Primaire doelstelling(en) en hypothese(n) Bij proefpersonen met gevorderde ROC:1) Doelstelling: Het evalueren van de klinische antitumoractiviteit van pembrolizumab-monotherapie op basis van ORR zoals beoordeeld door CIV volgens RECIST 1.1 in de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, vrouwelijk
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstelling (1) bestaat in het evalueren van de objectieve
responsrate (ORR) bij de eerste 180 ingeschreven proefpersonen die voldoen aan
de geschiktheidscriteria voor cohort A.
Primaire doelstelling (2) bestaat in het evalueren van ORR bij proefpersonen
die voldoen aan de geschiktheidscriteria voor cohort A en die een hogere
expressie van geprogrammeerde dood-ligandeiwit 1 ('programmed death ligand
protein 1' * PD-L1) in tumorweefselmonsters hebben.
Primaire doelstelling (3) bestaat in het evalueren van ORR bij alle
ingeschreven proefpersonen die voldoen aan de geschiktheidscriteria voor cohort
B.
Primaire doelstelling (4) bestaat in het evalueren van ORR bij in cohort B
ingeschreven proefpersonen die tumorweefsel-PD-L1-expressie hoger dan het op
basis van de trainingsset van cohort A vastgestelde klinische afsnijpunt
hebben.
Secundaire uitkomstmaten
niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Ovariumkanker is de dodelijkste gynaecologische kanker en de op vier na
belangrijkste oorzaak van overlijden door kanker onder vrouwen in de Verenigde
Staten (VS). In de VS beliep het geschatte aantal nieuwe gevallen van en
sterfgevallen door ovariumkanker in 2014 respectievelijk 21.980 en 14.270.
Vanwege het ontbreken van tumorspecifieke tekenen en symptomen en effectieve
screeningstests voor vroege detectie wordt meer dan
70% van de patiënten met ovariumkanker voor het eerst gediagnosticeerd bij
gevorderde stadia. Op basis van de Amerikaanse gegevens uit 2003 tot 2009 had
bij de eerste diagnose 61% afgelegen metastase, 18% regionale ziekte en slechts
21% gelokaliseerde ziekte. Het percentage totale 5-jaarsoverleving van
ovariumkanker bedroeg ongeveer 44% met meetelling van alle stadia; het
percentage 5-jaarsoverleving bij patiënten met afgelegen metastase bedroeg
slechts 27% [3].
Epitheliale ovariumkanker (EOC) neemt > 90% van de ovariumkanker voor zijn
rekening en is erkend als een groep heterogene ziekten met onderscheiden
histopathologische kenmerken, genetische veranderingen en klinische
gedragingen. Er zijn onlangs vijf belangrijke EOC-subtypen aangewezen door de
International Federation of Gynecology and Obstetrics (FIGO): hooggradig sereus
carcinoom ('high * grade serous carcinoma' * HGSC, neemt ~70% van de EOC voor
zijn rekening), endometrioïd carcinoom (EC,
~10% van de EOC), 'clear cell'-carcinoom (CCC, ~10% van de EOC), mucineus
carcinoom (MC, ~3% van de EOC), laaggradig sereus carcinoom (LGSC, 5% van de
EOC) en EOC's die niet classificeerbaar zijn [ 4;
5]. Primair peritoneaal carcinoom en eileidercarcinoom zijn doorgaans samen met
EOC behandeld en bestudeerd omdat ze klinisch-pathologische kenmerken met HGSC
gemeen hebben.
De primaire standaardbehandelingen voor gevorderde EOC omvatten primaire
cytoreductieve/debulking chirurgie, gevolgd door postoperatieve eerstelijns-
(d.w.z. ondersteunende) systemische behandeling met carboplatine en paclitaxel
q3w IV gedurende 6 cycli. Wekelijks paclitaxel is echter ook vaak gebruikt ter
vervanging van q3w paclitaxel. In geschikte gevallen kan postoperatieve
chemotherapie, doorgaans cisplatine plus paclitaxel, worden geleverd via de
intraperitoneale (IP) route. Bij gevallen met volumineuze ziekten die
aanvankelijk niet-operabel zijn, kan neoadjuvante therapie worden gegeven
voorafgaand aan cytoreductieve chirurgie (d.w.z. interval-cytoreductieve
chirurgie), gevolgd door standaardchemotherapie op basis van platina/taxaan [6;
7].
