De primaire doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van informatie over de invloed van vibratie sub-occipitaal op de JPE bij enerzijds a-specifieke nekpijn patiënten en welke invloed leeftijd hierop heeft. En anderzijds het verkrijgen van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
a-specifieke nekklachten
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Joint position error
Secundaire uitkomstmaten
Range of motion, gekoppelde bewegingen, JERK
Achtergrond van het onderzoek
Bij patiënten met nekpijn kunnen onder andere de volgende klinische
verschijnselen waargenomen worden: een verminderde range of motion (ROM), een
schokkend verloop van bewegingen en een verminderde joint position sense
(Sjölander et al., 2008). Het schokkende verloop en een verminderde joint
position sense worden mogelijk veroorzaakt door sensomotorische stoornissen
(Sjölander et al., 2008). Sensomotorische stoornissen spelen een rol in de
ontwikkeling, het blijven bestaan en het terugkeren van verschillende symptomen
en verschijnselen bij patiënten met nekpijn (Sterling et al., 2003; Treleaven
et al., 2003; Heikkila and Astrom, 1996).
In het bijzonder is de aanspanning van de diepe nekflexoren verminderd bij
patiënten met chronische nekklachten (Falla et al., 2004). In een studie van
Falla et al. (2011) werd aangetoond dat bij een hogere intensiteit van de pijn
minder aanspanning plaatsvindt van de diepe nekflexoren. Er is echter geen
correlatie tussen de duur van pijn en mate van aanspanning (Falla et al.,
2011). Aangetoond is dat pijn op meerdere niveau*s van het zenuwstelsel een
verandering teweeg kan brengen (Armstrong et al., 2008; Treleaven 2008). Dit
kan invloed hebben op de sensitiviteit van spierspoeltjes en het kan zorgen
voor een veranderde corticale representatie en modulatie van cervicale
afferente input (Armstrong et al., 2008; Treleaven 2008).
Er kan verondersteld worden dat een verandering van de cervicale
somatosensorische activiteit kan leiden tot verstoringen in de sensomotorische
functie (Armstrong et al., 2008; Treleaven 2008).
Voor een effectieve motorische functie is accurate zintuiglijke informatie
noodzakelijk (Riemann and Lephart 2002). Het waarnemen van positie, ook wel
proprioceptie genoemd, is essentieel voor het repositioneren van de cervicale
wervelkolom (Kristjansson and Treleaven 2009; Armstrong et al., 2008). De
proprioceptie wordt bepaald door complexe mechanismen binnen en buiten de
cervicale wervelkolom. Het vestibulaire systeem, musculaire en arthrogene
receptoren in combinatie met het perifere en centrale zenuwstelsel spelen hier
een essentiële rol bij (Kristjansson and Treleaven 2009; Armstrong et al.,
2008; Treleaven 2008). In meerdere studies is aangetoond dat de dichtheid van
de spierspoeltjes, welke musculaire receptoren zijn, in de cervicale
wervelkolom het hoogst is in de sub-occipitale en in de mid-cervicale
musculatuur (Banks 2006; Boyd-Clark et al., 2002; Kulkarni et al., 2001;
Amonoo-Kuofi 1983).
De mate van vloeiendheid van bewegen kan onder andere bepaald worden met behulp
van de jerk index (JERK) en de joint position sense met de
herpositioneringstaak head-to-neutral of head-to-target (Lee et al., 2008;
Pinsault et al., 2008; Sjölander et al., 2008; Lee et al., 2006). De joint
position sense heeft de joint position error als uitkomstmaat (Lee et al.,
2008; Pinsault et al., 2008; Sjölander et al., 2008; Lee et al., 2006).
De vloeiendheid van bewegen en een verminderde joint position sense kunnen
klinisch in kaart worden gebracht om een indruk te krijgen van de proprioceptie
van de cervicale wervelkolom (Sjölander et al., 2008).
De joint position sense is in eerdere studies op een tweedimensionale (2-D) en
een driedimensionale (3-D) methode geregistreerd (Roren et al., 2009). Uit
onderzoek van Cattrysse et al. (2009) blijkt dat de reproduceerbaarheid van een
3-D bewegingsanalyse matig tot goed is (Cattrysse et al., 2009).
In 3-D onderzoek met behulp van electromagnetische trackers bij patiënten met
een fusie van een anterior cervicaal segment is niet alleen gebleken dat deze
methode een manier is om inzicht te krijgen in de ROM en gekoppelde bewegingen,
maar ook in de vloeiendheid van bewegingen (JERK) van de cervicale wervelkolom
(Cattrysse et al., 2012).
