Primaire doelstelling* De primaire doelstelling van dit onderzoek is het vergelijken van het bevestigde objectieve responspercentage (ORR) in week 19 na behandeling met bevacizumab-Pfizer plus paclitaxel en carboplatine met bevacizumab-EU plus…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Luchtwegneoplasmata
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
* Objectieve responspercentage (ORR), het evalueren van de beste respons
bereikt in week 19 en vervolgens zes weken daarna bevestigd, in overeenstemming
met de criteria voor responsevaluatie bij solide tumoren (Response Evaluation
Criteria in Solid Tumors - RECIST) versie 1.1.
Secundaire uitkomstmaten
* Veiligheid gekenmerkt door type, incidentie, hevigheid, timing en ernst van
bijwerkingen en de relatie hiervan met de onderzoeksbehandeling, waaronder
cardiotoxiciteit en infusiegerelateerde reacties, en laboratoriumafwijkingen op
1 jaar vanaf randomizatie.
* Responsduur (DOR), 1 jaar progressievrije overleving (PFS) en 1-jaars
overlevin vanaf randomizatie.
* Piek- en dalconcentraties bevacizumab-Pfizer en bevacizumab-EU in
geselecteerde cycli tot 1 jaar vanaf randomizatie.
* Incidentie van anti-geneesmiddel (bevacizumab) antilichamen (ADA), inclusief
neutraliserende antilichamen (NAb) tot 1 jaar vanaf randomizatie.
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrond
Biologische therapeutica zijn grote complexe eiwitmoleculen waarvoor een grote
verscheidenheid aan analytische methoden nodig is om een consistente kwaliteit
te waarborgen. Als gevolg van hun complexiteit en de gebruikte
productiemethoden hebben biologische producten een intrinsieke variabiliteit en
is het niet mogelijk een exact identiek product te ontwikkelen. Biosimilars
zijn geneesmiddelen waarvan de structuur in hoge mate overeenkomt met die van
eerder in de handel gebrachte biologische geneesmiddelen. Biosimilars worden
ondersteund door de geëigende analytische tests en klinische onderzoeken om aan
te tonen dat deze voldoende 'soortgelijk' zijn (zowel qua structuur als qua
biologische functie) aan het biologische product.
Bij de ontwikkeling van een biosimilar is een directe vergelijking met een
goedgekeurd referentieproduct vereist. De Europese Unie (EU) heeft een
wettelijke basis voor goedkeuring van biosimilars, waarin een referentieproduct
wordt gedefinieerd als een product dat is toegelaten in de EU (bevacizumab-EU).
Ook in de United States Biologics Price Competition and Innovation Act is een
verkorte goedkeuringsroute vastgesteld voor biologische producten waarvan is
aangetoond dat ze biologisch soortgelijk zijn aan een biologisch product
waarvoor de Food and Drug Administration (FDA) een vergunning heeft verleend
(bevacizumab-US).
BEVACIZUMAB
Bindt zich aan VEGF en voorkomt daardoor de interactie van VEGF met de
bijbehorende receptoren, Flt-1 en kinase insert domain receptor (KDR), op het
oppervlak van endotheelcellen. De interactie van VEGF met de bijbehorende
receptoren leidt tot proliferatie van endotheelcellen en de vorming van nieuwe
bloedvaten in in vitro-modellen van angiogenese.1,2 De blokkade van de
interactie van VEGF door bevacizumab remt de angiogenese en tumorgroei.
Toediening van bevacizumab aan xenotransplantatiemodellen van dikkedarmkanker
in naakte (thymusloze) muizen leidde tot een afname van de microvasculaire
groei en tot remming van de progressie van de gemetastaseerde ziekte.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
* De primaire doelstelling van dit onderzoek is het vergelijken van het
bevestigde objectieve responspercentage (ORR) in week 19 na behandeling met
bevacizumab-Pfizer plus paclitaxel en carboplatine met bevacizumab-EU plus
paclitaxel en carboplatine bij patiënten met gevorderde, niet als
plaveiselcelcarcinoom te karakteriseren
niet-kleincellige longkanker (NSCLC) die niet eerder een behandeling hebben
ontvangen.
