De primaire doelstelling van dit onderzoek is het demonstreren van de werkzaamheid van fremanezumab in de preventie van ECH bij volwassen patiënten. * Het primaire werkzaamheidseindpunt van dit onderzoek is de gemiddelde verandering ten opzichte van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hoofdpijnen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het gemiddelde aantal wekelijkse aanvallen van clusterhoofdpijn (CH) gedurende
de periode van 4 weken na toediening van de eerste dosis IMP, d.w.z. op basis
van gegevens voor week 0 tot week 4
* het aandeel patiënten die een reductie van *50% ten aanzien van de baseline
(aanloopperiode) vertonen in het gemiddelde aantal maandelijkse aanvallen van
clusterhoofdpijn (CH) gedurende een periode van 4 weken nadat de eerste dosis
IMP is toegediend, op basis van gegevens voor week 0 tot week 4
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal aanvallen van CH gedurende de periode van 12 weken na toediening van
de eerste dosis IMP, d.w.z. op basis van gegevens voor week 0 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal aanvallen van CH gedurende de periode van 4 weken na toediening van
de derde dosis IMP, d.w.z. op basis van gegevens voor week 8 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het gemiddelde aantal dagen per week met gebruik van specifieke medicatie voor
acute clusterhoofdpijn (geneesmiddelen met triptans en ergot) gedurende een
periode van 12 weken nadat de eerste dosis IMP is toegediend, d.w.z. op basis
van de gegevens voor week 0 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal dagen per week waarin zuurstof wordt toegediend ter behandeling van
ECH gedurende de periode van 12 weken na toediening van de eerste dosis IMP,
d.w.z. op basis van gegevens voor week 0 tot week 12
* beoordeling van de waargenomen vooruitgang van de patiënt, zoals bepaald aan
de hand van Patient Perceived Satisfactory Improvement (PPSI) na 1, 4, 8 en 12
weken nadat de eerste dosis IMP is toegediend in verhouding tot de baseline
(dag 0)
Secundaire uitkomstmaten
* optreden van bijwerkingen tijdens het verloop van het onderzoek
* resultaten van klinisch laboratoriumonderzoek (serumchemie, hematologie,
coagulatie en urineanalyse) bij elk bezoek
* meting van vitale functies (systolische en diastolische bloeddruk,
temperatuur gemeten in de mond en polsfrequentie) bij elk bezoek. Opmerking: De
zuurstofsaturatie zal gemeten worden in gevallen van vermoeden van anafylaxie
en ernstige overgevoeligheid. De ademhalingsfrequentie zal ook gemeten worden
in deze gevallen, maar niet als standaard vitale functie.
* Bevindingen uit 12-afleidingen-elektrocardiogram (ECG) bij de screening,
baseline en in week 12
* gebruik van gelijktijdige geneesmiddelen tijdens het onderzoek
* klinisch significante veranderingen in lichamelijke onderzoeken, waaronder
het lichaamsgewicht
* beoordelingen van injectieplaatsreacties (d.w.z. erytheem, induratie en
ecchymose) en pijnaanpak op de injectieplaats
* optreden van overgevoeligheidsreacties/ anafylaxie
* zelfmoordgedachten en -gedrag zoals gemeten door de elektronische Columbia
Suicide Severity Rating Scale (eC-SSRS)
Achtergrond van het onderzoek
Dit is een 13 weken durend onderzoek ter beoordeling van de werkzaamheid en
veiligheid van behandeling met 2 dosisschema's fremanezumab versus placebo bij
volwassen patiënten voor de preventie van ECH. Patiënten die schriftelijke
geïnformeerde toestemming geven en een screeningbezoek voltooien (bezoek 1),
zullen beginnen aan een aanloopperiode die minstens 1 week (+3 dagen) zal duren
waarin ze baseline-informatie over hun CH-aanvallen zullen invoeren in een
elektronisch dagboek. Patiënten zullen terugkeren naar het onderzoekscentrum na
het voltooien van de aanloopperiode (bezoek 2 [week 0]) en patiënten die
blijven voldoen aan de vereisten voor deelname zullen worden gerandomiseerd om
test-IMP (fremanezumab 900 mg i.v. of 675 mg s.c. gevolgd door fremanezumab of
placebo 225 mg s.c. elke maand) of placebo-IMP (placebo i.v. en s.c. gevolgd
door enkelvoudige doses placebo s.c. elke maand) te ontvangen. Een EvB-bezoek
zal ongeveer 4 weken na toediening van de laatste dosis IMP plaatsvinden ter
beoordeling van ADA's, de fremanezumab-concentraties, biomarkers en veiligheid.
