In deze studie zullen we de rol van het endotheel GAG in Na + en volume homeostase identificeren. Is er een verband tussen de ESL en de individuele gevoeligheid voor Na +-overschot?
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
fysiologie van natrium- en volumebalans
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
We zullen de effecten van een zoutbelasting op de hemodynamiek, ECV en ESL bij
patiënten met verworven en congenitaal verlies van de ESL onderzoeken. Primaire
eindpunt is ECV, weergegeven door middel van het lichaamsgewicht, bloeddruk en
iohexol metingen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn de dimensies en functionaliteit van de ESL,
gemeten met intravitale microscopie van de sublinguale microvasculatuur en de
transcapillary escape rate (TER-Alb). Daarnaast bestuderen we de nierfunctie
gemeten door glomerualire filtratie rate (GFR), fractionele Na+-excretie,
albuminurie en proteinurie. Ten slotte zullen we huidbiopten nemen om de rol
van de interstitiele huid GAGs in respons op een zoutbelasting in detail te
kunnen bestuderen.
Achtergrond van het onderzoek
Natrium (Na+) speelt een sleutelrol bij het handhaven van het volume homeostase
en bloeddruk (RR), Het verschil tussen Na+ opname en Na+ uitscheiding, de Na +
balans, wordt gereguleerd door de nieren. De regulering van de Na+ balans door
de nieren wordt verondersteld de belangrijkste determinant van extracellulaire
vloeistof volume (ECV) te zijn. Recente studies hebben echter aangetoond dat
Na+ ook in het interstitium van de huid wordt gereguleerd, door non-osmotische
binding aan negatief geladen glycoaminogycanen (GAGs), die daardoor als
Na+-buffer kunnen worden beschouwd. Op basis van deze bevindingen,
hypothetiseren wij dat de endothelial surface layer (ESL), gelokaliseerd aan de
luminale zijde van het endotheel en dat voornamelijk uit negatief geladen GAGs
bestaat, een belangrijke speler is in volume homeostase, door de mogelijkheid
om Na+ non-omostisch aan zich te binden en zo als eerste Na+-buffer te
handelen. Bovendien zou een verstoorde ESL kunnen leiden tot een verhoogde ECV
en RR respons na een zoutbelasting. Het volume van de ESL varieert sterk tussen
individuen (0.5 tot 2.3 l) en het is bekend dat het volume van ESL verminderd
is in specifieke patiëntengroepen, zoals bij diabetes type 1 en patiënten met
een chronische nierziekte. De ESL is betrokken bij vasculaire fysiologische
processen, zoals mechanotransductie, hemostase en vasculaire permeabiliteit. De
potentiele non-osmotische Na+-bufferende capaciteiten van de ESL zonder
evenredige waterretentie is echter nog maar beperkt bestudeerd, maar lijkt een
sleutelrol te hebben in ziektes gekenmerkt door volume overload (hypertensie,
hartfalen, chronische nierziektes). Mochten de endotheliale GAGs betrokken zijn
bij niet-osmotische Na+ buffering, dan zouden nieuwe behandelingsstrategieën
zich kunnen richten op herstel van de ESL. Dit zou kunnen leiden tot verbeterde
controle over RR en ECV controle en daarmee een betere cardiovasculaire
uitkomst.' Deze studie richt zich op een nieuwe functie van de ESL, namelijk de
non-osmotische opslag van Na+.
Doel van het onderzoek
In deze studie zullen we de rol van het endotheel GAG in Na + en volume
homeostase identificeren. Is er een verband tussen de ESL en de individuele
gevoeligheid voor Na +-overschot?
Onderzoeksopzet
Het betreft een experimentele interventionele cross-over studie waarin we
natriumbufferende capaciteiten van de endotheliale GAGs willen bestuderen. We
zullen verschillende zoutcondities bestuderen en dit effect op de ESL, ECV en
RR in diabetes mellitus type I en HME patiënten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle proefpersonen wordt gevraagd een dieet met vaststaand zoutgehalte volgen (3 en 12 gr respectievelijk, wat gelijk is aan respectievelijk 50 mmol Na+/dag en 200 mmol Na+/dag ) voor 1 week in willekeurige volgorde. Daarnaast krijgen alle proefpersonen op dag 8 van het laag-zout-dieet een hypertoon zoutinfuus om de effecten van een acute zoutbelasting te bestuderen.