Secundaire doelstellingen
* Het evalueren van de veiligheid van bevacizumab-Pfizer plus paclitaxel en
carboplatine en bevacizumab-EU plus paclitaxel en carboplatine.
* Het evalueren van de secundaire maatregelen van tumorcontrole.
* Het evalueren van de populatiefarmacokinetiek (PK) van bevacizumab-Pfizer en
bevacizumab-EU.
* Het evalueren van de immunogeniciteit van bevacizumab-Pfizer en
bevacizumab-EU.
Onderzoeksopzet
Dit is een multinationaal, dubbelblind, gerandomiseerd, parallelgegroepeerd
fase 3 klinisch onderzoek dat de werkzaamheid en veiligheid evalueert van
bevacizumab-Pfizer plus paclitaxel en carboplatine versus bevacizumab-EU plus
paclitaxel en carboplatine bij de eerstelijnsbehandeling van patiënten met
gevorderde, niet als plaveiselcelcarcinoom te karakteriseren (inoperabel,
lokaal gevorderd, recidiverend of gemetastaseerd) niet-kleincellige longkanker
(NSCLC).
Er worden ongeveer 355 patiënten ingeschreven in elke behandelingsarm met in
totaal ongeveer 710 patiënten in meer dan 300 centra. Patiënten worden
gerandomiseerd (1:1) om ofwel behandeling met bevacizumab-Pfizer plus
paclitaxel en carboplatine ofwel bevacizumab-EU plus paclitaxel en carboplatine
te ontvangen. Randomisatie wordt gestratificeerd naar regio (op basis van de
locatie van het geneesmiddeldepot dat het centrum voorziet van middelen),
geslacht (man/vrouw) en voorgeschiedenis van roken (nooit/ooit). Patiënten
nemen gemiddeld ongeveer dertien maanden deel aan het onderzoek. Dit is
inclusief ongeveer één maand van screening en ten minste één jaar voor
behandeling en follow-up.
De werkelijke lengte van deelname voor de individuele patiënt hangt af van de
werkelijke duur van de behandeling. De minimale verwachte deelname is één jaar,
tenzij korter wegens overlijden, intrekking van de toestemming, of vroegtijdige
beëindiging van het onderzoek.
Na de voltooiing van minimaal vier maar niet meer dan zes cycli chemotherapie,
of bij stopzetting van de chemotherapie, blijven patiënten op
bevacizumab-Pfizer of bevacizumab-EU elke drie weken bevacizumab-monotherapie
met geblindeerd geneesmiddel ontvangen, tot ziekteprogressie of onaanvaardbare
toxiciteit. Onderzoeksbehandeling met bevacizumab dient door te gaan tot
ziekteprogressie, zoals beoordeeld door RECIST 1.1, naar het oordeel van de
onderzoeker. Derhalve is de behandeling van individuele patiënten met
bevacizumab na week 19 van het onderzoek naar verwachting een geschikte
behandeling voor individuele patiënten. Patiënten die ziekteprogressie ervaren,
dienen met de onderzoeksbehandeling te staken en te beginnen met de
follow-up-fase van het onderzoek.
Patiënten die stoppen met de onderzoeksbehandeling om andere redenen dan
ziekteprogressie, intrekking van de toestemming of het starten van een nieuwe
kankerbehandeling vóór week 19, moeten tumorbeoordelingen ondergaan tot en met
week 19 volgens het protocolschema. Als de onderzoeker identificeert een
volledige of een gedeeltelijke respons op basis van 1.1 RECIST criteria moeten
deze responsen bevestigd worden na 6 weken, wanneer mogelijk, met dezelfde
beeldvormingssequentie.
Er worden in het onderzoek twee eenzijdige hypothesetoetsen voor ORR uitgevoerd
om aan te tonen dat bevacizumab-Pfizer gelijkwaardig is aan bevacizumab-EU.