Het doel van cytoreductieve chirurgie is het bereiken van resectie van alle
zichtbare tumoren, en de doelen van postoperatieve eerstelijnschemotherapie
zijn: 1) het helpen bereiken van complete remissie bij patiënten met resterende
ziekte, en 2) het voorkomen van ziekterecidief voor patiënten met een volledige
tumorresectie. Na deze primaire behandelingen zal echter slechts een klein
gedeelte van de patiënten een langetermijn-ziektevrije en -overlevingsstatus
bereiken. In een meta-analyse uitgevoerd door du Bois et al [8] op gegevens uit
drie gerandomiseerde onderzoeken na de primaire standaardbehandeling met
chirurgie en op platina-taxaan gebaseerde chemotherapie (n = 3126), was slechts
24% van de patiënten recidiefvrij na een mediane opvolgingstijd van 53,9
maanden en had de overgebleven 76% een recidief of progressie van de ziekte.
Het percentage totale 5-jaars-PFS en -OS bedroeg respectievelijk 22,6% en
39,0%. Op basis van de tijd tot recidief ('time to recurrence' * TTR) sinds de
laatste dosis platinabehandeling
had 22% een recidief na 0 * 6 maanden, 22,5% na 6 * 12 maanden en 31,6% na > 12
maanden. Na
12 maanden bedroeg het percentage 12-maandsoverleving 30,6%, 55,1% en 66,1% in
respectievelijk de groep met TTR
0 * 6 maanden, TTR 6 * 12 maanden en TTR > 12 maanden; het percentage
24-maandsoverleving bedroeg respectievelijk 13,8%, 24,4% en 34,9% in deze drie
groepen. Deze gegevens lieten in het algemeen een slechte prognose zien voor
patiënten met recidiverende ziekte, vooral bij de patiënten met een korte TTR.
Op dit ogenblik wordt ROC beschouwd als niet te genezen met de beschikbare
keuzemogelijkheden van therapieën en als een gebied van een in hoge mate
onvervulde medische behoefte.
Voor de keuze van de behandeling voor ROC dient rekening te worden gehouden met
verschillende factoren, waaronder: gevoeligheid voor eerstelijnstherapie op
basis van platina, zoals gemeten aan de hand van het platinavrije interval
(PFI), eerdere toxiciteit, comorbiditeit, leeftijd en performancestatus, enz.
PFI, dat wordt gedefinieerd als de periode sinds de stopzetting van de primaire
op platina gebaseerde chemotherapie tot ziekterecidief of -progressie, is
erkend als een belangrijk surrogaat voor de prognose en het voorspellen van de
respons op chemotherapie. Op basis van PFI kan ROC worden verdeeld in de
volgende subgroepen: platinagevoelig (PFI > 12 maanden), gedeeltelijk
platinagevoelig (PFI van 6 * 12 maanden), platinaresistent (PFI > 1 tot < 6
maanden) en refractair voor platina (PFI * 4 weken of progressie bij
behandeling) volgens de door de GCIG in 2010 bereikte consensus [9].
