Er zijn twee hoofd doelstellingen.- Ten eerste onderzoekt de studie de werkzaamheid van een dagelijkse inname van Elafribranor gedurende 72 weken vergeleken met placebo, om de regressie van non-alcoholische histologische steatohepatitis (bevestigd…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het herstel van NASH zonder verslechtering van fibrose na 72 weken behandeling
met elafibranor
Secundaire uitkomstmaten
Het evalueren van de werkzaamheid van elafibranor op klinische resultaten
beschreven als een samengesteld eindpunt bestaande uit overlijden door welke
reden dan ook, levercirrose en de volledige lijst van portale
hypertensie-/cirrosegerelateerde voorvallen:
* Levertransplantatie
* MELD-score (Model for End-stage Liver Disease) *15
* HCC (hepatocellulair carcinoom)
* Ziekenhuisopname (gedefinieerd als een verblijf van 24 uur of langer) voor
een nieuw of herhaald voorval van:
o varicesbloeding;
o leverencefalopathie;
o spontane bacteriële peritonitis;
o ongecontroleerde ascites, hepatorenaal syndroom;
o hepatopulmonair syndroom;
o chronische gastro-intestinaal bloedverlies door portale hypertensieve
gastropathie (mits deze leidt tot ziekenhuisopname of transfusie).
De uiteindelijke analyse wordt uitgevoerd als 456 patiënt een bovengenoemd
voorval ervaren. Dit gebeurt naar verwachting ongeveer 72 maanden nadat de
eerste patiënt gerandomiseerd is.
Belangrijkste secundaire eindpunt (bij tussentijdse analyse)
Percentage patiënten met verbetering van fibrose met ten minste 1 stadium
volgens de NASH CRN-score na 72 weken.
Andere secundaire eindpunten
* Het beoordelen van histologische veranderingen na 72 weken behandeling en
follow-up-biopsie op de volgende parameters:
o percentage patiënten met herstel van NASH zonder verslechtering van fibrose
(follow-up-biopsie);
o percentage patiënten met verbetering van fibrose met ten minste 1 stadium
volgens de NASH CRN-score;
o percentage patiënten met ten minste 1 punt verbetering in histologische
scores (NASH CRN-score: totale NAS, steatose, hepatische ballooning, lobulaire
ontsteking), fibrose (NAFLD Ishak-scoresysteem) of portale ontsteking;
o percentage patiënten met verbetering van NAS-score van ten minste 2 punten;
o percentage patiënten met ten minste 1 punt verbetering in
SAF-activiteitsscore;
o gemiddelde veranderingen in NAS-score, fibrose, steatose, hepatische
ballooning, lobulaire ontsteking, portale ontsteking, SAF-score en
activiteitsscore;
o veranderingen in fibrosegebied door morfometrie;
o gemiddelde veranderingen in fibrose volgens NAFLD CRN- en NAFLD Ishak-score.
* Het beoordelen van de volgende eindpunten bij met elafibranor behandelde
patiënten in vergelijking met placebo, in week 72 en aan het eind van de
langetermijnbehandelingsperiode:
o cardiovasculaire voorvallen;
o levergerelateerde overlijdensvoorvallen;
o veranderingen in leverenzymen en levermarkers;
o veranderingen in niet-invasieve markers van fibrose en steatose;
o veranderingen in lipidewaarden;
o variatie in lichaamsgewicht;
o veranderingen in insulineresistentie en glucosehomeostasemarkers;
o veranderingen in ontstekingsmarkers;
o veranderingen in cardiovasculair risicoprofiel zoals beoordeeld volgens
Framingham-scores;
o veranderingen in kwaliteit van leven (vragenlijst SF-36).
* Het beoordelen van de tijd tot het eerste voorval van:
o levercirrose;
o overlijden door welke oorzaak dan ook;
o om het even welke portale hypertensie van cirrosegerelateerde voorvallen.
Achtergrond van het onderzoek
Een totaal van 2224 patiënten zullen worden geïnkludeerd in dit klinisch
onderzoek in ongeveer 200 centra in 20 verschillende landen. De patiënten
worden verdeeld in 2 groepen, Elafibranor en placebo in de verhouding 2:1, 1348
patiënten in elafibranor (GFT505) groep 674 patiënten in de placebogroep.
