Het doel van dit onderzoek is om het effect van het onderzoeksmiddel efgartigimod op de reactie van het afweersysteem na vaccinatie met Pneumovax 23 te onderzoeken. Ook onderzoeken we hoe veilig efgartigimod is en hoe goed het wordt verdragen als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om de humorale immuunrespons op het PNEUMOVAX 23-vaccin te evalueren bij
gezonde deelnemers die efgartigimod intraveneus (IV) krijgen.
Secundaire uitkomstmaten
- Om de veiligheid en verdraagbaarheid van efgartigimod IV te evalueren bij
gezonde deelnemers die zijn gevaccineerd met PNEUMOVAX 23.
Achtergrond van het onderzoek
Efgartigimod is een nieuw middel dat mogelijk gebruikt kan worden bij de
behandeling van auto-immuun ziektes zoals myasthenia gravis, pemfigus en immuun
thrombocytopenie. Auto-immuun ziektes zijn ziektes waarbij antistoffen gemaakt
door het immuunsysteem de eigen lichaamscellen aanvallen. Het immuunsysteem is
het afweersysteem van het lichaam dat beschermt tegen binnengedrongen
ziekteverwekkers.
Bij de ziektes myasthenia gravis, pemfigus en immuun thrombocytopenie maakt het
afweersysteem specifiek zogenaamde IgG antistoffen aan. In myasthenia gravis
vallen deze IgG antistoffen de spiercellen aan, zodat deze niet meer kunnen
samentrekken. Dit veroorzaakt spierzwakte in de armen en benen, of in extreme
gevallen tast het de spieren aan die betrokken zijn bij de ademhaling. Bij
immuun thrombocytopenie vallen deze antistoffen de bloedplaatjes aan (de
bloedcellen die betrokken zijn bij de bloedstolling), en dit zorgt voor een
grotere kans op bloedingen en blauwe plekken. Bij pemfigus vallen IgG
antistoffen de *lijm* (desmogleïne) aan die de cellen van de huid bij elkaar
houdt, waardoor er blaren ontstaan.
Efgartigimod bevordert de afbraak van deze IgG antistoffen zodat deze de cellen
van het eigen lichaam niet meer aan kunnen vallen. De verwachting is dat dit de
symptomen van auto-immuunziektes verbetert.
In dit onderzoek onderzoeken we in welke mate het onderzoeksmiddel invloed
heeft op de reactie van het afweersysteem (bijv. IgG-waarden) op een
pneumokokkenvaccinatie. Dit wordt getest met het pneumokokkenvaccin Pneumovax
23. Het beschermt tegen infectie met pneumokokken. De pneumokok is een bacterie
die bijvoorbeeld longontsteking kan veroorzaken. Als deze bacterie in de
bloedbaan of het zenuwstelsel terecht komt, kunnen mensen er een ernstige
hersenvliesontsteking van oplopen. Vaccineren is de beste bescherming tegen een
pneumokokkenziekte. Vaccinatie met Pneumovax 23 zal normaal gesproken leiden
tot een toename van IgG-antilichamen tegen pneumokokken en deze reactie kan
worden beïnvloed door Efgartigimod, omdat het de afbraak van alle
IgG-antilichamen bevordert.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om het effect van het onderzoeksmiddel
efgartigimod op de reactie van het afweersysteem na vaccinatie met Pneumovax 23
te onderzoeken.
Ook onderzoeken we hoe veilig efgartigimod is en hoe goed het wordt verdragen
als gezonde deelnemers dit gebruiken.
Daarnaast kijken we naar de aanwezigheid van immunoglobulinen IgG
(antilichamen) in uw bloed (dit wordt farmacodynamiek genoemd).
De effecten van efgartigimod vergelijken we met de effecten van een placebo.
Een placebo is een middel zonder werkzame stof.
Efgartigimod is eerder aan mensen toegediend. Het is ook eerder getest in het
laboratorium en op dieren.
