Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-518101-18-02 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het hoofddoel van dit project is om de samenstelling van het darm microbioom in verband te brengen met de doeltreffendheid van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Doeltreffendheid van de behandeling, gedefinieerd als:
De verandering en depressie score van baseline tot follow-up, gemeten door de
Hamilton Rating Scale for Depression
De ervaren bijwerkingen tijdens de follow-up, gemeten door de Antidepressant
Side-Effect Checklist (ASEC)
Darm microbiota:
De darm bacteriën worden in kaart gebracht met 16s rRNA sequencing van de
ontlastingsmonsters. Vanuit deze data zullen de volgende variabelen worden
afgeleid:
Globale maten: verandering in alpha en beta diversiteit van baseline tot
follow-up
Compositie maten: veranderling in relatieve hoeveelheden (*relative abundance*)
van baseline tot follow-up
Secundaire uitkomstmaten
Therapeutische medicatie levels gemeten in het bloed plasma
Achtergrond van het onderzoek
De hoge prevalentie van psychiatrische stoornissen vormt een belasting voor de
samenleving. Een stoornis die sterk bijdraagt aan deze last is depressie, met
een *lifetime*-prevalentie van 16-20%. Naast de maatschappelijke impact kan
depressie ook een enorme impact hebben op het individu, omdat het onder andere
de cognitieve vermogens, onafhankelijkheid en het algemeen welzijn beïnvloedt.
Als een depressie hardnekkig is, wordt deze meestal behandeld met
antidepressiva. Helaas is de werkzaamheid van medicamenteuze behandelingen
beperkt. Antidepressiva worden met trial-and-error voorgeschreven en de respons
van patiënten op de behandeling is zeer wisselend; in totaal reageert een derde
van de patiënten niet op de medicatie. Bovendien ondervinden patiënten vaak
slopende bijwerkingen zoals gewichtstoename, stofwisselingsstoornissen en maag-
en darmklachten. Een ineffectieve behandeling en de door medicatie veroorzaakte
gezondheidsrisico's dragen aanzienlijk bij aan de ziektelast van zowel de
patiënten als de samenleving. Om de doeltreffendheid van de behandeling te
verbeteren, is een gepersonaliseerde behandelingsaanpak dus wenselijk.
Een veelbelovende kandidaat die mogelijk bijdraagt aan de variatie in de
doeltreffendheid van de behandeling zijn de darm microbiota, die in triljoenen
aanwezig zijn in het menselijk darmkanaal. De darm microbiota zijn betrokken
bij talloze functies, waaronder de spijsvertering en de absorptie van
voedingsstoffen. Voorlopig bewijs suggereert inderdaad dat de darm microbiota
een modulerende rol hebben in de doeltreffendheid van antidepressiva.
Verschillende studies beschrijven een vermindering van de bacteriële
diversiteit en veranderde hoeveelheden van specifieke bacteriën als gevolg van
antidepressiva, zoals selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's),
serotonine noradrenaline heropnameremmers (SNRI's) en tricyclische
antidepressiva (TCA's). Een recente studie meldt verschillen in de
samenstelling van de darm microbiota tussen behandelde en onbehandelde
patiënten met depressie, maar ook tussen behandel resistente en responderende
patiënten, wat suggereert dat de darm microbiota een rol spelen in de
werkzaamheid van de behandeling.
Verschillende mechanismen zouden aan de basis kunnen liggen van een dergelijk
modulerend effect van de darm microbiota op de werkzaamheid van de behandeling.
