Het doel van het onderzoek is het valideren van de suggestie dat transurethrale resectie van blaastumoren bij patiënten met verdenking op spierinvasieve blaaskanker kan leiden tot circulerende tumorcellen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
- Nieren en urinewegen therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aantal CTC's in 7,5 ml bloed afgenomen uit een perifere ader voor vs. na TURBT.
In de tweede bloedbuis worden CTC's geïsoleerd om te controleren op
metastatisch potentieel door middel van RNA-expressie.
Secundaire uitkomstmaten
Geen
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten die lijden aan spierinvasieve blaaskanker (MIBC) worden vaak
behandeld met radicale cystectomie (RC), soms in combinatie met neoadjuvante
chemotherapie (NAC). Het overlevingspercentage na 5 jaar voor deze patiënten
blijft echter laag, ongeveer 50%, en dit is de afgelopen decennia niet
veranderd. Patiënten worden vaak binnen twee jaar na de eerste operatie
gediagnosticeerd met metastasen, wat suggereert dat micrometastasen mogelijk al
aanwezig zijn op het moment van de operatie. Dit kan te wijten zijn aan de
preoperatieve procedure die wordt gebruikt bij de diagnose van MIBC-patiënten,
namelijk transurethrale resectie van de blaastumor (TURT). Tijdens TURT wordt
de blaas gespoeld met een vloeistof onder hoge druk terwijl wordt geprobeerd de
tumor volledig te verwijderen. Dit is vrij uitzonderlijk bij de diagnostiek van
kanker. Bij andere kankersoorten wordt de diagnose alleen gesteld door een
biopsie plus beeldvorming vóór radicale behandeling. De TURT-procedure is in
staat de blaaswand en bloed- en lymfevaten te beschadigen, waardoor de
tumorcellen in de bloedsomloop zouden kunnen worden geduwd, wat leidt tot de
vorming van micrometastasen. Bovendien is de druk die tijdens TURT in de blaas
wordt geïnduceerd hoger dan de veneuze druk in de omliggende bloedvaten, wat de
mogelijkheid ondersteunt dat de tumorcellen tijdens deze procedure uit de blaas
in de bloedbaan worden geduwd. Deze factoren, samen met de complexiteit van het
verwijderen van de gehele tumor die de blaaswand binnendringt, kunnen leiden
tot een verhoogd risico op het ontwikkelen van metastasen. Eerder kleinschalig
onderzoek heeft gesuggereerd dat het niveau van circulerende tumorcellen
(CTC's) in het bloed kan toenemen na TURT, wat kan resulteren in de vorming van
micrometastasen en als gevolg daarvan vroegtijdig terugkeren van de ziekte. .
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het valideren van de suggestie dat transurethrale
resectie van blaastumoren bij patiënten met verdenking op spierinvasieve
blaaskanker kan leiden tot circulerende tumorcellen.
Onderzoeksopzet
Patiënten met een cystoscopisch vermoeden van spierinvasieve blaaskanker zullen
worden gevraagd om in te stemmen met een bloedafname net voor en net na de
TURT. De bloedmonsters worden binnen 24 uur op kamertemperatuur getransporteerd
naar het Radboudumc, verwerkt en tumorcellen worden geteld met het
Parsortix-systeem.
Inschatting van belasting en risico
Verwaarloosbaar
Algemeen / deelnemers
Geert Grooteplein Noord 21
Nijmegen 6525 EZ
NL
Wetenschappers
Geert Grooteplein Noord 21
Nijmegen 6525 EZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten verdacht voor spierinvasief blaascarcinoom die worden gepland voor
een transurethrale resectie voor lokale stadiering.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Niet in staat om informed consent te geven
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL76997.091.21 |