Op basis van de huidige richtsnoeren van het National Comprehensive Cancer
Network (NCCN) en de European Society for Medical Oncology (ESMO) kunnen
patiënten met platinaresistente ROC worden behandeld met chemotherapie van
enkelvoudig middel, zoals gemcitabine, gepegyleerd liposomaal doxorubicine
(PLD), wekelijks paclitaxel, topotecan en docetaxel, of bevacizumab in
combinatie met gemcitabine of wekelijks paclitaxel of topotecan. Deze
enkelvoudige middelen vertoonden een vergelijkbare klinische werkzaamheid met
een responspercentage van ongeveer 15-20%, een mediane PFS van 3-5 maanden en
een mediane OS van 10-12 maanden [10; 11]. Bevacizumab plus chemotherapie van
enkelvoudig middel vertoonde een verbeterde PFS in vergelijking met alleen
chemotherapie van enkelvoudig middel (6,7 vs. 3,4 maanden, HR: 0,48, p < 0,001)
en een verbeterd responspercentage (27,3% vs. 11,8%) aan de hand van een
gerandomiseerd fase III-onderzoek, AURELIA [12]. Het onderzoek toonde echter
geen voordeel ten aanzien van totale overleving aan; en op basis van de
Kaplan-Meier-curve bleef na 12 maanden minder dan 20% van de proefpersonen in
de groep van bevacizumab-chemotherapie progressievrij, en nog minder in de
groep van chemotherapie van enkelvoudig middel. Platinaresistente ROC is daarom
een gebied van een grote onvervulde medische behoefte aan nieuwe therapieën die
een blijvend klinisch voordeel kunnen opleveren.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling(en) en hypothese(n)
Bij proefpersonen met gevorderde ROC:
1) Doelstelling: Het evalueren van de klinische antitumoractiviteit van
pembrolizumab-monotherapie op basis van ORR zoals beoordeeld door CIV volgens
RECIST 1.1 in de cohort A-'All Comer'-groep zoals gedefinieerd in paragraaf 2.1
2) Doelstelling: Het evalueren van de klinische antitumoractiviteit van
pembrolizumab-monotherapie op basis van ORR zoals beoordeeld door CIV volgens
RECIST 1.1 in de cohort A-PD-L1H -subgroep, zoals gedefinieerd in paragraaf
2.1, met gebruikmaking van een in de trainingsset vastgesteld
PD-L1-expressieafsnijpunt.
3) Doelstelling: Het evalueren van de klinische antitumoractiviteit van
pembrolizumab-monotherapie op basis van ORR zoals beoordeeld door CIV volgens
RECIST 1.1 in de cohort B-'All Comer'-groep zoals gedefinieerd in paragraaf 2.1
4) Doelstelling: Het evalueren van de klinische antitumoractiviteit van
pembrolizumab-monotherapie op basis van ORR zoals beoordeeld door CIV volgens
RECIST 1.1 in de cohort B-PD-L1H -subgroep, zoals gedefinieerd in paragraaf
2.1, met gebruikmaking van een in de trainingsset van cohort A vastgesteld
PD-L1-expressieafsnijpunt
De primaire doelstellingen zullen gericht zijn op een schatting van ORR, en er
zijn geen officiële tests van hypothesen gepland.
Secundaire doelstelling(en) en hypothese(n)
Bij proefpersonen met gevorderde ROC:
1) Doelstelling: Het evalueren van de duur van de respons ('duration of
response' * DOR), het ziektecontrolepercentage ('disease control rate' * DCR)
en de progressievrije overleving ('progression-free survival' * PFS) zoals
beoordeeld door CIV volgens RECIST 1.1 in respectievelijk de cohort A-'All
Comer'-groep, de cohort A-PD-L1H -subgroep, de cohort B-'All Comer'-groep en de
cohort B- PD-L1H -subgroep na behandeling met pembrolizumab-monotherapie. Het
percentage PFS na 6, 12 en 18 maanden zal eveneens worden geëvalueerd.
2) Doelstelling: Het evalueren van ORR, DOR, DCR en PFS zoals beoordeeld door
de onderzoeker volgens RECIST 1.1 in respectievelijk de cohort A-'All
Comer'-groep, de cohort A-PD-L1H -subgroep, de cohort B-'All Comer' -groep en
de cohort B-PD-L1H -subgroep, na behandeling met pembrolizumab-monotherapie
3) Doelstelling: Het evalueren van ORR, DOR, DCR en PFS zoals beoordeeld door
CIV en door de onderzoeker volgens RECIST 1.1, in respectievelijk de cohort
A-'All Comer'-subgroep met PFI/TFI * 3 * 6 maanden en de subgroep met PFI/TFI >
6 * 12 maanden, na behandeling met pembrolizumab-monotherapie.
4) Doelstelling: Het evalueren van OS in de cohort A-'All Comer'-groep, de
cohort A-PD-L1H -subgroep, de cohort A-'All Comer'-subgroep met PFI/TFI * 3 * 6
maanden en de subgroep met PFI/TFI > 6 * 12 maanden, de cohort B-'All
Comer'-groep en de cohort B-PD-L1H -subgroep, na behandeling met
pembrolizumab-monotherapie.
