Het cognitieve functioneren in het eerste jaar na een reanimatie buiten het ziekenhuis.

Alleen al in Nederland komt een hartstilstand buiten het ziekenhuis bij
ongeveer 30-40 personen op de 100.000 inwoners per jaar voor. Een groot deel
komt hieraan te overlijden. Als een patiënt wel succesvol gereanimeerd is,
loopt hij echter het risico om er op lange termijn cognitieve, emotionele en
lichamelijke gevolgen aan over te houden. Tussen de 30 en 50% van de
overlevenden hebben last van cognitieve problemen, ook meerdere jaren na een
reanimatie. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de cognitieve,
emotionele en lichamelijke klachten na een reanimatie. Er is alleen nog weinig
bekend over het beloop van deze cognitieve klachten over de tijd. Daarnaast is
de samenhang tussen het beloop van de cognitieve klachten en parameters bekend
van de reanimatie en het verblijf op de intensive care nog een weinig
onderzocht terrein, terwijl deze informatie kan leiden tot een mogelijke
verbetering van de behandeling en de post-reanimatiezorg op een Intensive Care
afdeling.

Het doel van het onderzoek is om het beloop van het cognitieve functioneren
(gemeten met neuropsychologische testen) gedurende het eerste jaar na een
reanimatie buiten het ziekenhuis duidelijk te krijgen. Daarnaast is het doel om
belangrijke klinische parameters van de reanimatie en het verblijf op de
Intensive Care afdeling aan dit beloop van het cognitieve functioneren te
koppelen; zoals de duur van het verblijf op de Intensive Care afdeling, tijd
tot BLS, duur tot reanimatie, ernst van een delier en de laagst gemeten
bloeddruk. Dit om behandelbare relaties te vinden en als extra informatie
rondom de nazorg van post-reanimatie patiënten.

In een prospectieve cohortstudie zullen potentiële deelnemers (overlevers van
een reanimatie) voor of bij ontslag van de IC afdeling gevraagd worden om deel
te nemen aan het onderzoek. Er worden op drie momenten metingen verricht,
namelijk na 2 maanden, 6 maanden en 1 jaar na de reanimatie. De metingen
bestaan uit vragenlijstonderzoek en neuropsychologisch testonderzoek. Het
vragenlijstonderzoek zal via internet (Castor) kunnen worden ingevuld, het
neuropsychologische testonderzoek zal door een bekwame psychologisch medewerker
of getrainde stagiaire van de afdeling Medische Psychologie in het ziekenhuis
worden afgenomen.

Deelname aan het onderzoek kost voor de patiënt tijd. Patiënten worden op 3
tijdstippen getest met deels online in te vullen vragenlijsten (duur gemiddeld
30 minuten). Daarnaast zullen de patiënten worden gevraagd om naar het
ziekenhuis te komen voor een neuropsychologisch testonderzoek (duur tussen
60-75 minuten).

Terugdenken aan de IC opname en/of confrontatie met mogelijk aanwezige
cognitieve en/of emotionele veranderingen kunnen enige vorm van stress
oproepen.