De primaire doelstelling van het onderzoek is het evalueren van een preliminair signaal van mogelijke antitumoractiviteit van MK-3475 bij proefpersonen met PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumoren. Secundaire doelstellingen zijn onder meer…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het evalueren van preliminaire signalen van mogelijke antitumoractiviteit van
MK-3475 bij proefpersonen met een gegeven histopathologisch type
PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumor op basis van RECIST 1.1, zoals bepaald
door de onderzoeker, bij de onderstaande tumorindicaties.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstelling voor verschillende indicaties tegelijk
(1) Doelstelling: Het bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid van MK-3475
voor verschillende geselecteerde PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumoren
tegelijk.
Secundaire doelstellingen binnen indicaties
De volgende secundaire doelstellingen zullen afzonderlijk in elk van de 20 in
rubriek 3.1 vermelde ziekte-indicaties worden geëvalueerd.
(1) Doelstelling: Het evalueren van de progressievrije overleving (PVO) bij
proefpersonen met een gegeven type PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumor die
MK-3475 krijgen.
(2) Doelstelling: Het evalueren van de totale overleving (TO) bij proefpersonen
met een gegeven type PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumor die MK-3475
krijgen.
(3) Doelstelling: Het evalueren van de duur van de respons bij proefpersonen
met een gegeven type PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumor die MK-3475
krijgen.
Achtergrond van het onderzoek
Dit is een multicentrisch, niet-gerandomiseerd onderzoek met meerdere cohorten
met MK-3475 bij PD-L1-positieve proefpersonen met gevorderde vaste tumoren die
geen curatieve therapeutische opties hebben. Proefpersonen zullen worden
ingeschreven bij 1 van 20 indicaties van vaste tumoren, zoals uiteengezet in
rubriek 2.1 van het protocol. Gegeven het feit dat *immuuncontroleposten* zoals
de PD-1/PD-L1-as relevant kunnen zijn bij een verscheidenheid aan vaste
tumoren, naast die welke eerder zijn bestudeerd, wordt in dit protocol
onderzocht welke van deze tumoren gevoeliger voor PD-1-remming zou(den) kunnen
zijn. Voor dit onderzoek werden twintig indicaties met een belangrijke
onvervulde medische behoefte in metastatisch/refractair verband gekozen
waarvoor interne PD-1/PD-L1-gegevens bestaan. Deze poging tot het ontdekken van
de juiste indicatie kan leiden tot een beter begrip van welke tumortypen
gevoeliger voor MK-3475 kunnen zijn.
Deelname aan dit onderzoek is afhankelijk van het verschaffen van weefsel
afkomstig van een archiefweefselmonster of een nieuw verkregen kern- of
excisiebiopt van een tumorlaesie, om deze met behulp van IHC te beoordelen op
PD-L1-expressie. Als een archiefmonster PD-L1-negatief is maar een nieuw
verkregen biopt is positief, komt de proefpersoon in aanmerking. Het monster
zal in een centraal laboratorium worden beoordeeld op de expressiestatus van
PD-L1. Alleen proefpersonen met PD-L1-positieve tumoren zullen in het onderzoek
worden ingeschreven. Dat PD-L1 de mogelijke respons op anti-PD-1-therapie zou
kunnen voorspellen, is gebaseerd op de resultaten van Topalian et al die de
PD-L1-expressie onderzochten in de archiefmonsters van 42 van de 296
proefpersonen die waren behandeld met de PD-1-remmer nivolumab. Van de 17
proefpersonen van wie de tumorcellen niet positief kleurden op PD-L1 met
gebruikmaking van een drempel van 5% van tumorceloppervlakte-expressie, werd er
geen objectieve respons aan de hand van RECIST 1.1 waargenomen. Van de 25
proefpersonen van wie de tumorcellen werden beschouwd als positief voor PD-L1,
reageerden er echter 9 (36%). Daarom wordt verondersteld dat PD-L1-expressie
een voorspellende biomarker van anti-PD-1-activiteit kan zijn, en dit
selectiecriterium zal in dit onderzoek worden gebruikt als een noodzakelijk
