Primaire doelstelling:1. De klinische doeltreffendheid van leuco-methylthioninium bis(hydromethaansulfonaat) (ook gekend als LMTM,TRx0237) aantonen bij patiënten met een lichte vorm van de ziekte van Alzheimer, bepaald door de verandering vande…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• ADAS-cog11
• ADCS-CGIC
• FDG-PET/CT
Secundaire uitkomstmaten
• MMSE
• ADCS-ADL23
• NPI
• MADRS
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrondinformatie
Leuko-methylthioninium bis(hydromethaansulfonaat) is een nieuw geneesmiddel dat
kortweg LMTM wordt genoemd. LMTM is een geneesmiddel dat wordt onderzocht voor
de behandeling van de ziekte van Alzheimer.
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie waarvoor er
geen genezende behandeling bestaat, die verergert naarmate de ziekte progressie
vertoont en uiteindelijk tot de dood leidt. Behandelingen die vaak voor deze
ziekte worden gebruikt, pakken hoofdzakelijk slechts bepaalde aspecten van de
ziekte aan, maar hebben geen rechtstreekse invloed op de basispathologie van de
ziekte. Bij de ziekte van Alzheimer wordt het microtubulusgeassocieerde tau
proteïne exponentieel opnieuw gedistribueerd in gepaarde, spiraalvormige
filamenten die neurofibrillaire knopen vormen die samenhangen met pyramidale
celvernietiging. Er bestaat een robuust klinisch-pathologisch verband tussen
tau-pathologie, tau-aggregatie en klinische maatstaven van dementie. Deze
verbanden worden gehandhaafd vanaf de vroegste detecteerbare stadia van
dementie en vertonen progressie naarmate de klinische toestand verslechtert.
Geneesmiddelen die beschikbaar zijn voor de behandeling van de ziekte van
Alzheimer, zoals acetylcholinesteraseremmers (AChEI*s) en memantine, zijn
symptomatische behandelingen die bepaalde centrale, neuronale disfuncties
aanpakken die verband houden met de ziekte van Alzheimer, maar het is niet
bekend of ze een rechtstreeks effect hebben op de neurofibrillaire knopen in de
hersenen die een pathologisch basiscomponent vormen voor de ziekte van
Alzheimer. Gecontroleerde onderzoeken met de AChEI*s hebben kleine
verbeteringen aangetoond in cognitieve tests en algemene metingen van
veranderingen bij bepaalde proefpersonen met een milde tot matige vorm van de
ziekte van Alzheimer over een periode van 3-12 maanden. Verbeteringen in
functievermogen en gedrag zijn in minder betrouwbare mate aangetoond met
AChEI*s. Alhoewel deze geneesmiddelen voordelen opleveren voor sommige
proefpersonen, is de effectiviteit ervan echter vaak beperkt in duur en hebben
ze geen effect op de snelheid van progressie van de ziekte.
Daarom bestaat de onbeantwoorde noodzaak om nieuwe geneesmiddelen te
ontwikkelen voor de ziekte van Alzheimer die de onderliggende pathologie van de
ziekte meer rechtstreeks modificeren en op langere termijn een betere
werkzaamheid bieden. Van leuko-methylthioninium bis(hydromethaansulfonaat)
(LMTM), het onderzoeksproduct, wordt gedacht dat het voordelen kan opleveren
ten opzichte van bestaande behandelingen voor de ziekte van Alzheimer omdat het
een invloed heeft op de procedure van tau-aggregatie die verantwoordelijk is
voor de onderliggende neurofibrillaire pathologie van de ziekte van Alzheimer.
Beschikbaar niet-klinisch en klinisch bewijs staaft de klinische evaluatie van
LMTM bij de ziekte van Alzheimer.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
1. De klinische doeltreffendheid van leuco-methylthioninium
bis(hydromethaansulfonaat) (ook gekend als LMTM,
TRx0237) aantonen bij patiënten met een lichte vorm van de ziekte van
Alzheimer, bepaald door de verandering van
de baseline op:
• Alzheimer*s Disease Assessment Scale - Cognitieve Subschaal (ADAS-cog11)
• Alzheimer*s Disease Cooperative Study - Clinical Global Impression of Change
(ADCS-CGIC) - onafhankelijk
bepaald
2. Het effect van LMTM evalueren op de verandering van de ziekte van Alzheimer,
bewezen op beeldvorming met 18Fflurodeoxyglucose
positron emissie tomografie (FDG-PET) / computer tomografie (CT) door een
verminderde afname
van de glucoseopname in de temporale kwab.
