Doelstellingen bij volwassen patiënten:Primaire doelstelling: De werkzaamheid aan te tonen van Holoclar (Ex vivo geëxpandeerd, autoloog, menselijk hoornvliesepitheel dat stamcellen bevat) één jaar na de eerste behandeling bij patiënten die lijden…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Oogletsels
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
VOLWASSENEN
Primaire variabele op het vlak van werkzaamheid:
Het primaire eindpunt op het vlak van werkzaamheid is het percentage patiënten
met een geslaagde transplantatie ongeveer 12 maanden na de eerste
Holoclar-behandeling. Een geslaagde transplantatie wordt gedefinieerd op basis
van de graad van 'oppervlakkige corneale neovascularisatie (CNV)' en
'epitheliale defecten'. CNV zal beoordeeld worden door twee externe,
onafhankelijke beoordelers op basis van gestandaardiseerde, geannoteerde
beelden van het oog van de patiënt, op een geblindeerde manier. De graad van
'oppervlakkige corneale neovascularisatie' zal geëvalueerd worden op basis van
het aantal kwadranten van het hoornvlies met oppervlakkige penetratie van
nieuwe bloedvaten (d.w.z. van 0 tot 4 kwadranten) en de aan-/afwezigheid van
aantasting van het centrale hoornvlies.
De graad van 'epitheliale defecten' zal geëvalueerd worden na aankleuring met
fluoresceïne met behulp van de volgende schaal:
• Geen = geen of minimale aankleuring;
• Spoor = regionale of diffuse gestippelde aankleuring, pooling;
• Licht = dichte, samenvloeiende aankleuring met een diameter tot 2 mm;
• Ernstig = dichte, samenvloeiende aankleuring met een diameter >=2 mm.
De transplantatie wordt beschouwd als een klinisch relevant succes als aan de
volgende voorwaarden voldaan is:
o Oppervlakkige corneale neovascularisatie afwezig of ten minste doordringend
in niet meer dan één kwadrant zonder aantasting van het centrale gedeelte van
het hoornvlies;
EN
o Afwezigheid van epitheliale defecten na aankleuring met fluoresceïne. De
aanwezigheid van een 'pooling-effect' wordt niet beschouwd als een epitheliaal
defect.
VOLWASSEN EN PEDIATRISCHE PATIËNTEN
• Adverse Events (AE's) en behandelingsgerelateerde adverse events (TRAE's).
• Adverse Events of Special Interest (AESI): glaucoom en blefaritis.
• Gerapporteerde oogsymptomen (pijn, brandend gevoel en fotofobie) die optreden
voor Bezoek 11/22 (Dag 90±14).
• Graad van conjunctivale ontsteking (d.w.z. limbale en bulbaire conjunctivale
hyperemie) die optreedt voor Bezoek 11/22 (Dag 90±14).
• Vitale tekens (bloeddruk, pols en ademhalingsfrequentie) bij baseline en in
de 12 maanden volgend op behandeling met Holoclar.
• Hematologische en bloedchemieparameters bij baseline en op Bezoek 10/21 (Dag
29±5) in de 12 maanden na behandeling met Holoclar.
Secundaire uitkomstmaten
VOLWASSENEN
Belangrijkste secundaire variabele op het vlak van werkzaamheid:
De belangrijkste secundaire variabele op het vlak van werkzaamheid is het
percentage patiënten met klinisch succes na één of twee ACLSCT's, beoordeeld 12
maanden na de laatste behandeling met Holoclar.
De transplantatie wordt beschouwd als succesvol op basis van de graad van
'oppervlakkige corneale neovascularisatie' en 'epitheliale defecten' volgens
dezelfde definitie als voor de beoordeling van het primaire eindpunt op het
vlak van werkzaamheid. Succes zal beoordeeld worden door twee externe,
onafhankelijke beoordelers op basis van gestandaardiseerde, geannoteerde
beelden van het oog van de patiënt, op een geblindeerde manier. Als het oordeel
van de twee beoordelers verschilt, moet een definitief, gemeenschappelijk
oordeel worden geformuleerd.