onderdeel voor inschrijving in het onderzoek.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van het onderzoek is het evalueren van een preliminair
signaal van mogelijke antitumoractiviteit van MK-3475 bij proefpersonen met
PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumoren. Secundaire doelstellingen zijn onder
meer veiligheid en verdraagbaarheid, progressievrije overleving (PVO), totale
overleving (TO) en duur van de respons.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicentrisch, niet-gerandomiseerd onderzoek met meerdere cohorten
met MK-3475 bij proefpersonen met PD-L1-positieve, gevorderde vaste tumoren die
geen curatieve therapeutische opties hebben. De proefpersonen zullen worden
ingeschreven bij één van de volgende 20 cohorten van vaste tumoren:
A1 Colon- of rectaal adenocarcinoom
A2 Plaveiselcelcarcinoom van het anale kanaal
A3 Pancreasadenocarcinoom
A4 Oesofageaal plaveiselcelcarcinoom of adenocarcinoom (inclusief
gastro-oesofageale verbinding)
A5 Galsysteemadenocarcinoom (galblaas en galboom maar exclusief kankers van de
papil van Vater)
A6 Carcinoïde tumoren
A7 Neuro-endocriene carcinomen (goed of matig gedifferentieerde pancreatische
neuro-endocriene tumor)
B1 ER-positieve, HER2-negatieve borstkanker
B2 Ovariumepitheel-, eileider- of primair peritoneaal carcinoom
B3 Endometriumcarcinoom
B4 Plaveiselcelkanker van de baarmoederhals
B5 Plaveiselcelcarcinoom van de vulva
C1 Kleincellige longkanker
C2 Mesothelioom (maligne pleuraal mesothelioom)
D1 Schildklierkanker (papillair of folliculair subtype)
D2 Speekselkliercarcinoom
D3 Nasofaryngeaal carcinoom
E1 Glioblastoma multiforme
E2 Leiomyosarcoom
E3 Prostaatadenocarcinoom
Er zullen ongeveer 320 proefpersonen bij dit onderzoek worden ingeschreven ter
bestudering van de veiligheid en werkzaamheid bij deze cohorten van de
MK-3475-dosis van 10 mg/kg, elke 2 weken toegediend. Proefpersonen zullen elke
8 weken (56 dagen ±7 dagen) met radiografische beeldvorming worden geëvalueerd
om de respons op de behandeling te bepalen. Na 6 maanden zal radiografische
beeldvorming elke 12 weken (84 dagen ±7 dagen) worden uitgevoerd. RECIST 1.1
zal worden gebruikt als het primaire werkzaamheidseindpunt van het
responspercentage.
Inschatting van belasting en risico
• bloedafname: het afnemen van bloed uit de arm kan pijn, een blauwe plek,
licht gevoel in het hoofd en, in zeldzame gevallen, een infectie veroorzaken;
• infuus: het gebruik van een infuus kan ongemak, irritatie, lichte
bloeduitstortingen, bloedingen, lekken van het geneesmiddel naast het bloedvat
en in zeldzame gevallen infecties, misselijkheid en een licht gevoel in het
hoofd veroorzaken;
• CT-scans: vormen met behulp van straling beelden van inwendige botten en
organen. Het is bekend dat door straling kankercellen kunnen ontstaan. De
effecten van de blootstelling aan straling worden gedurende het leven
opgebouwd. De hoeveelheid straling waaraan de patient in dit onderzoek wordt
blootgesteld zal niet beduidend groter zijn dan voor patiënten met kanker, die
niet aan het onderzoek deelnemen. De contrastvloeistof die mogelijk voor de
CT-scan wordt toegediend, kan een allergische reactie geven (zeldzaam).
Ernstige allergische reacties kunnen levensbedreigend zijn.
CT-contrastvloeistof kan nierschade veroorzaken, in het bijzonder als de
patient diabetes heeft of gedehydrateerd of op leeftijd is;
• MRI: De mogelijke risico*s van MRI zijn claustrofobie (angst voor kleine
afgesloten ruimten), ongemak door langdurig stilliggen en mogelijk andere
factoren die met de patient worden besproken op de MRI afdeling;
• lichaamsweefsel afname: Afname van lichaamsweefsel kan pijn,
bloeduitstortingen, bloedingen, roodheid, een lage bloeddruk, zwellingen en/of
infecties veroorzaken op de plek waar deze is verricht. Het anestheticum kan
mogelijk een allergische reactie geven. Op de plek waar afname van een
lichaamsweefsel is verricht kan een litteken ontstaan.
