Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517865-17-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Onze biologische klok regelt ons slaap- en waakritme, die tegelijkertijd aan diverse fysiologische processen is verbonden.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Synovia- en bursa-aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het verschil in de zelfgerapporteerde
ziekteactiviteit, gemeten met de Routine Assessment of Patient Index Data 3
(RAPID-3), tussen ochtend- en avonddosering tofacitinib XR na 3 maanden
behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Voor onze secundaire uitkomstmaten wordt de effectiviteit vanuit een klinisch,
patiënten alsmede een translationeel perspectief vergeleken tussen beide
innamemomenten.
Klinische uitkomstmaten
- Ziekteactiviteit, wat wordt gemeten met de Disease Activity Score (DAS) en
Disease Activity in PSoriatic Arthritis (DAPSA) bij respectievelijk patiënten
met reumatoïde artritis en een artritis psoriatica. De DAS-score wordt berekend
aan de hand van: (1) het aantal pijnlijke gewrichten, volgens een Ritchie
Articulair Index (RAI); (2) het aantal gezwollen gewrichten (SJC); (3) de
bezinking in het bloed (BSE); en (4) een VAS algemene gezondheid (GH). De
formule voor de DAS-score is 0.53938*(RAI) + 0.06465(SJC) +0.33ln(BSE) +
0.00722(GH). De DAPSA-score bevat de volgende elementen: (1) het aantal
pijnlijke gewrichten, 68 in totaal; (2) het aantal gezwollen gewrichten, 66 in
totaal; (3) een C-reactieve proteïne waarde; (4) de ziekteactiviteit volgens
patiënt, gemeten met een VAS; en (5) een VAS pijn. De waarde van deze 5
elementen wordt bij elkaar opgeteld en vormt zo de DAPSA score. Bij een
DAS<1.6 en DAPSA <=4 spreken we van remissie, terwijl een DAS >=2.4 en DAPSA>14
een actieve ziekte weergeeft.
Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs):
- Zelf-gerapporteerde ziekteactiviteit, wat wordt gemeten met de Routine
Assessment of Patient Index Data 3 (RAPID3) vragenlijst. De RAPID3-score is een
getal tussen de 0 en de 10. Bij een RAPID3-score <1.1 spreken we van remissie,
terwijl een RAPID3-score>=2 een actieve ziekte weergeeft.
- Ochtendstijfheid (ernst en duur), wat wordt gemeten met een 10-punts
Likertschaal.
- Algemene gezondheid, wat wordt gemeten met een visueel analoge schaal (VAS, 0
- 100 mm). Hoe hoger de VAS, hoe slechter de algemene gezondheid.
- Vermoeidheid, wat wordt gemeten met de Functional Assessment of Chronic
Illness Therapy - Fatigue (FACIT-F). De FACIT-F bestaat uit 13 vragen en elke
vraag bestaat uit een 5-punts Likertschaal. De totaalscore loopt van 0 - 52,
waarbij een hogere score overeenkomt met minder vermoeidheid.
- Vermoeidheid, wat wordt gemeten met een visueel analoge schaal (VAS, 0 - 100
mm). Hoe hoger de VAS, hoe meer vermoeid.
- Pijn, wat wordt gemeten met een visueel analoge schaal (VAS, 0 - 100 mm). Hoe
hoger de VAS, hoe meer pijn.
- Pijnervaring, wat wordt gemeten met de Generalized Pain Questionnaire
(GPQ). De GPQ bestaat uit 7 vragen en differentieert tussen pijn veroorzaakt
door hypersensitisatie van het centraal zenuwstelsel en pijn door lokale
nociceptie of inflammatie.
- Slaapkwaliteit, wat wordt gemeten met de sleep scale from the medical
outcomes study (MOS-ss). De MOS-ss bevat 12 vragen en meet 6 dimensies van
slaap, inclusief initiatie, onderhoud (bijv. In slaap blijven), hoeveelheid,
toereikendheid, somnolentie (bijvoorbeeld slaperigheid) en
ademhalingsstoornissen (bijv. kortademigheid, snurken). Er is ook een slaap
probleem index beschikbaar, waarin diverse vragen uit elk van de 6 dimensies
worden gecombineerd.
- Slaapkwaliteit, wat wordt gemeten met de actigraaf (een speciale horloge).
Het speciale horloge, Condor ActTrust, registreert beweging in 3 vlakken.