Om de digitale corneale spleetlampfoto's van een bepaalde patiënt te maken,
moet gedurende de studie altijd dezelfde spleetlampcamera gebruikt worden.
Op alle studiebezoeken waarop foto's van het hoornvlies moeten worden
gedocumenteerd, moet de fotograaf minstens 4 digitale spleetlampfoto's van het
hoornvlies maken zonder fluoresceïne en ten minste 4 digitale spleetlampfoto's
met fluoresceïne (2 foto's vergroting 10x, 2 foto's vergroting 16x).
Secundaire variabelen op het vlak van werkzaamheid:
• Graad van ernst van epitheliale defecten na aankleuring met fluoresceïne,
geëvalueerd door de onderzoeker van het centrum volgens dezelfde schaal als die
voor het primaire eindpunt bij baseline en in de 12 maanden volgend op de
laatste behandeling met Holoclar;
• Graad van oppervlakkige corneale neovascularisatie, geëvalueerd door de
onderzoeker van het centrum volgens dezelfde schaal als die voor het primaire
eindpunt bij baseline en in de 12 maanden volgend op de laatste behandeling met
Holoclar;
• Aanwezigheid en ernst van gerapporteerde oogsymptomen (pijn, brandend gevoel,
fotofobie), geëvalueerd met behulp van een numerieke pijnschaal (NPRS,
Numerical Pain Rating Scale) op 11 punten [van 0 (d.w.z. geen symptomen) tot 10
(d.w.z. ergst mogelijke symptomen)] en met behulp van een 4-puntsschaal (geen,
licht, matig, ernstig) bij baseline en vanaf 3 tot 12 maanden na de laatste
behandeling met Holoclar;
• Aanwezigheid en ernst van limbale en bulbaire ontsteking, geëvalueerd met
behulp van de Efron Grading Scales for Contact Lens Complications [van normaal
(0) tot spoor (1), licht (2), matig (3), ernstig (4)] bij baseline en van 3 tot
12 maanden na de laatste behandeling met Holoclar;
• Best Corrected Visual Acuity (BCVA, best gecorrigeerde gezichtsscherpte) van
de Snellen-grafiek met waarden uitgedrukt volgens een tienden-schaal bij
baseline en in de 12 maanden volgend op de laatste behandeling met Holoclar.
Als de proefpersoon er niet in slaagt om letters te herkennen in de 1/20 graad
zal de gezichtsscherpte worden geëvalueerd als de beste score op volgende
punten: vingertelling, handbeweging, lichtperceptie of geen lichtperceptie;
• Levenskwaliteit, geëvalueerd met behulp van de samengestelde en
subschaalscores van de National Eye Institute 25-Item Visual Function
Questionnaire (NEI VFQ 25) en EuroQol-Five Dimensions (EQ-5D-3L) bij baseline
en van 3 tot 12 maanden na de laatste behandeling met Holoclar.
• De gevoeligheid en aantasting van het hoornvlies bij baseline en in de 12
maanden volgend op de laatste behandeling met Holoclar.
Achtergrond van het onderzoek
Verlies van LSC (limbale Stamcellen Deficientie, LSCD) kan primair of secundair
zijn aan systemische ziekten of lokale verwondingen. Onder de secundaire LSCD
voorwaarden, die als gevolg van oculaire brandwonden zijn zeldzaam, maar een
van de meest verwoestende in termen van kwaliteit van leven, visuele beperking,
verlies van het vermogen om te werken en sociale kosten. De klinische kenmerken
van LSCD zijn pijn, branderig gevoel en fotofobie, chronische ontsteking,
tranen en, uiteindelijk verminderde of geen gezichtsscherpte. Momenteel zijn
er geen goedgekeurde geneesmiddelen voor de behandeling van deze specifieke
aandoening.
