zie C1 Samenvatting:Doelstellingen: Dit onderzoek richt zich op het effect van EMDR-Resource Development and Installation protocol (ten Broeke, de Jong, 2008) op het beloop van de klachten, zelfcontrole en-zelfvertrouwen (*empowerment*) en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
zie C1: 3.6 Meetinstrumenten en parameters van het onderzoek: Er wordt een
testbatterij bestaande uit HTQ, WHOQOL-BREF en PTCI op 3 momenten afgenomen:
1. Voorafgaand aan de interventies EMDR-RDI of Trauma-Sensitieve yoga in
stabilisatiefase
2. Aan het eind van stabilisatiefase na de laatste Trauma-Sensitieve yoga of
EMDR-RDI
sessie
3. Na traumafocussed behandeling (bij voorkeur EMDR) in de fase van
traumaverwerking
De HTQ of Harvard Trauma Questionnaire (HTQ, Mollica et al., 1996) wordt
gebruikt is een zelfrapportage vragenlijst die uit drie delen bestaat. Het
eerste deel bevat vragen betreffende mogelijke traumatische gebeurtenissen, die
cliënt ervaren heeft. Het tweede deel bestaat uit 16 items die de DSM IV
symptomen PTSS tijdens de afgelopen week meten. Het derde deel bestaat uit 14
items betreffende andere symptomen PTSS van de afgelopen week. De antwoorden
geven op 4 puntschaal, die zich van `1' (helemaal niet) uitstrekt naar
*4* (extreem). De vragenlijst wordt vaak gebruikt in onderzoek PTSS. De
betrouwbaarheid en de geldigheid van HTQ zijn bevredigend (Mollica et al.,
1996a).
De World Health Organisation Quality of Life Assessment (WHOQOL-BREF) meet de
*quality of life* en is ontwikkeld door de World Health Organisation (WHO).
Deze zelfrapportage vragenlijst bevat 26 items over de levenskwaliteit die door
de cliënt in het verleden de twee weken wordt ervaren. De vragenlijst bestaat
uit vijf categorieën: algemene levenskwaliteit en gezondheid, fysieke
gezondheid en graad van onafhankelijkheid, psychologische gezondheid, sociale
relaties, en milieu. De antwoorden worden gegeven op een 5 puntschaal, die per
categorie verschilt: van `1' (zeer slecht) tot aan 5' (zeer goed)'; van `1'
(zeer ontevreden) tot aan `5' (zeer tevreden); van `1' (helemaal niet) aan `5'
(extreem); en van `1' (nooit) tot aan `5' (altijd). De betrouwbaarheid en de
validiteit van WHOQOL-BREF zijn goed (Skevington et al., 2004; WHOQOL Groep,
1998).
De Nederlandstalige Posttraumatische cognities Inventarisatielijst (PTCI) meet
de aanwezigheid van traumagerelateerde cognities namelijk negatieve cognities
over zichzelf, negatieve cognities over de wereld, en zelfverwijt. De
inventarisatie lijst bevat 36 items. De PTCI is betrouwbaar en valide: de lijst
kan gebruikt worden om behandeleffecten te meten. (Van Emmerik et al., 2006,
2007).
zie C1: 3.8.Statistische analyses:
Statistische analyses zullen worden uitgevoerd in Statistical Program for
Social Sciences (SPSS; versie 17). Door middel van variantieanalyse (ANOVA) zal
worden getoetst of beide interventies (EMDR/RDI vs. trauma-sensitieve yoga)
leiden tot verandering in traumatische symptoomreductie (HTQ), kwaliteit van
leven (WHOQOL_BREF) en traumagerelateerde cognities (PTCI). Tevens zal worden
getoetst of eventuele veranderingen in traumatische symptoomreductie, kwaliteit
van leven en traumagerelateerde cognities (PTCI) verschillen tussen beide
interventies. Daarbij zal tijd (voormeting, nameting, follow-up) als
binnen-groepen factor dienen en conditie als tussen-groepen factor. Bovendien
zal er zowel een intention-to-treat (ITT) analyse als een completers analyse
worden uitgevoerd.