De werkzaamheid zal worden beoordeeld aan de hand van gegevens van de
CH-aanvallen die tijdens de hele behandelingsperiode in een elektronisch
dagboek worden ingevoerd en de afname van vragenlijsten om de CH-gerelateerde
invaliditeit, de verandering van de kwaliteit van leven, de gezondheidstoestand
en de tevredenheid over de behandeling te beoordelen. De veiligheid van
fremanezumab bij patiënten met CH zal worden beoordeeld aan de hand van vragen
naar bijwerkingen en gelijktijdige medicatie, ECG's, metingen van vitale
functies, klinische laboratoriumtesten, lichamelijke onderzoeken,
injectieplaatsreacties/pijnbeoordelingen, beoordelingen voor anafylaxie en
overgevoeligheid en afname van de e-CSSRS. Daarnaast zal er bloed worden
afgenomen voor analyses van de farmacokinetiek, immunogeniciteit, biomarkers en
farmacogenomica (tenzij de lokale wetgeving dit niet toestaat) en zal urine
worden afgenomen voor een biomarkeranalyse.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van dit onderzoek is het demonstreren van de
werkzaamheid van fremanezumab in de preventie van ECH bij volwassen patiënten.
* Het primaire werkzaamheidseindpunt van dit onderzoek is de gemiddelde
verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in het gemiddelde
aantal wekelijkse aanvallen van clusterhoofdpijn (CH) gedurende de periode van
4 weken na toediening van de eerste dosis IMP, d.w.z. op basis van gegevens
voor week 0 tot week 4
Een secundaire doelstelling van dit onderzoek is het verder demonstreren van de
werkzaamheid van fremanezumab in de preventie van ECH bij volwassen patiënten.
De secundaire werkzaamheidseindpunten om de werkzaamheid verder te demonstreren
zijn:
* het aandeel patiënten die een reductie van *50% ten aanzien van de baseline
(aanloopperiode) vertonen in het gemiddelde aantal maandelijkse aanvallen van
clusterhoofdpijn (CH) gedurende een periode van 4 weken nadat de eerste dosis
IMP is toegediend, op basis van gegevens voor week 0 tot week 4
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal aanvallen van CH gedurende de periode van 12 weken na toediening van
de eerste dosis IMP, d.w.z. op basis van gegevens voor week 0 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal aanvallen van CH gedurende de periode van 4 weken na toediening van
de derde dosis IMP, d.w.z. op basis van gegevens voor week 8 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het gemiddelde aantal dagen per week met gebruik van specifieke medicatie voor
acute clusterhoofdpijn (geneesmiddelen met triptans en ergot) gedurende een
periode van 12 weken nadat de eerste dosis IMP is toegediend, d.w.z. op basis
van de gegevens voor week 0 tot week 12
* de gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline (aanloopperiode) in
het aantal dagen per week waarin zuurstof wordt toegediend ter behandeling van
ECH gedurende de periode van 12 weken na toediening van de eerste dosis IMP,
d.w.z. op basis van gegevens voor week 0 tot week 12
* beoordeling van de waargenomen vooruitgang van de patiënt, zoals bepaald aan
de hand van Patient Perceived Satisfactory Improvement (PPSI) na 1, 4, 8 en 12
weken nadat de eerste dosis IMP is toegediend in verhouding tot de baseline
(dag 0)
Een secundaire doelstelling van dit onderzoek is het beoordelen van de
veiligheid van fremanezumab bij volwassen patiënten met ECH.
