Verbeterde werking van medicijnen door alginaten

Veel medicijnen worden toegediend via de mond (oraal). De werkzaamheid van dat
soort middelen wordt mede bepaald door de mate waarin ze uit het darmkanaal
worden opgenomen. Het darmslijmvlies, in het bijzonder het mucus (slijm) dat
het epitheel produceert, vormt voor sommige medicamenten een echte barrière,
waardoor ze niet of nauwelijks worden opgenomen en dus niet effectief zijn. Dat
geldt onder andere voor zogenaamde anti-diarretica, stoffen die ontwikkeld zijn
voor de behandeling van diarree (waterige ontlasting).
Bepaalde alginaten (stoffen die aanvankelijk gemaakt werden uit zeewier) hebben
de eigenschap dat ze de viscositeit van mucus kunnen verminderen. Op basis van
deze eigenschap is het mogelijk dat ze de opname en werking van bepaalde
medicamenten kunnen verbeteren.

In dit onderzoek willen we kijken of we de opname en de werking van bepaalde
medicamenten kunnen verbeteren door ze te combineren met een alginaat. Dit
alginaat vermindert mogelijk de viscositeit van het slijm (mucus) op het
darmslijmvlies en verbetert zo waarschijnlijk de opname en werking van
medicijnen.

Voor dit onderzoek worden biopten afgenomen uit de endeldarm van gezonde
vrijwilligers. De te onderzoeken stoffen worden getest op deze biopten, buiten
het lichaam van de donoren.
Met behulp van de "intestinal current measurement" (ICM) techniek wordt de
chloride secretie gemeten in de darmbiopten. Het effect van farmacologische
remmers van dit proces wordt gekwantificeerd in aan- of afwezigheid van
verschillende preparaten van alginaten. Zo kan worden vastgesteld of alginaten
de werking van anti-diarretica kunnen verbeteren.

The bioptafnameprocedure duurt doorgaans minder dan 20 minuten. Inclusief
anamnese, neemt deelname 45 min in
beslag. De bioptafname is niet pijnlijk, maar kan gepaard gaan met miniem
bloedverlies. De procedure wordt
veelvuldig uitgevoerd voor screening en onderzoek op het gebied van de ziekte
van Hirschsprung en cystic fibrosis.
Uit deze ervaring kan afgeleidt worden dat het risico van nadelige effecten op
de gezondheid van de proefpersoon
verwaarloosbaar is.
De proefpersoon ondervindt geen direct voordeel van deelname.