Secundaire uitkomstmaten
niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
zie C1 Samenvatting; Relevantie
Er is in onderzoek een toenemende aandacht voor de diagnostiek en behandeling
van Posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij mensen die geconfronteerd werden
met schokkende gebeurtenissen (APA, 2000). Militairen, veteranen, en
politiemedewerkers worden onder andere gezien als medewerkers van beroepen met
een risico voor het ontwikkelen van PTSS na schokkende gebeurtenissen (National
Institute for Clinical Excellence, 2005). De meerderheid (60%) van de ernstig
getraumatiseerde (ex-) medewerkers heeft naast posttraumatische stressklachten
ook co-morbide stoornissen als somatoforme stoornis, depressie, suïcidaliteit,
middelenmisbruik, impulscontroleproblemen en psychosociale problemen als
ziekteverzuim en uitval in werk, relatieproblemen, problemen in sociale
interactie met anderen (Kozaric-Kovacic et al., 2001; Skodol et al., 1996).
Wanneer er sprake is van een zogenaamde enkelvoudige PTSS, bestaan er *evidence-
based* richtlijnen, die Traumagerichte cognitieve gedragstherapie of Eye
Movement Desensitization and Reprocessing voorschrijven (Bisson et al., 2007;
Te Brake, 2010). Bij complexe PTSS echter, bestaan dergelijke richtlijnen niet.
Er wordt bij de behandeling van complexe trauma vaak gebruik gemaakt van een
*gefaseerd model van behandeling* als *good practice*. De fasen van de
behandeling zijn achtereenvolgens: stabilisatie, traumaverwerking en
integratie. In de fase van stabilisatie wordt aandacht besteed aan
symptoomreductie, zelfcontrole en -vertrouwen (*empowerment*), stabilisatie van
sociale omstandigheden, verbetering coping vaardigheden (emoties, gedrag,
cognities), alvorens zich te concentreren op traumatische herinneringen,
herbelevingen (van der Hart & Nijenhuis, 2007).
zie C1: 2 Vraagstelling en hypothese:
Het onderzoek richt zich op de volgende vraagstelling en hypothese:
Vraagstelling:
Is er evidentie voor de effectiviteit van EMDR-RDI op het beloop van klachten
en het versterken van draagkracht in de stabilisatiefase bij behandeling van
complexe PTSS bij beroepsgetroffenen (populatie: politiemensen, veteranen)?
Hypothese:
EMDR-RDI is effectiever dan Trauma-Sensitieve yogatherapie in de
stabilisatiefase bij de behandeling van complexe PTSS in
1. klachtenvermindering (HTQ),
2. versterken van draagkracht door ontwikkelen en/of versterken van functionele
cognities (PTCI) en
3. levenskwaliteit (WHOQOL-BREF).
Doel van het onderzoek
zie C1 Samenvatting:
Doelstellingen: Dit onderzoek richt zich op het effect van EMDR-Resource
Development and Installation protocol (ten Broeke, de Jong, 2008) op het
beloop van de klachten, zelfcontrole en-zelfvertrouwen (*empowerment*) en
weerbaarheid in de stabilisatiefase bij (poli-, dag-) klinische traumagerichte
behandeling van beroepsgetroffenen met complexe PTSS, te weten veteranen en
politiemedewerkers. De stabilisatie interventie EMDR-RDI wordt vergeleken met
de stabilisatie interventie Trauma-Sensitieve yoga (Emerson et al, 2009).
zie C1: 2 Vraagstelling en hypothese:
Het onderzoek richt zich op de volgende vraagstelling en hypothese:
Vraagstelling:
Is er evidentie voor de effectiviteit van EMDR-RDI op het beloop van klachten
en het versterken van draagkracht in de stabilisatiefase bij behandeling van
complexe PTSS bij beroepsgetroffenen (populatie: politiemensen, veteranen)?
Hypothese:
EMDR-RDI is effectiever dan Trauma-Sensitieve yogatherapie in de
stabilisatiefase bij de behandeling van complexe PTSS in
1. klachtenvermindering (HTQ),
2. versterken van draagkracht door ontwikkelen en/of versterken van functionele
cognities (PTCI) en
3. levenskwaliteit (WHOQOL-BREF).
Onderzoeksopzet
zie C1: 3.3 Design
Design van onderzoek is een gecontroleerde steekproef *at random* (RCT), met
vergelijking tussen 14-37 cliënten met de interventie EMDR-RDI in
stabilisatiefase en 14-37 cliënten met interventie Trauma-Sensitieve yoga.
