Wanneer kan de urine katheter het beste verwijderd worden na een laparoscopische hysterectomie? Een multicenter gerandomiseerd onderzoek dat direct versus vertraagd verwijdering vergelijkt.

Tijdens een laparoscopische hysterectomie (LH), wordt in principe altijd een
urine katheter geplaatst om iatrogene schade aan de blaas te voorkomen. Na de
ingreep wordt in de meeste ziekenhuis de urine katheter in situ gelaten tot de
volgende dag (24 uur).

Er bestaan echter geen evidence based richtlijnen over wanneer de urine
katheter het beste dient verwijderd te worden en de meeste
ziekenhuisprotocollen zijn gebaseerd op de ervaringen van artsen.

Het vertraagd verwijderen van de katheter gaat mogelijk gepaard met een
verhoogd risico op het krijgen van een urineweginfectie, pijn en een minder
snelle mobilisatie na de operatie terwijl aan de andere kant het direct
verwijderen van de katheter mogelijk de kans op een retentieblaas vergroot.

Het doel van dit onderzoek is om te bepalen of het direct verwijderen van de
kather na een LH dezelfde uitkomsten geeft dan wanneer de katheter tot de
volgende dag in situ wordt gelaten (tussen 18 tot 24 uur postoperatief), wat de
huidige standaard is.
Daarbij zal het perspectief van de patienten over dit onderwerp onderzocht
worden.

Gerandomiseerde studie, non-inferiority

Interventie groep: urine katheter zal direct verwijderd worden op de operatie kamer Controle groep: urine katheter zal de volgende dag verwijderd worden (tussen 18 uur en 24 uur postoperatief)

Deze studie zal niet leiden tot extra risco of belasting voor de patienten.
Patienten zullen eenmalig gevraagd worden om hun urine in te leveren om
urineweginfecties uit te sluiten. Tevens zullen patienten gevraagd worden om
een vragenlijst in te vullen (6 uur na de operatie, 24 uur en 6 weken) over
pijn en hun ervaring in het algemeen.