Verschillende chirurgische corneale procedures zijn uitgeprobeerd in het
verleden om het corneale oppervlak van patiënten met ernstige LSCD te
reconstrueren. Al deze procedures zijn gericht op het transplanteren van een
nieuwe bron van epitheel van het niet-aangedane oog of van een donor. Van deze
opties is de autologe limbale transplantatie waarschijnlijk de beste die
momenteel beschikbaar is voor oculaire oppervlak reconstructie. Deze procedure
is vereist evenwel een grote limbale transplantatie van het andere oog met een
mogelijk risico van beschadiging van het gezonde oog.
Autoloog Gekweekte limbale Stamcell Transplantatie (ACLSCT) is een geavanceerde
behandeling voor LSCD wat de afname van een klein limbale-biopt van het
niet-aangedane oog aangeeft, gevolgd door in vitro expansie van een cellaag
hoornvliesepitheel die zowel gedifferentieerde cellen als stamcellen bevat. Het
eindproduct (Holoclar) is een oogheelkundige invoegsel dat bestaat uit een
epitheliale laag van autologe hoornvliesepitheel bevestigd aan een
ondersteunende fibrine laag in voedingsstoffen transport medium. Het product is
bestemd om te worden gebruikt bij patiënten met matige of ernstige LSCD
secundair aan chemische of fysische oculaire brandwonden.
Na 2007 zijn specifieke verbeteringen in de kwaliteit en de productie ingevoerd
om te voldoen aan de huidige wet- en regelgeving met betrekking tot
geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (ATMP). Holoclar is onlangs
goedgekeurd door EMA en het is momenteel niet in elk land wereldwijd op de
markt gebracht. Na de uitvoering van de ATMP verordening, werd desondanks de
autologe tissue engineered product voor de wederopbouw van het hoornvlies (nu
Holoclar) klinisch en wetenschappelijk aanvaardbaar geacht in Italië als een
"geconsolideerde gebruikte" therapie, en goedgekeurd voor vergoedingen.
Na de verbeteringen in de kwaliteit en de productie van ACLSCT ingevoerd na
2007 tonen de resultaten van retrospectieve studies met Holoclar positieve
klinische resultaten met een gunstig veiligheidsprofiel bij de grote
meerderheid van de patiënten met matige tot ernstige LSCD die de gekweekte
limbale stamcellen transplantaten hebben ontvangen voor
hoornvliestransplantatie. Deze gegevens zijn opgenomen in de marketing
autorisatie indiening (MAA) voor de Tissue Engineers product genaamd Holoclar.
Het comite voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) heeft een positief
advies uitgebracht aan de aanvrager en heeft Holoclar aanbevolen als het eerste
product voor geavanceerde therapie (ATMP) met stamcellen, voor goedkeuring in
de Europese Unie (EU).
Het CHMP was van oordeel dat Holoclar kan worden beschouwd als een eerste optie
voor de behandeling van deze zeldzame oogaandoening en heeft een
voorwaardelijke vergunning aanbevolen. Hoewel uit de door de aanvrager
verstrekte gegevens blijkt dat de voordelen van het geneesmiddel opwegen tegen
de risico's, zijn de gegevens zijn gebaseerd op retrospectieve studies en zijn
nog niet uitgebreid. Daarom moet een aanvullende studie over het gebruik van
Holoclar worden uitgevoerd. Deze klinische studie is overeengekomen met de
regelgevende instantie met het oog op de noodzaak van bijkomende en meer
omvattende gegevens die worden verkregen in een gecontroleerde omgeving.