3. De veiligheid en de tolerantie evalueren van LMTM 200 mg/dag, toegediend
gedurende maximaal 78 weken
Secundaire doelstellingen:
4. Het effect van LMTM evalueren op de functionele activiteiten van het
dagelijkse leven met behulp van de
Alzheimer*s Disease Cooperative Study - Activiteiten van het dagelijkse leven
(ADCS-ADL23)
5. De effecten van LMTM evalueren op de andere aspecten van de ziekte van
Alzheimer, met inbegrip van cognitie
(Mini-Mental Status Examination, MMSE), gedrag (Neuropsychiatric Inventory,
NPI) en humeur (Montgomery-Asberg
Depression Rating Scale, MADRS)Experimentele doelstellingen:
6. De effecten van LMTM bepalen op de verandering van de ziekte van Alzheimer
door een vertraging te tonen van de
verwachte achteruitgang van het totale hersenvolume zoals geëvalueerd door
magnetische resonantie beeldvorming
(MRI) van de hersenen
7. De effecten van LMTM bepalen op het gebruik van hulpmiddelen met behulp van
de Resource Utilization in
Dementia (RUD) Lite
8. Wijzigingen onderzoeken van bepaalde biomarkers voor de ziekte van Alzheimer
(totale tau, p-tau-181 en Aβ42) in
de cerebrospinale vloeistof (CSF) bij patiënten die akkoord gaan met een
lumbaalpunctie
9. De invloed van het Apolipoproteïne E genotype onderzoeken op de primaire en
geselecteerde secundaire resultaten
(bij patiënten die een afzonderlijke toestemming geven)
Er zal bloed worden afgenomen voor populatie-farmacokinetische analyse. Dit zal
in detail worden beschreven in een
afzonderlijk Statistisch analyseplan en zal afzonderlijk worden gerapporteerd
(samen met de gegevens van andere
studies).
Onderzoeksopzet
Multinationale, gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dubbelblinde,
parallelgroep, 78 weken durende, poliklinische
studie met acht geplande bezoeken na de baseline en tijdens de behandeling
(bezoeken 3 - 10), gevolgd door een
follow-up bezoek voor alle patiënten 4 weken na het beëindigen van de
gerandomiseerde behandeling (bezoek 11).
Ongeplande bezoeken en opname kunnen voorkomen indien nodig voor de evaluatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten zullen worden gerandomiseerd in een 1:1 verhouding (gestratificeerd door de geografische regio [Noord- Amerika, Europa en de rest van de wereld]), gebruik van een AChEI en/of memantine (nooit gebruikt, gebruikt maar gestopt, nog steeds gebruikt) en de ernst bij de baseline (CDR 0,5 of 1) tot één van de volgende groepen met orale behandeling: • LMTM 200 mg/dag groep: LMTM 100 mg tweemaal daags (b.i.d.) (één 100-mg tablet >s morgens en één 100-mg tablet >s avonds) [n=250] • Placebogroep: Placebo tweemaal daags (b.i.d.) (één 4-mg LMTM-tablet >s morgens en één 4-mg LMTM-tablet >s avonds) [n=250] Er wordt ook een tablet van 75 mg voorzien voor dosisvermindering. De placebogroep zal een lage dosis LMTM krijgen voor de verkleuring van de urine en de feces om de blinding te behouden. Alle tabletten zien er gelijkaardig uit.
Inschatting van belasting en risico
Als u deelneemt aan dit onderzoek, zal dit tijd in beslag nemen. Vanaf het
moment dat u start met het ondergaan van
tests om te zien of u geschikt bent, tot het laatste bezoek van het onderzoek,
dient u naar 11 bezoeken in de kliniek te
komen gedurende een periode van maximaal 86 weken op tijdstippen die door de
kdeze bezoeken (bezoek 2) kan 2 dagen in beslag nemen om alle onderzoeken,
tests en procedures te voltooien. U moet ook tests (PET/CT-scans en MRI-scans)
ondergaan waarvoor extra afspraken moeten worden gemaakt. Dit kan onplezierig
zijn.
