Dit onderzoeksproject is opgedeeld in twee deelprojecten. In het eerst deel van de studie (Studie 1) wordt beoogd een antwoord te vinden op de vraag of en in hoeverre biofeedback een gebruiksvriendelijke en haalbaar in te zetten interventie is. In…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stoornis in de impulsbeheersing NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten in dit onderzoeksproject zijn de dagelijks
zelfgerapporteerde waarden (uitgezet op Likert Scales) van agressiegerelateerde
concepten, zoals deze met behulp van Ecological Momentary Assessment (EMA)
zullen worden uitgevraagd. Daarbij betreft het een set vragen, waaronder: *Hoe
(lichamelijk) gespannen voelde je je vandaag?*, *Hoe boos voelde je je
vandaag?*, 'In welke mate heb je last gehad van agressieve gedachten? 'In welke
mate heb je vandaag agressief gedrag laten zien?', *In welke mate was je
vandaag in staat om je boosheid/agressie te controleren? Daarnaast worden de
fysiologische (hartslag)waarden meegenomen.
Secundaire uitkomstmaten
Agressief gedrag:
- Zelfrapportage van mate van boosheid en copingvaardigheden: Aggression
Questionnaire (AQ) en State-Trait Anger Expression Inventory (STAXI-2).
- Zelfinzicht in lichamelijke signalen van boosheid: Anger Bodily Sensations
Questionnaire (ABSQ)
- Inschatting van agressief gedrag door de behandelaar: Health of the Nations
Outcome Scales (HoNOS).
Functioneren van het autonome zenuwstelsel:
- Meting van hartslag, hartslagvariabiliteit en huidgeleidingsniveau in rust en
in reactie op emotioneel prikkelende stimuli, gebruik makend van VU-AMS (De
Geus, Willemsen, Klaver, & Van Doornen, 1995; Willemsen, De Geus, Klaven, Van
Doornen, & Carroll, 1996).
Emotieregulatie:
- Zelfrapportage: Difficulties in Emotion Regulation Scale (DERS).
- Neuropsychologisch functioneren: Delay Frustration Task (DeFT).
Psychisch en algemeen functioneren:
- Psychiatrische diagnose: door multidisciplinaire staf opgestelde DSM-5
diagnose
- Inschatting functioneren door de behandelaar: Health of the Nations Outcome
Scales (HoNOS).
Criminele recidive
- Zelfrapportage: Self-Reported Delinquency scale (SRD).
Gebruiksvriendelijkheid en ervaringen van deelnemers:
- Zelfrapportage: System Usability Scale (SUS)
- Kwalitatief interview
Achtergrond van het onderzoek
Agressief veroorzaakt een breed scala aan problemen voor zowel slachtoffers,
daders als de maatschappij als geheel. Gegeven de huidige trend om vaker te
kiezen voor ambulante interventies in plaats van voor klinische behandeling, in
combinatie met de hoge uitval uit behandeling binnen forensische populaties, is
het noodzakelijk om de effectiviteit van forensisch ambulante behandelmethoden
waar mogelijk te verbeteren. Het is bekend dat forensisch psychiatrische
patiënten vaak weinig aandacht besteden aan of beperkt inzicht hebben in hun
eigen emoties en de daarmee samenhangende fysieke sensaties (Robertson, Daffern
& Bucks, 2014). Hun onvermogen om tijdig (met name langzaam) stijgende niveaus
van arousal te detecteren, vergroot de kans op 'plotselinge' agressieve
uitbarstingen. Om patiënten meer te controle te laten krijgen over hun gedrag,
is het allereerst van belang om patiënten te leren aandacht te geven aan de
fysieke sensaties die bij specifieke emoties - zoals boosheid - horen (Novaco,
2007). In dit kader is biofeedback, waarbij gebruikers geïnformeerd worden over
hun fysiologische status aan de hand van hartslag of huidgeleiding, een
veelbelovende interventie. Volgens verschillende onderzoekers (Lisetti & Nasoz,
2004; Yucha & Montgomery, 2008) kan het terugkoppelen van fysiologische
informatie voor psychiatrische patiënten behulpzaam zijn in het signaleren van
verhoogde arousal in reactie op emotionele gebeurtenissen. Binnen de
forensische psychiatrie zou real-time biofeedback patiënten kunnen helpen om
verhoogde arousal - die mogelijk kan leiden tot een agressieve uitbarsting -
al in een vroege fase op te merken. De verwachting is dat, door het versterken
van fysiologisch bewustzijn en het ondersteunen van het gebruik van nieuwe
copingvaardigheden, biofeedback een bijdrage kan leveren aan het verminderen
van agressief gedrag.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoeksproject is opgedeeld in twee deelprojecten. In het eerst deel van
de studie (Studie 1) wordt beoogd een antwoord te vinden op de vraag of en in
hoeverre biofeedback een gebruiksvriendelijke en haalbaar in te zetten
interventie is. In het tweede deel, de hoofdstudie (Studie 2), wordt onderzocht
of de toevoeging van real-time biofeedback aan reguliere
agressieregulatiebehandeling op het niveau van de individuele patiënt effectief
is in het verbeteren van inzicht in de eigen fysiologische toestand én
bijdraagt aan het verbeteren van agressie- en emotieregulatie-vaardigheden.