De secundaire veiligheidseindpunten zijn als volgt:
* optreden van bijwerkingen tijdens het verloop van het onderzoek
* resultaten van klinisch laboratoriumonderzoek (serumchemie, hematologie,
coagulatie en urineanalyse) bij elk bezoek
* meting van vitale functies (systolische en diastolische bloeddruk,
temperatuur gemeten in de mond en polsfrequentie) bij elk bezoek. Opmerking: De
zuurstofsaturatie zal gemeten worden in gevallen van vermoeden van anafylaxie
en ernstige overgevoeligheid. De ademhalingsfrequentie zal ook gemeten worden
in deze gevallen, maar niet als standaard vitale functie.
* Bevindingen uit 12-afleidingen-elektrocardiogram (ECG) bij de screening,
baseline en in week 12
* gebruik van gelijktijdige geneesmiddelen tijdens het onderzoek
* klinisch significante veranderingen in lichamelijke onderzoeken, waaronder
het lichaamsgewicht
* beoordelingen van injectieplaatsreacties (d.w.z. erytheem, induratie en
ecchymose) en pijnaanpak op de injectieplaats
* optreden van overgevoeligheidsreacties/ anafylaxie
* zelfmoordgedachten en -gedrag zoals gemeten door de elektronische Columbia
Suicide Severity Rating Scale (eC-SSRS)
Onderzoeksopzet
Dit is een 13 weken durend multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind,
dubbeldummy, placebogecontroleerd onderzoek met parallelle groepen waarin de
werkzaamheid en veiligheid wordt vergeleken van behandeling met 2 dosisschema's
fremanezumab versus placebo bij volwassen patiënten voor de preventie van ECH.
Dit onderzoek zal bestaan uit een screeningbezoek, een aanloopfase die 1 week
(+3 dagen) duurt en een 12 weken durende dubbelblinde behandelingsperiode.
Tijdens een CH-aanval, mogen patiënten, indien nodig, medicatie voor acute
hoofdpijn innemen om de acute hoofdpijn te behandelen.
Patiënten zullen een screeningbezoek voltooien (bezoek 1) na het geven van
schriftelijke geïnformeerde toestemming en patiënten die in aanmerking komen
zullen beginnen aan een aanloopperiode die minstens 1 week (+3 dagen) zal duren
waarin ze baseline-informatie over hun CH-aanvallen zullen invoeren in een
elektronisch dagboek. Patiënten zullen terugkeren naar het onderzoekscentrum na
voltooiing van de aanloopperiode (bezoek 2 [week 0]). Patiënten die minstens 7
CH-aanvallen hadden tijdens de aanloopperiode en die blijven voldoen aan de
inclusiecriteria (waaronder invoer van informatie over CH-aanvallen in een
elektronisch dagboek waaruit naleving voor het invullen van gegevens blijkt
voor 85% van de dagen tijdens de aanloopperiode) zullen tijdens bezoek 2 (week
0) willekeurig worden toegewezen aan 1 van 3 behandelingsgroepen in een
verhouding van 1:1:1.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen een screeningbezoek voltooien (bezoek 1) na het geven van schriftelijke geïnformeerde toestemming en patiënten die in aanmerking komen zullen beginnen aan een aanloopperiode die minstens 1 week (+3 dagen) zal duren waarin ze baseline-informatie over hun CH-aanvallen zullen invoeren in een elektronisch dagboek. Patiënten zullen terugkeren naar het onderzoekscentrum na voltooiing van de aanloopperiode (bezoek 2 [week 0]). Patiënten die minstens 7 CH-aanvallen hadden tijdens de aanloopperiode en die blijven voldoen aan de inclusiecriteria (waaronder invoer van informatie over CH-aanvallen in een elektronisch