Het onderzoeksgeneesmiddel (zoals de LMTM-tabletten als de placebo of
neptabletten) zal er waarschijnlijk toe leiden
dat uw urine en misschien ook uw ontlasting een blauwgroene kleur krijgt. Dit
kan onplezierig zijn en een probleem
vormen als u er zelf geen controle over hebt als u naar het toilet moet. In dat
geval kunnen er vlekken in uw kleding
komen. Uw onderzoeksarts of verpleegkundige zal aan u en uw verzorger uitleggen
hoe u de vlekken het best kunt
verwijderen als dit gebeurt. U krijgt van ons ook een informatieblad waarin
wordt beschreven wat u moet doen. Er
kunnen ook vlekken in uw mond of op uw tanden komen als u op de tabletten bijt
of kauwt; als u het
onderzoeksgeneesmiddel inneemt volgens de instructies, dan zal dit niet
gebeuren.
U kunt wat ongemak ondervinden en blauwe plekken krijgen bij het afnemen van
bloedmonsters tijdens het onderzoek.
Voortplantingsrisico's: Er is onvoldoende informatie beschikbaar over het feit
of het onderzoeksgeneesmiddel schade
veroorzaakt aan het ongeboren kind. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding
geven, mogen niet deelnemen aan het
onderzoek. Vrouwen die nog zwanger kunnen raken, moeten een zwangerschapstest
ondergaan voordat ze in het
onderzoek worden opgenomen en tijdens elk bezoek aan de kliniek gedurende het
gehele onderzoek. Vrouwen mogen
niet zwanger raken of borstvoeding geven en mannen mogen geen kind verwekken
tijdens hun deelname aan dit
onderzoek. U dient anticonceptie te gebruiken tijdens deelname aan dit
onderzoek. Bespreek met uw onderzoeksarts
welke anticonceptiemethoden u kunt gebruiken en hoe lang. Als u in de loop van
het onderzoek denkt dat u zwanger
bent, stel de onderzoeksmedewerkers dan onmiddellijk hiervan op de hoogte. Als
u zwanger raakt tijdens het
onderzoek, dient u te stoppen met het gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel en
wordt u uit het onderzoek gehaald.
Het is mogelijk dat er na gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel bijwerkingen
optreden. Iedereen die deelneemt aan
dit onderzoek wordt nauwlettend in de gaten gehouden in verband met eventuele
bijwerkingen. Om eventuele
bijwerkingen op te sporen, zal het gezondheidsteam u en uw verzorger enkele
persoonlijke vragen stellen. U vindt het
misschien niet prettig om sommige vragen te beantwoorden, maar het is
belangrijk dat u een zo eerlijk mogelijk
antwoord geeft.
Algemeen / deelnemers
0 Liberty Building, Foresterhill Road
Aberdeen AB25 2ZP
GB
Wetenschappers
0 Liberty Building, Foresterhill Road
Aberdeen AB25 2ZP
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria.
1. Diagnose volgens de criteria van de National Institute on Aging (NIA) en Alzheimer*s Association (AA):
• Dementie van alle oorzaken en
• Waarschijnlijk ziekte van Alzheimer
2. Totale score van 0,5 of 1 (mild) voor Clinical Dementia Rating (CDR) en MMSE score van 20 26 (inclusief) bij de screening
3. Leeftijd < 90 jaar bij de screening
4. Gemodificeerde Hachinski ischemische score van <= 4 bij de screening
5. Vrouwen moeten voldoen aan een van de volgende situaties:
• Chirurgisch steriel zijn (hysterectomie, bilaterale salpingectomie / oöforectomie) gedurende ten minste 6 maanden
• Ten minste 6 maanden voordien bilaterale occlusie / afbinding van de eileiders ondergaan hebben
• Postmenopauzaal zijn gedurende ten minste 1 jaar
• Geschikte anticonceptie gebruiken (een barrièremethode [zoals condoom, pessarium of portiokapje] met zaaddodende schuim, gel, film, crème of suppositorium; intra uterien hulpmiddel [IUD] of systeem, of orale anticonceptiva, of prikpil of hormonaal implantaat met langdurige werking gedurende ten minste 3 maanden vóór aanvang; of partner die vasectomie ondergaan heeft [met de aangewezen documentatie van afwezigheid van spermatozoa in het ejaculaat na vasectomie]) of echte onthouding van geslachtsgemeenschap (wanneer dit overeenstemt met de voorkeurs- en gebruikelijke leefstijl van de proefpersoon); proefpersonen moeten in staat zijn geschikte anticonceptie te gebruiken en moeten ermee akkoord gaan om geschikte anticonceptie te blijven toepassen zolang ze aan het onderzoek deelnemen OF in Italië aanvaarden om een zwangerschap te voorkomen gedurende ten minste 3 maanden vóór aanvang en zolang ze aan het onderzoek deelnemen