Doel van het onderzoek
Doelstellingen bij volwassen patiënten:
Primaire doelstelling:
De werkzaamheid aan te tonen van Holoclar (Ex vivo geëxpandeerd, autoloog,
menselijk hoornvliesepitheel dat stamcellen bevat) één jaar na de eerste
behandeling bij patiënten die lijden aan matige (vascularisatie in twee-drie
kwadranten van het hoornvlies met betrokkenheid van het centrale hoornvlies)
tot ernstige (vier kwadranten van het hoornvlies met betrokkenheid van het
centrale hoornvlies) LSCD resulterend in ernstige visuele verslechtering en ten
tweede als gevolg van brandwonden aan het oog in termen van het percentage
patienten met een succesvolle transplantatie met Holoclar één jaar na de eerste
behandeling.
Belangrijkste secundaire doelstelling:
De werkzaamheid evalueren van één of twee behandelingen met Holoclar één jaar
na de laatste behandeling.
Doelstellingen bij pediatrische patiënten:
Het klinische veiligheidsprofiel van behandeling met ACLSCT evalueren,
inclusief limbale biopsie, Holoclar-transplantatieprocedure en behandeling na
transplantatie.
De volgende parameters op het vlak van werkzaamheid onderzoeken:
o aanwezigheid van pijn, brandend gevoel en fotofobie na de laatste behandeling
met Holoclar gedurende de follow-up;
o aanwezigheid van limbale en bulbaire ontsteking na de laatste behandeling met
Holoclar gedurende de follow-up;
o ernst van de oppervlakkige corneale neovascularisatie en (indien verdragen)
epitheliale defecten gedurende de follow-up;
o verbetering in de beste gecorrigeerde gezichtsscherpte na de laatste
behandeling met Holoclar gedurende de follow-up;
o verbetering in de levenskwaliteit van de patiënt na de laatste behandeling
met Holoclar gedurende de follow-up.
Onderzoeksopzet
Multinationale, multicentrische, prospectieve, open-label, ongecontroleerde
klinische studie.
Tijdens de studie zullen in totaal 15 bezoeken aan het ziekenhuis
(pre-screeningbezoek 0 tot bezoek 14) plaatsvinden, en wel als volgt:
- Pre-screeningbezoek/ Bezoek 0 (dit moet plaatsvinden ongeveer binnen 45-15
dagen voor het screeningbezoek)
- Screening / Prechirurgisch bezoek (baselinebezoek) / Begin van inrolfase
Bezoek 1 (ongeveer maand -7 voor transplantatie)
- Limbale biopsie / Inrolfase / Bezoek 2 (ong. 180 dagen ± 30 dagen voor
transplantatie)
- Inrolfase/ Bezoek 3 (ong. 2 maanden na biopsie)
- Inrolfase/ Bezoek 4 (ong. 4 maanden na biopsie)
- Inrolfase / Bevestigingsbezoek / Bezoek 5 (-13 ± 2 dagen voor transplantatie)
- Transplantatiebezoek / Bezoek 6 (Dag 1)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 7 (Dag 2, de dag na de transplantatie)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 8 (Dag 4 ± 1)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 9 (Dag 15 ± 3)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 10 (Dag 29 ± 5)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 11 (Dag 90 ± 14)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 12 (Dag 180 ± 14)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 13 (Dag 270 ± 14)
- Posttransplantatiebezoek / Bezoek 14 (Dag 360 ± 14) (Eindpuntbezoek).
