Nagaan wat het effect is van een 6 maanden durende blootstelling aan lage, middelmatige of hoge mate van zoetheid via de voeding op de zoetheidvoorkeuren, voedselinname, glucosehomeostase en lichaamsgewicht bij gezonde volwassenen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
smaakperceptie en voorkeur
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verschil in de verandering in voorkeur voor zoetigheid van maand 0 tot
maand 6, gemeten met een voorkeurstest, tussen groepen.
Secundaire uitkomstmaten
- Verandering in de gewenste zoetheid intensiteit in een reeks van bekende en
onbekende voedingsmiddelen van maand 0 naar maand 1, 3, 6, 7 en 10;
- Verschil in gemiddelde waarderingsscores tussen bekende en onbekende
voedingsmiddelen bij de basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10 maanden;
- Verandering in sensorische intensiteitsscores bij de basislijn en bij 1, 3,
6, 7 en 10 maanden;
- Verandering in energie-inname (in kcal), gemeten tijdens een testmaaltijd bij
de basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10 maanden;
- Aandeel van gegeten zoetigheden vs. voedsel van andere smaakmodaliteiten,
gemeten tijdens een testmaaltijd bij de basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10
maanden;
- Statusscore van de zoetekauwen, gemeten bij de basislijn en bij 1, 3, 6, 7
en 10 maanden;
- Scores van de vragenlijst voor het verlangen naar voedsel, gemeten bij de
basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10 maanden;
- Smaakvoorkeur Scores van de vragenlijst, gemeten bij de basislijn en bij 1,
3, 6, 7 en 10 maanden;
- Gemiddelde inname van voedingsmiddelen op basis van smaakmodaliteiten,
gemeten met de Taste foodfrequentie vragenlijst bij de basislijn en bij 1, 3,
6, 7 en 10 maanden;
- Lichaamsgewicht, gemeten met een weegschaal bij de basislijn en bij 1, 2, 3,
4, 5, 6, 7 en 10 maanden;
- Taille/heup-verhouding, gemeten met behulp van een rekbestendige tape bij de
basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10 maanden;
- Lichaamsvetmassa en magere lichaamsmassa (vetvrije massa), gemeten met een
DEXA bij de basislijn en bij 6 en 10 maanden;
- Variatie in interstitiële glucose (bv. gemiddelde 24-uurs glucose, gebied
onder de curve (AUC)) gedurende meerdere dagen, gemeten met een
glucosemonitoringsensor bij de basislijn en bij 6 en 10 maanden (alleen gemeten
in een subgroep van 60 proefpersonen, 20 per interventiearm);
- Verandering in biomarkers met betrekking tot CVD & diabetes (bv. het vasten
van glucose. HbA1c, insuline, cholesterol, LDL-cholesterol, HDL-cholesterol,
triglyceriden), gemeten in bloed bij de basislijn en bij 1, 3, 6, 7 en 10
maanden;
- Nadelige gebeurtenissen;
- Naleving.
Achtergrond van het onderzoek
De laatste jaren is er vanuit gezondheidsorganisaties druk uitgeoefend om het
suiker- en zoetheidsgehalte van levensmiddelen te verlagen, met als doel de
voorkeur voor zoetheid van de bevolking te verminderen. Er is een kenniskloof
of de veerkracht/flexibiliteit van zoetheidspreferenties impact heeft op de
energie-inname. Recente, relatief langdurige studies hebben geen verband
gevonden tussen de blootstelling aan zoetheid en de voorkeur voor zoetheid. Er
is beperkt bewijs dat de voorkeur voor zoetheid kan veranderen door verandering
van het zoetheidsgehalte in de voeding. De meeste studies die de voorkeur voor
zoetheid onderzochten richtte zich alleen op specifieke zoete elementen in de
voeding (bijv. dranken; mono- en disachariden; energierijke snacks) in plaats
van zoetheid in de voeding als een geheel. Verder is er geen duidelijk bewijs
voor de relatie tussen de mate van zoetheid in de voeding en gewichtstoename.
Daarom zijn er op langere termijn voldoende krachtige studies nodig die de
gehele voeding meenemen om de vraag of de voorkeur voor zoetigheid kan worden
veranderd (onderdrukt of gestimuleerd) door variaties in de mate van zoetheid
te beantwoorden. Het is belangrijk om deze vraag te beantwoorden, zodat
voedingsadviezen op maat kunnen worden gemaakt.
