Primaire doelstelling1. Het evalueren van verschillen in de voedingsinname en voedingstoestand tussen astma subgroepen (o.a. vroeg vs. laat astma optreden; allergisch vs. niet-allergisch; eosinofiel vs. niet-eosinofiel; zwaarlijvig vs. niet-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten: Voedingsinname en -toestand
- Inname: voedingsinname van macro- en micronutriënten en voedingsgroepen, en
de Dietary Inflammatory Index;
- Toestand: lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa), antropometrie
(BMI, taille- en heupomtrek), spiermassa (excretie van urine, creatinine),
spierkracht (handknijpkracht), functionele inspanningscapaciteit
(6-minuten-wandeltest) en voedingsstatus (plasma vitamines, mineralen,
lipiden).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten: Klinische, functionele en inflammatoire kenmerken van
astma
- Klinisch: astmacontrole (ACQ), kwaliteit van leven (AQLQ), ziekenhuisopnames,
exacerbatie frequentie en gebruik van orale corticosteroïden (gebruikmaking van
de gezondheidszorg)
- Functioneel: longfunctie (spirometrie) en medicijngebruik;
- Inflammatoir: luchtwegontsteking (FeNO, sputum mRNA, leukocyten en
celdifferentiaal), systemische ontsteking (plasma albumine, IL-6, TNF-α, CRP),
aangeboren immuunactiviteit (plasma-leukocyten en celdifferentiaal) en
atopische status (IgE en RAST)
Achtergrond van het onderzoek
Astma is een groeiend probleem in de westerse geïndustrialiseerde landen,
waarvan wordt gesuggereerd dat het gerelateerd is aan milieublootstelling en
leefstijlveranderingen, met name dieet. Astma is een heterogene aandoening met
veel verschillende klinische en inflammatoire uitingen. In het bijzonder voor
laat-optredende eosinofiele astma zijn er aanwijzingen dat exogene
triggerfactoren, anders dan allergenen, de hoge ontstekingsstatus induceren.
Een voorbeeld van zo'n exogene factor is voeding.
Van het Westerse eetpatroon wordt gedacht dat het een pro-inflammatoire status
in het lichaam bevordert, vanwege factoren zoals gebrek aan antioxidanten en
een overmaat aan verzadigde vetzuren. Antioxidanten (zoals vitamine A, C, E en
selenium) kunnen het longweefsel beschermen tegen oxidatieve schade, in reactie
op blootstellingen zoals luchtverontreiniging en ontstekingsreacties van de
luchtwegen. Aan de andere kant kan overmatige vetinname activering van het
aangeboren immuunsysteem veroorzaken. Daarentegen is het Mediterrane dieet, dat
als meer ontstekingsremmend wordt beschouwd, in verband gebracht met minder
astmasymptomen en een verbeterde astmacontrole.
Verder zijn een slechte voedingstoestand, gewichtsverlies en spierafbraak
geassocieerd met een lagere kwaliteit van leven, verminderde lichamelijke
inspanning en een hoger risico op exacerbatie bij patiënten met de chronische
obstructieve longziekte COPD, een nauw verwante inflammatoire
luchtwegaandoening. Zoals bij COPD, komen luchtweg- en systemische ontsteking
ook voor bij ernstige astmapatiënten en kunnen mogelijk eveneens leiden tot
verlies van spiermassa en een verminderde voedingstoestand. Er zijn echter nog
geen onderzoeken uitgevoerd naar de rol van de voedingstoestand op klinische,
functionele en inflammatoire astma-uitkomsten.
Hoewel de rol van voeding bij astma meer belangstelling heeft gekregen in de
literatuur, is het bewijs niet overtuigend. Het blijft onduidelijk of
voedingsfactoren gerelateerd zijn aan de verschillende types van ontsteking bij
astma en de verschillende astma subgroepen, op basis van de klinische en
inflammatoire uitingen. Het vermogen van de voedingsinname en voedingstoestand
om de ziekte-uitkomst te beïnvloeden (bijvoorbeeld op astma-controle,
longfunctie, kwaliteit van leven) blijft onderbelicht.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
1. Het evalueren van verschillen in de voedingsinname en voedingstoestand
tussen astma subgroepen (o.a. vroeg vs. laat astma optreden; allergisch vs.
niet-allergisch; eosinofiel vs. niet-eosinofiel; zwaarlijvig vs.
niet-zwaarlijvig; matig vs. ernstig).