De studieduur per patiënt bedraagt 19 maanden ±15 dagen:
Onderzoeksproduct en/of interventie
ACLSCT impliceert een eenmalige toediening van Holoclar via een speciale chirurgische procedure van afschraping van het hoornvlies-oppervlak en applicatie van het product onder plaatselijke (para- of retrobulbaire) of algemene verdoving. De chirurgische procedure wordt gevolgd door een posttransplantatiebehandeling met corticosteroïden en antibiotica, die aanvankelijk oraal en dan lokaal (4 weken) worden toegediend als volgt: • Na de biopsie topische antibioticaprofylaxis met een enkelvoudige dosis gentamycinesulfaat of netilmicinesulfaat of levofloxacine zonder bewaarmiddelen, 3-4 druppels TID gedurende 7-8 dagen tot het chirurgisch letsel verdwenen is. • Na toediening van Holoclar: o Behandeling met systemische corticosteroïden: prednison p.o. gedurende 4 weken na ACLSCT in een dagelijkse dosis van 0,5 mg/kg/dag gedurende 2 weken (maximaal 25 mg/dag in de pediatrische populatie), dan afgebouwd tot 0,25 mg/kg/dag gedurende 1 week en tot 0,125 mg/kg/dag gedurende 1 week. In geval van aanhoudende ontsteking kan de behandeling met corticosteroïden worden voortgezet of hervat volgens het oordeel van de arts. o Behandeling met systemische antibiotica: doxycycline 100 mg tabletten tweemaal daags gedurende 2 weken na ACLSCT. In geval van contra-indicaties voor doxycycline kan amoxicilline 500 mg tweemaal daags gebruikt worden. Bij kinderen wordt amoxicilline gebruikt, met aanpassing van de dosis volgens de leeftijd en het gewicht van de patiënt (tot 40 kg lichaamsgewicht, amoxicilline 250 mg tabletten TID of granulaire suspensie 50 mg/kg verdeeld in 2-3 doses; boven 40 kg lichaamsgewicht: zoals voor volwassenen). Erythromycine wordt gebruikt voor pediatrische patiënten in geval van een allergie voor amoxicilline (tot 12 jaar: 200 mg tabletten TID per 12 kg lichaamsgewicht of 50 mg/kg granulaire suspensie verdeeld over 2-3 doses; boven 12 jaar: 600 mg tabletten TID ). • Topische corticosteroïden: bewaarmiddelvrij dexamethason 0,1 % (of methylprednisolon 1 %) oogdruppels gedurende in totaal 4 weken te beginnen bij dag 15: TID gedurende 2 weken gevolgd door BID gedurende 1 week en dan QD gedurende 1 week. De behandeling met topische corticosteroïden kan worden voortgezet in geval van aanhoudende ontsteking. • Topische antibiotica: bewaarmiddelvrij gentamycinesulfaat of netilmicinesulfaat of levofoxacine-emihydraat wordt gebruikt in geval van epitheliale defecten, te beginnen op dag +21 na ACLSCT en voortzetting volgens het oordeel van de arts. In geval van 'falen' van de eerste procedure volgens het oordeel van onafhankelijke beoordelers op 12 maanden follow-up, kunnen geschikte patiënten een tweede implantatie ondergaan.
Inschatting van belasting en risico
De patienten zullen minstens 15 bezoeken afleggen over een periode van minstens
19 maanden.
De patienten zullen de volgende testen/ handelingen ondergaan tijdens deze
bezoeken:
- Lichamelijk onderzoek, vitale functies (bloeddruk, pols en ademhaling), ECG
- Vier bloedafnames in 19 maanden (voor standaard hematologie en biochemie
bepalingen en infectie bepalingen) + urine voor zwangerschapstest (wanneer van
toepassing)
- Oogheelkundige onderzoeken.
- Evaluatie van pijn, branderig gevoel en lichtgevoeligheid
- Kwaliteit van leven vragenlijst (een aparte voor de pedriatische popluatie)
- Digitale fotografie van het oog
- Chirurgische ingreep (tijdens bezoek 2 die ongeveer 3-4 uur zal duren)
waarbij limbale stamcellen middels een biopsie van het contra laterale oog
(niet aangedane oog) worden afgenomen (alleen bij bezoek nr.2), gevolgd door
een kortdurende locale profylactische antibiotica gedurende 8 dagen.
