Verandering in neurale verwerking van voedselgeuren en -plaatjes door sensorisch specifieke verzadiging

In de voedselrijke omgeving is het reguleren van voedselinname van groot belang
voor onze gezondheid. Verschillende studies hebben sensorisch specifieke
effecten gevonden die sturen richting, maar ook weg van inname van specifieke
soorten producten (zoet/hartig). Voedselprikkels lijken de eetlust voor
congruente producten te vergroten, terwijl de eetlust voor incongruente
producten lijkt te verminderen. Congruente producten zijn producten die erg
lijken op het product waar de prikkel bij hoort (van dezelfde categorie),
incongruente producten zijn van een andere categorie dan het product waar de
prikkel bij hoort. Een voorbeeld hiervan is dat men na het ruiken/zien van
chocola meer zin krijgt in het eten van chocola zelf en van producten die op
chocola lijken (stroopwafel, cake), en minder trek krijgt in producten van een
andere categorie (rundvlees, komkommer). Inname van specifieke voedselproducten
daarentegen, lijken juist de verzadiging voor congruente producten te verhogen
en die voor incongruente producten te verlagen. Bijvoorbeeld minder trek in
chocola na het eten van chocola, maar nog wel trek in rundvlees of komkommer.
Veranderingen in voedselvoorkeuren zijn wellicht gekoppeld aan veranderingen in
centrale (neurale) mechanismen, die gelinkt zijn aan het waarnemen van
beloningswaarde. Geuren en beelden van voedsel worden beschouwd als belangrijke
prikkels in anticipatie op de belonende effecten van voedselinname. Hoe de
verwerking van voedselprikkels en sensorisch specifieke verzadiging samenwerken
is nog onduidelijk. Verder is nog niet verhelderd hoe vroege neurale verwerking
van deze prikkels wordt beïnvloedt door inname van een product met een
specifieke smaak.

Het huidige onderzoek is erop gericht te verduidelijken hoe vroege neurale
responsen op voedselprikkels eruit zien en hoe ze worden beinvloedt door ad
libitum inname van een product met een specifieke smaak (zoet hartig). We
verwachten verschillen te vinden tussen vroege en late ERP componenten tijdens
de sensorische verwerking van voedselprikkels. Deze verschillen zijn
waarschijnlijk afhankelijk van de karakteristieken van de prikkel (hoog/laag
energetische waarde; zoet/hartig). Verder denken we dat de neurale responsen op
hartige voedselprikkels zal verminderen na inname van een hartig product,
terwijl de respons op zoete prikkels vergelijkbaar blijft. Het
tegenovergestelde effect verwachten we te zien bij zoete voedselprikkels.
Verder kunnen we met EEG bepalen waar ongeveer deze veranderingen in het brein
plaatsvinden.

Deze interventie studie volgt een gebalanceerd gerandomiseerd gecontroleerd
cross-over design. Alle deelnemers ondergaan alle "behandelingen".
De volgorde van presentatie van voedselprikkels wordt gerandomiseerd tussen
deelnemers.
De volgorde van ad libitum inname van een zoet en hartig product wordt
gerandomiseerd tussen deelnemers. Het aantal deelnemers met de toegewezen
volgorde zoet/hartig zal hetzelfde zijn als het aantal met de volgorde
hartig/zoet.
De volgorde van de "behandelingen" wordt gekoppeld aan het deelnemernummer en
zal worden bepaald voordat we starten met de inclusie van deelnemers.
Deelnemernummers worden toegewezen in volgorde van inclusie.

Elke deelnemer woont twee testsessies bij. In elke testsessie worden er twee opnames gedaan van neurale responsen in reactie op geuren en plaatjes. Dit gebeurt met behulp van elektro-encepohalografie (EEG). Tussen de twee EEG opnames krijgen deelnemers een ad libitum hoeveelheid van een hartig of een zoet product. De volgorde van de maaltijd (zoet-hartig / hartig-zoet) wordt gecounterbalanced over de deelnemers.

Deelname aan deze studie omvat twee losse testsessies van ongeveer 3 uur elk.
Deze testsessies worden uitgevoerd in het Restaurant van de Toekomst in
Wageningen. Tijdens deze testsessies worden EEG metingen uitgevoerd. EEG is een
veelgebruikt, niet-invasieve en veilige manier om neurale activatie te meten.
De opname van EEGs worden uitgevoerd en begeleid door getraind personeel (Jet
Zoon, MSc and Dr. Sanne Boesveldt). Vanwege effecten van spieractiviteit op het
EEG signaal, zijn deelnemers tijdens de EEG metingen enigszins gelimiteerd in
hun bewegingsvrijheid. De EEG taak zal daarom bestaan uit korte blokjes van
ongeveer 7 minuten met pauzes van ongeveer 1 minuut tussendoor waarin
deelnemers kunnen bewegen en rekken. In de taak worden plaatjes worden
aangeboden via een monitor en krijgen deelnemers geuren aangeboden vanuit een
olfactometer, via slangetjes die tot 1 cm diep in de neus worden geplaatst. De
voedselproducten die deelnemers worden aangeboden in dit onderzoek bestaan uit
ingredienten die commercieel beschikbaar zijn voor consumenten. Deze
ingredienten zijn veilig voor consumptie. De studie is niet therapeutisch voor
de deelnemers. De risico's die worden geassocieerd met deelname aan deze studie
zijn verwaarloosbaar.