Secundaire doelstelling
2. Het verkennen van associaties tussen de voedingsinname en voedingstoestand
met klinische, functionele en inflammatoire kenmerken van astma.
a. Het evalueren van verschillen in deze associaties tussen astma subgroepen.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een cross-sectioneel onderzoek en zal worden uitgevoerd in twee
klinische settings op de longafdeling van het MCL: 1) het 1-daagse
bezoekprogramma van het Ernstig Astma Expertisecentrum (tertiaire verwijzing
voor moeilijk te controleren patiënten / ernstig astma) en 2) de algemene
astma-polikliniek (matig tot ernstig astma).
Inschatting van belasting en risico
De last in verband met deze studie omvat twee keer extra onderzoeken die worden
toegevoegd aan reguliere bezoeken aan de longafdeling. Voor een subgroep van
patiënten kan slechts één bezoek worden gecombineerd met de reguliere zorg en
daarom wordt van hen een extra bezoek gevraagd. Elke beoordeling duurt ongeveer
45-60 minuten. Het eerste bezoek omvat antropometrische metingen, een
bio-elektrische impedantie-analyse en een handknijpkracht test. Patiënten van
de reguliere astma polikliniek in het kader van het onderzoek ook zullen ook de
6-minuten looptest uitvoeren. Voor patiënten van het Expertisecentrum Ernstig
Astma is deze looptest al onderdeel van de reguliere zorg. Verder zal er naast
de reguliere bloedtesten 40 ml extra bloed worden afgenomen, waarvan 10 ml
wordt opgeslagen voor mogelijk verder onderzoek in de toekomst. Voorafgaand
aan het tweede bezoek zullen alle patiënten thuis de voedingsassessment
voltooien (twee vragenlijsten en een 3-daags voedingsdagboekje), een
vragenlijst over lichaamsbeweging invullen en een 24-uurs urinemonster
verzamelen. De voedingsassessment zal tijdens het tweede bezoek worden
besproken.
De risico's en nadelen van deze studie zijn klein. Deelnemers kunnen ongemak
ervaren bij het verzamelen van de 24-uurs urinemonster. Bloedafname kan ook
ongemak en pijn veroorzaken, maar dit wordt gecombineerd met bloedafname in de
reguliere zorg en zal daarom geen extra last veroorzaken.
De resultaten van deze studie zijn mogelijk belangrijk voor astmatische
patiënten, omdat het verschillen in voedingsinname en voedingstoestand tussen
subgroepen van astmapatiënten zou kunnen identificeren. Bovendien kan deze
studie helpen om de relatie te begrijpen tussen voedingsinname en -toestand
enerzijds en klinische, functionele en inflammatoire kenmerken van astma
anderzijds. Er zijn echter geen directe persoonlijke voordelen voor de
deelnemers. We denken dat de mogelijk verkrijgbare kennis opweegt tegen de
risico's en het ongemak van deze studie.
Algemeen / deelnemers
Henri Dunantweg 2
Leeuwarden 8934 AD
NL
Wetenschappers
Henri Dunantweg 2
Leeuwarden 8934 AD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Astma-diagnose volgens de GINA-richtlijnen
- Stap 3-5 behandeling (GINA-richtlijnen)
- Leeftijd >=18 jaar
- Bekwaam in het communiceren en begrijpen van de Nederlandse taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Zwangerschap
- Andere aanwezige luchtwegaandoeningen
- Luchtweginfectie of astma exacerbatie in de afgelopen 4 weken
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL69404.099.19 |
OMON | NL-OMON27753 |