Naast beweging meet de ActTrust ook de omgevingslicht en huidtemperatuur.
Dankzij de actigraaf kunnen we objectief de slaapkwaliteit meten. De actigraaf
slaat gedurende 2 weken al deze gegevens op in zijn geheugen, waarna het wordt
geëxtraheerd, gevisualiseerd en geëxporteerd met de Act Studio-software (Condor
Instruments, São Paulo, Brazilië).
- Dagelijks functioneren, wat wordt gemeten met de Health Assessment
Questionnaire-Disability Index (HAQ-DI) vragenlijst. De HAQ-score loopt van 0 -
3, waarbij een hogere waarde een hogere mate van invaliditeit aangeeft.
- Kwaliteit van leven, wat wordt gemeten met de Nederlandse EuroQol met 5
levels (EQ-5D-5L) vragenlijst. Een hoge score komt overeen met een betere
gezondheidstoestand.
- Productiviteit, wat wordt gemeten met de work productivity and activity
impairment (WPAI) vragenlijst. De WPAI bevat zowel vragen over absenteïsme als
presenteïsme. De WPAI-score komt overeen met de procentuele afname in
werkproductiviteit.
- Compliantie, wat wordt gemeten met de Medication Adherence Report Scale
(MARS-5) vragenlijst. De MARS-5-vragenlijst omvat vijf vragen over
therapietrouw en meet hoe vaak verschillende redenen om geneesmiddelen niet
(goed) te nemen vóórkomen. Bij een MARS-5 score >=21 is patiënt therapietrouw.
We zullen ook een vraag toevoegen over het naleven van het tijdstip van inname
met dezelfde 5-punts Likertschaal als de MARS-5.
Translationele uitkomstmaten:
- Om te onderzoeken of de expressie van klokgenen in de loop van de tijd
verandert en/of deze veranderingen correleren met de behandelrespons zal op
specifieke meetmomenten extra bloed (plasma, serum en volbloed) worden
afgenomen, waarna het wordt bewaard op -80 °C. Volbloed wordt verzameld met
behulp van Paxgene Blood RNA Tubes, Qiagen (Paxgene-buizen). Totaal RNA zal
worden geïsoleerd en transcriptomische analyse zal worden uitgevoerd met behulp
van RNAseq. om de expressie van de klokgenen te analyseren. Daarnaast zullen
ontstekingsmarkers worden gemeten met behulp van het Olink inflammation panel
(92 eiwitten) in plasma en/of serum. Bovendien zal multicolor flowcytometrie
worden gebruikt voor immunofenotypering op geïsoleerde PBMCs. Voor alle drie de
benaderingen (klokgenexpressie, biomarkers en immuuncelfenotypering) zal de
nadruk liggen op het vergelijken van responders en non-responders op
tofacitinib XR inname in de ochtend en avond en reumatoïde artritis en artritis
psoriatica patienten.
- Om te onderzoeken of behandeling met tofacitinib XR leidt tot *normalisatie*
van de samenstelling van het microbioom zal op baseline, na 3 en 6 maanden
ontlasting worden verzameld. Deelnemers worden geïnstrueerd om hun ontlasting,
bij voorkeur 24 uur voor het eerstvolgende bezoek, te verzamelen in een buisje
met geïntegreerd wattenstaafje en vervolgens in de eigen koelkast te bewaren.
Monsters worden door de deelnemers meegenomen op het moment van het bezoek.
Drie dagen voor het meetmoment houden patiënten tevens een dieetdagboek bij. Na
aankomst in het laboratorium worden de monsters op -80°C bewaard. Bacterieel
DNA zal worden geëxtraheerd uit de ontlastingsamples en sequencing zal worden
gedaan op een Illumina MiSeq-platform met behulp van een MiSeq Reagent Kit v3
(600 cycli). De samenstelling van het microbioom zal worden bepaald aan de hand
van een 16S rRNA-gebaseerde taxonomische profilerings analyse.
Achtergrond van het onderzoek
Onze biologische klok regelt ons slaap- en waakritme, dat tegelijkertijd aan
diverse fysiologische processen is verbonden. Een verstoring van dit ritme kan
het afweersysteem ontregelen. Zo hebben bijvoorbeeld werknemers in
ploegendienst een verhoogde kans op het ontwikkelen van reumatoïde artritis
(RA). Ook symptomen, waaronder pijn en ochtendstijfheid, vertonen bij patiënten
met een inflammatoire artritis een specifiek patroon. Bij het geven van onze
medicatie houden we hier echter geen rekening mee. Dit wordt ook wel
chronotherapie genoemd.