Wat medicatie betreft, verwerken de darm microbiota orale medicatie vóór opname
in de circulatie, wat mogelijk het metabolisme en de absorptie van het
geneesmiddel moduleert, en daardoor ook het effect van de behandeling. Een
ander specifiek mechanisme komt voort uit de waargenomen vermindering van de
aanwezigheid van sporenvormende taxa zoals T. sanguinis in dierlijke en
in-vitro studies. Dit zijn bacteriën die het serotonine metabolisme reguleren,
een van de belangrijkste neurotransmitters die een rol spelen bij depressieve
stoornissen. Interessant is dat het merendeel van de serotonine wordt
geproduceerd in de darm, waar het de darm-immuniteit en de darm-motiliteit
beïnvloedt, processen die verband houden met de gastro-intestinale bijwerkingen
van SSRI's/SNRI's en TCA's. Veranderingen in het serotonine metabolisme van de
darmen kunnen dus van invloed zijn op de werkzaamheid van de behandeling, zowel
wat betreft de ervaren symptomen als de (gastro-intestinale) bijwerkingen.
Alles bij elkaar genomen zijn de darm microbiota waarschijnlijke modulators van
de werkzaamheid van behandeling met antidepressiva. Mogelijk kunnen
medicatie-geïnduceerde veranderingen in de samenstelling van de darm microbiota
een deel van de variabiliteit in de doeltreffendheid van de behandeling met
antidepressiva verklaren. Hoewel het voorlopige bewijs veelbelovend is,
ontbreken momenteel longitudinale klinische studies die een verband leggen
tussen medicatie-geïnduceerde veranderingen in de darm microbiota en
behandelingssucces bij patiënten met een depressie, wat de noodzaak van verder
onderzoek benadrukt.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-518101-18-02 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het hoofddoel van dit project is om de samenstelling van het darm microbioom in
verband te brengen met de doeltreffendheid van antidepressiva (d.w.z.,
verlichting van symptomen en bijwerkingen) bij patiënten met een depressie.
Het secundaire doel van de studie het het verduidelijken van de rol van het
metabolisme en de absorptie van antidepressiva in de associatie tussen het darm
microbioom en de doeltreffendheid van de behandeling
Onderzoeksopzet
Dit is een observationele, longitudinale studie. Patiënten komen voor drie
bezoeken als onderdeel van hun reguliere behandeling. Tijdens het eerste bezoek
vindt de intake plaats. Tussen het eerste en tweede bezoek wordt de huidige
medicatie afgebouwd, en het tweede bezoek vindt plaats ongeveer zeven dagen (~5
keer de halfwaardetijd van het uitfaserende middel) na het stoppen van de
huidige medicatie. Het derde bezoek vindt plaats ongeveer zes tot acht weken na
het begin van de nieuwe medicamenteuze behandeling. Alle bezoeken vinden plaats
in het ziekenhuis.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten krijgen een antidepressivum van het type SSRI/SNRI or TCA voorgeschreven als onderdeel van de reguliere behandeling. Patiënten zullen de behandeling starten na de tweede (baseline) visite, nadat het vorige antidepressivum volledig is afgebouwd. Het antidepressivum dat wordt voorgeschreven is gebaseerd op de nationale richtlijnen (farmacotherapeutisch kompas).
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de deelnemende patiënten bestaat uit het verstrekken van twee
ontlastingmonsters thuis, zes tot acht weken na elkaar. Optioneel kunnen
patiënten toestemming geven voor een extra bloedafname via een venapunctie,
welke geen onderdeel is van de reguliere behandeling (10ml; zes tot acht weken
na het starten van een nieuwe medicatie) (10 ml). De risico's en de fysieke en
psychologische ongemakken die aan deelname aan deze studie zijn verbonden, zijn
te verwaarlozen. Alle overige procedures maken deel uit van de reguliere
behandeling
Algemeen / deelnemers
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Wetenschappers
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd >= 18
Hoofddiagnose unipolaire Depressie
Indicatie voor het voorschrijven van een antidepressivum
Start met een nieuw SSRI/SNRI of TCA antidepressiva behandeling
Reeds 1 óf meer antidepressiva gebruikt zonder effect en/of met bijwerkingen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Gebruik van antibiotica in een periode van drie maanden voorafgaand aan de
baseline visite
Zwanger of geeft borstvoeding
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-518101-18-02 |
EudraCT | EUCTR2021-006510-36-NL |
CCMO | NL79264.091.21 |