5) Doelstelling: Het evalueren en karakteriseren van het verdraagbaarheids- en
veiligheidsprofiel van respectievelijk de gehele onderzoekspopulatie en per
cohort en subgroep, na behandeling met pembrolizumab-monotherapie
6) Doelstelling: Het beoordelen van de populatiefarmacokinetiek (PK)
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label fase II-onderzoek met één groep en twee cohorten in
meerdere centra voor het evalueren van de werkzaamheid en veiligheid van
pembrolizumab-monotherapie 200 mg elke 3 weken (q3w) bij proefpersonen met
gevorderde epitheliale ovariumkanker (EOC), eileiderkanker of primaire
peritoneale kanker (samen "gevorderde EOC" genoemd) die recidiverende ziekte
vertoonden na de primaire of interval-cytoreductieve/debulking chirurgie en de
gebruikelijke op platina gebaseerde eerstelijnscombinatietherapie. In het
onderzoek zullen de volgende twee cohorten van proefpersonen met recidiverende
ovariumkanker (ROC) worden ingeschreven:
In cohort A zullen proefpersonen met ROC worden ingeschreven die 0 tot 2
eerdere lijnen voor de behandeling van ROC hebben gekregen (d.w.z. in totaal
1-3 eerdere lijnen met meetelling van de eerste lijn) en die een platinavrij
interval (PFI) of een behandelingsvrij interval (TFI) van 3 tot 12 maanden op
basis van het laatst gekregen regime moeten hebben gehad. In cohort B zullen
proefpersonen met ROC worden ingeschreven die 3-5 eerdere lijnen voor de
behandeling van ROC hebben gekregen (d.w.z.
in totaal 4-6 eerdere lijnen met meetelling van de eerste lijn) en die een PFI
of TFI * 3 maanden op basis van het laatst gekregen regime moeten hebben gehad.
Zie paragraaf 5.1 voor de definitie van PFI en TFI en gedetailleerde inclusie-
en exclusiecriteria voor iedere cohort. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in
overeenstemming met goede klinische praktijken.
Het onderzoek heeft 4 primaire doelstellingen. Primaire doelstellingen (1) en
(2) zijn bedoeld voor cohort
A. Primaire doelstellingen (3) en (4) zijn bedoeld voor cohort B.
Primaire doelstelling (1) bestaat in het evalueren van de objectieve
responsrate (ORR) bij de eerste 180 ingeschreven proefpersonen die voldoen aan
de geschiktheidscriteria voor cohort A. Deze groep wordt aangeduid als de
cohort A-'All Comer'-groep. Binnen de cohort A-'All Comer'-groep zullen
minimaal 75 proefpersonen worden ingeschreven voor de subgroep met een PFI of
TFI van 3 * < 6 maanden en de subgroep met een PFI of TFI van 6 * 12 maanden.
De primaire analyse van ORR zal gebaseerd zijn op de beoordeling door een
centrale beeldvormingsleverancier ('central imaging vendor' * CIV) volgens de
Response Evaluation Criteria in Solid Tumors (RECIST), versie 1.1 [1].
Primaire doelstelling (2) bestaat in het evalueren van ORR bij proefpersonen
die voldoen aan de geschiktheidscriteria voor cohort A en die een hogere
expressie van geprogrammeerde dood-ligandeiwit 1 ('programmed death ligand
protein 1' * PD-L1) in tumorweefselmonsters hebben. Verwacht wordt dat hogere
PD-L1-expressie in tumorweefsel geassocieerd zal zijn met betere klinische
responsen op pembrolizumab (zie paragraaf 4 voor achtergrond en rationale). Om
deze primaire doelstelling te bereiken zal eerst een PD-L1-expressieafsnijpunt
worden vastgesteld met als doel het verrijken van de populatie voor beter
klinisch voordeel. Het afsnijpunt zal worden bepaald tijdens de geplande
tussentijdse analyse met gebruikmaking van de gegevens over klinische
werkzaamheid en over PD-L1-expressie van de eerste 100 in cohort A ingeschreven
proefpersonen. Deze gegevensset wordt aangeduid als de *trainingsset* (zie
paragraaf 8.7 over de aanpak voor het bepalen van het PD-L1-afsnijpunt). Om de
associatie van hogere PD-L1-expressie met verhoogde klinische activiteit van
pembrolizumab-behandeling te bevestigen, zullen nog eens 150 proefpersonen die
voldoen aan de geschiktheidscriteria voor cohort A, worden ingeschreven, wat
wordt aangeduid als de *bevestigingsset*. In cohort A zullen daarom in totaal
250 proefpersonen worden ingeschreven. Gebaseerd op het vastgestelde
PD-L1-afsnijpunt op basis van de trainingsset zullen proefpersonen in de
bevestigingsset worden toegewezen aan de subgroep met PD-L1-expressie hoger dan
of gelijk aan het afsnijpunt (d.w.z. cohort A PD-L1H) of de subgroep met
Onderzoeksproduct en/of interventie
niet van toepassing
Inschatting van belasting en risico
De patient zal de arts elke 3 weken bezoeken. Bij het eerste bezoek zal (indien
nodig) een tumorbiopsie plaatsvinden. Elke visite zal een lichamelijk onderzoek
plaatsvinden en zal er bloed worden afgenomen.
