Primaire doelstelling:Bepalen of de combinatie van Onartuzumab + * erlotinib superieur is (qua totale overleving) aan placebo * erlotinib na standaardchemotherapie met platina bij patiënten met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met een positieve*…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair doeltreffendheidseindpunt: Totale overleving
De totale overleving (OS) wordt gedefinieerd als de tijd vanaf de randomisatie
tot het overlijden door om het even welke oorzaak. Gegevens voor patiënten
waarvan niet doorgegeven is dat ze overleden zijn op het moment van de analyse,
worden gecensureerd op de laatste datum waarop bekend was dat ze nog leefden.
De afsluiting van de gegevensverzameling is voorzien voor de slotanalyse,
wanneer er zich 364 sterfgevallen voorgedaan hebben.
De vergelijking van de OS tussen de behandelingen wordt gebaseerd op een
gestratificeerde log-ranktest op een significantieniveau (enkelzijdig) van
0,025 voor alle ITT-patiënten. De stratificatiefactoren zijn MET-expressie (2 *
vs. 3 *), eerdere behandelingslijnen (1 vs. 2), histologie (met of zonder
plaveiselcellen), en de mutatiestatus van de activering van de EGFR (ja vs.
nee) en worden gebaseerd op gegevens die op eCRF*s verzameld zijn. Er worden
eveneens resultaten van een niet-gestratificeerde log-ranktest gepresenteerd.
Er wordt gebruik gemaakt van de Kaplan*Meier-methodologie om de gemiddelde OS
voor elke behandelingsgroep te schatten, en de Kaplan*Meier-curve wordt
opgebouwd om een visuele beschrijving van het verschil tussen de
behandelingsgroepen te geven. De schattingen van de uitwerking van de
behandeling worden uitgedrukt als risicoverhoudingen (HR*s) met gebruik van een
gestratificeerd Cox-model, inclusief betrouwbaarheidsintervallen (CI*s) van
95%.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten voor doeltreffendheid
* Als het primaire eindpunt van OS statistisch significant is op een
enkelzijdig significantieniveau van 2.5%, worden de secundaire eindpunten van
de PFS en ORR op volgorde getest (eerst de PFS, dan de ORR), elk met een
enkelzijdig significantieniveau van 2.5%.
PFS
ORR
PRO*s
* Verkennende maatstaven voor het resultaat inzake doeltreffendheid
DCR gebaseerd op tumorrespons (op grond van RECIST v1.1)
DOR (gebaseerd op RECIST v1.1)
Veranderingen in de ECG-metingen sinds de baseline, waaronder
QT-/QTc-intervallen, in cyclus 4 en zoals klinisch geïndiceerd; beoordeling van
C-QTc waar nodig.
Achtergrond van het onderzoek
EGFR remmers worden steeds meer gebruikt als therapie voor humane kankers, maar
ontwikkeling in weerstand is een uitdaging. Recent, genetische versterking en
over-expressie van Met zijn geïmpliceerd in versterken van weerstand tegen
EGFR remmers, zowel in NSCLC cellijnen als in patienten (Engelamn et al. 2007).
Met of EGFR signaaldoorgifte versterkt de activatie van de andere route. Deze
data suggereren dat Met en EGFR samenwerken om de tumorgroei en overleving te
versterken en daarom zijn zij een sterke rationale voor het combineren van Met
en EGFR remmers in de kliniek.
De fase I studie die Onartuzumab evalueert in progressieve solide maligniteiten
(Studie OAM4224g) heeft laten zien dat de medicatie tot 30 mg/kg getolereerd
werd, met alleen één DLT of Graad 3 pyrexia die heeft plaatsgevonden bij 4
mg/kg (Moss et al. 2010).
De fase II gerandomiseerde trial van erlotinib ± Onartuzumab (IV 15 mg/kg, Q3W)
in eerder behandelde patienten met progressief NSCLC (Studie OAM4558g) liet
zien dat patienten met positieve Met-diagnose tumoren een verbetering in PFS
hadden (gestratificeerd HR = 0.53; 95% vertrouwen interval [CI], 0.28, 0.99)
and in OS (gestratificeerd HR = 0.37; 95% [CI], o.19, 3.99), terwijl patienten
met negatief Met-diagnose een slechte uitkomst in PFS lieten zien
(gestratificeerd HR = 1.82, 95% CI, 0.99, 3.32) en in OS (gestratificeerd HR =
1.78; 95% CI, 0.79, 3.99) (Spigel et al. 2011). Het intoxicatieprofiel van de
erlotinib ± Onartuzumab behandeling was gelijk aan dat voor erlotinib alleen,
met de uitzondering van perifeer oedeem in patienten die een
combinatiebehandeling ontvingen.
Deze resultaten suggereren dat Onartuzumab verder geëvalueerd zou moeten worden
als tweede- of derdelijns behandeling in positieve Met-diagnose NSCLC.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
Bepalen of de combinatie van Onartuzumab + * erlotinib superieur is (qua totale
overleving) aan placebo * erlotinib na standaardchemotherapie met platina bij
patiënten met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met een positieve*MET-
diagnose.