Algemeen / deelnemers
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappers
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologisch of cytologisch gedocumenteerde, plaatselijk gevorderde of metastatische vaste maligniteit hebben, waarbij (a) eerdere standaardtherapie mislukte, of (b) waarvoor geen standaardtherapie bestaat of (c) waarbij standaardtherapie door de patiënt en behandelend arts niet gepast wordt geacht. Er is geen beperking wat betreft het aantal eerdere behandelingsregimes.;2. Eén van de volgende indicaties van gevorderde (niet-reseceerbare en/of metastatische) vaste tumoren hebben waarvoor geen curatieve therapie bestaat:
A1 Colon- of rectaal adenocarcinoom
A2 Plaveiselcelcarcinoom van het anale kanaal
A3 Pancreasadenocarcinoom
A4 Oesofageaal plaveiselcelcarcinoom of adenocarcinoom (inclusief gastro-oesofageale verbinding)
A5 Galsysteemadenocarcinoom (galblaas en galboom maar exclusief kankers van de papil van Vater)
A6 Carcinoïde tumoren
A7 Neuro-endocriene carcinomen (goed of matig gedifferentieerde pancreatische neuro-endocriene tumor)
B1 ER-positieve, HER2-negatieve borstkanker a
B2 Ovariumepitheel-, eileider- of primair peritoneaal carcinoom
B3 Endometriumcarcinoom b
B4 Plaveiselcelkanker van de baarmoederhals
B5 Plaveiselcelcarcinoom van de vulva
C1 Kleincellige longkanker
C2 Mesothelioom (maligne pleuraal mesothelioom)
D1 Schildklierkanker (papillair of folliculair subtype)
D2 Speekselkliercarcinoom b
D3 Nasofaryngeaal carcinoom
E1 Glioblastoma multiforme c
E2 Leiomyosarcoom
E3 Prostaatadenocarcinoom d;a Opmerking: ER-positieve, HER2-negatieve status voor borstkankercohort gedefinieerd aan de hand van plaatselijke normen.
b Opmerking: Alle carcinoomsubtypen zijn toegestaan; sarcomen of mesenchymale tumoren worden echter uitgesloten.
c Opmerking: Proefpersonen met glioblastoma multiforme met een eerdere bevacizumab-behandeling komen NIET in aanmerking.
d Opmerking: Proefpersonen met prostaatkanker die momenteel worden behandeld met LHRH-analogons komen in aanmerking voor dit onderzoek en kunnen de LHRH-analogons blijven gebruiken tijdens hun deelname aan dit onderzoek.;3. Weefsel voor biomarkeranalyse hebben verschaft dat afkomstig is van een archiefweefselmonster of een nieuw verkregen kern- of excisiebiopt van een tumorlaesie die niet eerder is bestraald (tumoren die zich ontwikkelen op een eerdere bestralingsplek zijn toegestaan voor PD-L1-karakterisering, andere uitzonderingen kunnen worden overwogen na overleg met de sponsor). ;4. Een PD-L1-positieve tumor hebben, zoals bepaald in een centraal laboratorium met behulp van IHC, op basis van een met formaline gefixeerd, in paraffine ingebed archieftumormonster of een nieuw verkregen biopt.;5. Op basis van RECIST 1.1 meetbare ziekte hebben. Tumorlaesies die in een eerder bestraald gebied zijn gelegen, worden beschouwd als meetbaar als in dergelijke laesies progressie is aangetoond. ;6. Een performancestatus van 0 of 1 hebben op de ECOG-performanceschaal.;7. Een toereikende orgaanfunctie laten zien, zoals gedefinieerd in het protocol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Momenteel deelneemt aan of heeft deelgenomen aan een onderzoek naar een experimenteel middel, of een experimenteel hulpmiddel gebruikt binnen 4 weken vóór toediening van de eerste dosis van de behandeling.
2. Een diagnose van immunodeficiëntie heeft of systemische therapie met steroïden of een andere vorm van immunosuppressieve therapie krijgt binnen 7 dagen vóór toediening van de eerste dosis onderzoeksbehandeling. Het gebruik van fysiologische doses corticosteroïden kan worden goedgekeurd na overleg met de sponsor.
