Aangezien eerdere resultaten erop lijken te wijzen dat emotieregulatie een belangrijke rol speelt als onderliggend mechanisme in (re)victimisatie, veronderstellen wij dat een interventie gericht op het versterken van emotieregulatievaardigheden het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
Victimisatie (slachtofferschap)
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het aantal malen dat de patient slachtoffer is
geworden van geweld gedurende drie jaar follow-up, zoals gemeten met de
Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). De IVM is ontwikkeld door het Nederlandse
Centraal Bureau voor Statistiek, het Ministerie van Binnenlandse zaken en het
Ministerie van Justitie. Ongeveer 65.000 mensen in de algemene populatie worden
jaarlijks gescreend met de IVM om een schatting van de nationale
victimisatie-prevalentie te bepalen. De IVM is een zelf-rapportage-instrument,
dat een betrouwbaardere maat van victimisatie is gebleken dan politierapporten
(Hiday, 1999). Andere primaire uitkomstmaten zijn depressieve klachten (zoals
gemeten met de IDS-SR) en emotieregulatie (gemeten met de Difficulties of
Emotion Regulation Scale; DERS).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
1. Subjectieve veiligheid (Module 3 van de IVM);
2. Depressieve klachten (Inventory of Depressive Symptoms; IDS-SR en QIDS);
3. Diagnose depressie en comorbide stoornissen (Mini-International
Neuropsychiatric Interview; MINI);
4. Emotie Dysregulatie (Difficulties in ER Scale; DERS);
5. Stemming (Visual Analogue Mood Scale; VAMS);
6. Coping (Utrechtse Coping Lijst; UCL)
7. Dysfunctionele attitudes (Dysfunctional Attitudes Scale; DAS-A-17);
8. Rumineren (Brooding subscale of the Rumination Response Scale; RSS-NL);
9. Locus of control (Mastery scale);
10. Positief affect (PANAS);
11. Psychiatric distress (Brief Symptom Inventory; BSI);
12. Kwaliteit van leven (EuroQol; EQ-5D);
13. Zelfwaardering (Self-esteem rating scale; SERS-SF-20);
14. Interpersoonlijk functioneren (Inventory of Interpersonal Problems; IIP-64);
15. Directe en indirecte kosten (Trimbos/iMTA questionnaire for Costs
associated with Psychiatric Illness; TiC-P);
16. Therapeutische alliantie (Working Alliance Inventory-Short Form; WAI-SF);
17. Clienttevredenheid (Client Satisfaction Questionnaire; CSQ);
18. Persoonlijkheid (NEO-FFI)
19. Posttraumatische stresssymptomen (Posttraumatic Diagnostic
Scale; PDS)
20. Negative Life Events (Brugha)
21. Victimisatie tijdens de Covid-19 maatregelen in voorjaar 2020
22. Psychische klachten n.a.v. de Covid-19 maatregelen in voorjaar 2020
Kenmerken zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, etniciteit,
leefomstandigheden en -omgeving, eerdere victimisatie en (seksuele)
mishandeling in de jeugd (zoals gemeten met de Child Trauma Questionnaire)
zullen worden onderzocht als mediatoren en moderatoren.
Achtergrond van het onderzoek
Depressieve patiënten hebben 3.8 keer meer kans om slachtoffer te worden van
een gewelddadig misdrijf vergeleken met mensen in de algemene populatie. In een
steekproef van 104 depressieve ambulante patiënten, was 34% slachtoffer
geworden van geweld in de voorafgaande 12 maanden (Meijwaard et al., 2015).
Depressieve patiënten lijken voornamelijk kwetsbaar voor gewelddadige
misdrijven, zoals mishandeling, dreiging met geweld en seksuele misdrijven. De
aanzienlijke victimisatiecijfers en de hoge prevalentie van depressie
onderstrepen de relevantie van een interventie gericht op het reduceren van
victimisatie in deze doelgroep. Deze interventie bestaat tot op heden niet.
Emotieregulatie wordt geacht een belangrijk onderliggend mechanisme te zijn in
victimisatie (bijv. Marx et al., 2005). Emotie-dysregulatie wordt beschouwd als
een gevolg van en een risicofactor voor victimisatie. De invloed van
emotie-dysregulatie op victimisatie lijkt zeer relevant voor depressieve
patiënten, aangezien veel studies hebben aangetoond dat ernst van depressieve
symptomen geassocieerd is met emotieregulatieproblemen (Campbell-Sills et al.,
2006; Ehring,, 2008). Vergeleken met gezonde proefpersonen rapporteren
depressieve patiënten rapporteren verhoogde emotieregulatie-problemen, zoals
het ervaren, onderscheiden en moduleren van emoties (Brockmeyer, 2012). Daarom
verwachten we dat de toevoeging van een emotieregulatietraining aan reguliere
behandeling het risico op victimisatie verlaagt in reeds eerder
gevictimiseerde, depressieve patiënten.