- Chirurgische ingreep waarbij het transplantaat (ACLSCT; Holoclar®) wordt
ingebracht (alleen bezoek nr 6 (3-4 uur zal dit bezoek duren) of bezoek nr 17
in het geval de eerste transplantatie niet geslaagd is en de patient in
aanmerking komt voor een tweede transplantatie). Dit wordt gevolgd door een
systemische antibiotica behandeling (2 weken), een systemische
ontstekingsremmende behandeling (2 weken). Vervolgens wordt drie weken na de
ingreep gestart met een oppervlakkige antibiotica en ontstekingsremmer met een
duur die bepaald wordt door de onderzoeker.
De meeste bijwerkingen zijn licht en verdwijnen in de weken na de ingreep.
Vaak (treden op bij tot 1 op 10 patiënten)
• Bloeding rond de plaats van de operatie, waar Holoclar® ingebracht werd
• Ontstoken ooglid
• Problemen met het transparante gedeelte van het oog
• Verhoogde druk in het oog (glaucoom)
• Pijn in het oog
• Ontsteking van het hoornvlies
Soms (treden op bij tot 1 op 100 patiënten)
• Oogaandoeningen - kleverigheid van het ooglid, bloeddoorlopen ogen, zwelling
van het oog en oogirritatie
• Gevoeligheid voor licht
• Overgroei rond het implantaat (metaplasie)
• Infectie van het oog
• Scheuren van de hechtingen
• Flauwvallen
• Bloeding uit de huid van het ooglid
Verder zijn er mogelijke bijwerkingen van andere geneesmiddelen die toegediend
worden samen met Holoclar®. Deze bijwerkingen kunnen variëren, afhankelijk van
het precieze product (antibioticum, steroïde) dat gebruikt wordt.
Op basis van eerdere studies is te verwachten dat de patient significante
klinische voordelen zal ondervinden bij deelname aan dit onderzoek. Er is een
grote kans dat de ziekte gedeeltelijk of volledig kan genezen na behandeling
met Holoclar® en dat de symptomen waarschijnlijk zullen verbeteren. Verder is
het zo dat de ziekte en algemene toestand van de patient zorgvuldig en van
nabij zullen worden geëvalueerd door de artsen. Dit zal de arts tevens helpen
om een geschiktere geneesmiddelenbehandeling voor te schrijven of een adequate
behandeling te kiezen wanneer de studie afgelopen is en de implantatie van
Holoclar® zou falen.
Algemeen / deelnemers
Via Glauco Gottardi 100
Modena 41125
IT
Wetenschappers
Via Glauco Gottardi 100
Modena 41125
IT
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming voordat studiegerelateerde
procedures plaatsvinden;, 2. Volwassen mannelijke en vrouwelijke patiënten (>=18
jaar oud). Uitsluitend voor veiligheidsdoeleinden zullen ook vijf pediatrische
patiënten van 2 tot 17 jaar in het onderzoek opgenomen worden;, 3. LSCD
secundair aan uni- of bilaterale fysische of chemische verbranding aan het oog,
met ten minste 1-2 mm2 onbeschadigde limbus om stamcellen te oogsten voor
expansie in kweek. LSCD wordt in aanmerking genomen voor inclusie in
aanwezigheid van oppervlakkige neovascularisatie in ten minste twee kwadranten
van het hoornvlies met aantasting van het centrale hoornvlies (centraal 6 mm
diameter) (inclusief corneale neovascularisatie, corneale opaciteit of corneale
dyschromie) volgens de onafhankelijke beoordelers;, 4. Stabiliteit van LSCD,
gedefinieerd als een ziekteduur van minstens 24 maanden (12 maanden voor
minderjarigen) op het moment van het screeningbezoek en aanwezigheid van
continuümepitheel op basis van fluoresceïne-aankleuring met een score 'geen' of
'spoor'., 5. Aanwezigheid van ernstig verstoorde gezichtsscherpte gedefinieerd
door een score na beste correctie (dwz beste gecorrigeerde gezichtsscherpte)
gelijk of beneden 1/10 (of 20/200) op de Snellen-grafiek (maatschappelijk
blind);, 6. Afwezigheid van andere klinische contra-indicaties voor