Een extra groep van 202 Fibrose 1 patiënten met een verhoogd risico op
progressie naar een studie eindpunt, wordt opgenomen als verkennende arm (10%
van de Fibrose F2-F3 patiënten).
Deze studie bevat drie periodes; selectie, 1ste behandeling periode tot
tussentijdse analyse (Visite 7 - 72 weken behandeling) en lange termijn
behandeling periode.
Aan het eind van de 72-weekse behandelingsperiode zullen de patiënten doorgaan
in de dubbelblinde lange termijn behandeling periode. Patiënten zullen worden
gevolgd op het mogelijke ontstaan van cirrose (op basis van FibroScan metingen,
biologische en klinische evaluaties wordt de aanwezigheid van cirrose problemen
nauwkeurig gevolgd, en bevestigd door een lever biopsie). Als histologische
cirrose wordt bevestigd, of een andere lange termijn gebeurtenis zoals
beschreven in de studie samengestelde eindpunten, zullen patiënten worden
gestaakt van studie.
Tijdens de totale duur van de studie, zullen de deelnemende patiënten maximaal
16 bezoeken brengen aan de onderzoeksarts waarin klinische, fysieke en
biologische (bloed en urine monsters) onderzoeken zullen worden uitgevoerd om
de veiligheid van patiënten te waarborgen en de werkzaamheid van het product in
kwestie te beoordelen. Een lever biopsie zal worden uitgevoerd tijdens de
selectieperiode als er geen recente lever biopsie (< 6 maanden voor
inkludering) van de patiënt beschikbaar is om aanwezigheid van NASH vast te
stellen. Aan het eind van 72 weken behandeling, zal een 2de lever biopsie
worden uitgevoerd om de ontwikkeling van NASH (steatose, inflammatie en lesies
van de hepatocyten) te evalueren in vergelijking met de initiële biopsie, en
eveneens na 4 jaar behandeling (Visit 13) zal een nieuw lever biopsie worden
uitgevoerd. De uiteindelijke analyse wordt uitgevoerd als 456 patiënten een van
de samengestelde studie eindpunten ervaren. Naar verwachting zal dit aantal
evenementen worden behaald na ongeveer 72 maanden nadat de eerste patiënt
gerandomiseerd is. Op dat moment zal de studie worden beëindigd.
Doel van het onderzoek
Er zijn twee hoofd doelstellingen.
- Ten eerste onderzoekt de studie de werkzaamheid van een dagelijkse inname van
Elafribranor gedurende 72 weken vergeleken met placebo, om de regressie van
non-alcoholische histologische steatohepatitis (bevestigd door een
leverbiopsie) aan te tonen zonder dat er een verslechtering van fibrose wordt
geconstateerd. Dit betreft een surrogaat eindpunt en hiervoor wordt een
tussentijdse analyse verricht nadat 1023 (fibrose 2-3) patiënten de week 72
visite hebben voltooid.
- Ten tweede bestudeert het onderzoek op lange termijn de werkzaamheid van
Elafibranor op klinische uitkomsten beschreven als een samengesteld eindpunt,
bestaande uit dood onafhankelijk van de oorzaak, levercirrose, en de volledige
lijst van de portale hypertensie / cirrose gerelateerde evenementen:
* Lever transplantatie
* MELD score *15
* Hepatocellulair carcinoom (HCC)
* Ziekenhuisopname (zoals gedefinieerd door een verblijf van 24 uur of langer)
voor het ontstaan, of herhaling van:
* oesofagusvarices bloeding,
* hepatische encefalopathie,
* spontane bacteriële peritonitis,
* ongecontroleerde ascites, hepatorenaal syndroom,
* hepatopulmonaal syndroom,
* chronische gastro-intestinaal bloedverlies vanwege portale hypertensieve
gastropathie (indien deze leiden tot ziekenhuisopname of transfusie).
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie met parallelle
groepen (placebo of elafibranor [GFT505]) ter evaluatie van de werkzaamheid en
veiligheid van elafibranor eenmaal daags 120 mg ten opzichte van placebo bij
een volwassen NASH-populatie met fibrose. In de eerste dubbelblinde
behandelingsperiode van 72 weken zullen de werkzaamheid en veiligheid van
elafibranor voor het herstel van NASH worden beoordeeld, zonder verslechtering
van fibrose ten tijde van de tussentijdse werkzaamheidsanalyse, gevolgd door
een langetermijnbehandelingsperiode ter beoordeling van de werkzaamheid bij
algemene mortaliteit en levergerelateerde klinische resultaten, gemeten in tijd
tot het eerste voorval van enig opgesomd geëvalueerd voorval (mortaliteit door
welke reden dan ook, progressie naar histologische cirrose en de volledige
lijst van portale hypertensie-/cirrosegerelateerde voorvallen).