Secundaire doelstellingen:
* De doeltreffendheid qua progressievrije overleving (PFS) en objectief
responspercentage (ORR) evalueren en vergelijken tussen de twee
behandelingsgroepen
* De veiligheid en verdraagbaarheid evalueren van Onartuzumab + * erlotinib
versus placebo * erlotinib bij patiënten met NSCLC met een positieve
MET-diagnose
* De invloed van Onartuzumab op de metingen van de kwaliteit van leven zoals
door de patiënten zelf gemeld (PRO) evalueren
* De farmacokinetiek van Onartuzumab evalueren
* De serumgehaltes en de incidentie van antilichamen (ATA*s) tegen de
behandeling met Onartuzumab evalueren en het potentiële verband tussen de
immunogeniciteitsrespons en de farmacokinetiek, de veiligheid en de
doeltreffendheid onderzoeken
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, fase III, multicentrisch, dubbelblind,
placebogecontroleerd onderzoek ter evaluatie van de veiligheid en
doeltreffendheid van Onartuzumab in combinatie met erlotinib in vergelijking
met behandeling met alleen erlotinib bij patiënten met ongeneeslijke NSCLC
waarvan vaststaat dat ze een positieve MET-diagnose hebben.
Stalen van tumoren van patiënten die aan de geschiktheidscriteria voldoen
zullen prospectief getest worden op expressie van MET-receptoren aan de hand
van de *Ventana anti-Total cMET (SP44) rabbit monoclonal antibody IHC-test* en
op de status van de activering van de EGFR-mutatie aan de hand van de RMS
COBAS* EGFR-mutatietest. Er zullen alleen patiënten met tumoren met een
positieve MET-diagnose worden ingeschreven. De in aanmerking komende patiënten
worden gestratificeerd volgens hun MET-expressie (klinische score van 2 * vs. 3
*), het aantal eerdere behandelingslijnen (1 vs. 2), de histologie (met of
zonder plaveiselcellen), en de mutatiestatus van de activering van de
epidermale groeifactorreceptor (EGFR)* (ja vs. nee). De patiënten worden
gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 om ofwel Onartuzumab + * erlotinib of
placebo * erlotinib te krijgen in een cyclus van 21 dagen. Volgens de planning
zullen er ongeveer 490 patiënten worden ingeschreven.
De behandeling zal doorgaan tot er ziekteprogressie of onaanvaardbare
toxiciteit optreedt, tot de patiënt of de arts besluit om te stoppen of tot de
patiënt overlijdt. Om de 6 weken zal de tumorrespons beoordeeld worden aan de
hand van de *Response Evaluation Criteria in Solid Tumors version 1.1 (RECIST
v1.1).* Het verzamelen van gegevens over de tumorrespons zal doorgaan als de
patiënt met de behandeling stopt voordat ziekteprogressie optreedt. Het
verzamelen van opvolgingsgegevens, waaronder die van verdere
antikankertherapieën, zal voor elke patiënt doorgaan tot hij/zij overlijdt of
uit het onderzoek verwijderd wordt.
Een onafhankelijke commissie voor gegevenscontrole (IDMC) zal toezicht houden
op de veiligheidsgegevens. Er is één tussentijdse analyse van de werkzaamheid
en fultiliteit gepland voor wanneer ongeveer 67% van het totale aantal gevallen
van totale overleving is waargenomen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
- Groep A: erlotinib en Onartuzumab - Groep B: erlotinib en placebo (een onwerkzame stof) Op dag 1 van elke cyclus krijgt de proefpersoon Onartuzumab of een placebo (afhankelijk van de behandelingsgroep waarin u bent ingedeeld) intraveneus toegediend. Tijdens de eerste cyclus wordt de intraveneuze dosis onderzoeksgeneesmiddel gedurende ongeveer 60 minuten toegediend; de toediening van volgende doses kan worden verkort tot ongeveer 30 minuten, afhankelijk van hoe de proefpersoon de eerste dosis heeft verdragen. De dosis onderzoeksgeneesmiddel zal zijn gebaseerd op gewicht bij screening en zal tijdens het hele onderzoek hetzelfde blijven. Op dag 1 krijgt de proefpersoon voldoende erlotinibtabletten voor de hele cyclus van 21 dagen, met instructies over hoe het geneesmiddel thuis dient te worden ingenomen. De proefpersoon neemt gedurende de hele periode dat hij/zij aan het onderzoek meedoet elke dag via de mond een 150 mg-tablet met ongeveer 200 ml water in op een lege maag (1 uur vóór of 2 uur na het eten).
Inschatting van belasting en risico
Zie appendix A van het protocol voor een compleet overzicht van de
studievisites en- procedures.
