BioNIR is niet inferieur in vergelijking met de Resolute voor het primaire eindpunt, namelijk angiografische in-stent laat verlies na 6 maanden.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
In-stent laat verlies na 6 maanden, zoals gemeten door het angiografische core
laboratorium
Secundaire uitkomstmaten
Angiografische secundaire eindpunten, te evalueren na 6 maanden:
* In-segment laat verlies
* Percentage diametervernauwing tijdens follow-up (in-stent en in-segment)
* Binaire restenose (in-stent en in-segment)
* Lengte en patronen van angiografische restenose (Mehran-classificatie)
Klinische secundaire eindpunten die worden beoordeeld na 30 dagen, na 6 maanden
en na 1, 2, 3, 4 en 5 jaar, met de vermelde uitzonderingen:
* Device, laesie en procedureel succes bij baseline procedure
* Falen van doellaesie (Target Lesion Failure of TLF; het totale percentage van
hartdood, aan doelbloedvat gerelateerd hartinfarct of revascularisatie van
doellaesie (Target Lesion Revascularization of TLR) ten gevolge van ischemie
* Aanzienlijke cardiale bijwerkingen (MACE; totaal percentage van hartdood,
hartinfarct of revascularisatie van doellaesie (TLR) ten gevolge van ischemie)
* Falen van doelbloedvat ((Target Vessel Failure of TVF; het totale percentage
van overlijden, aan doelbloedvat gerelateerd hartinfarct of revascularisatie
van doelbloedvat (TVR) ten gevolge van ischemie)
* Algemene mortaliteit
* Hartdood
* Hartinfarct
* Aan doelbloedvat gerelateerd hartinfarct
* Revascularisatie van doellaesie ten gevolge van ischemie (TLR)
* Revascularisatie van doelbloedvat ten gevolge van ischemie (TVR)
* Stenttrombose (bevestigd en waarschijnlijk volgens ARC-criteria)
Achtergrond van het onderzoek
Percutane coronaire interventie (PCI) is een onderdeel van de standaard
behandeling voor coronair stenosen en heeft aangetoond ischemie en angina
pectoris te verlichten in stabiele coronaire ziekte alsmede verbeterde
resultaten te geven bij acute coronaire syndromen vooral bij patiënten met een
myocardinfarct met een ST elevatie (STEMI). Stents, oorspronkelijk ontwikkeld
in de jaren *80, hebben bijna volledig ballonangioplastiek vervangen, met als
voordeel een groter procedureel succes met een verminderd risico op abrupte
afsluiting alsmede een verlaagde kans op restenose. Bare metal stents waren
echter nog steeds beperkt door een kans van tot 30 % op restenose vanwege
neointimale proliferatie . De komst van medcijnafgevende stents (drug eluting
stents ofwel DES), welke anti-proliferatieve medicijnen afgeven in de gestente
regio hebben de kans op restenose opvallend verlaagd, waardoor de kans op
herhaalde revascularisatie wordt verminderd. Bezorgdheid ontstond echter
betreffende late en zeer late stent trombose bij gebruik van DES. Stent
trombose wordt in verband gebracht met vertraagde en onvolledige
endothelialisatie en stent mal-appositie alsmede een breuk in de gaasstructuur.
Bijkomende problemen met DES zijn, onder andere, een lokale ontstekingsreactie,
allergische reacties op de stentcomponenten en verslechtering van de
endotheelfunctie.
Verschillende medicijnafgevende stents hebben aangetoond een verschillende kans
te geven op angiografisch late loss evenals een verschillende kans op klinische
events zoals falen van de doellaesie (Target Lesion Failure ofwel TLF) en
stenttrombose. Het gebruik van verschillend stentontwerp, polymere
eigenschappen en toegepaste anti-proliferatieve medicatie kan van invloed zijn
op deze belangrijke klinische eindpunten. De algehele lage kans op events heeft
grootschalige klinische studies om nieuwe stents te evalueren, nodig gemaakt.
Registratie studies hebben ook een beperking door strikte inclusie criteria die
hebben geleid tot uitsluiting van veel patiënten en type laesies die doorgaans
worden behandeld in de klinische praktijk met inbegrip van complexe laesies en
patiënten met acuut coronair syndromen.
De BioNIR is een nieuw medicijnafgevende stent met een gesloten cel ontwerp en
een verbeterd afgifte systeem en kan daardoor een beter resultaat geven in
vergelijking met andere medicijnafgevende stents. De studie heeft als doel de
veiligheid en effectiviteit van de BioNIR vast te stellen in vergelijking met
een tweede generatie medicijnafgevende stent, de Zotarolimus-eluting Resolute
stent (Medtronic).