Perry et al. heeft reeds aangetoond dat de spiegels van pro-inflammatoire
cytokines, o.a. tumor necrosis factor en interleukine-6, 's nachts hoger zijn
in vergelijking met gezonde controles, wat ook correleert met de ernst van de
ochtendstijfheid. Deze verandering wordt veroorzaakt door een dyssynchronisatie
van de biologische klok, wat ook terug te vinden is in een veranderde expressie
van klokgenen. Bovendien kan deze dyssynchronisatie leiden tot een verandering
in de samenstelling van het microbioom, maar het geldt ook vice versa.
Kaneshiro et al hebben onlangs aangetoond dat bDMARDs de expressie van
klokgenen op een positieve manier beïnvloeden, wat mogelijk tot een
*normalisatie* van de samenstelling van het microbioom kan leiden. Beiden
kunnen een verlichting van klachten teweeg brengen.
Voorgaande beredenering maakt het aannemelijk dat het tijdstip van inname de
effectiviteit van een geneesmiddel kan beïnvloeden. Studies naar chronotherapie
in inflammatoire artritis zijn op 1 hand te tellen. In het verleden is
chronotherapie met NSAIDs, glucocorticoïden en methotrexaat onderzocht, wat een
gunstig effect liet zien op met name de ziekteactiviteit, ochtendstijfheid en
functioneren. Verder kon bij sommige patiënten de dosis worden verlaagd, zonder
dat de ziekte opvlamde. Voor zover wij weter zijn er geen studies naar
chronotherapie met b- en/of tsDMARDs gedaan bij patiënten met een inflammatoire
artritis. Er is echter wel 1 studie in muizen, die aantoonde dat chronotherapie
met baricitinib, een JAK remmer, leidt tot een betere effectiviteit.
Ten slotte willen we benadrukken dat de meeste studies in inflammatoire
artritis omtrent de biologische klok en chronotherapie gedaan zijn in
reumatoïde artritis en niet artritis psoriatica.
Om deze reden willen we in deze studie de effectiviteit van tofacitinib XR
inname in de ochtend met de avond, oftewel chronotherapie, vergelijken in
patiënten met reumatoïde artritis en artritis psoriatica vanuit een klinisch,
patiënten alsmede een translationeel perspectief.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517865-17-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Onze biologische klok regelt ons slaap- en waakritme, die tegelijkertijd aan
diverse fysiologische processen is verbonden. Symptomen van inflammatoire
artritis patiënten, o.a. pijn en ochtendstijfheid, lopen synchroon aan deze
biologisch klok. Wij veronderstellen dat de tijd waarop de medicatie wordt
ingenomen, ook wel chronotherapie genoemd, van belang is en de effectiviteit
van tofacitnib XR kan beïnvloeden. Het doel van dit gerandomiseerd onderzoek is
dan ook:
1. Het vergelijken van de effectiviteit van tofacitinib XR inname in de avond
met inname in de ochtend, bij actieve reumatoïde artritis of artritis
psoriatica patiënten, door te kijken naar het verschil in de zelfgerapporteerde
ziekteactiviteit, gemeten met de Routine Assessment of Patient Index Data 3
(RAPID-3).
2. Het vergelijken van de slaapkwaliteit en ochtendstijfheid tussen ochtend- en
avonddosering tofacitinib XR.
3. Het bestuderen van verschillen in pijn, vermoeidheid, functionaliteit,
kwaliteit van leven en productiviteit tussen beide toedieningstijden.
4. Onderzoeken of de expressie van klokgenen in de loop van de tijd verandert
en/of deze veranderingen correleren met de behandelrespons.
5. Onderzoeken of behandeling met tofacitinib XR leidt tot *normalisatie* van
de microbiota.
6. Onderzoeken of bovengenoemde effecten verschillen tussen patiënten met
reumatoïde artritis en artritis psoriatica en/of verslechteren of verbeteren na
het wisselen van inname tijdstip.