Samenvatting van de te ondergane procedures:
7x lichaamsfuncties
7x lichamelijk onderzoek
7x zwangerschapstest
8x urine onderzoek
6x Toediening studiemedicatie
3x ECG
9x Tumorbeoordeling: CT- / MRI-scan
9x Aanvullende bloedmonsters
9x Vragenlijsten (3) over kwaliteit van leven
Bij dit onderzoek kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
Bijwerkingen van Onartuzumab:
De eerste ervaringen met Onartuzumab bij mensen werden geëvalueerd in een
klinisch-wetenschappelijk onderzoek dat de veiligheid van toenemende
Onartuzumab-doses bij patiënten testte. De meest voorkomende bijwerkingen, die
bij ten minste 10% van de patiënten die Onartuzumab kregen werden gemeld, waren
vermoeidheid, perifeer oedeem (zwelling), misselijkheid, lage bloedconcentratie
albumine (een eiwit). De minder vaak voorkomende bijwerkingen, die bij minder
dan 10% van de patiënten die Onartuzumab kregen werden gemeld, waren overgeven,
verminderde eetlust, spierspasmen, buikpijn, gewichtstoename, koorts, lage
bloedconcentratie natrium, hoge AST-waarde (leverfunctietest).
De resultaten van een klinisch-wetenschappelijk onderzoek naar de werking van
Onartuzumabin combinatie met erlotinib bij patiënten met NSCLC lieten zien dat
deze combinatie resulteerde in een hogere frequentie (meer dan 10% verschil)
van oedeem in vergelijking met alleen erlotinib. De resultaten van dit
onderzoek werden ook geanalyseerd met betrekking tot het expressieniveau van
het Met-eiwit (d.w.z. de concentratie van het Met-eiwit die de cellen van elke
patiënt produceren). Bij patiënten van wie de tumoren een hoger niveau van
Met-expressie hadden (zoals bij dit onderzoek), resulteerde de toevoeging van
Onartuzumab in een toename (* 10% verschil) van buikpijn en oedeem.
De meest voorkomende bijwerkingen, die bij meer dan 10% van de patiënten die
Onartuzumab in combinatie met erlotinib kregen werden gemeld, waren
huiduitslag, infecties, diarree, misselijkheid, perifeer oedeem (zwelling),
verminderde eetlust, kortademigheid, acne-achtige dermatitis, hoesten, koorts,
bloedarmoede (laag aantal rode bloedcellen), insomnie (slapeloosheid), zwakte,
droge huid en rugpijn.
Bijwerkingen van erlotinib
Tot de bijwerkingen die door ten minste 10% van de patiënten die erlotinib
kregen zijn gemeld, behoren huiduitslag, diarree, vermoeidheid, verminderde
eetlust, kortademigheid, hoesten, misselijkheid, infectie, overgeven,
mondzweren, jeukende huid, droge huid, oogirritatie, droge ogen en maagpijn.
Bijwerkingen van erlotinib
Tot de bijwerkingen die door ten minste 10% van de patiënten die erlotinib
kregen zijn gemeld, behoren huiduitslag, diarree, vermoeidheid, verminderde
eetlust, kortademigheid, hoesten, misselijkheid, infectie, overgeven,
mondzweren, jeukende huid, droge huid, oogirritatie, droge ogen en maagpijn.
Algemeen / deelnemers
1 DNA Way MS# 241B
South San Francisco, CA 94080-4990
US
Wetenschappers
1 DNA Way MS# 241B
South San Francisco, CA 94080-4990
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* ECOG prestatiestatus van 0-1
* Fase IIIb/IV NSCLC
* Tumor sample om centraal te worden getest voor Met en EGFR (tumor resultaten moeten een positieve Met-diagnose hebben).
* Eerdere behandeling met minimaal 1 op platinum gebaseerde vorm van behandeling voor lokaal gevorderde, niet resecteerbare/inoperabele aandoening of gemetastaseerde aandoening, en niet meer dan dan 1 aanvullende vorm van chemotherapie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Meer dan 30 dagen met een EGFR inhibitor (zoals gefitinib, erlotinib, cetuximab)
* Long effusie, pericardiale vloeistof of ascites waarvoor om de week of vaker drainage benodigd is
* Metastate in de hersenen of ruggenmerg compressie tenzij behandeld en stabiel
* Een andere aandoening in de afgelopen 5 jaar met uitzondering van adequaat behandeld carcinoom in situ van de baarmoederhals, non-melanoma huidkanker, stadium 1 baarmoederkanker, of andere aandoeningen met een verwachte curatieve uitkomst.
* Levensverwachting minder dan 12 weken
* Abnormale granulocyten, bloedplaatjes, hemoglobine
* Abnormaal serum AST (SGOT), ALT (SGPT), alkaline phosphatase (ALP), bilirubine, albumine, calcium, creatinine
* Significante geschiedenis van hartziekten
* Serieuze actieve infectie of andere serieuze medische condities
* Veranderingen in oogonsteking
* Klinisch significante gastro-intestinale afwijkingen
* Niet in staat om orale medicatie te nemen, behoefte aan intraveneuze voeding, slechte absorptie, of actieve peptische maagzweerziekte
* Symptomatische hypercalcemie dat therapie met biphosphonaten vereist
* Patienten met ongecontroleerde diabetes mellitus, aangetoond door nuchtere serum glucose waarde > 200 mg/dl
*Recente grote operatie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-002224-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01456325 |
CCMO | NL39298.068.12 |