Onderzoeksproduct en/of interventie
zie C1 Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het effect van EMDR-Resource Development and Installation protocol (ten Broeke, de Jong, 2008) op het beloop van de klachten, zelfcontrole en-zelfvertrouwen (>empowerment>) en weerbaarheid in de stabilisatiefase bij (poli-, dag-) klinische traumagerichte behandeling van beroepsgetroffenen met complexe PTSS, te weten veteranen en politiemedewerkers. De stabilisatie interventie EMDR-RDI wordt vergeleken met de stabilisatie interventie Trauma-Sensitieve yoga (Emerson et al, 2009) tijdens de stabisatiefase voorafgaand aan traumabehandeling. Zie C1: 3.5.3 Therapeutische interventies in stabilisatiefase: Na de voorbereidende sessies start de cliënt met de 3 wekelijkse sessies conform de gestelde therapiecondities op basis van de protocollen (EMDR/RDI of Trauma-Sensitieve yoga) voorafgaand aan de fase van traumaverwerking. Met akkoord van de cliënt worden de sessies op videotape vastgelegd. Deze tapes kunnen worden gebruikt om de betrouwbaarheid van procedure te controleren. De EMDR-RDI conditie wordt uitgevoerd door onderzoeker, die zowel de level I als ook de level II EMDR training hebben gevolgd. Protocollen voor stabilisatie interventies tijdens de stabilisatiefase: - Protocol Trauma-Sensitieve yoga: Tijdens de wekelijkse Trauma-Sensitieve yogasessies wordt gebruik gemaakt van trauma sensitieve yogatechnieken: Doel is het aanleren van vaardigheden voor relaxatie door middel van houding en ademhalingstechnieken.Trauma-Sensitieve yoga sessies worden volgens protocol uitgevoerd door yogadocenten. Aantal sessies is 3 met een duur van 60 minuten - Protocol EMDR-RDI: Tijdens de wekelijkse sessies >EMDR-RDI> wordt volgens protocol 3 vermogens geactiveerd: trots, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. (De Jongh, Ten Broeke & Beer, 2012). Aantal sessies is 3 met een duur van 60 minuten.
Inschatting van belasting en risico
niet van toepassing: : interventies zijn stabliserende interventies:
zie C1 Samenvatting:
Doelstellingen: Dit onderzoek richt zich op het effect van EMDR-Resource
Development and Installation protocol (ten Broeke, de Jong, 2008) op het
beloop van de klachten, zelfcontrole en-zelfvertrouwen (*empowerment*) en
weerbaarheid in de stabilisatiefase bij (poli-, dag-) klinische traumagerichte
behandeling van beroepsgetroffenen met complexe PTSS, te weten veteranen en
politiemedewerkers. De stabilisatie interventie EMDR-RDI wordt vergeleken met
de stabilisatie interventie Trauma-Sensitieve yoga (Emerson et al, 2009).
Algemeen / deelnemers
Rijnzichtweg 35
Oegstgeest 2342 AX
NL
Wetenschappers
Rijnzichtweg 35
Oegstgeest 2342 AX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
zie C1: 3.4.1 De volgende inclusiecriteria worden gecontroleerd tijdens het intakegesprek:
* de cliënt heeft een diagnose PTSS volgens DSM-IV
* PTSS is het belangrijkste psychische stoornis (NICE guidelines, 2005). Vaak is er bij deze
populatie sprake van complexe PTSS vanwege de aanwezigheid van co-morbide
stoornissen als somatoforme stoornis, depressie, suïcidaliteit, middelenmisbruik,
impulscontroleproblemen en psychosociale problemen als ziekteverzuim en uitval in werk,
relatieproblemen, problemen in sociale interactie met anderen.
* de cliënt heeft het vermogen om emotioneel over de traumatische ervaringen te spreken
(d.w.z. de patiënt heeft geen weerstand en/of dissocieert niet) en is gemotiveerd voor
therapie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
zie C1: 3.4.2 De volgende exclusiecriteria worden gecontroleerd tijdens het intakegesprek en diagnostische screening:
* de primaire diagnose is één van het volgende en vereist zorg in andere (klinische) setting:
ontwikkelingsstoornis, delirium, geheugen- of andere cognitieve stoornis, psychiatrische
stoornis die toe te schrijven is aan een medische toestand, psychotische stoornis die niet
gerelateerd is aan PTSS, bipolaire stoornissen, seksuele en geslachtsidentiteitstoornissen,
antisociale persoonlijkheidsstoornissen of andere ernstige persoonlijkheidsstoornissen.
* cliënten die lijden aan een psychotische stoornissen, ernstige depressieve stoornissen
(d.w.z. met psychotische eigenschappen en/of ernstige suïcidale ideaties), eetstoornissen,
middelenmisbruik waarvoor eerst andere therapie nog noodzakelijk is.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL40900.058.12 |