Doel van het onderzoek
Nagaan wat het effect is van een 6 maanden durende blootstelling aan lage,
middelmatige of hoge mate van zoetheid via de voeding op de zoetheidvoorkeuren,
voedselinname, glucosehomeostase en lichaamsgewicht bij gezonde volwassenen.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde gecontroleerde proef met drie interventiegroepen: Deelnemers
(n=180) zullen worden afgestemd op leeftijd, geslacht, BMI, de zoete-liker
status en zullen willekeurig worden toegewezen aan een van de drie
interventiegroepen: (1) middelmatige blootstelling aan zoetheid via de voeding
(controle) (n=60); (2) lage blootstelling aan zoetheid via de voeding (n=60);
en (3) hoge blootstelling aan zoetheid via de voeding (n=60). De interventie is
semi-gecontroleerd, wat betekent dat 50 procent van het voedsel aan de
deelnemers zal worden verstrekt. Voedingsmiddelen worden wekelijks ad libitum
aangeboden en de macronutriëntsamenstelling van het aangeboden voedsel is
vergelijkbaar in energie en macronutriëntsamenstelling, d.w.z. vet, eiwitten,
koolhydraten en vezels.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Drie interventiegroepen: 1. Lage blootstelling aan zoetheid in de voeding (LSE) - De LSE-groep verbruikt gedurende 6 maanden een dieet met 10-15% energie uit zoet smakende voedingsmiddelen. 2. Middelmatige blootstelling aan zoetheid in de voeding (RSE; control) - De RSE-groep verbruikt gedurende 6 maanden een dieet met 25 - 30% energie uit zoet smakende voedingsmiddelen. 3. Hoge blootstelling aan zoetheid in de voeding (HSE) - De HSE-groep verbruikt gedurende 6 maanden een dieet met 40-45% energie uit zoet smakend voedsel.
Inschatting van belasting en risico
Het risico van deelname is verwaarloosbaar en de last kan als hoog worden
beschouwd. De proefpersoon zal gedurende 6 maanden het toegewezen
voedingspatroon moeten volgen.
Alle aan de deelnemers verstrekte levensmiddelen zijn commercieel verkrijgbaar
en veilig voor consumptie. In deze studie zal de blootstelling aan zoetheid
gemanipuleerd worden. De drie groepen zullen verschillen in zoete smaak, die
niet per se afhankelijk is van hun mono- en disacharidegehalte. De HSE is
zoeter en bevat dus meer vrije suikers en kunstmatige zoetstoffen dan het RSE-
en LSE-dieet. Tot nu toe is echter niet bewezen dat dit geen invloed heeft op
de energie-inname, de kwaliteit van het dieet of andere gezondheidsproblemen
(Rogers et al., 2016; Wittekind et al., 2018). Ervaren diëtisten in dit
onderzoek zullen er ook voor zorgen dat alle drie de diëten alle benodigde
(micro)voedingsstoffen bevatten.
Bloedmonsters worden genomen door een ervaren onderzoeksverpleegkundige.
Overigens kunnen hematomen, gevoelens van duizeligheid, misselijkheid of
flauwvallen door vasten optreden, maar de risico's van deze gebeurtenissen zijn
minimaal. Als tijdens het onderzoek de concentratie van bijvoorbeeld glucose
buiten het normale bereik en klinisch relevant is, worden de proefpersonen door
de medische supervisor op de hoogte gesteld en geadviseerd om een huisarts te
raadplegen.
De tijdsbelasting van de proefpersoon is als volgt: 60 minuten voor een
informatiebijeenkomst, 60 minuten voor screening, zes keer ongeveer 6 uur voor
een tesdag, zes keer 24 uur per dag urine verzamelen, zes keer 24-hour recalls
invullen (ongever 270 minuten) en ongeveer 125 minuten voor de afspraken met
een diëtist (1x 45 minuten en 8 keer 10 minuten), in de totale periode van 11
maanden.
Algemeen / deelnemers
Stippeneng 4
Wageningen 6708WE
NL
Wetenschappers
Stippeneng 4
Wageningen 6708WE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Algehele goede gezondheid (zelfrapportage);
- Leeftijd 18 - 65 jaar;
- Lichaamsmassa-index 18,5 - 30 kg/m^2;
- Normaal smaakvermogen (beoordeeld met taste strips test);
- Heeft de toestemmingsverklaring ondertekend;
- In staat om naar Wageningen Universiteit te komen, zoals vereist voor testen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Gediagnosticeerd met diabetes nu of in het verleden;
- Gediagnosticeerd met insulineresistentie nu of in het verleden;
- Gediagnosticeerd met endocriene ziekten of andere metabole ziekten die de
stofwisseling beïnvloeden;
- Gediagnosticeerd met eetstoornissen;
- Gediagnosticeerd met smaak- of geurstoornissen;
- Zwanger of lacterend tijdens de studie-interventie;
- Gewichtstoename of gewichtsverlies van meer dan 3 kilo in de 3 maanden
voorafgaand aan de studie;
- Een gebrek aan eetlust (zelfrapportage);
- Gebruik van medicatie die van invloed kunnen zijn op de studieresultaten;
zoals medicijnen die een effect hebben op bloedsuiker (medicatiegebruik wordt
beoordeeld door een medisch onderzoeker en zelf gerapporteerd);
- Een voedselallergie en/of voedselintolerantie voor levensmiddelen die bij de
voorkeurstests worden gebruikt (bijv. lactose-intolerantie, coeliakie,
ei-allergie);
- Deelnemers die soft- en/of hard drugs gebruiken;
- Deelnemers die meer dan 14 glazen alcohol per week drinken;
- Student of werknemer zijn van de afdeling Voeding en Gezondheid van de
Wageningen Universiteit;
- Deelnemen aan een andere studie/studies of van plan zijn om deel te nemen aan
een andere studie/studies.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04497974 |
CCMO | NL72134.081.19 |