6. De proefpersoon en/of, in geval van verminderd vermogen tot besluitvorming, de wettelijk aanvaardbare vertegenwoordiger(s) in overeenstemming met de nationale wetgeving is/zijn in staat de schriftelijke geïnformeerde toestemming te lezen, te begrijpen en te geven in de eigen taal van het onderzoekscentrum
• In Duitsland moeten proefpersonen in staat zijn hun eigen schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven (zie deel 14 en 15)
7. Heeft een of meerdere aangeduide volwassen zorgverleners die aan de volgende criteria voldoen:
• Woont bij de proefpersoon of ziet de proefpersoon gemiddeld >= 2 uur/dag >= 3 dagen/week, of de mate van contact is volgens de onderzoeker toereikend om een betekenisvolle beoordeling te geven over veranderingen in het gedrag van de proefpersoon in de loop van de tijd en om informatie te geven over veiligheid en verdraagbaarheid
• Is bereid om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven voor zijn/haar eigen deelname
• Is in staat te lezen, te begrijpen en te praten in de eigen taal van het onderzoekscentrum
• Gaat ermee akkoord de proefpersoon bij elk onderzoeksbezoek te vergezellen
• Is in staat de dagelijkse therapietrouw van het onderzoeksgeneesmiddel te verifiëren
8. Indien de proefpersoon ten tijde van de screening een acetylcholinesteraseremmer (AChEI) inneemt, d.w.z. donepezil, galantamine of rivastigmine, en/of memantine,
• Moet de proefpersoon die medicatie gedurende >= 3 maanden hebben ingenomen
• Moeten het huidige doseringsschema en de huidige doseringsvorm binnen het lokaal goedgekeurde dosisbereik vallen en moeten ze gedurende >= 6 weken stabiel zijn gebleven
• Moet het voornemen zijn dat het doseringsschema stabiel blijft tijdens de volledige duur van de deelname aan het onderzoek
Proefpersonen die niet zijn behandeld met een AChEI of memantine (gedurende >= 6 weken vóór de screening) kunnen toch worden opgenomen in het onderzoek als het instellen van een AChEI of memantine niet gepland is in de periode dat de proefpersoon aan dit onderzoek zal deelnemen
9. In staat zijn de onderzoeksprocedures na te leven volgens de onderzoeker
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria.
1. Andere significante stoornis van het CZS dan de ziekte van Alzheimer, bijvoorbeeld Lewy body dementie, ziekte van Parkinson, multiple sclerose, progressieve supranucleaire verlamming, hydrocefalus, ziekte van Huntington, elke aandoening die rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt wordt door overdraagbare spongiforme encefalopathie (OSE), ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD), variante van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vCJD) of nieuwe variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (nvCJD)
2. Significante intracraniële focale of vasculaire pathologie die is waargenomen op een MRI scan van de hersenen binnen maximaal 42 dagen vóór aanvang en die, op basis van de evaluatie van de beeldvorming door de onafhankelijke beoordelaar, zou leiden tot een andere diagnose dan waarschijnlijk de ziekte van Alzheimer of waardoor de proefpersoon het risico zou lopen op amyloïdgerelateerde beeldvormingsafwijkingen (ARIA), waaronder:
• Grote samenvloeiende hyperintense laesies van witte materie (d.w.z. Fazekas-score 3)
• Andere focale hersenlaesie(s) die de onderzoeker als klinisch relevant acht
• Een enkel gebied van oppervlakkig siderose
• > 4 cerebrale microhemorragieën (ongeacht hun anatomische locatie of diagnostische typering als *mogelijk* of *zeker*)
• Bewijs van een voorafgaande macrohemorragie
3. Klinisch bewijs of voorgeschiedenis van een van de volgende situaties binnen de gespecificeerde periode vóór de aanvang:
• Cerebrovasculair accident (2 jaar)
• Transient ischemic attack (6 maanden)
• Significant hoofdletsel met geassocieerd bewustzijnsverlies, schedelfractuur of aanhoudende cognitieve stoornis (2 jaar)
• Ander onverklaarbaar of recidiverend bewustzijnsverlies >= 15 minuten (2 jaar)
4. Epilepsie (een enkele voorafgaande epileptische aanval wordt aanvaardbaar geacht)
5. Voldoen aan de criteria van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition - Text Revision (DSM IV-TR) (en niet daarna gereviseerd) voor een van de volgende situaties binnen de gespecificeerde periode:
• Depressieve stoornis in de enge zin (recidief)
• Schizofrenie (levenslang)
• Ander psychotische stoornissen, bipolaire stoornis (in de laatste 5 jaar) of stoornissen die verband houden met een substantie (waaronder alcohol) (in de laatste 2 jaar)
