Bekkenbodemspieren bij mannen - een exploratieve studie

Medicamenteuze behandeling van plasklachten heeft maar een beperkt effect. Dit
komt doordat de oorzaak van plasklachten bij mannen multifactorieel bepaald is
en behandeling maar op een enkel mechanisme aangrijpt. Bij vrouwen blijken de
bekkenbodemspieren een belangrijke rol te spelen bij plasklachten. Het is
onbekend welke rol de bekkenbodemspieren hebben bij het ontstaan van
plasklachten bij mannen.
De komst van een rectale probe waarmee de bekkenbodemspieractiviteit in kaart
gebracht kan worden biedt de mogelijkheid om de rol van de bekkenbodemspieren
te onderzoeken.

Doel van deze studie is het beschrijven van de mogelijke rol van
bekkenbodemspieractiviteit bij mannen met plasklachten.

Observationele studie met een follow-up van 12 weken.

Deelnemers ondergaan de standaard onderzoeken, zoals die gebruikelijk worden
uitgevoerd bij de beoordeling van plasklachten. Dit omvat een korte
vragenlijst, een plasdagboek, een uroflowmetrie, een echo voor residubepaling
en een lichamelijk onderzoek waarbij ook een rectaal onderzoek plaatsvindt.
Hierbij wordt naar de prostaat gevoeld en wordt de spanning van de
bekkenbodemspieren manueel ingeschat.
Daarnaast wordt een onderzoek met de MAPLe uitgevoerd. Dit is een kleine probe
die rectaal wordt ingebracht terwijl de deelnemer op zijn zij ligt. De probe
meet (met verschillende EMG signalen) de spieractiviteit op verschillende
niveaus van de bekkenbodem. Dit onderzoek is weinig belastend, niet pijnlijk en
duurt enkele minuten. Mannen zien hiervoor een instructievideo van 2 minuten.
Zij plaatsen vervolgens zelf de probe. Een onderzoeker controleert of deze
plaatsing correct is gedaan, waarna de EMG-metingen worden verricht.
Patiënten worden behandeld conform de vigerende richtlijnen. Uitkomsten van
deze studie hebben geen invloed op behandelkeuzes. Beloop van klachten wordt
geïnventariseerd m.b.v. vragenlijsten. Bij een vervolgbezoek na 6-12 weken
wordt het MAPLe onderzoek herhaald.