Onderzoeksopzet
De Chronotherapie in Inflammatoire Artritis (ChronIA) trial is een open-label,
gerandomiseerd onderzoek, dat in het ErasmusMC en IJsselland ziekenhuis zal
worden uitgevoerd. Actieve reumatoïde artritis of artritis psoriatica patiënten
kunnen meedoen aan het onderzoek. Nadat toestemming is verkregen, zal de
patiënt worden gerandomiseerd. Randomisatie wordt gedaan door een onafhankelijk
callcenter en vindt plaats volgens de minimisatie methode, waarbij wordt
gestratificeerd voor diagnose. Gecertificeerde onderzoeksverpleegkundigen
zullen de patiënten onderzoeken en de ziekte-activiteit, DAS of DAPSA
afhankelijk van diagnose, berekenen.
Patiënten worden dus door middel van loting verdeeld in tofacitinib XR inname
in de ochtend en avond. Na 3 maanden switchen patiënten van inname tijd, dus de
patiënten die de tofacitinib XR eerst in de ochtend in namen, zullen dit na 3
maanden in de avond innemen en vice versa. Patiënten zullen worden geïnstrueerd
om de tofacitinib XR tussen 08:00 - 09:00 en 22:00 - 23:00 uur in te nemen.
Gelijktijdige behandeling met csDMARD(s) en prednison (of equivalenten) in een
dosis <=7,5 mg is toegestaan. Deelnemers moeten deze medicatie >=8 weken vooraf
aan randomisatie gebruiken en de dosis mag niet worden aangepast gedurende de
duur van de trial. Dit geldt ook voor het tijdstip van inname.
De medicijnen, inclusief tofacitinib XR, in deze studie behoren tot de in
Nederland meest gebruikte anti-reumatische middelen. Ze worden dan ook allen
volgens het geldende voorschrift in reumatoïde artritis en artritis psoriatica
voorgeschreven. Het enige verschil is dat de tijd van inname varieert.
Desalniettemin hebben patiënten bij het gebruik van medicijnen een risico op
bijwerkingen, wat ons inziens, gezien voorgaande beredenering, niet zal
afwijken van de dagelijkse praktijk. Patiënten zullen zoals altijd nauwlettend
in de gaten worden gehouden, volgens de huidige Nederlandse richtlijnen, om
zodoende bijwerkingen tijdig op te sporen. Bijwerkingen worden beoordeeld door
de behandelend reumatoloog en hij/zij kan afhankelijk van de ernst van de
bijwerkingen het geneesmiddel stoppen.
Patiënten worden bij randomisatie en na 1,3 en 6 maanden gezien door een
onderzoeksverpleegkundige en hun behandelend reumatoloog. Een bezoek aan de
reumaconsulent duurt maximaal 30 minuten. Naast de bezoekmomenten vullen
patiënten ook online vragenlijsten in. In het ErasmusMC wordt dit ook al gedaan
in de dagelijkse praktijk, waardoor het geen extra inspanning is. Het invullen
van deze vragenlijsten duurt maximaal 20 minuten en varieert per meetmoment.
Tevens wordt op alle meetmomenten extra bloed en ontlasting (alleen niet na 1
maand) voor het onderzoek afgenomen. De bloedafnames zullen zoveel mogelijk aan
de reguliere polikliniekbezoeken worden gekoppeld, maar het kan hiervan
afwijken. Als laatste zullen de patiënten tweemaal gedurende 2 weken een
actigraaf, een speciaal horloge, dragen die zij wel in het ziekenhuis moeten
ophalen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Zie onderzoeksopzet
Inschatting van belasting en risico
We hopen aan te kunnen tonen dat chronotherapie van toegevoegde waarde is en
dat dit vaker in de dagelijkse praktijk toegepast gaat worden. Daarnaast kan
het er mogelijk voor zorgen dat bekende problemen zoals ochtendstijfheid en
vermoeidheid, die vaak aanhouden nadat lage ziekteactiviteit is bereikt, minder
op de voorgrond komen te staan.
De medicijnen, inclusief Tofacitinib XR, in deze studie worden allen volgens
het geldende voorschrift in reumatoïde artritis en artritis psoriatica
voorgeschreven. Bovendien komt ons medicatieprotocol overeen met de huidige
(internationale) behandelrichtlijnen. Desalniettemin hebben patiënten bij het
gebruik van medicijnen een risico op bijwerkingen, wat ons inziens, en gezien
voorgaande beredenering, niet zal afwijken van de dagelijkse praktijk.
