We willen de effectiviteit, uitvoerbaarheid en veiligheid vergelijken van zowel metformine en sitagliptine bij patiënten met een TIA of een klein herseninfarct en gestoorde glucosetolerantie. We willen nagaan of langzamer opbouwen van metformine en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn de verdraagbaarheid van metformine en
sitagliptine (bepaald door het aantal patiënten die na 6 maanden nog steeds de
medicatie gebruiken), de veiligheid van de behandeling met metformine en
sitagliptine, en het verschil tussen glucose na belasting na 6 maanden en bij
inclusie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn de verschillen in glucose na belasting na 6
maanden, de nuchter glucose na 6 maanden, body mass index (BMI), middelomtrek
en percentage patiënten met een normale glucose tolerantie na 6 maanden tov
inclusie in de studie.
Ook het percentage van patienten met diabetes mellitus type II (gedefinieerd
als nuchtere glucose hoger dan 7 mmol/L gemeten op 2 verschillende dagen), of
serum glucose waardes hoger dan 11.0 mmol/L(gemeten op elk moment van de dag)
met klachten van hyperglycemie, of gebruik van orale of parenterale
anti-diabetica in 5 jaar.
Achtergrond van het onderzoek
Gestoorde glucosetolerantie, een voorstatium van diabetes mellitus, is bij meer
dan een derde van de patiënten met een transient ischemic attack (TIA) of
herseninfarct aanwezig en is geassocieerd met een tweemaal verhoogd risico op
een (recidief) herseninfarct. De onderliggende mechanismen van deze associatie
zijn niet precies duidelijk, maar zijn oa insulinresistentie,
endotheeldysfunctie, dyslipidemie, chronische inflammatie en een verhoogde
stollingsneiging.
Farmacologische interventies verminderen de progressie naar type 2 diabetes bij
10-60% van de mensen met gestoorde glucosetolerantie. Leefstijl veranderingen
lijken minstens net zo effectief te zijn als medicamenteuze behandeling, maar
deze zijn vaak moeilijk succesvol vol te houden, en leefstijl advies moet
regelmatig worden herhaald.
Het veelgebruikte medicijn metformine is een biguanide dat de
insulinegevoeligheid en de perifere opname van glucose verbetert en de
hepatische glucose output vermindert.
Een eerder door ons verricht fase II onderzoek liet zien dat behandeling met
metformine bij deze patienten veilig is en de glucosehuishouding verbeterd,
maar vaak leidt tot met name gastrointestinale bijwerkingen waardoor 1/4 van de
patienten de behandeling vroegtijdig staakte. Langzamer opbouwen van de
medicatie en betere informatie mbt de bijwerkingen verbetert mogelijk de
therapietrouw.
Recente studies met nieuwe antidiabetica zoals sitagliptine bij patienten met
een gestoorde glucosetolerantie hebben laten zien dat deze behandeling met
minder bijwerkingen gepaard gaat dan metformine. Of dit ook voor onze
patientengroep geldt is niet duidelijk.
Doel van het onderzoek
We willen de effectiviteit, uitvoerbaarheid en veiligheid vergelijken van zowel
metformine en sitagliptine bij patiënten met een TIA of een klein herseninfarct
en gestoorde glucosetolerantie. We willen nagaan of langzamer opbouwen van
metformine en betere informatievoorziening leidt tot minder bijwerkingen en een
betere therapietrouw en of sitagliptine een goede alternatieve behandeling is
voor metformine.
Ook willen we met een follow-up van 5 jaar de incidentie van diabetes mellitus
type II en andere cardiovasculaire aandoeningen zoals TIA, beroerte,
hartinfarct en perifere vaatziekten onderzoeken in deze groep patienten.