Doel van het onderzoek
Aangezien eerdere resultaten erop lijken te wijzen dat emotieregulatie een
belangrijke rol speelt als onderliggend mechanisme in (re)victimisatie,
veronderstellen wij dat een interventie gericht op het versterken van
emotieregulatievaardigheden het risico op toekomstige victimisatie kan
verminderen. Daarom zullen wij in deze studie de effectiviteit onderzoeken van
de toevoeging van een online emotieregulatietraining (ERT) aan reguliere
behandeling (TAU) in het verkleinen van het risico op toekomstige victimisatie,
in eerder gevictimiseerde hoog-risico patiënten met een depressie. Patiënten
zullen random worden toegewezen aan TAU of TAU+ERT. We verwachten dat patiënten
in de experimentele conditie minder kwetsbaar zullen zijn voor toekomstige
victimisatie, en in de follow-up-periode van 36 maanden minder gevictimiseerd
worden dan patiënten in de controlegroep.
Onderzoeksopzet
Het betreft een 2-armige gerandomiseerde gecontrolleerde studie, waarin de
(kosten-)effectiviteit van ERT als toevoeging aan TAU zal worden onderzocht en
vergeleken met alleen TAU, in ambulante patienten met een depressie. Patienten
in beide condities zullen TAU volgen en zullen deelnemen aan 8 meetmomenten
waarin zij online vragenlijsten zullen invullen. De metingen vinden plaats op
baseline (2), 8 en 14 weken na start behandeling, en 6, 12, 24 en 36 maanden na
baseline. Ook wordt een extra vragenlijst afgenomen in augustus 2020 i.v.m. de
Covid-19 maatregelen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De experimentele interventie betreft een verkorte en aangepaste versie van de Emotieregulatie-vaardigheidstraining (ERT, een korte versie van Affect Regulation Training [ART], ontwikkeld door Berking, 2007). ERT zal online worden aangeboden als toevoeging aan reguliere cognitieve gedragstherapie. ERT is een gestructureerde interventie gericht op het versterken van emotieregulatie-vaardigheden, die technieken bevat van dialectische gedragstherapie, emotion-focused therapie, mindfulness-based interventies, CGT en probleemoplossende behandelingen. ERT begint met grondige psycho-educatie over emotionele reacties en vier neuroaffectieve vicieuze cirkels die geacht worden belangrijk te zijn voor de instandhouding van negatieve emoties. Vervolgens worden vier vaardigheden behandeld die deze vicieuze cirkels kunnen helpen doorbreken: oordeelvrij bewustzijn, acceptatie, analyse en modulatie van emoties. Oorspronkelijk bevat ERT 7 vaardigheden; onze selectie is gebaseerd op bestaande literatuur over emotie-dysregulatie bij depressie en victimisatie.
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Proefpersonen zullen tijd moeten investeren wanneer zij deelnemen aan dit
onderzoek. Proefpersonen in de
experimentele conditie zullen meer tijd kwijt zijn aan deelname. Daar staat
tegenover dat zij een interventie krijgen
aangeboden waarvan wij veronderstellen dat deze de emotieregulatie-vaardigheden
vergroot en de kans op victimisatie vermindert. Voor
een specificatie van de investering in tijd verwijs ik u naar E2.
Proefpersonen in zowel de experimentele als de controleconditie krijgen
vragenlijsten aangeboden op baseline (2 metingen), 8 weken, 14 weken en 6
maanden na start behandeling en 12, 24 en 36 maanden na randomisatie, welke
beschreven staan bij K1 'primaire en secundaire
uitkomstmaten'.
Risico:
Wij zien geen risico's voor deelname aan het onderzoek.
Algemeen / deelnemers
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081 HZ
NL
Wetenschappers
De Boelelaan 1118
Amsterdam 1081 HZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(1) Primaire diagnose van Depressieve Stoornis volgens de DSM-IV-criteria, of
een diagnose van comorbide depressieve stoornis naast een primaire
angststoornis (anders dan obsessief-compulsieve stoornis) volgens DSM-IV
criteria.
(2) Indicatie voor ambulante psychotherapie gericht op de behandeling van
depressie of angststoornis.
(3) Slachtoffer zijn geweest van geweld (dreiging, mishandeling of seksueel
geweld) in de afgelopen 3 jaar.
(4) Toegang tot een computer of tablet met internetverbinding.
(5) Leeftijd van 18 jaar of ouder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(1) Psychotische symptomen volgens DSM-IV, zoals gemeten met sectie L van de
M.I.N.I.
(2) Huidig hoog risico op suïcide dat acute interventie behoeft.
(3) Onvoldoende beheersing van de gesproken en geschreven Nederlandse taal.
(4) Biopolaire stoornis, zoals gemeten met sectie D van de M.I.N.I.
(5) Middelenafhankelijkheid die behandeling behoeft.
(6) Obsessief-compulsieve stoornis, volgens de DSM-IV.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54940.029.15 |
OMON | NL-OMON26288 |