Dosisniveau
120 mg
Toedieningsweg:
Oraal (eenmaal daags [quaque die, QD] 1 tablet)
Onderzoeksproduct en/of interventie
De onderzoeksbehandeling zal dubbelblinde zijn. De behandeling bestaat uit onderzoeksgeneesmiddel Elafibranor
Inschatting van belasting en risico
Tijdens toxicologische onderzoeken bij dieren, waren de voornaamste ongewenste
effecten die waargenomen werden, bij ratten en muizen (toename van het gehalte
van leverenzymen, toename van de grootte van de lever en toename van het
optreden van levertumoren). Echter, vergeleken met apen en mensen, zijn deze
soorten knaagdieren veel gevoeliger voor dit soort levertoxiciteit op de lange
termijn. Daarom heeft de behandeling van apen gedurende 1 jaar met sterke
doses van Elafibranor niet het minste teken van levertoxiciteit onthuld en in
alle klinische studies die tot heden verricht zijn, heeft Elafibranor vooral
tekenen van bescherming van de lever gegeven wat een medisch belang toont voor
de behandeling van uw NASH.
In een paring studie van mannelijke en vrouwelijke ratten behandeld met hoge
doses Elafibranor, vertoonden mannelijke ratten zeer kleine veranderingen in de
interne structuur van geproduceerde zaadcellen en er was een lichte afname van
het percentage zwangere vrouwelijke ratten. Echter de menselijke relevantie van
deze minimale effecten van een hoge dosis Elafibranor is momenteel niet bekend.
In de loop van alle klinische studies die bij de mens zijn verricht, zijn er 9
ernstige bijwerkingen bij 6 patiënten geconstateerd die vermoedelijk
gerelateerd werden aan de onderzoeksbehandeling. Slechts 5 van deze ernstige
bijwerkingen werden geassocieerd met de onderzoeksbehandeling. Dat waren
spontane abortus, acute pancreatitis, ataxie, tremor en onwillekeurige
spiersamentrekkingen.
De volgende neveneffecten zijn gerapporteerd tijdens de klinische studies met
Elafibranor, gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid, diarree en
braken, asthenie of vermoeidheid, myalgie, afname van eetlust, huiduitslag en
opvliegers. Bepaalde markers in het bloed, dat de lever, spier- of
nierproblemen kunnen suggereren zijn ook gerapporteerd tijdens de studies. Al
deze parameters zullen nauwlettend worden gevolgd tijdens de studie.
Zoals bij elke studie, kan er een risico van een allergische reactie optreden.
Symptomen kunnen zijn huiduitslag, jeuk, ademhalingsproblemen, zwelling in het
gezicht.
Risico*s en ongemakken die verband houden met de procedures van het onderzoek
Er zal bij verschillende bezoeken bloed afgenomen worden.
Om 12 uur voor elk bezoek nuchter te blijven kan duizeligheid veroorzaken,
hoofdpijn, buikpijn en zelden flauwvallen.
De techniek die gewoonlijk gebruikt wordt om een levermonster te verkrijgen is
de percutane biopsie. In zeldzame gevallen kunnen ongemakken optreden, zoals
een bloeding, een pneumothorax of een galblaasperforatie.
Een leverbiopsie wordt gewoonlijk onder lokale verdoving uitgevoerd. Niettemin,
als een algehele anesthesie wordt verkozen, kunnen bepaalde neveneffecten
kunnen optreden, zoals misselijkheid, braken, keelpijn, gevoel van zwakheid,
hoofdpijn en pijn op de plek van de injectie. In zeldzame gevallen problemen
bij het urineren, longinfectie, letsel aan de mond of zenuwstelsel, een
allergie of zelfs overlijden kan voorkomen.
Fibroscan is niet gepaard met bekende risico's, en voor het EKG zou eventuele
huidirritatie kunnen optreden door de electrode.