Patiënten zullen zoals altijd nauwlettend in de gaten worden gehouden, volgens
de huidige Nederlandse richtlijnen, om bijwerkingen tijdig op te sporen.
Alhoewel wij geen andere risico*s zien, zijn er wel nadelen verbonden aan dit
onderzoek. Deelname kost namelijk extra tijd. Zo worden patiënten beoordeeld
door een onderzoeksverpleegkundige, waarbij wij zullen proberen deze bezoeken
zoveel mogelijk op dezelfde dag in te plannen als het reguliere
polikliniekbezoek. Een bezoek aan de reumaconsulent duurt maximaal 30 minuten.
Naast de bezoekmomenten vullen patiënten ook online vragenlijsten in. In het
ErasmusMC wordt dit ook al gedaan in de dagelijkse praktijk, waardoor het geen
extra inspanning is. Het invullen van deze vragenlijsten duurt maximaal 20
minuten en varieert per meetmoment. Tevens wordt op alle meetmomenten extra
bloed en ontlasting (alleen niet na 1 maand) voor het onderzoek afgenomen. De
bloedafnames zullen zoveel mogelijk aan de reguliere polikliniekbezoeken worden
gekoppeld, maar het kan hiervan afwijken. Als laatste zullen de patiënten
tweemaal gedurende 2 weken een actigraaf, een speciale horloge, dragen die zij
wel in het ziekenhuis moeten ophalen. Naar onze mening weegt de opgedane kennis
op tegen de studielast (bezoek aan onderzoeksverpleegkundige, invullen voor
online vragenlijsten, het dragen van de actigraaf, extra studiebloed en het
inleveren van ontlasting).
Algemeen / deelnemers
Dr.Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Wetenschappers
Dr.Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Reumatoïde artritis of artritis psoriatica volgens respectivelijk de 2010
classificatie criteria danwel de CASPAR criteria
- Actieve ziekte, gedefinieerd als DAS>2.4 of DAPSA>14
- Leeftijd >=18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Huidige of eerder behandeling met tsDMARDs
- Prednison (of equivalenten) in een dosering >7.5mg
- Werkt in ploegendiensten
- (Relatieve) contra-indicatie(s) voor de studiemedicatie:
a. Aangetoonde infectieuze of maligne aandoening(en) verworven binnen 3 maanden
voorafgaand aan screening en vastgesteld door een gecertificeerd clinicus.
b. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
c. Vrouwen bij wie conceptie mogelijk is of mannen wiens partner fysiologisch
in staat is zwanger te worden, die niet de garantie kunnen geven dat zij of hun
partner een effectief anticonceptiemiddel gebruikt gedurende het onderzoek en
de 3 maanden na het beëindigen van het onderzoek, zoals ook gebeurd in de
dagelijkse praktijk.
d. Een medische voorgeschiedenis van klinisch significante leverziekte of
leverschade aangeduid door abnormale leverfunctie bepalingen, zoals ASAT, ALAT,
AF of serum bilirubine. De onderzoeker hoort hierbij de volgende criteria in
acht te nemen: Elke individuele parameter mag niet 2x de upper limit of normal
(ULN) overstijgen. Een individuele parameter die tot en met 2xULN bedraagt moet
z.s.m. opnieuw worden bepaald en in elk geval alvorens de patiënt wordt
geïncludeerd/gerandomiseerd, ter voorkoming van fouten in het lab.
e. Een medische voorgeschiedenis van renaal trauma, glomerulonefritis of
proefpersonen met 1 nier of hen die een glomerulaire filtratie snelheid (GFR)
hebben van < 30 ml/min.
f. Overige onderliggende metabolische, hematologische, renale, hepatische,
pulmonale, neurologische, endocriene, cardiale, infectieuze of
gastro-intestinale aandoeningen die volgens de onderzoeker het immuunsysteem
compromitteren en/of voor de patiënt een onacceptabel risico vormen voor
immunomodulerende therapie.
g. Gebruik van krachtige CYP3A4 remmers (bv. ketoconazol, fluconazol,
tacrolimus en ciclosporine)
- Slechte beheersing van de Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-517865-17-00 |
CTIS | CTIS2024-517865-17-01 |
EudraCT | EUCTR2021-004131-84-NL |
CCMO | NL78735.078.21 |