Opmerking: Systemische steroïdtherapie is toegestaan voor proefpersonen in de GBM-cohort zolang <= dexamethason 4 mg, of het steroïdequivalent daarvan (andere uitzonderingen kunnen worden overwogen na overleg met de sponsor).
3. Een eerder monoklonaal antilichaam (mAb) tegen kanker heeft gehad binnen 4 weken vóór onderzoeksdag 1, of niet is hersteld (d.w.z. <= graad 1 bij baseline) van bijwerkingen als gevolg van mAb*s die meer dan 4 weken eerder zijn toegediend.
4. Eerdere chemotherapie, gerichte therapie met kleine moleculen of bestralingstherapie heeft gehad binnen 2 weken vóór onderzoeksdag 1, of niet is hersteld (d.w.z. <= graad 1 bij baseline) van bijwerkingen als gevolg van een eerder toegediend middel.
Opmerking: Proefpersonen met neuropathie van <= graad 2 of alopecia van <= graad 2 zijn een uitzondering voor dit criterium en kunnen in aanmerking komen voor het onderzoek.
Opmerking: Als de proefpersoon een zware operatie onderging, moet hij/zij voldoende zijn hersteld van de toxiciteit en/of complicaties van de interventie alvorens te beginnen met de therapie.
5. Een bekende bijkomende maligniteit heeft die zich ontwikkelt of actieve behandeling nodig heeft. Uitzonderingen zijn onder meer basaalcelcarcinoom van de huid, plaveiselcelcarcinoom van de huid dat een mogelijk curatieve therapie heeft ondergaan, of in situ baarmoederhalskanker.
6. Bekende actieve metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS) en/of carcinomateuze meningitis heeft. Proefpersonen met eerder behandelde hersenmetastasen kunnen deelnemen, op voorwaarde dat ze stabiel zijn (zonder aanwijzingen voor door middel van beeldvorming vastgestelde progressie gedurende ten minste vier weken vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling, en een terugkeer naar baseline van eventuele neurologische symptomen), geen aanwijzingen hebben voor nieuwe of zich uitbreidende hersenmetastasen en geen steroïden gebruiken gedurende ten minste 7 dagen vóór de toediening van de onderzoeksbehandeling. Carcinomateuze meningitis valt niet onder deze uitzondering en wordt uitgesloten, ongeacht de klinische stabiliteit.
7. Binnen de afgelopen 3 maanden een actieve auto-immuunziekte heeft die systemische behandeling vereist, of een gedocumenteerde voorgeschiedenis heeft van klinisch ernstige auto-immuunziekte of een syndroom dat systemische steroïden of immunosuppressieve middelen vereist. Proefpersonen met vitiligo of niet langer aanwezige astma/atopie van de kinderjaren vormen een uitzondering op deze regel. Proefpersonen die intermitterend gebruik van bronchodilatatoren, inhalatiesteroïden of plaatselijke injecties met steroïden nodig hebben, worden niet uitgesloten van het onderzoek. Proefpersonen met hypothyreoïdie die stabiel zijn met hormoonvervangingstherapie of proefpersonen met het syndroom van Sjögren worden niet uitgesloten van het onderzoek.
8. Aanwijzingen voor interstitiële longziekte heeft.
9. Een actieve infectie heeft die systemische behandeling vereist.
10. Eerdere therapie heeft gekregen met een anti-PD-1-, anti-PD-L1- en anti-PD-L2-middel (waaronder ipilimumab of een ander antilichaam of geneesmiddel dat zich specifiek richt op T-celcostimulatie of *controlepost*-routes).;11. Een bekende voorgeschiedenis heeft van het humane immunodeficiëntievirus (hiv) (hiv-1-/-2-antilichamen).;12. Zelf personeelslid van het onderzoekscentrum of van de sponsor is en direct betrokken is bij dit onderzoek, of een naast familielid heeft (echtgenoot/echtgenote of kinderen) die dat is, tenzij goedkeuring vooraf door de commissie medische ethiek (door de voorzitter of aangewezen persoon) is gegeven, waardoor voor dit criterium een uitzondering wordt gemaakt voor een specifieke patiënt.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-004507-39-NL |
CCMO | NL47685.031.14 |