Inschatting van belasting en risico
De last van deze studie bestaat uit een totaal van 3 bezoeken waarin ze
ongeveer 17 uur doorbrengen in het ziekenhuis. Alle proefpersonen worden
gevraagd zich te houden aan een lage en een hoge Na + dieet en het verzamelen
van 24-uurs urine tijdens het dieet. De studie bestaat uit extra veneuze
bloedafname en diverse extra diagnostische tests. Invasieve metingen met
verschillende tracers voor ECV en GFR (iohexol), plasma volume (PV) en de TER
(125I-albumine) zal plaatsvinden. De blootstelling aan straling is 'minor'
(maximaal 0,1 mSv). Tot op heden is de rol van de ESL in relatie tot
zoutinname en het ontwikkelen van cardiovasculaire ziekte niet goed begrepen.
Nieuwe behandelingsstrategieen gericht op ziektes gekarakteriseerd door
volumeoverschot zijn nodig. Voor patiënten bestaat geen direct voordeel bij
deelname aan deze studie, maar hun deelname leidt tot betere inzichten over dit
onderwerp. In de toekomst zou dit kunnen leiden tot nieuwe behandelstrategieen
bij ziektes die gekenmerkt worden door een volume-expansie.
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappers
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
DM1 patienten (n=12)
- Mannelijk, tussen 18-40 jaar oud
- Diabetes Mellitus type 1
- Met of zonder microalbuminurie, gedefinieerd als albuminurie 20-200 mgl/L in de ochtendurine, of 30-300 mg/24 uur in 24 uurs urine of albumine/kreatinine ratio 2.5 - 25 mg/mmol in de ochtendurine
- Stabiele nierfunctie (kreatinine klaring >60 ml/min, < 6ml/min achteruitgang per jaar) met of zonder stabiele medicamenteuze behandeling met RAAS-inhibitors
- HbA1 C levels tussen 6,0-10,0% (= 42-86 mmol/mol) in 6 maanden voorafgaand aan de studie
- Meerdere keren per dag gebruik van insuline
- In staat schriftelijk toestemmingsformulier te tekenen en te voldoen aan de eisen en restricties die aangegeven zijn in het toestemmingsformulier;HME patienten (n=12)
- Mannelijk, tussen 18-40 jaar oud
- Gedocumenteerde hereditaire multiple exostosen
- Stabiele nierfunctie (kreatinine klaring >60 ml/min, < 6ml/min achteruigang per jaar, geen proteinurie)
- In staat schriftelijk toestemmingsformulier te tekenen en te voldoen aan de eisen en restricties die aangegeven zijn in het toestemmingsformulier
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Een spreekkamer bloeddruk >140/90 mmHg
- BMI >30 kg/m2
- Een ernstige aandoening in de afgelopen 3 maanden of een significante chronische ziekte dat de onderzoeker beoordeeld als ongeschikt, inclusief chronische inflammatoire aandoeningen
- Een voorgeschiedenis van elk type maligniteit in de afgelopen 5 jaar, muv succesvol behandelde basaalcelcarcinoom van de huid
- Een voorgeschiedenis van nierziekten
- Een cardiovasculaire voorgeschiedenis, gedefinieerd als gedocumenteerd coronair vaatlijden, inclusief myocardinfarct, (in-)stabiele angina pectoris of acuut coronair syndroom, precutane transluminale coronair anioplastiek, 'coronary artery bypass grafting', cerebrovasculair accident inclusief ischemische of hemorrhagische bloeding subarachnoidale bloeding, en perifeer vaatlijden inclusief aneurysma van de aorta
- Een voorgeschiedenis van stollingsafwijkingen
- Een voorgeschiedenis van primaire hyperlipoproteinemie
- Overgevoeligheid of allergie voor jodium of schaaldieren
- Een voorgeschiedenis (minder dan 3 jaar geleden) van drugs- of middelenmisbruik (inclusief benzodiazepines, opioden, amfetamine, cocaine, THC, metamfetamine)
- Een voorgeschiedenis van alcoholisme of de inname van meer dan 3 eenheden alcohol per dag. Alcoholisme is gedefineerd als een gemiddelde wekelijkes inname van > 21 eenheden voor mannelijk. Een eenheid is gelijk aan 8 gr alcohol. Een glas (~240 ml) bier, 1 glas (125 ml) wijn of 1 (25 ml) glas sterke drank
- Problemen rondom bloeddonatie of door beperkte veneuze toegang in linker- en rechterarm
- Proefpersoon heeft in afgelopen 3 maanden bloed gedoneerd
- Roken of ander tabaksmisbruik
- Elke andere reden dat de onderzoeker als schadelijk beschouwd of er toe leidt dat data moeilijk geinterpreteerd kunnen worden
- Relevante ECG-afwijkingen beoordeeld door de onderzoeker of een gemiddelde QTcB of QTcF > 450 millisec.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL48278.018.14 |
OMON | NL-OMON28711 |