Het doel van deze studie is derhalve de BioNIR te evalueren in vergelijking met
de Resolute in een klinisch diverse populatie representatief voor het
hedendaagse stent gebruik, De studie zal een diverse populatie includeren
waaronder patiënten met ACS (instabiele angina, NSTEMI en STEMI). De inclusie
van patiënten met AMI en bijzonder STEMI is gerechtvaardigd aangezien de meeste
PCIs uitgevoerd worden bij patiënten met ACS met STEMI, tot wel 30 % van de ACS
gevallen. Om de mogelijkheid voor verstoring (confounding) te verminderen,
zullen patiënten met STEMI worden geïncludeerd 24 uur na presentatie in het
eerste behandelende ziekenhuis. Gewoonlijk hebben dergelijke patiënten al een
primaire PCI ondergaan van de culprit laesie. De kans op stent trombose is
veelal verhoogd bij een primaire PCI binnen de eerste 24 uur. Daarom is
verstoring (confounding) onwaarschijnlijk.
Doel van het onderzoek
BioNIR is niet inferieur in vergelijking met de Resolute voor het primaire
eindpunt, namelijk angiografische in-stent laat verlies na 6 maanden.
Onderzoeksopzet
The NIREUS studie is een prospectief, multicenter, enkelblind, tweearmig, 2 :1
gerandomiseerd, klinisch onderzoek waarin 2 medicijnafgevende stents vergeleken
worden, namelijk het onderzoeks device zonder CE markering: de BioNIR
Ridaforolimus Eluting Coronair Stent Systeem en de vergelijkende stent met een
CE markering: de Resolute Zotarolimus Eluting Coronair Stent Systeem
Er is een angiografische follow-up na 6 maanden. Er is een klinische follow-up
na 30 dagen, 6 maanden, 1, 2, 3, 4 en 5 jaar na randomisatie
The NIREUS studie zal worden uitgevoerd in Canada en een aantal Europese landen
(België, Italië, Nederland, Polen en Spanje) en Israël. Aanvragen voor
goedkeuring van de studie zijn begonnen in Israël en Canada en het is de
verwachting dat de aanvragen in alle andere landen ingediend zijn per December
2013.
De studie zal 300 patiënten includeren die in een 2 : 1 ratio gerandomiseerd
worden in elke studie arm (200 BioNIR en100 Resolute, per studie arm)
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle patiënten krijgen tijdens de PCI een BioNIR stent of een Resolute stent geïmplanteerd. De stent zal geïmplanteerd blijven gedurende de follow-up periode, totaal 5 jaar.
Inschatting van belasting en risico
Verwachte klinische voordelen
Het potentiële voordeel van de studiestent is de effectiviteit van remming van
neointima vorming bij het verbeteren van de endotheel dekking . De studie stent
heeft het potentieel om de kans op restenose te verminderen zonder een
verhoogde kans op late en zeer late stent trombose in vergelijking met andere
commercieel verkrijgbare DES .
Verwachte nadelige effecten van het medisch hulpmiddel
Naar verwachting zullen de ongewenste bijwerkingen van de BioNIR stent niet
verschillen van de verwachte bijwerkingen. Dit is gebaseerd op jaren van
klinische ervaring met implantaties van snel afgevende DES.
Restrisico's in verband met medische hulpmiddel
De te voorziene bijwerkingen die kunnen voortvloeien uit stent interventies
zijn te vinden in paragraaf 14.6 van het protocol alsmede de IB paragraaf 5.3.
Risico's verbonden aan deelname aan het onderzoek
Er is wereldwijd uitgebreide klinische en commerciële ervaring met
hartkatheterisatie en interventie procedures en verwacht wordt dat de
chirurgische en procedurele risico's niet aanzienlijk zullen verschillen in
deze klinische studie. De risico*s van niet-klinisch geïndiceerd (b.v. voor
research doeleinden) diagnostische angiografie zijn hetzelfde of minder dan
klinisch geïndiceerd angiografie.
Algemeen / deelnemers
Bldg #7, Entrance A .
Kiryat Atidim .
IL
Wetenschappers
Bldg #7, Entrance A .
Kiryat Atidim .
IL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt moet 18 jaar of ouder zijn.
