermindering van de dosis van het toegediende
allergeen en minder bijwerkingen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het bepalen of intralymfatische immunotherapie
(ILIT) effect heeft op klachtenreductie bij patiënten met allergische rhinitis
voor graspollen.
Onderzoeksopzet
Dubbelblind gerandomiseerd placebo gecontroleerde monocentrum studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De onderzoekspopulatie zal worden gesplitst in een controlegroep en een groep die graspollen oplossing krijgt toegediend. Toediening zal gebeuren door intralymphatische echogeleide injectie in een liesklier. Intralymphatische injecties zullen op drie tijdstippen worden gegeven met tussenpozen van 4 weken.
Inschatting van belasting en risico
Iedere proefpersoon in dit onderzoek zal onderworpen worden aan 2X bloedafname
(7ml), 2x intranasale allergeen provocatie, 2 x intracutane allergische
huidtest, twee maal een neusslijmvlies biopt en een nasale hyperreactiviteit
test (1X). Tevens zal op drie tijdstippen (tussenpozen van 4 weken) een
intralymfatische injectie worden gegeven. Bij allergische patiënten in de
onderzoeksarm met allergeeninspuiting is een zeer kleine kans op een
allergische reactie. In het zeldzame geval van een allergische reactie is een
milde locale reactie (jeuk,roodheid, zwelling) in de lies het meest
waarschijnlijk. In de literatuur zijn ook gevallen van anafylactische reacties
beschreven bij patiënten met instabiel allergisch astma die intracutane
immunotherapie ontvingen. Het is niet aannemelijk dat deze kans vergroot is bij
intralymfatische behandeling. Tevens is de patiëntengroep die het meest 'at
risk' is (instabiel allergisch astma) uitgesloten van deelname. Eventuele milde
of zware allergische reacties die kunnen optreden zullen snel worden herkend
door gespecialiseerd personeel zodat adequate therapie direct kan worden
gestart.
Alle mogelijke neveneffecten van de onderzoeksbehandeling zijn dezelfde als die
gelden voor de huidige gangbare standaard desensibilisatie behandeling.
Algemeen / deelnemers
Leyweg 275 Leyweg 275
Den Haag 2545CH
NL
Wetenschappers
Leyweg 275 Leyweg 275
Den Haag 2545CH
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Sensibilisatie voor gras pollen
Leeftijd tussen 18 en 50 jaar
Informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen informed consent
instabiele of steroid afhankelijke atopisch astma
niet allergische rhinosinusitis
polyposis nasi
vasomotore rhinitis
gebruik immunosupressieve medicatie
immuunstoornis (IgG-IgA deficientie, HIV-AIDS)
zwangerschap of lactatie
deelname andere (geneesmiddelen) studie
Desensibilisatie in verleden
Significant hart-vaatlijden
Significante hematologische afwijking
Significante leverziekte
Significante nierziekte
Overgevoeligheid voor aluminiumhydroxide
kinderen tot 18 jaar
hypertensie
medicatie te weten: beta-blokkers, ace-remmers, tri-cylcische anti-depressiva
mastocytose
chirurgie in minder dan 30 dagen voor inclusie
bloeddonatie in minder dan 30 dagen voor inclusie
maligniteit in de voorgeschiedenis
actieve infectie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-017761-36-NL |
CCMO | NL28838.098.11 |