Primair:*Het vaststellen van de maximaal verdraagbare dosis (MTD) en het onderzoeken van de farmacokinetiek (PK) van een enkelvoudige dosis Lanreotide PRF bij proefpersonen met acromegalieSecundair:*Het onderzoeken van de veiligheid en de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hypothalamus- en hypofyseaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Veiligheidsvariabelen:
* Bijwerkingen tijdens de gehele studie.
* Vitale functies (bloeddruk en hartslag in rugligging en staande positie, en
lichaamstemperatuur) bij screening, bij baseline (voorafgaand aan de toediening
op Dag 1), 6 en 24 uur na de toediening, en in Week 2, 3, 4, 5, 7, 9, 11 en 13
van de behandelingsperiode.
* Lichamelijk onderzoek bij screening, bij baseline (voorafgaand aan de
toediening op Dag 1), 6 en 24 uur na de toediening, en in Week 2, 3, 4, 5, 7,
9, 11 en 13 van de behandelingsperiode.
* 12 afleidingen-ECG, QTc-interval wordt berekend met behulp van de
Fridericia-methode bij alle proefpersonen bij screening, bij baseline
(voorafgaand aan de toediening op Dag 1), 6 uur na de toediening op Dag 1, 24
uur na de toediening, en in Week 2, 5 en 13.
* Klinisch laboratoriumonderzoek: hematologie, coagulatie, klinische biochemie,
urineonderzoek bij screening, bij baseline (voorafgaand aan de toediening op
Dag 1), 6 uur na de toediening op Dag 1, op Dag 3, en in Week 2, 3, 4, 5, 9 en
13 van de behandelingsperiode.
* HbA1c bij screening en in Week 13.
* Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR), geschat met de MDRD
(Modification of Diet in Renal Disease) -formule [1] bij screening, bij
baseline (voorafgaand aan de toediening op Dag 1), en in Week 2, 5, 9 en 13 van
de behandelingsperiode.
* Echografie van de galblaas bij screening, in Week 5 en Week 13 van de
behandelingsperiode.
* Veronderstelde antilichamen tegen Lanreotide bij baseline (voorafgaand aan de
toediening op Dag 1) en in Week 13.
* Beoordeling van reacties op de injectieplaats (beeld, lokale symptomen). Deze
worden beoordeeld op een speciaal formulier in de elektronische case report
form (eCRF) 1 en 6 uur na de toediening op Dag 1, op 24 uur na de toediening en
in Week 2, 3, 4, 5, 7, 9, 11 en 13 van de behandelingsperiode.
Farmacokinetische variabelen:
De serumconcentratie Lanreotide op de volgende tijdstippen na toediening van
Lanreotide PRF:
* Bij baseline (voorafgaand aan de toediening van Lanreotide PRF op Dag 1).
* 1, 2, 4, 6, 8 en 12 uur na de toediening (Dag 1).
* 24 uur na de toediening (Dag 2).
* Op Dag 3 en 5, en in Week 2, 3, 5, 9 en 13 na de toediening van Lanreotide
PRF (het monster van Week 13 wordt afgenomen op Dag 85 en komt overeen met de
concentratie aan het eind van het doseringsinterval (Ctrough)).
* Er wordt een niet-compartimentele analyse uitgevoerd en de volgende
PK-parameters worden berekend: Ctrough, maximale serumconcentratie (Cmax), tijd
tot maximale serumconcentratie (Tmax), oppervlak onder de
serumconcentratie-tijdcurve van tijdstip 0 tot 85 dagen (AUC0 85), oppervlak
onder de concentratie-tijdcurve geëxtrapoleerd naar oneindig (AUC0 *),
schijnbare terminale halfwaardetijd (t1/2), gemiddelde verblijftijd (MRT),
schijnbare klaring (CL/F) en schijnbaar verdelingsvolume (V/F).
De serumconcentratie hulpstof op de volgende tijdstippen:
* Bij baseline (voorafgaand aan de toediening van Lanreotide PRF op Dag 1).
* 1, 2, 4, 6, 8 en 12 uur na de toediening (Dag 1), 24 uur na de toediening
(Dag 2), en op Dag 3 en 5 na de toediening van Lanreotide PRF.