Onderzoeksopzet
Het is een gerandomiseerde, gecontroleerde, open-label fase II studie, met
geblindeerde uitkomstevaluatie in meerdere centra.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten worden gerandomiseerd voor een behandeling met metformine, sitagpliptine of >geen metformine> in een 1:1:2 ratio voor 6 maanden. Patiënten gerandomiseerd voor metformine zullen starten met een dosis van 2dd 500mg. Dit zal langzaam worden opgebouwd in 6 weken tijd naar een dagelijkse dosering van 2dd 1000mg (week 1: 2dd 500mg, week 4: 2dd 850mg, week 6: 2dd 1000mg). Als de patiënten hinderlijke bijwerkingen ondervinden bij een hogere dosering, moet de vorige dosis worden ingenomen en na 1 week opnieuw geprobeerd op te hogen. Patiënten gerandomiseerd voor sitagliptine zullen behandeld worden met een dagelijkse dosering van 1dd100mg.
Inschatting van belasting en risico
In het kader van het onderzoek zal de patiënt na de inclusie in de studie en
bij 6 maanden op de poli terug komen voor een bloedafname voor nuchter glucose
en lipidenprofiel (2x 8ml) en een orale glucose tolerantietest. Daarnaast zal
een vragenlijst over therapietrouwheid en bijwerkingen worden ingevuld en een
kort lichamelijk onderzoek (bestaande uit een bloeddrukmeting, meten van
lengte, gewicht en middelomtrek) worden verricht. Daarnaast nemen we driemaal
telefonisch contact met de patiënt op om te achterhalen of er sprake is van
bijwerkingen en ter ondersteuning van het opbouwen van de medicatie en/of het
volhouden van de behandeling. Bij inclusie en na 6 maanden zullen we extra
bloed (3x8ml) afnemen voor het bepalen van biomarkers van inflammatie,
hypercoagulabiliteit en endotheeldysfunctie.
Ook zullen de patienten en/of de huisarts jaarlijks gebeld worden gedurende 5
jaar met de vraag of de patient diabetes mellitus type II of andere hart- en
vaatziekten heeft ontwikkeld.
Mogelijke bijwerkingen van metformine zijn:
- Maag-darmklachten zoals misselijkheid, braken of diarree.
- Verminderde eetlust
- Een metaal smaak aan het begin van de behandeling
- Een zeer zeldzame bijwerking is een verhoogde zuurgraad van het bloed
(lactaatacidose). Deze bijwerkingen treden met name op bij patienten met
ernstige ziekten van de nier, lever, hart of longen of bij patienten die al
eerder een lactaatacidose hebben gehad. Om deze reden mogen patienten met een
van deze aandoeningen niet meedoen aan het onderzoek.
Deze klachten komen bij ongeveer 10% van de patiënten voor en gaan meestal
binnen 6 weken vanzelf weer over. Om de kans op bijwerkingen te minimaliseren
zal de metformine langzaam worden opgehoogd.
Mogelijke bijwerkingen van sitagliptine zijn:
- Hoofdpijn
- Spierpijn
- Griep-achtige klachten
- Ontsteking van de alvleesklier (zeer zeldzaam)
- Allergische reactie (zeer zeldzaam)
Algemeen / deelnemers
Dr. Molewaterplein 50-60
Rotterdam 3015 GE
NL
Wetenschappers
Dr. Molewaterplein 50-60
Rotterdam 3015 GE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- ouder dan 18 jaar
- diagnose TIA, amaurosis fugax of mild herseninfarct minder dan 6 maanden geleden
- gestoorde glucose tolerantie (glucose na belasting 7.8-11.0mmol/L)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- diabetes mellitus
- diabetische ketoacidose in de voorgeschiedenis
- symptomen van type 1 diabetes mellitus
- tekenen van gestoorde nierfunctie (creatinine van 135 µmol/L of hoger voor mannen, en 110 µmol/L of hoger voor vrouwen)
- bekende leveraandoening of gestoorde leverfunctietesten (alanine amino transferase, aspartaat amino transferase, alkaline fosfatase, of γ glutamyl transferase meer dan tweemaal zo hoog als de bovengrens van de normaalwaarde)
- lactaatacidose in de voorgeschiedenis
- hartfalen waarvoor medicamenteuze behandeling nodig is
- pancreatitis
- chronische hypoxische longaandoening
- digoxine gebruik
- zwangerschap
- borstvoeding
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 3196 |
EudraCT | EUCTR2011-005980-26-NL |
CCMO | NL38294.078.12 |