Algemeen / deelnemers
Adres Parc Eurasanté - avenue Eugène Avinée 885
Loos 59120
BE
Wetenschappers
Adres Parc Eurasanté - avenue Eugène Avinée 885
Loos 59120
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen of vrouwen in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar ten tijde van het
eerste screeningbezoek.
2. Moeten een geschreven geïnformeerde toestemming ondertekenen en instemmen
met naleving van het studieprotocol.
3. Body mass index * 45 kg/m².
4. Vrouwen die aan de studie deelnemen moeten ofwel onvruchtbaar zijn (door
hysterectomie, bilaterale oöforectomie, medisch gedocumenteerde
ovariuminsufficiëntie of leeftijd van >50 jaar met gedurende ten minste 12
maanden beëindigde menstruatie vanwege ovariuminsufficiëntie) of werkzame
dubbele anticonceptie gebruiken: hormonale anticonceptie (waaronder
hormoonpleister, vaginale ring enz.), spiraaltje of ander mechanisch
anticonceptiemiddel + condoom of diafragma of zaaddodend middel gedurende de
gehele duur van de studie en gedurende 1 maand na het einde van behandeling.
5. Histologische bevestiging van steatohepatitis in een diagnostische
leverbiopsie na centrale uitlezing van de coupes (biopt verkregen binnen 6
maanden voorafgaand aan randomisatie of tijdens de screeningperiode) met ten
minste 1 in elk component van de NAS-score (steatose 0-3 gescoord, afname
ballooning 0-2 gescoord en lobulaire ontsteking 0-3 gescoord).
6. NAS score *4.
7. Fibrosestadium 1 of hoger en lager dan 4, volgens het NASH
CRN-fibrosestadiëringssysteem.
Bij patiënten met fibrosestadium 1 worden alleen patiënten met een hoog risico
op progressie in de studie opgenomen, wat neerkomt op NAS score *5 en 2 van de
volgende aandoeningen: persistent verhoogde ALT, obesitas gedefinieerd als een
BMI *30, metabolisch syndroom (gedefinieerd als NCEP ATP III), diabetes type-2
of HOMA IR >6.
8. Patiënten stemmen in met het afstaan van 1 leverbiopt voor diagnostische
doeleinden tijdens de screeningperiode (als er geen historisch biopt
beschikbaar is binnen 6 maanden voorafgaand aan randomisatie), 1 leverbiopt na
72 weken behandeling ter beoordeling van de effecten van de behandeling op NASH
en nog een exemplaar bij verdenking van cirrose (als histologische bevestiging)
en een laatste leverbiopt na ongeveer 4 jaar behandeling (bezoek B13), tenzij
er binnen het jaar al een biopsie plaatsvond.
9. Stabiele dosis vitamine E (>400 IE/dag), poly-onverzadigde vetzuren (>2
g/dag) of ursodeoxycholzuur vanaf ten minste 6 maanden voorafgaand aan de
diagnostische leverbiopsie.
10. Bij patiënten met diabetes type 2 moet glykemie worden gecontroleerd. Als
glykemie wordt gecontroleerd met antidiabetische geneesmiddelen, dan is er in
de volgende omstandigheden geen verandering in antidiabetische behandeling
toegestaan binnen 6 maanden voorafgaand aan de diagnostische leverbiopsie:
o geen dosisverandering voor patiënten die behandeld worden met een *glucagon-
like* peptide-1-agonist;
o geen kwalitatieve verandering (d.w.z. implementatie van een nieuw
antidiabetisch geneesmiddel) voor patiënten die behandeld worden met
metformine, dypeptidylpeptidase-4-remmers,
natrium-glucose-cotransporter-2-remmers, sulfamiden of insuline.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gekend hartfalen (graad I tot IV volgens de indeling van de New York Heart
Association).
2. Voorgeschiedenis van werkzame bariatrische chirurgie binnen 5 jaar
voorafgaand aan screening.
3. Ongecontroleerde hypertensie gedurende de screeningperiode, ondanks optimale
antihypertensieve behandeling.
4. Patiënten met diabetes type 1.
5. Patiënten met gedecompenseerde diabetes (hemoglobine A1c [HbA1c] >9,0%).
Indien afwijkend bij het eerste screeningbezoek kan de HbA1c-meting uiterlijk 2
weken voorafgaand aan randomisatie worden herhaald. Een herhaalde afwijkende
HbA1c (HbA1c >9,0) leidt tot uitsluiting.