Bekend is dat pijn een negatieve invloed heeft op de JPE van de cervicale
wervelkolom (Malmström et al., 2013). Malmström et al., 2013 hebben onderzoek
gedaan naar het effect van eenzijdig toedienen van een pijnprikkel in de
cervicale wervelkolom op de JPE. Hieruit blijkt dat na het toedienen van een
eenzijdige pijnprikkel de JPE voor de head-to-target repositioneringstaak
significant groter is aan de zijde van de pijnprikkel (p<0.001). Naar de
tegenovergestelde zijde is geen significant verschil gevonden.
In een onderzoek van Treleaven et al., 2011 is gekeken naar de sensomotorische
stoornissen bij 4 verschillende groepen. De 4 verschillende groepen bestaan
uit: traumatische laag cervicale pijn, traumatische hoog cervicale pijn,
niet-traumatische laag cervicale pijn en niet-traumatische hoog cervicale pijn.
Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat mensen met niet-traumatische
laag cervicale pijn minder sensomotorische stoornissen vertonen.
Als er gekeken wordt naar het effect van leeftijd op de joint position error
zijn er twee verschillende onderzoeken die zich tegenspreken. In het onderzoek
van Demaille-Wlodyka et al., 2007 wordt geconcludeerd dat noch leeftijd noch
geslacht invloed hebben op het vermogen het hoofd terug te brengen naar de
neutrale stand. In het onderzoek van Vuillerme et al., 2008 worden 18 jonge
gezonde volwassenen (gemiddelde leeftijd 23 jaar) vergeleken met 18 oudere
gezonde volwassenen (gemiddelde leeftijd 68 jaar) bij het uitvoeren van de
cervicocephalic relocation test. Uit dit onderzoek blijkt dat de oudere
volwassenen minder accuraat en minder consistent zijn in de uitvoeringen in
vergelijking met de jongere volwassenen en dit uit zich in vergrootte absolute
errors en variable errors.
De repositioneringstaak kan mede beïnvloed worden door oefenprogramma*s,
mobilisaties of manipulaties (Jull et al., 2007; Palmgren et al., 2006).
Vibratie van de nekspieren van gezonde proefpersonen leidt tot een verandering
van de posturale controle in tegenovergestelde richting dan waar de vibratie
wordt toegepast (Verrel et al., 2011, Gomez et al., 2009, Courtine et al.,
2007, Bove et al., 2006, Valkovic et al., 2006, Ivanenko et al., 2000, Lekhel
et al., 1997).
Vibratie heeft een tegengesteld effect tussen nekpatiënten en gezonde
proefpersonen (Beinert et al., 2014). Patiënten laten een afname van Joint
Position Error zien (P<0.01) en een afgenomen postural sway (P<0.05) beide na
vibratie. Bij gezonde proefpersonen vindt juist een toename van de Joint
Position Error P<0.05) plaats en een niet significante toename van postural
sway. Nekpatienten lijken een verbetering te laten zien in motore performance.
Concluderend kan worden opgemaakt dat vibratie houding verbeterd. Er is een
tendens dat vibratie van de nekspieren bij nekpatiënten leidt tot verbetering
van de Joint Position Error echter dit is tot heden alleen binnen de 2-D studie
van Beinert et al 2014 onderzocht.
Er zijn tot op heden geen studies bekend waarbij de JPE, ROM, gekoppelde
bewegingen en JERK 3-D is gemeten na het toedienen van vibratie op de nek
musculatuur.
In deze huidige 3D studie kunnen naast een accurate JPE meting meerdere
kwalitatieve secundaire parameters worden onderzocht, welke voor
fysiotherapeutische interventies relevant kunnen zijn zoals; gekoppelde
bewegingen, versnellingen en vertragingen tijdens bewegingen van het hoofd.
Met vibratie op de sub-occipitale musculatuur wordt getracht de spierspoeltjes,
en daarmee de propriocepsis te beïnvloeden. De verwachting is dat het effect
van vibratie bij gezonde proefpersonen leidt tot een grotere afwijking op de
JPE en een verslechtering van de JERK. De verwachting is juist dat bij
patiënten met a-specifieke nekpijn het effect van vibratie leidt tot een
verbetering van de JPE en JERK. Indien de JPE significant verandert na
toedienen van vibratie ondersteunt dit de eerdere stelling van onder andere
Sjölander et al., 2008 en heeft de JPE een toegevoegde waarde als diagnostische
test binnen de praktijk fysiotherapie.
Een positief effect van vibratie op de JPE bij a-specifieke nekpijn, geeft
onder andere aan dat therapeutische doelstellingen en interventies op de
propriocepsis gericht moeten zijn.
