Het doel van dit onderzoek is om te kijken naar de mogelijkheden om hyperreflexen van kinderen met CP/SP/HSP te verlagen binnen één sessie, door middel van twee verschillende operant conditioning methodes die gebruik maken van visuele feedback.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bewegingsstoornissen (incl. parkinsonisme)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn de grootte van de hyperreflexen, voor en na de
feedback, van de triceps surae spier zoals gemeten
- in een gecontrolleerde setting waarbij mechanische perturbaties de reflex
opwekken
- als de activatie van de triceps surae spieren in reactie van spiervezel
verlening tijdens het lopen
- als de double bump index van de triceps surae spier activatie.
Secundaire uitkomstmaten
Om te kijken of de kinderen met CP/SP/HSP voldoende intrinsieke motivatie
hebben tijdens de feedback, zal motivatie gemeten worden door middel van een
vragenlijst.
Om te kijken of de feedback tijdens het lopen invloed heeft op het loop
patroon, zullen verschillen in parameters voor en na de feedback bepaald worden
voor:
- de kinematica, kinetica, het arbeid en het vermogen wat geleverd wordt rond
de voet, enkel, knie en heup
- spatiotemporele parameters, zoals stap lengte, stap duur, de duur van de
standfase en de breedte van de stappen.
- de gait profile score (GPS) wat een maat is voor het algehele looppatroon.
Achtergrond van het onderzoek
Spastische parese (SP) is een veel voorkomende aandoening aan de motoriek in
kinderen. The meest voorkomende oorzaak van SP is cerebrale parese (CP),
waarbij een laesie, zoals gediagnosticeerd met een MRI, zichtbaar is in de
ontwikkelende hersenen. In sommige gevallen worden er geen afwijkingen gevonden
in een MRI, maar laten genetische testen een erfelijke vorm van SP zien (HSP).
Meer dan 85% van de kinderen met CP en alle kinderen met HSP ervaren
spasticiteit, ook wel snelheids afhankelijke rek hyperreflex genoemd. De
hyperreflex kan leiden tot een hoog energieverbruik tijdens het lopen en tot
beperkingen in de spiergroei. Medicijnen worden vaak gebruikt om de hyperreflex
te verlagen, maar dit heeft een aantal limitaties. Daarvoor is het belangrijk
dat andere methoden ontwikkeld worden om hyperreflexen te verlagen. Training
programma's zijn ontwikkeld en getest in meerdere patienten populaties, maar er
is nog weinig onderzoek gedaan bij kinderen met CP en de onderzoeksresultaten
laten een klein effect zien of zijn beperkt in de gerapporteerde uitkomstmaten.
Kleine verbeteringen kunnen vergroot worden als nieuwe inzichten worden
gebruikt, zoals het stellen van duidelijke doelen, functionele training en het
verhogen van interne motivatie. Dit onderzoek zal de mogelijkheid testen om
hypperreflexen te verlagen binnen één sessie. Als dit succesvol blijkt, zal een
vervolg onderzoek gaan kijken naar de mogelijkheid van een trainingsprogramma
om de hyperreflexen te verlagen op de lange termijn, waarbij energiekosten van
het lopen verlaagd worden en mogelijke beperkingen in de groei van de spieren
verminderd worden. Daarbij wordt het effect van veelgebruikte klinische
behandelingen beoordeeld. Als deelnemers ingepland zijn voor een behandeling,
zullen ze gevraagd worden of ze ook willen deelnemen aan een na-meting. In de
na-meting worden dezelfde reflex maten gemeten om verschillen te bepalen.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om te kijken naar de mogelijkheden om
hyperreflexen van kinderen met CP/SP/HSP te verlagen binnen één sessie, door
middel van twee verschillende operant conditioning methodes die gebruik maken
van visuele feedback.
Onderzoeksopzet
Experimentele studie met herhaalde metingen.
Inschatting van belasting en risico
De risico's verbonden aan de diverse tests en vragenlijsten zijn
verwaarloosbaar klein, omdat de metingen niet-invasief, pijnloos en makkelijk
uit te voeren zijn. De motoren van de enkelperturbator zijn op meerdere
manieren beveiligd tegen verplaatsingen groter dan de bewegingsvrijheid van de
proefpersoon en tegen grotere versnellingen dan die optreden tijdens normaal
lopen. Tijdens de meting voorkomt een veiligheidsgordel dat de proefpersoon van
de stoel kan schuiven. Tijdens het lopen op de loopband lopen de proefpersonen
op hun eigen comfortabele loopsnelheid, waardoor er geen verhoogd risico is op
vallen. Daarnaast dragen de proefpersonen ten alle tijden een harnas en zit er
een beveiliging op de loopband dat deze automatisch stopt als de proefpersoon
te ver naar achteren loopt. Kinderen kunnen rust krijgen op elk gewenst moment
en worden goed geïnstrueerd. Bij eventuele pijn of verzet zal de meting direct
gestaakt worden, conform de gedragscode bij verzet van minderjarigen, zoals
opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
Het spel element in de opdracht zal het leuk maken voor de kinderen om mee te
doen. Dit onderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan het ontwikkelen
van behandelingen voor deze doelgroep. Op de lange termijn is het doel om
behandelingen met medicijnen of operaties uit te stellen of zelfs te voorkomen
door een training gericht op het verlagen van de reflexen. Hiervoor is meer
kennis nodig en dit onderzoek is een stap in de ontwikkeling van de training.
Daarnaast wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van klinische gegevens die al
beschikbaar zijn. Als bepaalde spasticiteitsmaten onlangs gemeten zijn, zullen
deze tests voor het onderzoek niet opnieuw uitgevoerd worden. Hierdoor wordt de
belasting tot een minimum beperkt. Daarnaast worden twee methoden gecombineerd
in één onderzoek, wat de efficientie verhoogd.
Algemeen / deelnemers
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1007 MB
NL
Wetenschappers
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1007 MB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd tussen 6 en 17 jaar
- Toereikende cognitieve vaardigheden: in staat om simpele instructies op te
volgen. Patienten:
- Kinderen met een diagnose van uni- of bilaterale CP/SP/HSP.
- Hyperreflex activiteit in minimaal een van de triceps surae spieren.
- GMFCS score I-II (gross motor function classification system)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Functionele operatie van botten en/of spieren in de benen in de laatste 12
maanden
• BoNT A injecties in de onderbenen in de afgelopen 6 maanden;
• Selectieve dorsale rhizotomie in het verleden
• Intrathecal baclofen pomp
• Verkorte gastrocnemius spieren (meer dan 10 graden plantair flexie
contractuur)
• Visuele problemen die interfereren met het zicht of de capaciteit om visuele
feedback te interpreteren, dit wordt besproken met de behandelend arts op de
afdeling;
• Gedragsproblemen van dien aard dat het de normale medewerking aan het
onderzoek in de weg staat. Dit wordt besproken met de behandelend arts op de
afdeling;
• Co-morbiditeiten die invloed kunnen hebben op de loop-, visuele of cognitieve
capaciteit (Zoals veel voorkomende epileptische aanvallen) in een mate dat de
patient ongeschikt maakt om mee te doen aan het onderzoek volgens de
behandelend arts van de afdeling.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL65846.029.18 |