Voor de EU wordt gelijkwaardigheid geacht tot stand te zijn gebracht als het
95%-betrouwbaarheidsinterval van de risicoverhouding in de marge van 0,73 to
1,37 valt.
Veiligheid wordt tijdens het hele onderzoek op een geblindeerde wijze door het
onderzoeksteam, en op een niet-geblindeerde wijze beoordeeld door een externe
commissie voor gegevenscontrole
(DMC - Data Monitoring Committee).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Dag 1 van een cyclus van 21 dagen voor elke cyclus van minimaal 4 en niet meer dan zes (6) cycli van 21 dagen. Na stopzetting van paclitaxel en carboplatine wordt behandeling eenmaal per drie weken met bevacizumab-Pfizer of bevacizumab-EU (monotherapie) voortgezet tot het volgende zich voordoet: onaanvaardbare toxiciteit, verzoek van de regelgevende instanties, overlijden, verzoek van de onderzoeker, beëindiging door de patiënt of ziekteprogressie.
Inschatting van belasting en risico
De meest voorkomende bijwerkingen van bevacizumab - EU zijn: hoge bloeddruk,
handen of voeten die ongevoelig zijn of tintelen, afwijkingen (afname) in het
aantal bloedcellen, zwakte, gebrek aan energie, vermoeidheid, diarree,
misselijkheid en braken.
Meer informatie over de bijwerkingen van bevacizumab - EU en de overige
medicatie gebruikt in deze behandelingen vindt u in bijlage 3: *Risico*s en
bijwerkingen*. In deze bijlage wordt tevens informatie gegeven over minder vaak
voorkomende bijwerkingen en mogelijke bijwerkingen als gevolg van de procedures
die onderdeel zijn van het onderzoek.
Algemeen / deelnemers
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Wetenschappers
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannelijke en vrouwelijke patiënten *18 jaar of * meerderjarigheid in de regio.;2. Nieuw gediagnosticeerde fase IIIB of IV niet-kleincellige longkanker (volgens het herziene International System for Staging Lung Cancer-criteria uit 2010) of recidiverende niet-kleincellige longkanker (NSCLC).;3. Histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van overwegend niet als plaveiselcelcarcinoom te karakteriseren niet-kleincellige longkanker (NSCLC).;4. Ten minste één meetbare laesie gedefinieerd door de Response Evaluation Criteria in Solid Tumors (RECIST v1.1).;5. Bij patiënten met terugkerende ziekte dienen ten minste zes maanden te zijn verstreken sinds afronding van de adjuvante of neo-adjuvante behandeling.;6. Sreening scan (computertomografie [CT] of magnetische resonantie beeldvorming [MRI]) van de hoofd, borstkas, abdomen (met bijnieren) en andere ziektelocaties, zoals klinisch geïndiceerd, om de ziektelast te beoordelen.;7. Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) Performance Status 0 of 1.;8. Laboratoriumwaarden bij screening binnen de volgende grenzen (waarbij afwijking van maximaal 10% aanvaardbaar is voor een enkele waarde, indien naar het oordeel van de onderzoeker de patiënt geen verhoogd veiligheidsrisico heeft):;Beenmergfunctie;a. Absoluut aantal neutrofielen (ANC) *1,5 x 109 cellen/l (1500/mm3);
b. Trombocytengehalte *100 x 109 cellen/l (100.000/mm3);
c. Hemoglobine *9,0 g/dl (90 g/l); Nierfunctie
d. Serum of plasma creatinine *1,5 x de bovengrens van normaal (ULN);;e. Urinedipstick proteïnurie <2+ (d.w.z. of 0, spoor of 1+). Als urinedipstick proteïnurie
>1+ is, dan moet een eiwitbepaling in 24-uurs urine een uitscheiding van
*500 mg eiwit per dag in de urine hebben aangetoond, of urine eiwit/creatinine ratio (UPC) groter dan 1;;Leverfunctie;f. Totaal bilirubine *1,5 x ULN (<3 ULN indien syndroom van Gilbert);;g. aspartaat-aminotransferase (AST) en/of alanine-aminotransferase (ALT)
