Vergelijken van het effect van een sevolurane anesthesie versus een propofol anesthesie op de incidentie van DGF en uitkomst het eerste jaar na een niertransplantatie met een nier afkomstig van een overleden donor
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Aandoening
niertransplantatie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
delayed graftt function (DGF) gedefinieerd als nood aan dialyse de eerste week
na transplantatie, met uitzondering van één keer dialyseren voor te hoog kalium
binnen 24 uur na reperfusie.
Secundaire uitkomstmaten
overleving van patient en graft
GFR op 3 en 12 maand
aantal episodes acute rejectie(door biopsie bewezen) gedurende het eerste jaar
na transplantatie
de primary non function (PNF) gedefinieerd als het nooit op gang komen van de
getransplanteerde nier
opnameduur
postoperatiev complicaties (alle)
biomarkers van de nier
Achtergrond van het onderzoek
Volatiele anesthestica (VA) zoals sevoflurane bezitten de eigenschap om
ischemie en reperfusie schade (IRI) te verminderen. Dit fenomeen wordt
anesthetic conditioning (AC) genoemd. Afhankelijk van de timing van toediening
spreken we over pre (voor ischemie), per (tijdens ischemie) en post (na
ischemie) condiotning. Beschermende effecten van AC op het hart zijn
aangetoond in vitro, in verschillende diermodellen en in klinische studies. Het
bewijs van AC op de nier is enkel afkomstig uit in vitro experimenten en
dierstudies. Omdat IRI onvermijdelijk is in orgaantransplantatie en AC een
effectieve manier zou kunnen zijn om dit te verminderen hebben we de VAPOR
studie opgezet. Dit is een 2-staps studie waarbij we kijken naar het effect van
twee algemeen gebruikte anesthetica op de uitkomst bij niertransplantatie. Als
eerste stap hebben we de VAPOR-1 studie uitgevoerd. Dit is een gerandomiseerde
studie waarbij we keken naar de invloed van een propofol vs een sevoflurane
anesthesie op de uitkomst in een levende donor niertransplantatie. We hebben
voor deze eerste stap gekozen omdat de levende donor setting ons een goed
onderzoeksmodel opleverde met vergelijkbare donoren en ischemie tijden. Omdat
echter de incidentie van DGF in deze populatie zeer laag is beschouwen we deze
studie als een proof of concept en hebben we ons gericht op release van
biomarkers van de nier als maat voor schade. In deze studie werden 60 koppels
verdeeld over 3 groepen: PROP (donor en ontvanger propofol), SEVO (donor en
ontvanger sevoflurane) en PROSE (donor propofol en ontvanger sevoflurane). Een
sevoflurane anesthesie leidde tot hogere urine waarden van de biomarkers KIM-1
en NAG maar niet van H-FABP. Er was echter geen correlatie met outcome. Na een
periode van 2 jaar was er echter een significant verschil in de incidentie van
acute rejectie. Als we dit kunnen reproduceren dan heeft dit belangrijke
consequenties voor niertransplantaties. Het gebruik van VA is namelijk niet
geassocieerd met extra kosten en het kan gemakkelijk geimplementeerd worden
daar beide narcose middelen algemeen gebruikt worden. Daarom gaan we nu verder
met VAPOR 2 een multicenter studie die deze 2 anesthetica vergelijkt in
niertransplantatie met een nier afkomstig een overleden donor. De studie is
gepowered op delayed graft function gedefinieerd als dialyse noodzakelijk
eerste week na transplantatie
Doel van het onderzoek
Vergelijken van het effect van een sevolurane anesthesie versus een propofol
anesthesie op de incidentie van DGF en uitkomst het eerste jaar na een
niertransplantatie met een nier afkomstig van een overleden donor
Onderzoeksopzet
prospectief gerandomiseerde Europese multicenter studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten worden gerandomiseerd in een van de 2 volgende groepen: Groep 1: PROP: propofol-remifentanil anesthesie (controle groep) Groep 2: SEVO: sevoflurane-remifentanil anesthesie (interventie groep)
Inschatting van belasting en risico
Er is geen sprake van significant additionele belasting of risico voor de
patient. Beide anesthetica zijn standaard zorg en beide worden gebruikt tijdens
niertransplantatie. Het totale bloedvolume dat wordt afgenomen heeft klinische
impact op de patient. Met uitzondering van 1 sample (T1) zullen alle samples
worden afgenomen in combinatie met de routine afnames. sample T1 zal worden
afgenomen als de patient onder narcose is. Het afname van urine samples is geen
belasting voor de patient
Algemeen / deelnemers
hanzeplein 1
groningen 9713 EZ
NL
Wetenschappers
hanzeplein 1
groningen 9713 EZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
leeftijd ouder dan 18 jaar
getekend informed consent
Patiënten gepland voor een niertransplantatie met een nier van een DBD of DCD
donor
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patienten met een hoog immunologisch risico gedefinieerd door lokale richtlijnen
ABO incompatibele transplantaties
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 02727296 |
EudraCT | EUCTR2016-000992-26-NL |
CCMO | NL57151.042.16 |