* Er wordt een niet-compartimentele analyse uitgevoerd van de
tijd-concentratiegegevens van de hulpstof en de volgende PK-parameters worden
berekend: Cmax, Tmax, oppervlak onder de serumconcentratie-tijdcurve vanaf
tijdstip 0 tot het laatste kwantificeerbare tijdstip (AUCt), AUC0 *, t1/2, MRT,
CL/F en V/F.
Secundaire uitkomstmaten
Farmacodynamische variabelen:
De volgende PD-variabelen worden bij alle proefpersonen bepaald:
* IGF-1 bij screening, bij baseline (voorafgaand aan de toediening op Dag 1), 6
uur na de toediening (Dag 1) en in Week 5, 9 en 13.
* GH-cyclus ('s ochtends wordt gedurende 2 uur elke 30 minuten een monster
afgenomen (totaal 5 keer)) bij screening, bij baseline (voorafgaand aan de
toediening op Dag 1) en in Week 5 en 13.
* Willekeurig GH-monster 6 uur na de toediening (Dag 1) en in Week 9.
* Vrij tri-joodthyronine (FT3), vrij thyroxine (FT4), schildklier-stimulerend
hormoon (TSH) en prolactine (PRL) bij screening, bij baseline (voorafgaand aan
de dosering op Dag 1), en in Week 2, 5 en 13 van de behandelingsperiode.
Achtergrond van het onderzoek
Acromegalie is een zeldzame (incidentie van ongeveer 3 gevallen per miljoen
personen per jaar; prevalentie ongeveer 60 per miljoen), chronische ziekte
veroorzaakt door exessieve uitscheiding van het groeihormoon (GH) vanuit een
gezwel aan de hypofyse. Verhoogde plasma concentratie van het GH veroorzaken de
symptomen en pathologie van de ziekte, hetzij door directe werking op het
weefsel zelf of indirect door middel van het overstimuleren van de uitscheiding
van het op insuline lijkende growth factor 1 (IGF1)
Ziektebestrijding van acromegalie bestaat uit verschillende componenten:
Biochemische controle, reduceren van de tumor grootte en het verbeteren van
klinische symptomen. GH en IGF1 concentraties zijn de belangrijkste
biochemische markers die gebruikt worden om het effect op de behandeling te
meten en representeren de meest voorkomende primaire eindpunten in klinische
studies die de werkzaamheid evalueren. Zowel effect op GH en IGF1 zijn
geassocieerd met een verbeterde prognose en een afgenomen sterfte.
De voorkeursbehandeling is trans sphenodial operatie, soms samen met
radiotherapie. Echter, ondanks deze maatregelen blijft de acromegalie actief
in veel patienten, gedefinieerd aan de hand van verhoogde concentraties van GH
en IGF1, aanhoudende klinische symptomen en toegenomen morbiditeit en sterfte.
Als voorbeeld; tussen de 40% en 60% van de macroadenomas kunnen waarschijnlijk
niet gecontroleerd worden met alleen een operatie. Primaire medische
behandeling of operatieve verwijdering gevolgd door medische therapie en/of
radiotherapie zijn mogelijke behandelingen voor zulke tumoren.
Somatostatine analogen (SSTa) verlagen GH en IGF uitscheiding met succes in
ongeveer 70% van de patienten. Ze verlichten vele symptomen van acromegalie,
verbeteren de gerelateerde comorbide complicaties, en kunnen mogelijk de
grootte van de tumor verminderen of stabiliseren in een deel van de patienten.
Vergeleken met kort werkende SSTa, hebben lang werkende formules aangetoond te
zorgen voor een gelijkwaardige of betere controle van acromegalie. De
belangrijkste neven werkingen (Adverse Events) gerelateerd aan SSTa zijn maag
en darm klachten, inclusief buikkrampen en een verhoogde kans of galbaas
sediment of galstenen.
Doel van het onderzoek
Primair:
*Het vaststellen van de maximaal verdraagbare dosis (MTD) en het onderzoeken
van de farmacokinetiek (PK) van een enkelvoudige dosis Lanreotide PRF bij
proefpersonen met acromegalie
Secundair:
*Het onderzoeken van de veiligheid en de verdraagbaarheid van een enkelvoudige
dosis Lanreotide PRF
*Het onderzoeken van de farmacodynamiek (PD) van een enkelvoudige dosis
Lanreotide PRF
*Het onderzoeken van de PK van de hulpstof
Verkennend:
Het opslaan van bloedmonsters (biobanking) voor latere analyse van biomarkers
bij proefpersonen die toestemming geven voor deelname aan het verkennende deel
van de studie
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, dosis escalatie studie om de PK, PD, veiligheid en de
verdraagbaarheid van een enkelvoudige dosis Lanreotide PRF vast te stellen.