ACLSC-transplantatie volgens het oordeel van de onderzoeker., 7. De bereidheid
om mee te werken aan de studieprocedures (mantelzorgers in geval van
minderjarigen).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. LSCD van lichte graad (d.w.z. minder dan 2 kwadranten met invasie van
bloedvaten), als gevolg van recente verbranding (minder dan 24 maanden voor de
screening voor volwassenen en minder dan 12 maanden voor minderjarigen), of
secundair aan andere medische aandoeningen dan verbranding (bijv. bestraling);,
2. Ernstige oogontsteking volgens de Efron Grading Scale for Contact Lens
Complications (beoordelingsschaal voor complicaties van contactlenzen). Na
adequate behandeling kan de patiënt opnieuw gescreend worden;, 3. Aanwezigheid
van malpositie van de oogleden;, 4. Aanwezigheid van littekenweefsel op het
bindvlies met verkorting van de fornix; , 5. Ernstige deficiëntie van de
traansecretie, bepaald met behulp van de Schirmer-test type I (<5 mm/ 5 min.);,
6. Corneale gevoelloosheid en conjunctivale gevoelloosheid;, 7. Actieve lokale
of systemische infecties op het moment van de screening. Na adequate
behandeling kan de patiënt opnieuw gescreend worden;, 8. Diagnose van lokale of
systemische neoplasie;, 9. Aangeboren ziekten (bijv. aniridia);, 10. Bilaterale
ontstekingsziekten (bijv. Stevens-Johnson-syndroom, pemiphigus);, 11. Reeds
aanwezige blindheid die een functioneel herstel uitsluit;, 12. Vrouwelijke
patiënten: zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven en alle vrouwen
die fysiologisch zwanger kunnen worden TENZIJ ze bereid zijn één of meer
betrouwbare anticonceptiemethodes te gebruiken (d.w.z. anticonceptiemethodes
zoals orale anticonceptiemiddelen, IUD, afbinding van de eileiders). De
betrouwbare anticonceptie moet gedurende de volledige studie voortgezet worden.
Bij de screening zal een zwangerschapstest gedaan worden bij alle vrouwen die
zwanger kunnen worden; de test zal herhaald worden voor de biopsie en de
behandeling. Postmenopauzale vrouwen (fysiologische menopauze gedefinieerd als
'12 opeenvolgende maanden van amenorroe') of vrouwen die blijvend
gesteriliseerd zijn (bijv. afsluiting van de eileiders, hysterectomie of
bilaterale salpingectomie) kunnen in de studie opgenomen worden.
Voor de pediatrische populatie wordt waar nodig controle door de ouders
toegepast;, 13. Allergie, gevoeligheid of intolerantie voor concomitante
geneesmiddelen of hulpstoffen (overgevoeligheid voor één van de hulpstoffen
vermeld in rubriek 6.1 of voor runderserum en 3T3-J2-cellen van muizen);, 14.
Contra-indicaties voor de lokale of systemische antibiotica en/of
corticosteroïden die in het protocol voorzien zijn;, 15. Contra-indicaties voor
de chirurgische procedure;, 16. Klinisch significante of onstabiele
gelijktijdige ziekte of andere klinische contra-indicaties voor
stamceltransplantatie gebaseerd op het oordeel van de onderzoeker, of andere
concomitante medische aandoeningen die een invloed hebben op de
transplantatieprocedure; , 17. Patiënten (of ouders indien de patiënt een kind
is) die vermoedelijk niet bereid of in staat zijn om het studieprotocol na te
leven of niet in staat zijn om de aard en het bereik van de studie of de
mogelijke voordelen of ongewenste effecten van de studieprocedures en
behandelingen te begrijpen;, 18. Deelname aan een andere klinische studie
waarin een experimenteel geneesmiddel werd toegediend minder dan 4 weken voor
het screeningbezoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-002845-23-NL |
CCMO | NL54419.000.15 |