Pneumovax 23 is het nieuwste vaccin tegen pneumokokkeninfectie en is al
goedgekeurd voor gebruik bij mensen.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek duurt van de keuring tot en met de nacontrole maximaal 12 weken.
Wij willen eerst weten of de vrijwilliger geschikt is om mee te doen. De
onderzoeker zal eerst het ICF document met de vrijwilliger bespreken. Wanneer
de vrijwilliger besluit aan het onderzoek mee te doen, zal de onderzoeker dit
document gezamenlijk met de vrijwilliger tekenen.
Daarna doet de onderzoeker de keuring.
We testen vrouwelijke deelnemers op zwangerschap. Vrouwelijke deelnemers kunnen
niet meedoen aan het onderzoek als ze zwanger zijn of borstvoeding geven.
Het kan ook voorkomen dat een vrijwilliger gezond is, maar toch niet geschikt
is om mee te doen. Bijvoorbeeld omdat de vrijwilliger te zwaar of te licht is
volgens de eisen van het onderzoek.
.Voor het onderzoek is het nodig dat de vrijwilliger 4 periodes van 2 dagen (1
nacht) in het onderzoekscentrum verblijft. Hierna zijn er nog 4 bezoeken aan
het onderzoekscentrum. Deze bezoeken zijn op Dag 36, 50 en 64, met een extra
bezoek op ofwel Dag 29 ofwel Dag 43 (afhankelijk van in welke groep de
vrijwilliger zit).
Het onderzoeksmiddel wordt gegeven op Dag 1, 8, 15 en 22. de vrijwilliger wordt
op de dag voor elke dosering in het onderzoekscentrum verwacht, dus op Dag -1,
7, 14 en 21. De vrijwilliger moet zich dan om ongeveer 11:00 uur *s ochtends
melden. De binnenkomsttijd kan worden aangepast. Als dit gebeurt dan wordt de
vrijwilliger hierover vooraf geïnformeerd. Na elke toediening moet de
vrijwilliger nog tenminste 30 minuten in het onderzoekscentrum blijven voor
observatie en daarna pas naar huis.
Voor de bezoeken tijdens de opvolgingsperiode wordt de vrijwilliger tussen
13:00 uur en 15:30 uur in het onderzoekscentrum verwacht. We maken een afspraak
voor een specifieke tijd binnen dit tijdbestek.
De vrijwilliger krijgt efgartigimod of placebo als een intraveneus infuus. De
infusie duurt 1 uur.
Het Pneumovax 23 vaccin wordt gegeven als een injectie met een naald in de
spier van de bovenarm van de vrijwilliger.
Of de vrijwilliger efgartigimod of placebo krijgt, wordt door loting bepaald.
Van de in totaal ongeveer 36 deelnemers krijgen 24 deelnemers efgartigimod en
12 deelnemers krijgen placebo. Zowel de vrijwilliger als de onderzoekers weten
of de vrijwilliger efgartigimod of het placebo krijgt; open-label onderzoek.
Het onderzoeksmiddel wordt 4 keer gegeven: op Dag 1, 8, 15 en 22. Afhankelijk
van in welke groep de vrijwilliger zit wordt het Pneumovax 23 vaccin gegeven
ofwel vóór de laatste toediening van het onderzoeksmiddel op Dag 22, of op het
bezoek op Dag 36 (twee weken na de laatste dosis van het onderzoeksmiddel).
Er zijn 3 mogelijke behandelingen in dit onderzoek. Welke behandeling de
vrijwilliger krijgt wordt bepaald door loting.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De vrijwilliger krijgt efgartigimod of placebo als een intraveneus infuus. De infusie duurt 1 uur. Het Pneumovax 23 vaccin wordt gegeven als een injectie met een naald in de spier van de bovenarm van de vrijwilliger.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoeksmiddel kan bijwerkingen geven.