De patient kan mogelijk lichamelijk en/of pshychisch ongemak ervaren bij de
handelingen die worden uitgevoerd tijdens een visite, zoals bleodafname, het
aanleggen van een infuus, ecg, CT-scan, MRI en tumorbiopsie.
De belangrijkste bijwerking die gemeld zijn bij het gebruik van MK3475 zijn
vermoeidheid, jeuk, huiduitslag, frequente of overmatige ontlasting,
gewrichtspijn en misselijkheid.
Algemeen / deelnemers
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappers
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bereid en in staat zijn om schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven
voor het onderzoek. De proefpersoon kan ook toestemming geven voor toekomstig
biomedisch onderzoek. De proefpersoon mag evenwel deelnemen aan het
hoofdonderzoek zonder deel te nemen aan toekomstig biomedisch onderzoek., 2. *
18 jaar oud zijn op de dag dat hij/zij het informatie- en toestemmingsformulier
ondertekent., 3. Histologisch bevestigde epitheliale ovariumkanker,
eileiderkanker of primaire peritoneale kanker hebben, 4. Een op platina
gebaseerd eerstelijnsregime hebben gekregen (toegediend via IV of IP route)
volgens de/het plaatselijke zorgstandaard of behandelingsrichtsnoer na de
primaire of interval-debulking chirurgie met gedocumenteerde ziekterecidief.,
Opmerking: Onderhoudsbehandeling na de eerstelijnsbehandeling is toegestaan en
wordt meegeteld als onderdeel van de eerstelijnsbehandeling.
, 5. Hebben voldaan aan de volgende aanvullende vereisten betreffende eerdere
behandelingen voor recidiverende ovariumkanker (ROC), afhankelijk van de cohort
waarin de proefpersoon moet worden opgenomen. Iedere proefpersoon moet
gedocumenteerd bewijs voor een klinische respons of ziektestabilisatie ten
aanzien van het laatst gekregen regime hebben., Cohort A: 0 tot 2 aanvullende
eerdere lijnen voor de behandeling van ROC hebben gekregen (of in totaal 1 * 3
eerdere lijnen met meetelling van de eerste lijn), en moet een platinavrij
interval (PFI) van * 3 tot 12 maanden hebben indien het laatst gekregen regime
op platina gebaseerd is, of een behandelingsvrij interval (TFI) van * 3 tot 12
maanden hebben indien het laatst gekregen regime niet op platina gebaseerd is.,
Cohort B: 3 tot 5 aanvullende eerdere lijnen voor de behandeling van ROC hebben
gekregen (of in totaal 4 * 6 eerdere lijnen met meetelling van de eerste lijn),
en moet een PFI van * 3 maanden hebben indien het laatst gekregen regime op
platina gebaseerd is, of een TFI van * 3 maanden hebben indien het laatst
gekregen regime niet op platina gebaseerd is., Opmerking: PFI wordt
gedefinieerd als de tijd die is verstreken tussen de laatste dosis platina en
het gedocumenteerde bewijs voor ziekteprogressie volgens RECIST 1.1. TFI wordt
gedefinieerd als de tijd die is verstreken tussen de laatste dosis van het
gekregen regime en het gedocumenteerde bewijs voor ziekteprogressie volgens
RECIST 1.1., 6. Op basis van RECIST 1.1 meetbare ziekte bij baseline hebben,
zoals bepaald door de centrale beeldvormingsleverancier.
