Verbeteren van het motorisch functioneren en de fysieke activiteit bij kinderen met Developmental Coordination Disorder: een gecontroleerde studie

Kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) ervaren problemen in het
uitvoeren van dagelijkse activiteiten die een beroep doen op hun motorische
vaardigheden. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het geven van
taakgerichte motorische therapie een positief effect heeft op het verbeteren
van de motorische vaardigheden bij kinderen met DCD. Of de nieuw aangeleerde
motorische vaardigheden leiden tot meer fysieke activiteit in het dagelijks
leven van een kind met DCD is echter nog nooit onderzocht. Daarnaast is het
bekend dat kinderen met DCD een lagere motorische competentiebeleving hebben in
vergelijking met normaal ontwikkelende leeftijdsgenootjes. Motorische
competentiebeleving is op zijn beurt weer een voorspeller van fysieke
activiteit bij kinderen. Wanneer taakgerichte motorische therapie naast het
stimuleren van de motorische vaardigheden ook aandacht besteedt aan de
motorische competentiebeleving van het kind, heeft dit mogelijk een positieve
invloed op zowel het verbeteren van de motorische vaardigheden als de fysieke
activiteit bij kinderen met DCD.

In deze studie willen wij het korte- en lange termijn effect onderzoeken van 12
behandelingen motorische therapie in combinatie met motivatie technieken op de
motorische vaardigheden, fysieke activiteit, motorische competentiebeleving en
het globale zelfbeeld bij kinderen met DCD

De studie is een Clinical Controlled Trial (CCT). De onderzoekers die de
metingen afnemen en de therapeuten die de reguliere therapie aan de controle
groep geven, zijn geblindeerd voor allocatie van de patienten.

Kinderen in de interventie groep krijgen twaalf individueel op maat gemaakte therapie sessies van ieder 30 minuten per week krijgen. Behandeldoelen worden, samen met het kind, opgesteld op basis van de ervaren motorische problemen en de motorische competentiebeleving van het kind. Verschillende taakgerichte oefeningen en grof motorische activiteiten zullen geoefend worden om de motorische vaardigheden van het kind te verbeteren. Tijdens de therapie sessies worden motivatie technieken toegepast om zo de motorische competentiebeleving en de fysieke activiteit van het kind te verbeteren. Alle deelnemende therapeuten krijgen speciale training over het geven van motivatie technieken tijdens de motorische therapie. Kinderen in de controle groep krijgen twaalf behandelingen reguliere therapie van ieder 30 minuten per week.

Mate van belasting: patienten in zowel de interventie- als de controle groep
nemen deel aan een op maat gemaakte interventie van 30 minuten, een keer per
voor een periode van twaalf behandelingen. Verschillende taakgerichte
oefeningen en grof motorische activiteiten zullen geoefend worden om de
motorische vaardigheden van het kind te verbeteren. Bij de kinderen in de
interventie groep worden tijdens de therapie sessies tevens motivatie
technieken toegepast om zo ook de motorische competentiebeleving en de fysieke
activiteit van het kind te verbeteren.
Alle kinderen uit zowel de controle- als de interventie groep worden drie keer
de eerder genoemde tests afgenomen.
Risico's: tot op heden is er in de bestaande literatuur niet beschreven dat het
geven van motorische therapie gevaarlijk zou zijn en/of negatieve bijwerkingen
zou hebben bij kinderen met DCD.
Voordelen: er is bewijs dat het krijgen van motorische therapie een positieve
invloed heeft op het verbeteren van de motorische vaardigheden bij kinderen met
DCD. Door het toevoegen van motovatie technieken aan de behandeling verwachten
wij dat dit tevens een positieve invloed zal hebben op de motorische
competentiebeleving en de fysieke activiteit van kinderen met DCD.