Doseringen van 180 mg, 270 mg en 360 mg zullen onderzocht worden in volwassenen
met acromegalie bij wie de aandoening eerder is behandeld en onder controle is
gehouden met een stabiele dosering Octreotide LAR of lanreotide Autogel. De
studie bestaat uit een 4 weken durende aanloopperiode die gevolgd wordt door
een 12 weken durende behandelingsperiode en daarna een 12 weken durende
follow-up periode.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geschikte patiënten starten met een 4 weken durende aanloopperiode waarin zij dezelfde enkelvoudige dosis Octreotide LAR of lanreotide Autogel ontvangen als tijdens hun vorige behandeling (Dag -28). Vervolgens begint een 12 weken durende behandelingsperiode waarin de proefpersonen op Dag 1 (4 weken na de laatste toediening van Octreotide LAR) één diepe subcutane injectie met Lanreotide PRF toegediend krijgen. Het is de bedoeling om drie groepen proefpersonen in de studie op te nemen; Groep 1 ontvangt Lanreotide PRF 180 mg, Groep 2 ontvangt 270 mg en Groep 3 ontvangt 360 mg.
Inschatting van belasting en risico
De studie heeft in totaal een hogere frequentie ziekenhuisbezoeken en een
uitgebreidere controle vergeleken met de standaardbehandeling. Screening
(visite 1) bevat een gespek met de patient, een lichamelijk onderzoek, een
12-afleidingen ECG, bloedafname (vastend), urine verzameling en een echografie
van de galblaas. De hoofdzakelijke belasting valt op de dag van de toediening
van de studie medicatie (v2) waarvoor een ziekenhuis opname van 24 uur en een
aantal bloedafnames nodig is. De procedures tijdens de daaropvolgende visites
(behandeling en follow up) zullen minder belastend zijn voor de patient. De
neven werkingen gerelateerd aan de studie medicatie zijn goed in kaart gebracht
en de patienten zullen zorgvuldig gecontroleerd worden op reacties op de plaats
van de injectie. De belasting en risico in de studie worden gecompenseerd door
de verlengde (tot 12 weken) verlichting van of vermindering van de tekenen en
symptomen van acromegalie.
Algemeen / deelnemers
quai George Gorse 65
Boulogne Billancourt 92650
FR
Wetenschappers
quai George Gorse 65
Boulogne Billancourt 92650
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle proefpersonen moeten voldoen aan alle van de volgende criteria om in de studie te worden opgenomen:
-Gedocumenteerde diagnose van acromegalie.
-Verstrekte schriftelijke geïnformeerde toestemming voorafgaand aan eventuele studiegerelateerde procedures.
-Minimaal 18 jaar en maximaal 75 jaar oud.
-Niet-vruchtbare vrouw of man. Niet-vruchtbaar wordt gedefinieerd als postmenopauzaal gedurende ten minste 1 jaar of gedocumenteerd onvruchtbaar (door natuurlijke oorzaak of verworven).
-Mannelijke proefpersonen moeten ermee instemmen dat, als hun partner zwanger zou kunnen worden, zij gedurende de studie (tot 7,5 maanden) een medisch aanvaarde, effectieve anticonceptiemethode (d.w.z. een condoom) gebruiken.
-Behandeling met een stabiele dosis Octreotide LAR of lanreotide Autogel gedurende ten minste 3 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de opname in de studie, met de bevestiging dat de aandoening gedurende deze behandelingsperiode onder controle was (documentatie van voor leeftijd gecorrigeerde IGF-1 < 1.3 x bovengrens van normaal (ULN), gebaseerd op lokale lab resultaten, in de Screening periode).
-Als de proefpersoon een behandeling krijgt voor hypertensie, is de dosis ten minste 1 maand voorafgaand aan de opname in de studie stabiel geweest.