Een positief effect van vibratie op de JPE bij a-specifieke nekpijn wordt in
deze studie alleen op korte termijn geëvalueerd. Er is geen sprake van een
follow-up. Mogelijk kan bij een significante uitkomst vibratie als interventie
worden toegepast echter hier zal aanvullend onderzoek in de vorm van een RCT
met een langere follow-up zinvol zijn.
Vraagstelling
Zorgt de interventie vibratie op de sub-occipitale musculatuur bij a-specifieke
nekpijn patiënten tot een afname van de AE en CE (JPE), en is leeftijd hierop
van invloed?
Zorgt de interventie vibratie op de sub-occipitale musculatuur bij gezonde
proefpersonen tot een toename van de AE en CE(JPE).
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van informatie
over de invloed van vibratie sub-occipitaal op de JPE bij enerzijds
a-specifieke nekpijn patiënten en welke invloed leeftijd hierop heeft. En
anderzijds het verkrijgen van informatie over de invloed van vibratie
sub-occipitaal op de JPE bij gezonde proefpersonen.
Onderzoeksopzet
De opzet van de studie bestaat uit 4 gedeelten. In het eerste gedeelte wordt
aan alle patiënten gevraagd, volgens een standaard instructie, om vijf
bewegingen te maken over het maximaal comfortabele traject. De vijf bewegingen
zijn:
-Axiale rotatie
-Lateroflexie
-Flexie/extensie
-Flexie/linksrotatie naar extensie/rechtsrotatie = 3DL
-Flexie/rechtsrotatie naar extensie/linksrotatie = 3DR
Het eerste gedeelte (zonder vibratie) zal twee keer worden uitgevoerd; de
eerste meting dient als warming-up en als back-up, de tweede meting zal
gebruikt worden als de eigenlijke registratie.
Alle bewegingen beginnen en eindigen in de neutrale stand. Elke beweging wordt
drie keer herhaald naar elke bewegingsrichting (bijvoorbeeld rotatie links -
rotatie rechts - rotatie links - rotatie rechts - rotatie links - rotatie
rechts).
Als alle 5 de bewegingen zijn uitgevoerd, zullen alle bewegingen voor de tweede
keer worden uitgevoerd .
In het tweede gedeelte zal de joint position error gemeten worden volgens een
standaard instructie. De proefpersoon is geblinddoekt en probeert de neutrale
positie zo goed mogelijk te onthouden. Hierna zal de proefpersoon over het
maximale comfortabele traject bewegen en zo nauwkeurig mogelijk terugkeren naar
de neutrale positie. De proefpersoon wordt gevraagd om terug te keren vanuit de
volgende bewegingsrichtingen:
Axiale rotatie
Lateroflexie
Flexie/extensie
Alle bewegingen zullen zes keer worden uitgevoerd naar beide zijden. In
meerdere studies is aangetoond dat 6 herhalingen nodig zijn om stabiele
metingen te verkrijgen (Swait et al., 2007; de Vries et al., 2015).
In het derde gedeelte zal de joint position errornog een keer worden gemeten,
zoals in het tweede gedeelte, echter nu na vibratie op de sub-occipitale
musculatuur.
In het vierde gedeelte zal het eerste gedeelte van de studie opzet nogmaals
worden herhaald, echter nu na vibratie op de sub-occipitale musculatuur.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Vibratie op de sub-occipitale musculatuur met een frequentie van 100hz
Inschatting van belasting en risico
Binnen deze studie is er geen risico op schade. De bewegingen die de
proefpersonen uitvoeren (cervicale flexie, extensie, rotatie en lateroflexie)
zijn onderdeel van een normaal dagelijks bewegen en zijn geaccepteerd binnen in
de praktijk toegepaste diagnostische en therapeutische interventies. Het
gebruik van een electromagnetische tracker is niet-invasief en bij voorkeur
uitermate geschikt om deze bewegingen in detail te analyseren. Het toepassen
van vibratie is al in diverse studies toegepast zonder schadelijk effect.
Algemeen / deelnemers
Leyweg 275
Den Haag 2545 CH
NL
Wetenschappers
Leyweg 275
Den Haag 2545 CH
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
a-specifieke nekpijn, 18-65 jaar oud, begrijpen van de Nederlandse taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Operatie van de cervicale of thoracale wervelkolom, zwangerschap, neurologische tekenen en symptomen in de bovenste extremiteit gerelateerd aan een nekaandoening, specifieke pathologie die van invloed is op de cervicale wervelkolom
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL53165.098.15 |