dagboek waaruit naleving voor het invullen van gegevens blijkt voor 85% van de dagen tijdens de aanloopperiode) zullen tijdens bezoek 2 (week 0) willekeurig worden toegewezen aan 1 van 3 behandelingsgroepen in een verhouding van 1:1:1. Om de blindering te behouden tijdens het hele onderzoek, zal het aantal infusen en injecties bij elk bezoek hetzelfde zijn voor alle patiënten, ongeacht de behandelingsgroep waarin ze zijn gerandomiseerd. Alle patiënten zullen dus een i.v. infuus van het test-IMP of placebo-IMP ontvangen gevolgd door 3 s.c. injecties van test-IMP of placebo-IMP tijdens bezoek 2 (week 0) en alle patiënten zullen enkelvoudige s.c. injecties van test-IMP of placebo-IMP ontvangen tijdens bezoeken 3 en 4 (respectievelijk week 4 en 8). Patiënten zullen ook terugkeren voor een bezoek van einde van behandeling (EvB) ongeveer 4 weken na de toediening van de laatste dosis IMP, om de antigeneesmiddelantilichamen (ADA's), de fremanezumab-concentraties, biomarkers en veiligheidsbeoordelingen te evalueren. De doses, schema's en toedieningswegen van fremanezumab die in dit dubbelblind, dubbeldummy, placebogecontroleerd onderzoek worden beoordeeld, werden op basis van 3 sleutelfactoren geselecteerd. Ten eerste: simulaties suggereren dat Cmax de meest significante farmacokinetische parameter is voor de werkzaamheid van fremanezumab (bij migraine). Omdat CH als een van de meest ernstige vormen van pijn wordt beschouwd die een persoon kan ervaren, zijn behandelingen die snelle en blijvende verlichting (d.w.z. voor de duur van de clusterperiode) een prioriteit voor deze patiëntenpopulatie. Ten tweede: de biologische aard van de ziekte zorgt ervoor dat behandelingen neuronen van de derde orde ongevoelig maken, maar niet die van de tweede orde (zoals het geval is bij migraine), wat suggereert dat hoge concentraties van blokkade bij neuronen van de eerste orde noodzakelijk zouden zijn. Ten derde: het gunstige veiligheidsprofiel van het geneesmiddel en de berekende veiligheidsmarges die op modellen en simulaties zijn gebaseerd, en ook de klinische en niet-klinische veiligheidsgegevens over blootstelling, suggereren dat de voorgestelde doses, schema's en toedieningswegen geen veiligheidsproblemen zullen veroorzaken. In het huidige onderzoek worden er hoge doses gepland voor de eerste dosis (900 mg i.v. of 675 mg s.c.) om een snelle respons op te leveren, met name na i.v. infuus waarbij hogere piekplasmaconcentraties (Cmax) over het algemeen optreden tijdens of kort na het eind van het infuus (mediane tmax-waarden van 1,0 tot 5,0 uur na het begin van het i.v. infuus) in vergelijking met 96 tot 108 uur na de dosis voor s.c. injecties. De 2 vormen van oplaaddosis zullen gegevens opleveren die het voordeel zullen bevestigen van ofwel de i.v. of de s.c. toediening als oplaaddosis. Maandelijkse doses van 225 mg fremanezumab werden aan de aanvankelijke dosis van 900 mg i.v. toegevoegd voor het instandhouden van de werkzaamheid. Op basis van modellen zou het gebruik van een oplaaddosis ervoor moeten zorgen dat patiënten sneller de steady-state bereiken. De dosis van 675 mg s.c. elke drie maanden in deze ECH-populatie zal het mogelijk maken om een enkelvoudige behandelingsdosis te beoordelen, rekening houdend met de periodes van remissie die horen bij deze vorm van CH.