-Proefpersonen moeten bereid zijn en in staat zijn om zich te houden aan de beperkingen van de studie en gedurende de vereiste duur tijdens de studieperiode in het studiecentrum te verblijven en ze moeten bereid zijn om terug te komen naar het studiecentrum voor de follow-up beoordeling zoals in het protocol nader wordt beschreven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een patiënt wordt niet in de studie opgenomen indien hij/zij:
-Radiotherapie heeft ondergaan binnen 2 jaar voorafgaand aan de opname in de studie.
-Behandeld is met een dopamine-agonist en/of GH-receptorantagonist of hypofysechirurgie heeft ondergaan binnen 3 maanden voorafgaand aan de opname in de studie.
-Naar verwachting tijdens de studie hypofysechirurgie of radiotherapie moet ondergaan.
-Tijdens de screeningperiode klinisch significante leverafwijkingen heeft en/of alanine-aminotransferase (ALT) en/of aspartaat-aminotransferase (AST) *3 x ULN en/of alkaline-fosfatase (AP) *2,5 x ULN en/of totaal bilirubine *1,5 x ULN en/of gamma-glutamyltranspeptidase (GGT) *2,5 x ULN (resultaten van centraal laboratorium) of een voorgeschiedenis van deze bevindingen tijdens behandeling met een somatostatine-analoog (SSTa).
-Tijdens de screeningperiode klinisch significante pancreasafwijkingen heeft en/of amylase en/of lipase *1,5 x ULN (resultaten van centraal laboratorium).
-Een significante nierafwijking heeft en/of creatinine *1,5 x ULN in de Screening periode (centrale labresultaten).
-Ongecontroleerde diabetes heeft (geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c) *9%, centraal vastgesteld tijdens de screeningperiode), of diabetes heeft die behandeld wordt met insuline gedurende minder dan 6 maanden voorafgaand aan de opname in de studie.
-Een bekende ongecontroleerde cardiovasculaire aandoening heeft of binnen 6 maanden voorafgaand aan de screening een of meer van het volgende heeft gehad: ventriculaire of atriale ritmestoornissen *klasse 2, bradycardie *klasse 2, elektrocardiogram (ECG) met een verlengd gecorrigeerd QT-interval (QTc) *klasse 2, myocardinfarct, ernstige/instabiele angina pectoris, symptomatisch congestief hartfalen, cerebrovasculair accident of transient ischemic attack, longembolie, hypertensie die onvoldoende onder controle is met huidige medicatie.
-Hormoonvervangende medicatie (HRT) met oestrogenen gebruikt.
-Tijdens de echografie die tijdens het screeningsbezoek wordt uitgevoerd (lokaal onderzoek) symptomatische galstenen/gruis heeft OF asymptomatisch is maar een echografie heeft met duidelijk bewijs van een dreigende ontsteking zoals lokale verdikking van de slijmvliezen wat suggereert dat de patiënt een hoog risico heeft op het ontwikkelen van een acute ziekte. Patiënten met asymptomatische galstenen/gruis en verder een normale echografie mogen met goedkeuring van de onderzoeker in de studie worden opgenomen..
-Tijdens de screeningperiode afwijkende bevindingen heeft, een andere medische aandoening heeft of laboratoriumwaarden heeft die naar het oordeel van de onderzoeker de veiligheid van de patiënt in gevaar zouden kunnen brengen.
-Behandeld is met een ander experimenteel geneesmiddel voorafgaand aan het eerste studiebezoek zonder een uitwasperiode te hebben ondergaan van 7 keer de eliminatiehalfwaardetijd van het experimentele middel.
-Een bekende overgevoeligheid heeft voor een of meer van de te testen producten of gerelateerde verbindingen.
-Tijdens de studie waarschijnlijk behandeld moet worden met geneesmiddelen die niet zijn toegestaan volgens het studieprotocol.
-Een voorgeschiedenis heeft van problemen met alcohol of drugs of op dit moment bekende problemen heeft met alcohol of drugs.
-Een geestelijke gesteldheid heeft waardoor hij/zij niet in staat is de aard, de omvang en de mogelijke gevolgen van de studie te begrijpen, en/of blijk heeft gegeven van een niet-coöperatieve houding.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-002389-62-NL |
CCMO | NL51243.078.14 |