2. Patiënten met indicatie voor PCI, zoals angina (stabiel of onstabiel), symptoomloze ischemie (geen symptomen, maar een visueel vastgestelde diametervernauwing van de doellaesie van *70%, een positieve niet-invasieve stresstest of FFR *0,80), NSTEMI of recent STEMI. Voor STEMI moeten > 24 uur verstreken zijn na presentatie in het eerste behandelende ziekenhuis, ongeacht of dat een transferlocatie is of de onderzoekslocatie, voordat de patiënt wordt gerandomiseerd, en moeten de enzymgehaltes (CK-MB of troponine) erop wijzen dat één van de enzymgehaltes of beide gehaltes verhoogd zijn geweest
3. PCI buiten het doelbloedvat is toegestaan vóór de randomisatie, al naargelang de tussentijd en de omstandigheden:
a. Tijdens baseline procedure:
i. PCI buiten doelbloedvat uitgevoerd tijdens baseline procedure zelf, onmiddellijk vóór randomisatie, indien geslaagd en zonder complicaties, m.a.w. visueel vastgestelde stenose van restdiameter van <50%, TIMI Grade 3-stroom, geen dissectie * NHLBI type C, geen perforatie, geen aanhoudende wijzigingen in het ST-segment, geen aanhoudende pijn op de borst, geen ernstige bloeding volgens de TIMI-schaal of bloeding van het type 3 op de BARC-schaal.
b. Minder dan 24 uur voor de baseline procedure:
i. Niet toegestaan (zie uitsluitingscriterium 3).
c. 24 uur tot 30 dagen voor de baseline procedure:
i. PCI buiten doelbloedvat 24 uur tot 30 dagen voor de randomisatie indien geslaagd en zonder complicaties, zoals hierboven wordt gedefinieerd.
ii. In gevallen waarin PCI buiten de doellaesie werd uitgevoerd 24-72 uur vóór de baseline procedure, moeten minstens 2 sets cardiale biomarkers worden gemeten, minstens 6 en 12 uur na de PCI buiten het doelbloedvat. Als de cardiale biomarkers aanvankelijk hoger zijn dan de normale bovengrens van het plaatselijke laboratorium, moeten verdere metingen aantonen dat de biomarkers dalen.
iii.
d. Meer dan 30 dagen voor de baseline procedure:
e. PCI buiten de doelbloedvaten, meer dan 30 dagen vóór de procedure uitgevoerd, ongeacht of ze geslaagd en zonder complicaties zijn.
4. De patiënt of de wettelijke voogd is bereid en in staat om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven en de follow-upbezoeken en de testen te volgen.;Angiografische inclusie criteria (visuele evaluatie):
5. Behandeling van maximaal drie de novo doellaesies, met een maximum van één de novo doellaesie per bloedvat.
6. De doellaesies moeten zich in een natieve kransslagader bevinden met een visueel geschatte diameter van *2,5 mm tot *4,25 mm en een diametervernauwing van *50% tot <100%.
7. De laesie moet *28 mm lang zijn en behandeld kunnen worden met een enkele onderzoeksstent van maximaal 33 mm lang (opmerking: meerdere focale stenoses kunnen worden beschouwd als een enkel laesie en in het onderzoek worden opgenomen als ze volledig behandeld kunnen worden met een enkele stent).
8. TIMI-stroom 2 of 3.
9. Als meer dan één doellaesie wordt behandeld, moet de RVD en de laesielengte van elke laesie aan de bovenstaande criteria voldoen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Geplande procedures na de baseline procedure in doelbloedvaten of andere bloedvaten.
2. STEMI binnen de 24 uur vóór de eerste presentatie in het eerste behandelende ziekenhuis, ongeacht of dat een transferlocatie of de onderzoekslocatie is, of waarbij de enzymgehaltes (CK-MB of troponine) niet verhoogd zijn geweest.
3. PCI binnen de 24 uur vóór de baseline procedure en de randomisatie.
4. PCI aan niet-doellaesie in het doelbloedvat binnen de 12 maanden vóór de baseline procedure.
5. Voorgeschiedenis van stenttrombose.
6. Cardiogene shock (gedefinieerd als aanhoudende hypotensie (bovendruk <90 mm/Hg gedurende meer dan 30 minuten) of de patiënt is afhankelijk van bloeddrukverhogende middelen of hemodynamische ondersteuning, zoals IABP.
7. LVEF <30%.
8. Patiënten die geïntubeerd zijn.
9. Relatieve of absolute contra-indicatie voor dubbele plaatjesremmende therapie gedurende 12 maanden (zoals geplande chirurgische ingrepen die niet kunnen worden uitgesteld of patiënten die in aanmerking komen voor chronische behandeling met orale antistollingsmiddelen).