Opmerking: Tumorlaesies die in een eerder bestraald gebied zijn gelegen, worden
beschouwd als meetbaar als in dergelijke laesies progressie is aangetoond., 7.
Een ECOG-performancestatus van 0 of 1 hebben, 8. Een levensverwachting van * 16
weken hebben., 9. Een tumorweefselmonster hebben verstrekt, hetzij verzameld op
basis van eerdere cytoreductieve chirurgie, hetzij bij de screening nieuw
verkregen, vers tumorweefsel. Met formaline gefixeerde, in paraffine ingebedde
weefselblokken hebben de voorkeur boven objectglaasjes. Er kan worden gevraagd
om aanvullende monsters als het verstrekte tumorweefsel niet toereikend is voor
de kwaliteit en/of kwantiteit, zoals beoordeeld door het centrale
laboratorium., Opmerking 1: Tumorweefselmonsters afkomstig van een recente
biopsie hebben de voorkeur, omdat deze de huidige ziektestatus
vertegenwoordigen en veel informatiever zijn voor het begrijpen van de
correlatie tussen klinische activiteit en het micromilieu van de tumor., Indien
beschikbaar, worden gepaarde tumorweefselmonsters afkomstig van eerdere
cytoreductieve chirurgie en recente biopsie sterk aanbevolen om de
veranderingen in het micromilieu van de tumor tijdens het verloop van de
behandelingen te begrijpen., Opmerking 2: Voor gearchiveerde
tumorweefselmonsters hebben weefselblokken de voorkeur boven objectglaasjes.
Als ongekleurde coupes worden ingediend, dienen vers gesneden coupes binnen 14
dagen vanaf het moment dat de coupes zijn gesneden bij het testlaboratorium te
worden ingediend. Raadpleeg paragraaf 4.2.3.4 in het protocol voor uitleg., 10.
Een toereikende orgaanfunctie hebben laten zien, zoals gedefinieerd in tabel 1.
Alle laboratoriumonderzoeken van de screening moeten binnen 10 dagen vóór het
begin van de behandeling worden uitgevoerd.
, 11. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden (zie paragraaf
5.7.2), moeten bereid zijn gedurende het onderzoek tot en met 120 dagen na de
laatste dosis onderzoeksmedicatie een adequate anticonceptiemethode te
gebruiken, zoals samengevat in paragraaf 5.7.2 * Anticonceptie. Opmerking:
Seksuele onthouding is aanvaardbaar als dit de gevestigde en geprefereerde
anticonceptiemethode voor de proefpersoon is., 12. Vrouwelijke proefpersonen
die zwanger kunnen worden, moeten een negatieve zwangerschapstest op urine of
op serum hebben binnen 72 uur voorafgaand aan het krijgen van de eerste dosis
onderzoeksmedicatie. Als de urinetest positief is of niet kan worden bevestigd
als negatief, is een zwangerschapstest op serum nodig.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Neemt momenteel deel aan of heeft deelgenomen aan een klinisch onderzoek en
heeft een onderzoeksmiddel gekregen of een onderzoekshulpmiddel gebruikt binnen
4 weken voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksbehandeling., Opmerking:
Proefpersonen die in de opvolgingsfase van een experimenteel onderzoek zijn
opgenomen, kunnen deelnemen zolang er 4 weken zijn verstreken sinds de laatste
dosis van het eerdere onderzoeksmiddel of het laatste gebruik van het eerdere
onderzoekshulpmiddel., 2. Heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor in de
afgelopen 2 jaar systemische behandeling vereist was (d.w.z. gebruik van
ziekteverloopbeïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressieve
geneesmiddelen). Vervangingstherapie (bv. thyroxine, insuline of fysiologische
corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of hypofyse-insufficiëntie,
enz.) wordt niet beschouwd als een vorm van systemische behandeling., 3. Heeft
een diagnose van immunodeficiëntie of krijgt systemische therapie met steroïden