*3 x ULN (*5 x ULN bij aanwezigheid van levermetastasen).;9. Herstel (tot graad 1 of baseline) van alle klinisch significante nadelige effecten van eerdere behandelingen (met uitzondering van alopecia).;10. Bewijs van een persoonlijk ondertekend en gedateerd document voor geïnformeerde toestemming dat aangeeft dat de patiënt is geïnformeerd over alle relevante aspecten van het onderzoek.;11. Patiënten die bereid en in staat zijn om de geplande bezoeken, behandelingsplan, laboratoriumonderzoeken en andere onderzoeksprocedures op te volgen.;12. In aanmerking komen voor de studiebehandeling met bevacizumab, paclitaxel en carboplatine op basis van de standaardzorg, voor de behandeling van gevorderde of gemetastaseerde niet-plaveiselcelcarcinoom te karakteriseren niet-kleincellige longkanker.;13. Mannelijke patienten die in staat zijn kinderen te verwekken en vruchtbare vrouwelijke patienten met een risico op zwangerschap moeten instemmen om twee zeer effectieve anticonceptiemethoden te gebruiken tijdens het onderzoek en minimaal zes maanden na de ontvangst van de laatste dosis van de toegewezen behandeling.;Vrouwelijke patienten die niet vruchtbaar zijn (d.w.z. zij moeten aan minimaal een van de volgende criteria voldoen):;* zij hebben een geregistreerde hysterectomie en/of bilaterale ovariëctomie ondergaan;;* zij hebben een medisch bevestigd ovarieel falen; of;* zij hebben een postmenopauzale status bereikt als volgt gedefinieerd: beëindiging van een regelmatige menstruatie gedurende minimaal twaalf opeenvolgende maanden met geen alternatieve pathologische of fysiologische oorzaak; status kan bevestigd worden door het hebben van een serumwaarde van follikelstimulerend hormoon (FSH) bevestigend de postmenopauzale status.;Alle andere vrouwelijke patienten (inclusief vrouwen bij wie de eileiders zijn afgebonden) zullen worden beschouwd in de vruchtbare leeftijd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Kleincellige longkanker (SCLC), of een combinatie van SCLC en NSCLC. Plaveiselceltumoren en gemengde adenosquameuse carcinomen van overwegend een plaveiselcelkarakter.;2. Bewijs van een tumor die grote bloedvaten comprimeert of binnendringt of tumorcavitatie die zou kunnen gaan bloeden.;3. Bekende gevoelige EGFR-mutaties (bijvoorbeeld 19-deleties of L858R) of positieve mutaties EML4-ALK translocatie. Als mutatie testen worden uitgevoerd, moeten de resultaten bekeken worden en moeten ze bevestigd zijn als negatief voor randomizatie plaatsvindt.;4. Voorgeschiedenis van een andere kanker binnen vijf jaar voorafgaand aan screening voor dit onderzoek, behalve adequaat behandeld ductaal carcinoom in situ van de borst, carcinoma in situ van de baarmoederhals, of basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom.;5. Eerdere systemische therapie voor NSCLC, eerdere neo-adjuvante / adjuvante therapie is toegestaan als chirurgische resectie voor de primaire ziekte heeft plaatsgevonden.;6. Voorgeschiedenis van lokale bestraling voor pijnlijke botmetastasen in de afgelopen 2 weken. (Patienten met botmetastasen komen in aanmerking, alhoewel patienten met symptomatische of pijnlijke botmetastasen mogen niet palliatieve lokale bestraling hebben ontvangen voor ten minste 2 weken voorafgaand aan de randomisatie). ;7. Voorgeschiedenis van hemoptyse (> 2,5 ml per gebeuren) in de afgelopen drie maanden of ernstige bloeding. Bewijs van huidige trombotische stoornissen of bloedingsstoornissen. Therapeutische antistolling en/of stollings abnormaliteiten (bv, INR > 1.5 en een aPTT groter dan ULN