10. Hemoglobine <10 g/dl.
11. Aantal bloedplaatjes <100.000 cellen/mm3 of > 700.000 cellen/mm3.
12. Aantal witte bloedcellen <3.000 cellen/mm3.
13. Klinisch significante leveraandoening.
14. Nieraandoening, d.w.z. geschatte creatinineklaring <40 ml/min, berekend volgens de formule van Cockcroft-Gault.
15. Actieve maagzweer of actieve bloeding, ongeacht de plaats van de bloeding.
16. Bloeding waarvoor een actieve medische of chirurgische ingreep vereist was in de voorgaande 8 weken, ongeacht de plaats van de bloeding.
17. Voorgeschiedenis van hemorragische diathese of coagulopathie of patiënten die waarschijnlijk bloedtransfusies zullen weigeren.
18. Wanneer toegang via de femoralis gepland is: significant perifeer arterieel vaatlijden waardoor veilige inbreng van een 6F katheter uitgesloten is.
19. Cerebrovasculair accident of voorbijgaande ischemische aanval in de afgelopen 6 maanden of enig permanent neurologisch defect toegeschreven aan CVA.
20. Bekende allergie voor de bestanddelen van de onderzoeksstent, d.w.z. van BioNIR of Resolute, bv. kobalt, nikkel, chroom, molybdeen, Carbosil®, PBMA, Biolinx-polymeer of limus-geneesmiddelen (ridaforolimus, zotarolimus, tacrolimus, sirolimus, everolimus of vergelijkbare geneesmiddelen of andere analoge, afgeleide of soortgelijke stoffen).
21. Bekende allergie voor bijkomende geneesmiddelen die volgens het protocol verplicht zijn, zoals aspirine of dubbele plaatjesremmende therapie (clopidogrel, prasugrel, ticagrelor) of heparine en bivalirudine of jodiumhoudende contraststof, die niet op gepaste wijze kan worden behandeld met geneesmiddelen.
22. Comorbiditeit die ertoe kan leiden dat het protocol niet wordt nageleefd (bv. dementie, drugsmisbruik enz.) of een levensverwachting van <24 maanden (bv. kanker, ernstig hartfalen, ernstige longziekte).
23. Patiënten die deelnemen of van plan zijn deel te nemen aan een ander onderzoek met experimentele geneesmiddelen of instrumenten, dat zijn primair eindpunt nog niet heeft bereikt.
24. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven (vrouwen van vruchtbare leeftijd moeten een negatieve zwangerschapstest afleggen binnen één week voor de behandeling).
25. Vrouwen die van plan zijn om zwanger te worden binnen de 12 maanden na de baseline procedure (seksueel actieve vrouwen van vruchtbare leeftijd moeten erin toestemmen om een betrouwbare anticonceptiemethode te gebruiken vanaf de screening tot 12 maanden na de startprocedure).
26. Patiënten die een orgaantransplantatie ondergingen of op een wachtlijst staan voor orgaantransplantatie.
27. Patiënten die chemotherapie kregen binnen de 30 dagen voor de baseline procedure of zullen krijgen op enig moment na de baseline procedure.
28. Patiënten die een orale of intraveneuze immunosuppressieve behandeling ondergaan of een levensbedreigende immonosuppressieve of auto-immuunziekte hebben (bv. HIV). Corticosteroïden zijn toegestaan.;Angiografische exclusie criteria (visuele evaluatie):
29. Laesies in onbeschermde linkerkransslagader *30% of geplande ingreep in linkerkransslagader.
30. Stents in ostiale laesies in de ramus interventricularis anterior of ramus circumflexus (stents in een aangetast segment binnen de 5 mm van de onbeschermde linkerkranslagader).
31. Laesies in een graft in een slagader of vena saphena of distaal van een graft in een aangetaste slagader of vena saphena.
32. Matig of ernstig verkalkte laesies
33. Matig of ernstig tortueuze of hoekige laesies of bloedvaten
34. Bifurcatielaesies in de aanwezigheid van een zijtak met een diameter van *2,0 mm.
35. Laesies met trombus.
36. Totale occlusies.
37. Laesies met restenose in stent of letsellaesies binnen de 10 mm van een eerder aangebrachte stent.
38. Laesies waarvoor voorafgaande dilatatie vereist is met een ander instrument dan eenvoudige ballonangioplastie (bv. atherectomie of snijdende/krassende ballonnen).
39. Een ander laesie in het doelbloedvat dat hoogstwaarschijnlijk PCI zal vereisen tijdens de baseline procedure of binnen de 6 maanden na de baseline procedure.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01995500 |
CCMO | NL46928.101.13 |