6. Metalen implantaten in het hoofd (met uitzondering van de tanden), pacemaker, cochleaire implantaten of andere niet-verwijderbare zaken die gecontra indiceerd zijn voor MR-beeldvorming; MR-compatibele prothesen, clips, stents of andere hulpmiddelen waarvan bewezen is dat ze compatibel zijn, zijn toegelaten
7. Verblijft in het ziekenhuis of matige tot sterke afhankelijkheid van voortdurende zorg in een instelling (een verblijf in een verblijfinstelling met lage graad van hulp waar er voldoende zelfstandigheid is opdat een geldige evaluatie van de activiteiten van het dagelijkse leven mogelijk zijn, is toegelaten, zolang het niet verplicht is door een bevel dat is gegeven door gerechtelijke of administratieve instanties)
8. Voorgeschiedenis van slikproblemen (NB: het onderzoeksgeneesmiddel moet in zijn geheel worden doorgeslikt en MAG NIET worden gebroken, verkruimeld, gekauwd of opgelost in vloeistoffen voordat het wordt ingenomen)
9. Is zwanger of geeft borstvoeding
10. Glucose-6-fosfaatdehydrogenase deficiëntie (G6PD-deficiëntie)
11. Voorgeschiedenis van significante hematologische afwijking of huidige acute of chronische en klinisch significante afwijking, waaronder:
• Voorgeschiedenis van erfelijke of verworven methemoglobinemie of aanvangswaarde voor methemoglobine (MetHb) > 2,0% (bevestigd bij een herhaalde meting)
• Voorgeschiedenis van hemoglobinopathie, myelodysplastisch syndroom, hemolytische anemie of splenectomie
• Hemoglobinewaarde bij de screening (bevestigd bij een herhaalde meting) die lager is dan de geschikte ondergrens voor leeftijd/geslacht van het normale bereik van het centrale laboratorium;Proefpersonen bij wie folaat overeenstemt met < 4,0 ng/ml kunnen in het onderzoek worden opgenomen, mits folaatsupplementatie (ongeveer 1 mg/dag) wordt ingesteld en gehandhaafd zolang het onderzoek duurt (zie paragraaf 4.7.8). ;Patiënten bij wie vitamine B12 < 150 pg/ml is, moeten worden geëvalueerd en voordat het onderzoeksgeneesmiddel wordt ingesteld, is volgens de vereisten een supplement noodzakelijk (zie deel 4.7.8). Als een beoordeling en correctie haalbaar is binnen de screeningmarge van 42 dagen, kan de proefpersoon in het onderzoek worden opgenomen; anders moet de proefpersoon opnieuw zijn/haar toestemming geven en opnieuw worden gescreend nadat het tekort is gecorrigeerd. ;12. Afwijkende laboratoriumwaarde voor serumchemie bij de screening wordt door de onderzoeker als klinisch relevant geacht, bijvoorbeeld die waarden waarvan men denkt dat ze tot een groter risico kunnen leiden bij deelname aan het onderzoek of toediening van een onderzoeksproduct en waardoor het niet aangewezen is volgens de onderzoeker dat de proefpersoon aan dit onderzoek deelneemt. Bovendien moeten proefpersonen met een van de volgende afwijkingen worden uitgesloten:
• Creatinineklaring < 30 ml/min bij de screening, geschat door het centrale laboratorium volgens de Cockcroft-Gault-formule
• Thyroïdstimulerend hormoon (TSH) boven het normale bereik van het laboratorium (de proefpersoon kan worden behandeld en na 3 maanden opnieuw gescreend);13. Klinisch significante cardiovasculaire aandoening of afwijkende beoordelingen (volgens de onderzoeker), zoals:
• Ziekenhuisopname voor acuut coronair syndroom (acuut myocardinfarct of onstabiele angina pectoris) of symptomen die overeenstemmen met angina pectoris, in de 12 maanden vóór aanvang
• Tekenen of symptomen van klinisch hartfalen in de 12 maanden vóór aanvang
• Bewijs op het ecg bij de screening van atriumfibrilleren die niet onder controle is of voorgeschiedenis van atriumfibrilleren die momenteel niet onder controle is (hartslag >= 85 slagen per minuut en/of ontoereikende anticoagulatie) of ingeval het QT-interval volgens de onderzoeker niet kan worden beoordeeld met drievoudige ecg*s die binnen een interval van 2 à 5 minuten zijn genomen (als een betere controle van de hartslag en/of anticoagulatie kan worden bereikt na een geschikte behandeling, kan de proefpersoon in het onderzoek worden opgenomen als dat nog binnen de marge van 42 dagen valt; anders moet de patiënt opnieuw zijn/haar toestemming geven en opnieuw worden gescreend). Een consultatie bij een cardioloog is noodzakelijk voor verdere evaluatie van het ecg (vooral bij patiënten met linkerbundeltakblok) als de onderzoeker dit noodzakelijk acht.