Onderzoeksopzet
Allereerst zal er met 10 patiënten een pilot-studie (Studie 1) worden
uitgevoerd om gebruiksvriendelijkheid en haalbaarheid van de interventie te
testen, op basis waarvan de biofeedback-applicatie verder zal worden
doorontwikkeld voor gebruik in de hoofdstudie. In de hoofdstudie zal de
effectiviteit van de interventie middels een SCED worden onderzocht. Daarbij
wordt binnen een multiple baseline design (MBD) een vergelijking gemaakt binnen
de deelnemer (op verschillende momenten) en tussen de deelnemers. Binnen het
experiment vindt replicatie plaats: een baselinefase (*controleconditie*, enkel
registratie) wordt gevolgd door een interventiefase (*experimentele fase*,
waarbij biofeedback en registratie wordt gebruikt) en een nieuwe baselinefase
(*follow-up*, enkel registratie); een zogenaamd ABA-design. De baselinefase
neemt +/- 1 week in beslag (afhankelijk van randomisatie), de interventiefase 2
weken en de follow-up periode opnieuw 1 week. De gehele studie neemt 4 weken in
beslag per proefpersoon. Gedurende deze weken vult cliënt dagelijks enkele
vragen in rondom spanning en agressie, middels de EMA-methodiek. Verder wordt
er voor en na deze periode van 4 weken een voormeting (T0) en een nameting (T1)
verricht; na 1 maand volgt een follow-up meting (Tf).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Aan al de cliënt wordt agressieregulatiebehandeling (AR op Maat) aangeboden. Dit is een individueel georiënteerd behandelprotocol, gebaseerd op cognitief-gedragstherapeutische technieken en elementen van de Aggression Replacement Training (Goldstein, Glick & Gibbs, 1998). Het behandelprotocol bestaat uit vier standaard behandelmodules en een aantal optionele modules die (kunnen) worden toegevoegd aan het protocol om aan de specifieke behoeften van de patiënt tegemoet te komen. De interventie betreft een 'add-on' op deze agressieregulatiebehandeling. Deelnemende cliënten zullen gedurende een periode van 4 weken een biofeedback-systeem meekrijgen (en gedurende de interventiefase van 2 weken actief gebruiken), dat bestaat uit een combinatie van een smartwatch (Moto 360 2nd Gen) en een smartphone (Moto G with Android 6.0.1 operating system) met Sense It!-applicatie. De Moto 360 2nd Gen is een polsband die is uitgerust met een fotoplethysmografische (PPG) sensor, dat Blood Volume Pulse (BVP) meet, waarvan hartslag kan worden afgeleid. De Sense It!-app is een mobiele applicatie ontwikkeld door onderzoekers van de Universiteit van Twente in samenwerking met Scelta, een expertisecentrum dat patiënten met persoonlijkheidsstoornissen behandeld (Derks, De Visser, Bohlmeijer & Noordzij, 2017). Deze app maakt gebruikt van een baseline meting in rust, waarbij gemiddelde hartslag en standaarddeviatie worden berekend, om zo vijf verschillende zones van hartslag vast te stellen (van één tot vijf standaarddeviaties boven de baseline). Belangrijk om aan te geven is dat de applicatie corrigeert voor beweging door gebruik te maken van een algoritme; dit construct wordt ook wel 'added heart rate' genoemd (Myrtek, Aschenbrenner & Brügner, 2005; Yang, Jia, Liu & Sun, 2017). Deelnemers krijgen een eenvoudige, gepersonaliseerde notificatie van significant toegenomen fysiologische arousal wanneer hun hartslag zich vier of vijf standaarddeviaties boven hun persoonlijke baseline in rust bevindt. Deelnemers wordt dan gevraagd om te registeren wat ze aan het doen zijn, of wat er aan de hand is, en kunnen daarop actie ondernemen.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen zullen gevraagd worden om gedurende vier weken het
biofeedback-systeem te gebruiken. Dagelijks zal hen worden gevraagd een aantal
vragen te beantwoorden met behulp van de EMA-methodiek, via het mobiele
systeem. Overige data zal verzameld worden in drie face-to-face afspraken
gedurende de looptijd van 2 tot 3 maanden. De duur van de meetmomenten varieert
tussen +/- 90 minuten (T0 en T1) en +/- 45 minuten (Tf). Bij het follow-up
meetmoment (Tf) is het ook mogelijk om de meting telefonisch af te nemen, als
de proefpersoon daar de voorkeur voor heeft. We voorzien geen risico's voor de
deelnemende proefpersonen.
Algemeen / deelnemers
Meibergdreef 5
Amsterdam Zuidoost 1105 AZ
NL
Wetenschappers
Meibergdreef 5
Amsterdam Zuidoost 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Aantoonbaar tekort aan agressieregulatievaardigheden, geïndiceerd door een
recent begaan gewelddadig delict en/of een hoog risico hebben daarop;
2. Toegewezen aan individuele ambulante agressieregulatiebehandeling na
multidisciplinair overleg;
3. Basale kennis van mobiele applicaties
4. Leeftijd van 16 jaar of ouder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Acute manische of psychotische symptomen volgens behandelaar en/of DSM IV-TR
of DSM-V criteria zoals gemeten met de Mini International Neuropsychiatric
Interview (MINI), geïndiceerd door een score van 3 (of hoger) op item 6 of
addendum item 1 van de Health of the Nations Outcome Scales (HoNOS);
2. Acuut hoog suïciderisico dat om directe interventie vraagt volgens
behandeling en/of DSM-IV en/of DSM IV-TR of DSM-V criteria zoals gemeten met de
MINI, geïndiceerd door een score van 3 (of hoger) op item 2 van de HoNOS;
3. Ernstige verslavingsproblematiek, waarvoor directe interventie of
hospitalisatie noodzakelijk is, geïndiceerd door een score van 4 op HoNOS;
4. Onvoldoende begrip van de gesproken of geschreven Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL63911.029.17 |