Inschatting van belasting en risico
Risico's van het onderzoeksgeneesmiddel
Zoals alle geneesmiddelen kan fremanezumab ook bijwerkingen veroorzaken, hoewel
niet iedereen daar last van krijgt. De mogelijke ongemakken, bijwerkingen en
risico's van behandeling met fremanezumab zijn niet allemaal bekend. Over het
algemeen wordt dit geneesmiddel goed verdragen. In totaal hebben 484
proefpersonen/patiënten (118 gezonde proefpersonen en 366 patiënten met
migraine) behandeld met minstens 1 dosis TEV-48125 in eerdere klinische
onderzoeken. Er zijn ook 5 andere lopende klinische onderzoeken met het
onderzoeksgeneesmiddel voor migraines. In deze rubriek worden de meest
voorkomende bijwerkingen beschreven bij proefpersonen die werden behandeld met
fremanezumab :
- Irritaties/reacties op de plaats waar bij enkele patiënten fremanezumab via
een onderhuidse injectie werd toegediend:
* erytheem op de injectieplaats (roodheid van de huid dat vaak wijst op een
infectie of ontsteking) - (15 patiënten die fremanezumab kregen toegediend, en
5 patiënten die een placebo kregen toegediend).
* pijn op de injectieplaats - (38 patiënten die fremanezumab kregen
toegediend, en 13 patiënten die een placebo kregen toegediend).
* jeuk op de injectieplaats - (7 patiënten die fremanezumab kregen toegediend,
en 0 patiënten die een placebo kregen toegediend).
* dermatitis op de injectieplaats (ontsteking van de huid) - (3 patiënten die
fremanezumab kregen toegediend, en 0 patiënten die een placebo kregen
toegediend).
* geneesmiddelenovergevoeligheid (werd vastgesteld bij één patiënt die
fremanezumab intraveneus kreeg toegediend (reactie op het infuus), en bij één
patiënt die fremanezumab via een onderhuidse injectie kreeg toegediend).
- Reactie door het infuus bij patiënten die fremanezumab intraveneus kregen
toegediend:
* pijn op de toedieningsplaats
* reactie door het infuus
Andere gemelde bijwerkingen waren hoofdpijn, rugpijn en infecties van de
bovenste luchtwegen. Mogelijke risico*s van inname van het
onderzoeksgeneesmiddel omvatten perivasculaire ontsteking, ontwikkeling van
antidrug-antilichamen (ADA*s), verhoogde concentratie leverenzymen en
cardiovasculaire effecten (bv. op de bloeddruk, de hartslag, enz.).
Andere geneesmiddelen die samen met fremanezumab worden genomen, kunnen de
kans op ongewenste effecten verhogen. Het risico is afhankelijk van hoeveel u
van ieder medicijn elke dag inneemt, en hoelang u de medicijnen samen inneemt.
Als uw onderzoeksarts voorschrijft deze medicijnen regelmatig in te nemen, moet
u zich nauwgezet aan dat voorschrift houden.
Zoals in het geval van infusie van een ander geneesmiddel van deze klasse is er
het met het infuus gerelateerde risico op koorts, hoofdpijn, misselijkheid,
braken of lage bloeddruk.
Risico's van bloedafname
Tijdens dit onderzoek wordt bloed afgenomen. Via een naald in een ader in uw
arm wordt een klein bloedmonster afgenomen. Hoewel één bloedafname meestal
voldoende is, kan het nodig zijn een tweede bloedmonster af te nemen als de
eerste afname niet is gelukt. Het afnemen van bloedmonsters kan leiden tot
flauwvallen en enige pijn en/of een blauwe plek op de plaats op uw arm waar het
bloed werd afgenomen. In zeldzame gevallen kan er een infectie optreden.