• QTcF (op basis van het gemiddelde van drie drievoudige ecg*s, QT gecorrigeerd voor hartslag aan de hand van de formule van Fridericia) bij de screening > 460 msec bij mannen of > 470 msec bij vrouwen, of lage of vlakke T golven waardoor de meting van het QT interval onbetrouwbaar wordt
• Recente voorgeschiedenis van hypertensie die niet goed onder controle is, systolische bloeddruk > 160 mmHg of diastolische bloeddruk > 100 mmHg, na een zittende houding gedurende 5 minuten bij de screening
• Hypotensie: systolische bloeddruk < 100 mmHg na een zittende houding gedurende 5 minuten bij de screening
• Hartslag < 48 slagen per minuut of > 96 slagen per minuut met meting van de vitale functies (na een zittende houding gedurende 5 minuten) of met een ecg bij de screening ;14. Vooraf bestaande of huidige tekenen of symptomen van ademhalingsstilstand, bijvoorbeeld door een chronische obstructieve longaandoening, bronchiaal astma, longfibrose of een andere aandoening
• Proefpersonen bij wie eerder matige tot ernstige slaapapneu is gediagnosticeerd en die niet voldoende onder controle is (volgens de onderzoeker), moeten worden uitgesloten
15. Gelijktijdige, acute of chronische, klinisch significante (volgens de onderzoeker), immunologische, lever (zoals aanwezigheid van encefalopathie of ascites) of endocriene aandoening (die niet toereikend is behandeld) en/of andere onstabiele of ernstige aandoening, met uitzondering van de ziekte van Alzheimer.
• Proefpersonen met hepatitis of primaire biliaire cirrose moeten worden uitgesloten
• Humaan T-cel lymfotroop virus type III (HTLV-III), lymfadenopathie geassocieerd virus (LAV), eventuele mutanten of derivaten van HLTV-III of LAV, een aandoening die geassocieerd is met verworven immunodeficiëntiesyndroom of een soortgelijke aandoening, ongeacht de naam ervan
16. Diagnose van kanker in de laatste 2 jaar vóór aanvang (met uitzondering van huidkanker van de basale cellen of plaveiselcellen, of prostaatkanker stadium 1), tenzij de behandeling heeft geleid tot volledige afwezigheid van de ziekte gedurende ten minste 2 jaar
17. Voorafgaande onverdraagbaarheid of overgevoeligheid voor geneesmiddelen die MT bevatten, soortgelijke organische kleurstoffen of een van de hulpstoffen ;18. Huidige behandeling of behandeling in de 3 maanden vóór aanvang met een van de volgende geneesmiddelen (tenzij anders vermeld; zie paragraaf 4.7.4):
• Tacrine
• Antipsychotica
o Clozapine, olanzapine (en er zijn geen voornemens om een therapie in te stellen in de loop van het onderzoek)
o Andere antipsychotica zijn toegelaten, mits ze niet zijn ingesteld in de 3 maanden vóór aanvang, en de dosis en het schema bij voorkeur stabiel zijn
• Carbamazepine, primidon
• Geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze tot een groter dan zeer zelden risico (1/10.000 gevallen) leiden van methemoglobinemie bij goedgekeurde doses (bijvoorbeeld dapson, lokale anesthetica, zoals benzocaïne dat langdurig wordt gebruikt, primaquine en aanverwante antimalariamiddelen)
19. Huidige of eerdere deelname aan een klinisch onderzoek, namelijk:
• Klinisch onderzoek met een product voor cognitie vóór de screening waarbij de laatste dosis in de 90 dagen vóór de screening is gekregen, tenzij is bevestigd dat de proefpersoon placebo toegewezen kreeg met de randomisatie
• Een klinisch onderzoek met een geneesmiddel, biologisch middel, hulpmiddel of medische voeding waarbij de laatste dosis in de 28 dagen vóór aanvang is gekregen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-002847-28-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01689233 |
CCMO | NL47146.078.13 |