Primair doel van dit onderzoek is om atriale miRNAs en bloed biomarkers te vinden die geassocieerd zijn met de incidentie van post-operatief en nieuw atriumfibrilleren in patiënten zonder AF. Secundair beoogt dit onderzoek om miRNAs te valideren in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire studie uitkomstmaten zijn weefsel miRNAs en en bloedbiomarkers
waaronder circulerende miRNAs en eiwit biomakers. Deze zullen worden
gecorreleerd aan de incidentie van post-operatief en nieuw atriumfibrilleren en
ook histopathologische veranderingen. Bloed biomarkers zijn onder andere
markers van inflammatie, oxidatieve stres, fibrose en miRNAs.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten die betrekking hebben op het proces van atriale
remodeling of relevante klinische data:
- Per-operatieve epicardiale mapping
- Cardiale beeldvorming
- Cardiale voorgeschiedenis en risicofactoren
- Incidentie van CVA
- Ervaren gezondheidstoestand
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten die cardiothoracale chirurgie ondergaan hebben een verhoogd risico op
het ontwikkelen van post-operatief en nieuw atriumfibrilleren (AF) wat gepaard
gaat met een verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Een goede
risicoclassificatie voor het ontwikkelen van AF in deze patiëntengroep is
vooralsnog afwezig en follow-up richt zich niet op het opsporen van AF. Het
onderliggend pathophysiologisch mechanisme dat leidt tot AF is complex en
vooralsnog onvolledig opgehelderd. MicroRNAs uit cardiaal weefsel en
bloedbiomakers, waaronder ook miRNAs, kunnen het pathophysiologisch proces
verhelderen. Biomarkers vormen een potentiële basis voor het bepalen van de
prognose van AF en kunnen dienen als substraat voor toekomstige therapieën.
Doel van het onderzoek
Primair doel van dit onderzoek is om atriale miRNAs en bloed biomarkers te
vinden die geassocieerd zijn met de incidentie van post-operatief en nieuw
atriumfibrilleren in patiënten zonder AF. Secundair beoogt dit onderzoek om
miRNAs te valideren in plasma en de bevindingen te correleren aan weefsel
histologie en elektrofysiologische metingen. In de toekomst kan hiermee een
risico classificatie worden gemaakt voor het krijgen van atriumfibrilleren op
basis van perifere bloed biomarkers.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek betreft een explorerende studie bij een cohort van 150
cardiothoracale chirurgie patiënten. Bij deze patiënten zal het linker hartoor
tijdens de operatie worden verwijderd en vindt per-operatief epicardiale
mapping plaats. De operatie vormt het begin van de follow-up periode. Bij
aanvang van de follow-up periode wordt atriaal weefsel verkregen door middel
van hartoor amputatie en zal bloed worden afgenomen. In het hartoor zullen
miRNAs worden bepaald. AF gerelateerde miRNAs zullen worden gevalideerd in
plasma en zullen tevens worden gecorreleerd aan histopathologische kenmerken
van het atriale weefsel. Tevens zal het plasma van patiënten worden gebruikt
voor het bepalen van specifieke bloed biomarkers die mogelijk gerelateerd zijn
aan het ontstaan van AF. Al het biomateriaal en de verzamelde data zullen
worden gecorreleerd aan de incidentie van AF. Patiënten zullen 24 maanden
worden vervolgd voor het opsporen van post-operatief en nieuw atriumfibrilleren
binnen 2 jaar na de operatie. Na afsluiting van deze studieperiode wordt beoogd
de studie met 3 jaar te verlengen tot een totale follow-up van 5 jaar. Zodat de
betrouwbaarheid van de analyse kan toenemen en er meer en andere biomarkers
ontdekt kunnen worden
Inschatting van belasting en risico
De studiepopulatie heeft een geschat absoluut risico op het krijgen van
post-operatief AF van 20% en een 10% risico op het krijgen van nieuw AF binnen
2 jaar. Deze patiënten kunnen daarom een indicatie ontwikkelen voor
antistollingstherapie en hebben waarschijnlijk baat bij het afnemen van het
linker hartoor voor CVA preventie. Het afnemen van het linker hartoor kan
zonder extra risico's worden uitgevoerd. In ons cardiothoracaal centrum zijn de
afgelopen 5 jaar meer dan 300 procedures uitgevoerd zonder complicaties.
Follow-up van patiënten zal plaatsvinden na 1 maand, 6 maanden, 12 maanden en
tot slot na 24 maanden. Patiënten krijgen vooraf aan elk polibezoek een
holteronderzoek.
Er wordt een verlenging beoogd van het onderzoek tot een totaal van 5 jaar
follow-up.Verlenging van het onderzoek zal een beperkte extra belasting zijn
van één visit per jaar op 3, 4 en 5 jaar follow-up. Patienten worden gevraagd
om naar het AMC te komen voor extra bloedafname op 3 en 5 jaar. De
holteronderzoeken kunnen in het eigen ziekenhuis plaatsvinden en gevolgd worden
door een telefonisch consult. Indien de belasting om naar het AMC te komen voor
bloedonderzoek te hoog is, is dit niet noodzakelijk.
In totaliteit wordt er van patiënten gevraagd dat er aanvullend polibezoek
plaatsvindt, waarbij zij echter profijt kunnen hebben van het ontdekken van
nieuwe ritmestoornissen en het starten van antistollingstherapie.
Een atriaal biopt is overwogen als alternatief voor het afnemen van het
hartoor. Ten aanzien van het nemen van een atriaal biopt in plaats van het
wegnemen van het gehele LAA merken wij het volgende op. Uit de ervaring met
thoracoscopische AF ablaties van de afgelopen 5 jaar, waarbij het LAA standaard
wordt verwijderd als stroke preventie, weten we dat het LAA zonder additioneel
risico kan worden weggenomen met een stapler device. Het is zeer de vraag of
dit ook geldt voor het afnemen van een stansbiopt, waarbij in de dunne atriale
wand makkelijk bloedingen kunnen ontstaan. Het is onze inschatting dat het
atriaal biopteren grotere risico*s voor de patient meebrengt dan het afstaplen
van het gehele hartoor.
Daarnaast heeft afname van het een biopt geen enkel voordeel voor de patiënt
terwijl bij afname van het gehele hartoor redelijkerwijs een voordeel voor
*stroke* preventie te verwachten is voor de geselecteerde studiepopulatie.
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappers
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- On pump chirurgie
- Electieve hartoperatie voor CABG of mitraalklepchirurgie of aorta- of
aortaklepchirurgie
- CHADS VASC score >= 2
- Sinusritme
- Leeftijd tussen 18 en 80 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Voorgeschiedenis van atrium fibrilleren, atrium flutter (>5min) of
ventriculaire tachycardie
- Spoed of re-operatie
- Endocarditis, pericarditis
- systemische inflammatie
- actieve maligniteit
- Ernstig hartfalen (NYHA IV)
- Linkerventrikelfunctie <30%
- Zwangerschap
- Radiotherapie van thorax
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL50754.018.14 |