tenzij profylactische antistolling.;8. Medisch ongecontroleerde hypertensie of systolische bloeddruk > 150 mmHg of diastolische bloeddruk > 100 mmHg.;9. Perifere motorische of sensorische neuropathie met een waarde van * graad 2.;10. Grote operatie, of experimentele middelen, binnen vier weken vóór de toediening van de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling. Geplande grote operatie tijdens de behandelingsperiode.;11. Een ongenezen wond of botbreuk.;12. Actieve infectie. Patiënten moeten van de anti-infectie middelen af zijn.;13. Bijkomende ziekten die het risico van toxiciteit zouden doen toenemen.;14. Gelijktijdige toediening van andere behandelingen tegen kanker. Behandeling met bisfosfonaten en Rank-ligand remmer voor reeds bestaande botmetastasen of osteoporose is toegestaan.;15. Bekende metastasen van het centrale zenuwstelsel (CZS), aangetoond door toepasselijke scans, klinische symptomen, cerebraal oedeem en/of progressieve groei (indien een verdachte laesie van het CZS niet bevestigd is door pathologie). Behandelbare en stabiele (asymptomatische; geen steroiden) brein metastases zijn toegestaan.;16. Actieve ongecontroleerde hartziekte, zoals cardiomyopathie, congestief hartfalen (CHF) volgens de New York Heart Association-functieclassificatie van *3, instabiele angina of myocardinfarct binnen twaalf maanden voorafgaand aan de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling. Klinisch significante cardiovasculaire aandoening, perifeer vaatlijden, transiënte ischemische aanval, cerebrovasculair accident.
;17. Voorgeschiedenis van bekende ernstige overgevoeligheidsreactie voor een van de middelen die worden toegediend tijdens het onderzoek, inclusief van zoogdiercel afgeleide geneesmiddelen, taxanen, bevacizumab, muizeneiwitten, of hulpstoffen in hun formuleringen.;18. Klinische contra-indicatie voor behandeling met steroïden die gebruik hiervan als onderdeel van de premedicatie voor paclitaxel verhindert.;19. Zwangere vrouwelijke patiënten, vrouwelijke patiënten die borstvoeding geven, patiënten met een partner die momenteel zwanger is, patiënten die een kind kunnen verwekken en vruchtbare vrouwelijke patiënten die niet bereid of in staat zijn twee zeer effectieve anticonceptiemethoden te gebruiken zoals uiteengezet in dit protocol voor de duur van het onderzoek en voor minimaal zes maanden na de ontvangst van de laatste dosis van de onderzoeksmedicatie.;Opmerking: Vruchtbare vrouwelijke deelnemers moeten, om de mogelijkheid van een zwangerschap uit te sluiten, op twee momenten, een serum- of urinezwangerschapstest met een gevoeligheid van ten minste 25 mIU/ml laten uitvoeren door een plaatselijk gecertificeerd laboratorium, en er zijn twee negatieve tests nodig voordat de eerste dosis van het experimentele product mag worden ontvangen. De tweede negatieve test moet gedaan worden gedurende de eerste vijf dagen van de menstruatie, direct voorafgaand aan de eerste dosis van het experimentele product. Bij afwezigheid van een regelmatige menstruatie moet de patiënt
gedurende minimaal 1 maand twee verschillende methoden van anticonceptie hebben gebruikt voordat de tweede zwangerschapstest wordt uitgevoerd. Een patiënt is vruchtbaar als, naar de mening van de onderzoeker, zij biologisch in staat is kinderen te krijgen en seksueel actief is. Dit omvat vrouwen die anticonceptie gebruiken of wier seksuele partners zijn gesteriliseerd of anticonceptie gebruiken.;Zie protocol voor exclusie criteria 20-25
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-003878-16-NL |
CCMO | NL52220.056.15 |