of een andere vorm van immunosuppressieve therapie binnen 7 dagen vóór de
geplande toediening van de eerste dosis onderzoeksmedicatie. Het gebruik van
fysiologische doses corticosteroïden kan worden goedgekeurd na overleg met de
sponsor., 4. Heeft eerdere chemotherapie met monoklonale antilichamen
('monoclonal antibodies' * mAb's), therapie met gerichte kleine moleculen of
bestralingstherapie tegen kanker gehad binnen 4 weken voorafgaand aan de
geplande toediening van de eerste dosis onderzoeksmedicatie, 5. Is niet
hersteld van bijwerkingen tot * graad 1 of een eerder behandelingsniveau als
gevolg van een eerder toegediend middel., Opmerking: Proefpersonen met
neuropathie van * graad 2 of alopecia van welke graad ook zijn een uitzondering
op dit criterium en kunnen in aanmerking komen voor het onderzoek., Opmerking:
Als de proefpersoon een zware operatie onderging, moet hij/zij voldoende zijn
hersteld van de toxiciteit en/of complicaties van de interventie alvorens te
beginnen met de behandeling., 6. Heeft EOC met een mucineus histologisch
subtype., 7. Heeft een bekende bijkomende maligniteit die progressie vertoonde
of actieve behandeling vereiste binnen de afgelopen 5 jaar. Uitzonderingen zijn
onder meer basaalcelcarcinoom van de huid, plaveiselcelcarcinoom van de huid
dat een mogelijk curatieve therapie heeft ondergaan, of in situ
baarmoederhalskanker., 8. Heeft bekende actieve metastasen in het centrale
zenuwstelsel (CZS) en/of carcinomateuze meningitis. Proefpersonen met in het
verleden behandelde hersenmetastasen mogen deelnemen, op voorwaarde dat ze
stabiele hersenmetastasen hebben., 9. Heeft een bekende voorgeschiedenis van of
aanwijzingen voor actieve, niet-infectieuze pneumonitis., 10. Heeft een actieve
infectie die systemische behandeling vereist., 11. Heeft symptomen van
darmobstructie in de afgelopen drie maanden
12. Heeft een voorgeschiedenis van of huidige aanwijzingen voor een aandoening,
behandeling of afwijkende laboratoriumwaarde die de resultaten van het
onderzoek zouden kunnen verstoren, de deelname van de proefpersoon voor de hele
onderzoeksduur zouden kunnen belemmeren of waardoor, naar de mening van de
behandelende onderzoeker, deelname niet in het belang van de proefpersoon zou
zijn., 13. Heeft bekende psychiatrische of aan middelenmisbruik gerelateerde
stoornissen die het naleven van de onderzoeksvereisten zouden bemoeilijken.,
14. Is zwanger of geeft borstvoeding, of verwacht een kind te krijgen of te
verwekken binnen de verwachte duur van het onderzoek, vanaf het
screeningsbezoek tot en met 120 dagen na de laatste dosis
onderzoeksbehandeling., 15. Heeft een eerdere therapie gekregen met een
anti-PD-1-, anti-PD-L1- of anti-PD-L2-middel of met een middel dat is gericht
op een andere co-inhibitoire T-celreceptor (bv. CTLA-4, OX-40, CD137), of heeft
eerder deelgenomen aan onderzoeken met pembrolizumab., 16. Heeft een bekende
voorgeschiedenis van het humane immunodeficiëntievirus (hiv)
(hiv-1-/-2-antilichamen)., 17. Heeft bekende actieve hepatitis B (is
bijvoorbeeld HBsAg-reactief) of hepatitis C (HCV-RNA [kwalitatief] wordt
bijvoorbeeld gedetecteerd)., 18. Heeft een levend vaccin toegediend gekregen
binnen 30 dagen vóór de geplande toediening van de eerste dosis
onderzoeksmedicatie., Opmerking: Seizoensgriepvaccins voor injectie zijn
meestal geïnactiveerde griepvaccins en worden toegestaan; intranasale
griepvaccins (bv. Flu-Mist®) zijn echter levende verzwakte vaccins en worden
niet toegestaan.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-003338-29-NL |
CCMO | NL56470.056.16 |