6. Patiënten die thiazolidinedionen (pioglitazone, rosiglitazone) ontvangen,
tenzij het geneesmiddel ten minste 6 maanden voorafgaand aan de diagnostische
leverbiopsie is stopgezet.
7. Patiënten met een voorgeschiedenis van klinisch significant, acuut
hartvoorval binnen 6 maanden voorafgaand aan screening, zoals: acute
cardiovasculaire episode, beroerte, voorbijgaande ischemische aanval of
coronaire hartziekte (angina pectoris, myocardinfarct,
revascularisatieprocedures).
8. Gewichtsverlies van meer dan 5% binnen 6 maanden voorafgaand aan
randomisatie.
9. Gecompenseerde en gedecompenseerde cirrose (klinisch en/of histologisch
aangetoonde cirrose). Met name NASH-patiënten met fibrosestadium = 4 volgens
het NASH CRN-fibrosestadiëringssysteem worden uitgesloten.
10. Huidige of recente voorgeschiedenis (<5 jaar) van significante
alcoholconsumptie. Voor mannen wordt significante alcoholconsumptie normaal
gesproken gedefinieerd als meer dan 30 g pure alcohol per dag. Voor vrouwen
wordt dit normaal gesproken gedefinieerd als meer dan 20 g pure alcohol per dag.
11. Patiënten die bloed of bloedproducten hebben afgestaan binnen 1 maand
voorafgaand aan screening of het afstaan van bloed of bloedproducten plannen op
enig moment tijdens het onderzoek en in de 2 maanden na beëindiging van de
studie.
12. Zwangere of borstvoeding gevende vrouwen of vrouwen die zwangerschap
plannen tijdens de studieperiode.
13. Andere goed gedocumenteerde oorzaken van chronische leverziekte volgens
diagnostische standaardprocedures, inclusief maar niet beperkt tot:
o positief hepatitis B-oppervlakteantigeen;
o positief hepatitis C-virus RNA);
o verdenking van geneesmiddelgeïnduceerde leverziekte;
o alcoholische leverziekte;
o auto-immune hepatitis;
o ziekte van Wilson hemochromatose;
o primaire biliaire cirrose, primaire scleroserende cholangitis;
o genetische hemochromatose;
o bekende of verdenking van HCC;
o voorgeschiedenis van geplande levertransplantatie of huidige MELD-score >12.
14. Indien van toepassing, patiënten die niet gedekt zijn door zorgverzekering
en/of die de nationaal van kracht zijnde wettelijke aanbevelingen niet naleven.
15. Patiënten die in geval van nood niet kunnen worden gecontacteerd.
16. Bekende overgevoeligheid voor het onderzoeksproduct of enig
formulebestanddeel.
17. Patiënten met eerdere blootstelling aan elafibranor.
18. Patiënten die op dit moment deelnemen aan, plannen om deel te nemen aan of
binnen 30 dagen of vijf halfwaardetijden (dat wat langer is) voorafgaand aan
screening deelgenomen hebben aan een onderzoek naar een experimenteel
geneesmiddel of medisch apparaat., Gelijktijdige medicatie:
19. Fibraten zijn vanaf 2 maanden voorafgaand aan randomisatie niet toegestaan.
Patiënten die statinen of ezetimibe gebruikten voorafgaand aan de screening
kunnen deelnemen als de dosis constant gehouden werd gedurende ten minste 2
maanden voorafgaand aan screening.
20. Patiënten die op dit moment geneesmiddelen innemen die
steatose/steatohepatitis kunnen induceren, inclusief maar niet beperkt tot:
corticosteroïden (alleen parenterale en orale chronische toediening),
amiodarone (Cordarone), tamoxifen (Nolvadex) en methotrexaat (Rheumatrex,
Trexall), die 30 dagen voorafgaand aan screening niet toegestaan zijn.
21. Patiënten die op dit moment enige medicatie innemen die absorptie,
distributie, metabolisme of uitscheiding van studiemedicatie kan verstoren of
kan leiden tot inductie of remming van microsomale enzymen, bv. indomethacine,
die niet toegestaan is vanaf randomisatie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-005385-38-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02704403 |
CCMO | NL57358.056.16 |