Uw zwangerschap of die van uw partner
Informatie voor vrouwen:
Het is onbekend welke risico's zwangere vrouwen of ongeboren baby's lopen door
het gebruik van TEV-48125. Daarom moeten vrouwen voorafgaand aan het onderzoek
en net voor toediening van TEV-48125 een zwangerschapstest ondergaan. Vrouwen
die zwanger zijn of borstvoeding geven, mogen niet deelnemen aan dit onderzoek.
Vrouwen mogen tijdens dit onderzoek niet zwanger raken. Als u een vrouw in de
vruchtbare leeftijd bent, moet u tijdens dit onderzoek en tot 7,5 maand na de
laatste dosis een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken.
Bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld antibiotica) kunnen een effect hebben op
hormonale voorbehoedsmiddelen, waardoor deze niet goed werken. Vertel uw
onderzoeksarts welke overige geneesmiddelen u gebruikt.
Informatie voor mannen:
Mannen moeten er rekening mee houden dat hun partner tijdens het onderzoek niet
zwanger mag worden. Vertel dit aan uw partner.
De effecten van het onderzoeksgeneesmiddel op het mannelijke
voortplantingsstelsel zijn op dit moment onbekend. Tijdens het onderzoek en
gedurende 7,5 maand na beëindiging ervan moet u een anticonceptiemethode
gebruiken.
Algemeen / deelnemers
Moores Road 41
Frazer, Pennsylvania 19355
US
Wetenschappers
Moores Road 41
Frazer, Pennsylvania 19355
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
a. Patiënten zijn in staat om ondertekende geïnformeerde toestemming te verstrekken zoals beschreven in bijlage D, wat ook naleving inhoudt van de vereisten en beperkingen vermeld in het formulier voor geïnformeerde toestemming (ICF) en in dit protocol.
b. De patiënt is een man of vrouw van 18 tot en met 70 jaar oud.
c. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van ECH volgens de criteria van ICHD-3 bèta (Headache Classification Committee of the IHS 2013) sinds *12 maanden voorafgaand aan de screening waaronder het volgende:
* Aanvallen van ernstige, strikt unilaterale pijn die orbitaal, supraorbitaal, temporaal of een combinatie van deze locaties is, die 15 tot 180 minuten duurt en optreedt van eenmaal per dag om de twee dagen tot 8 keer per dag in de periode dat de aandoening actief is
* De pijn is geassocieerd met minstens 1 van de volgende symptomen of tekenen: ipsilaterale conjunctivale injectie, traanproductie, neusverstopping, rhinorroe, zweten op het voorhoofd en het gezicht, miose en/of ptose en/of ooglidoedeem, en/of gevoel van rusteloosheid of agitatie.
* CH-aanvallen die optreden in periodes van 7 dagen tot 1 jaar, gescheiden door pijnvrije periodes die minstens 1 maand duren.
d. CH-aanvallen van een nieuwe clustercyclus zijn binnen 2 weken (tot en met 14 dagen) voorafgaand aan de screening gestart en, op basis van de medische voorgeschiedenis van de patiënt, wordt verwacht dat de CH-aanvallen van de patiënt *6 weken na het screeningbezoek zullen aanhouden.
e. De patiënt heeft een totaal lichaamsgewicht van *45 kg
f. De patiënt gebruikt geen of * 2 gelijktijdige geneesmiddelen die vaak voorgeschreven worden als preventieve behandelingen voor CH (bijlage H), ongeacht de indicatie waarvoor de medicatie werd voorgeschreven. Patiënten moeten al minstens 2 weken een stabiele dosis en dosisschema volgen voorafgaand aan de screening en ook tijdens het onderzoek.
g. Als een patiënt botox ontvangt, dient dit volgens een stabiel dosisschema te gebeuren, gedefinieerd als * 2 cycli botox voorafgaand aan de screening. De patiënt mag geen botox ontvangen tijdens de aanloopfase van de evaluatieperiode (4 weken) waar het primaire eindpunt wordt beoordeeld.