Deelname aan geneesmiddelenonderzoek brengt risico*s en mogelijk ongemak met
zich mee. Alle medicijnen kunnen bij sommige mensen bijwerkingen (ongewenste of
onaangename effecten) veroorzaken. Op dit moment zijn mogelijk niet alle
bijwerkingen bekend die het onderzoeksmiddel kan veroorzaken. Het is erg
belangrijk dat de vrijwilliger alles wat ze voelen aan hun verantwoordelijke
arts melden. De vrijwilliger dient niet wachten tot het volgende geplande
bezoek.
Tot nu toe is efgartigimod onderzocht in 3 andere klinische onderzoeken met
gezonde vrijwilligers en was goed verdraagbaar. Efgartigimod is intraveneus
(rechtstreeks in een bloedvat) toegediend aan gezonde vrijwilligers in
doseringen tot 50 mg/kg. Een aantal mensen behandeld met doseringen van 25
mg/kg of 50 mg/kg toonden afwijkingen in het aantal witte bloedcellen, maar dit
werd weer normaal binnen 2 tot 4 dagen na het stoppen van de behandeling. Ook
toonden een aantal mensen een verhoogd niveau van C-reactive protein (dit is
een marker voor ontstekingen/infecties). Dit niveau was weer normaal binnen 3
tot 6 dagen na het stoppen van de behandeling, ook waren er geen tekenen van
infecties of ontstekingen. Efgartigimod is subcutaan (direct onder de huid)
toegediend aan gezonde vrijwilligers in doseringen tot 10 mg/kg en werd goed
verdragen.
De meest voorkomende bijwerkingen in gezonde vrijwilligersonderzoeken met
efgartigimod waren:
• hoofdpijn
• verlaagd aantal witte bloed cellen
• verhoogde niveaus van een bloedtestmarker voor ontsteking (C-reactive protein)
• zwelling van de injectieplek
• Roodheid op de injectieplaats
• vermoeidheid
• verkoudheid
• mond/keel ongemak
• rugpijn
Sommige van deze bijwerkingen werden ook gezien in patiënten die placebo
kregen, en sommigen werden gezien bij doseringen die hoger zijn dan de
doseringen die in dit onderzoek zullen worden gebruikt.
The meest voorkomende bijwerkingen in andere onderzoeken in proefpersonen met
Trombocytopenie en Myasthenia Gravis omvatten:
• hoofdpijn
• verkoudheid
• diarree
• infectie van de bovenste luchtwegen
• missselijkheid
• urineweginfectie
• spierpijn
• mond/keel ongemak
De meeste van deze bijwerkingen waren licht tot matig van intensiteit,
verdwenen snel en werden beoordeeld als niet-gerelateerd aan het
onderzoeksmiddel. De meest voorkomende bijewrkingen waarvan werd aangenomen dat
ze verband hielden met het onderzoeksmiddel waren onder meer ontsteking van de
luchtwegen, infectie van de bovenste luchtwegen, urineweginfectie, hoofdpijn en
spierpijn.
Het onderzoeksmiddel kan ook een immuunreactie veroorzaken. Dit kan koorts,
jeuk, uitslag en, in ernstige gevallen, een allergische/anafylactische reactie
zijn. Uw verantwoordelijke arts zal u vragen of u ooit allergische reacties
heeft gehad.
Het is mogelijk dat het lichaam van de vrijwilliger antilichamen tegen de
onderzoeksmiddelen aanmaakt. Deze antilichamen kunnen ervoor zorgen dat de
vrijwilliger in de toekomst minder gevoelig is voor de onderzoeksmiddelen. Er
wordt niet verwacht dat de aanwezigheid van deze antilichamen gevolgen voor de
gezondheid zal hebben.
Het onderzoeksmiddel kan ook (ernstige) bijwerkingen hebben die nog onbekend
zijn. Naast onbekende bijwerkingen, bestaat er een (kleine) kans dat er een
allergische reactie ontstaat. Dit kan worden veroorzaakt door de werkzame stof
of de andere noodzakelijke hulpstoffen in het onderzoeksmiddel.
Als tijdens het onderzoek meer bekend wordt over bijwerkingen van het
onderzoeksmiddel, dan zullen we de vrijwilliger hierover informeren.
Welke bijwerkingen kan Pneumovax 23 hebben?
Het Pneumovax 23 vaccin kan ook bijwerkingen hebben.
De meest voorkomende (gemeld bij meer dan 10% van de deelnemers die voor het
eerst met Pneumovax 23 zijn gevaccineerd in een geneesmiddelonderzoek) zijn:
• Pijn / gevoeligheid op de injectieplaats
• Zwelling / verharding op de injectieplaats
• Hoofdpijn
• Rood worden van de huid op de injectieplaats
• Gebrek aan energie / vermoeidheid
• Spierpijn
Algemeen / deelnemers
Industriepark Zwijnaarde 7
Ghent 9052
BE
Wetenschappers
Industriepark Zwijnaarde 7
Ghent 9052
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Ten minste 18 jaar oud op het moment van ondertekening van het
toestemmingsformulier (ICF)
2. Gezond zoals bepaald door medische evaluatie, inclusief medische
geschiedenis, lichamelijk onderzoek, laboratoriumtests en hartbewaking
3. Body mass index (BMI) tussen 18 kg/m2 tot 30 kg/m2 (inclusief)
4. Het gebruik van anticonceptiva door mannen en vrouwen moet in
overeenstemming zijn met de lokale regelgeving met betrekking tot
anticonceptiemethoden voor degenen die deelnemen aan klinische onderzoeken.
5. In staat om ondertekende geïnformeerde toestemming te geven zoals beschreven
in bijlage 1, sectie 10.1.3, waarin wordt voldaan aan de vereisten en
beperkingen die zijn vermeld in de ICF en in dit protocol
6. Onthoudt zich van roken gedurende ten minste 3 maanden voorafgaand aan de
screening
7. Negatieve urine drugsscreening (amfetaminen, barbituraten, benzodiazepines,
cannabis, cocaïne, opiaten, methadon en tricyclische antidepressiva) bij
screening en op dag -1
8. Negatieve alcohol-urinetest bij screening en op dag -1
9. stemt ermee in overmatige inspannende fysieke activiteiten te beperken 96
uur voorafgaand aan de screening, 96 uur voorafgaand aan de bezoeken in de
behandelperiode (D-1, D7, D14 en D21) en 96 uur voorafgaand aan de bezoeken in
de follow-upperiode
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Klinisch significante actieve of chronische bacteriële, virale, inclusief of
schimmelinfectie op dag -1
2. Geschiedenis van maligniteit, tenzij genezen geacht door adequate
behandeling zonder bewijs van recidief gedurende >= 3 jaar vóór de eerste
toediening van onderzoeksinterventie.
Deelnemers met de volgende: kankers kunnen op elk moment worden opgenomen:
A. Adequaat behandelde basaalcel- of plaveiselcelkanker
B. Carcinoom in situ van de baarmoederhals
C. Carcinoom in situ van de borst
NS. Incidentele histologische bevinding van prostaatkanker (TNM stadium T1a of
T1b)
3. Klinisch bewijs van andere significante ernstige ziekten, een recente grote
operatie of enige andere aandoening die, naar de mening van de onderzoeker, de
resultaten van het onderzoek zou kunnen verstoren of de deelnemer een onnodig
risico zou kunnen opleveren
4. Gebruik van een onderzoeksproduct binnen 2 maanden of 5 halfwaardetijden
(welke langer is) vóór de eerste dosis onderzoeksinterventie
5. Gebruik van een monoklonaal antilichaam binnen 3 maanden voorafgaand aan de
initiële studie interventie administratie
Zie het protocol voor meer uitsluitingscriteria.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-004878-53-NL |
CCMO | NL79381.056.21 |