h. De patiënt heeft naleving van het invullen van het elektronisch hoofdpijndagboek aangetoond tijdens de aanloopperiode door op minstens 85% van de dagen tijdens de aanloopperiode hoofdpijngegevens in te vullen.
i. De patiënt heeft minstens 7 CH-aanvallen tijdens de aanloopperiode.
j. De patiënt verkeert in goede gezondheid volgens het oordeel van de onderzoeker en zoals bepaald door een medische en psychiatrische voorgeschiedenis, lichamelijk onderzoek, 12-afleidingen-ECG en serumchemie, hematologie, coagulatie en urineanalyse
k. Vrouwen kunnen alleen ingeschreven worden als ze een negatieve test in serum op bèta-humaan choriongonadotropine (*-HCG) afleggen bij de screening of als ze steriel of postmenopauzaal zijn en die geen borstvoeding geven. De definities van steriel en postmenopauzaal staan vermeld in bijlage E.
l. Vrouwen die kinderen kunnen krijgen en wiens mannelijke partners mogelijk vruchtbaar zijn (d.w.z. dat ze geen vasectomie ondergaan hebben), moeten uiterst doeltreffende anticonceptiemethoden gebruiken voor de duur van het onderzoek (d.w.z. vanaf de screening) en tot 7,5 maanden na stopzetting van het IMP.
m. Mannen moeten steriel zijn, of als ze mogelijk vruchtbaar zijn/in staat zijn om zich voort te planten (niet chirurgisch [bv. vasectomie] of congenitaal steriel) en hun vrouwelijke partners zijn in staat om kinderen te krijgen, moeten ze samen met hun vrouwelijke partners ermee akkoord gaan om aanvaardbare anticonceptiemethoden gebruiken voor de duur van het onderzoek en tot 7,5 maanden na stopzetting van het IMP. De definities van vrouwen die kinderen kunnen krijgen, steriele vrouwen en postmenopauzale vrouwen, mannelijke anticonceptie en uiterst doeltreffende en aanvaardbare anticonceptiemethoden, inclusief enkele voorbeelden, staan vermeld in bijlage E.
l. De patiënt moet bereid en in staat zijn om te voldoen aan de onderzoeksbeperkingen om in het ziekenhuis te blijven zolang dat vereist is tijdens de onderzoeksperiode en om terug te keren naar het onderzoek voor de follow-upbeoordelingen, zoals gespecificeerd in dit protocol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
a. De patiënt heeft systemische steroïden gebruikt om eender welke reden (waaronder behandeling van de huidige CH cyclus) binnen * 7 dagen voorafgaand aan de screening.
b. De patiënt meldt het gebruik van butalbital op meer dan 7 dagen tijdens de 4 weken voorafgaand aan de screening of het gebruik van butalbital op meer dan 3 dagen tijdens de screening-/aanloopperiode.
c. De patiënt meldt het gebruik van opioïden op meer dan 15 dagen tijdens de 4 weken voorafgaand aan de screening of het gebruik van opioïden op meer dan 4 dagen tijdens de screening-/aanloopperiode.
d. De patiënt heeft een interventie/hulpmiddel (bv. geplande zenuwblokkades) gebruikt voor hoofdpijn in de 4 weken voorafgaand aan de screening.
e. De patiënt heeft, in het oordeel van de onderzoeker, een klinisch significante hematologische, nier-, endocriene, immunologische, long-, gastro-intestinale, genito-urinaire, cardiovasculaire-, neurologische, lever- of oogziekte.
f. De patiënt heeft, in het oordeel van de onderzoeker, bewijs of een medische voorgeschiedenis van klinisch significante psychiatrische problemen.
g. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van een zelfmoordpoging in het verleden of momenteel actieve zelfmoordgedachten, zoals gemeten door de eC-SSRS.
h. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van klinisch significante hart- en vaatziekte of vasculaire ischemie (zoals myocardiale, neurologische [bv. cerebrale ischemie], perifere ischemie in de ledematen of ander ischemisch voorval) of trombo-embolische voorvallen (arteriële of veneuze trombotische of embolische voorvallen), zoals cerebrovasculair accident (waaronder voorbijgaande ischemische aanvallen), diepe veneuze trombose of longembolie.
i. De patiënt heeft een voorgeschiedenis of een huidige voorgeschiedenis van kanker of een maligne tumor in de voorbije 5 jaar, behalve voor adequaat behandeld non-melanoom huidcarcinoom.
j. De patiënt is zwanger of lacteert.
k. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van overgevoeligheidsreacties op geïnjecteerde eiwitten, waaronder monoklonale antilichamen.
l. De patiënt heeft deelgenomen aan een klinisch onderzoek van een nieuwe chemische stof of een geneesmiddel op recept binnen 2 maanden of 5 halfwaardetijden vóór toediening van de eerste dosis van het IMP, afhankelijk van welke periode het langst is.
m. De patiënt heeft deelgenomen aan een klinisch onderzoek van een monoklonaal antilichaam binnen 3 maanden of 5 halfwaardetijden vóór de toediening van de eerste dosis van het IMP, afhankelijk van wat het langste duurt, tenzij er bekend is dat de patiënt placebo ontving tijdens het onderzoek.
n. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van eerdere blootstelling aan een monoklonaal antilichaam dat zich richt op de CGRP-route (AMG 334, ALD304, LY2951742 of fremanezumab).Indien de patiënt heeft deelgenomen aan een klinisch onderzoek met een van deze monoklonale antilichamen, moet er worden bevestigd dat de patiënt placebo ontving om in aanmerking te kunnen komen voor dit onderzoek.
o. De patiënt heeft een bevinding op het 12-afleidingen-ECG die, volgens het oordeel van de onderzoeker, als klinisch significant moet worden beschouwd.
p. De patiënt heeft een bevinding die, in het oordeel van de onderzoeker, wijst op een klinisch significante afwijking, waaronder testwaarden uit de analyses van de serumchemie, hematologie, coagulatie en urineanalyse (tests met abnormale resultaten kunnen worden herhaald ter bevestiging).
q. De patiënt heeft leverenzymen (alanineaminotransferase [ALT] en aspartaataminotransferase [AST]) >1,5 x de bovenlimiet van het normale bereik (ULN) na bevestiging in een herhaalde test of er is voor de patiënt een vermoeden van hepatocellulaire schade die voldoet aan de criteria voor de wet van Hy bij de screening.
r. De patiënt heeft serum creatinine >1,5 x de ULN of bewijs van klinisch significante nierziekte volgens het oordeel van de onderzoeker.
s. De patiënt kan, volgens het oordeel van de zorgverlener of de onderzoeker, niet deelnemen aan het onderzoek of het niet voltooien om een van de volgende redenen:
* geestelijk of juridisch handelingsonbekwaam of niet in staat om toestemming te geven om welke reden dan ook
* in hechtenis als gevolg van een administratieve of gerechtelijke beslissing, onder voogdij, of opgenomen in een sanatorium of sociale instelling
* niet in staat om bereikt te worden in geval van nood
* heeft een andere aandoening die, volgens het oordeel van de onderzoeker, de patiënt ongeschikt maakt om deel te nemen aan het onderzoek
t. De patiënt is een werknemer van de sponsor/deelnemend onderzoekscentrum en is rechtstreeks betrokken bij het onderzoek of is een familielid van zo'n werknemer.
u. De patiënt heeft een actief implantaat voor neurostimulatie dat voor de behandeling van CH wordt gebruikt.
v. De patiënt is lid van een kwetsbare populatie (bv. personen die in hechtenis worden gehouden).
w. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van alcohol- en/of drugsmisbruik die volgens de mening van de onderzoeker zou kunnen interfereren met de onderzoeksbeoordelingen of de veiligheid van de patiënt.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-003278-42-NL |
CCMO | NL59616.058.17 |