Het doel van het onderzoek is om beter te begrijpen waarom sommige mensen cognitieve klachten ontwikkelen in de herstelfase na een hersenbloeding en anderen niet.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Cognitieve achteruitgang gemeten met de mini mental state examination (MMSE) na
12 maanden.
Secundaire uitkomstmaten
Overige studieparameters zijn: geboortedatum, geslacht, medische
voorgeschiedenis, consumptie van
alcohol/drugs/caffeine, roken, medicatie, cardiovasculaire risicofactoren,
neurologische voorgeschiedenis, BMI, bloeddruk,
APOE genotype. Ook worden bloed- en liquorparameters geanalyseerd, alsmede SVD
markers op de MRI at baseline.
Achtergrond van het onderzoek
Hersenbloedingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Een vaak voorkomende
oorzaak is beschadiging van de kleine bloedvaten in het hersenweefsel door een
langdurige hoge bloeddruk, ook wel *hypertensieve arteriopathie* (HA) genoemd.
Een andere oorzaak is beschadiging van de kleine bloedvaten in het
hersenweefsel door ophoping van het amyloïd-beta eiwit, ook wel *cerebrale
amyloïd angiopathie* (CAA) genoemd. We weten uit eerder onderzoek dat ongeveer
éénn op de tien mensen met een hersenbloeding een *milde cognitieve
stoornis* (MCI) krijgen in het jaar na de bloeding. Soms ontwikkelen mensen
vasculaire dementie. Iemand met MCI heeft een verminderd geheugen of er zijn
problemen met overzicht houden, of het uitvoeren van handelingen. Personen met
MCI kunnen vaak nog zo goed als normaal functioneren in het dagelijks leven.
Bij vasculaire dementie verergeren de klachten en heeft iemand vaak last van
trager denken, spreken en uitvoeren van handelen. Ook is het moeilijker om te
concentreren. De oorzaak van MCI en vasculaire dementie is vermoedelijk ook de
oorzaak van de hersenbloeding. HA en CAA kunnen opgespoord worden met een MRI
scan en onderzoek van hersenvloeistof. MCI en dementie kunnen opgespoord worden
met een neuropsychologisch onderzoek: een aantal testen van het geheugen en het
denken. Door mensen met een hersenbloeding een jaar te volgen, zien we hoe de
resultaten van de verschillende onderzoeken zich over de tijd ontwikkelen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om beter te begrijpen waarom sommige mensen
cognitieve klachten ontwikkelen in de herstelfase na een hersenbloeding en
anderen niet.
Onderzoeksopzet
Prospectieve follow-up studie
Inschatting van belasting en risico
Patiënten zullen uitgebreid worden voorgelicht over de potentiele risico's van
de studieprocedures, daarna zal geschreven
informed consent worden verkregen. Bloedafname via een venapunctie heeft een
laag risico op adverse events, de
punctie met de naald zou kunnen leiden tot een hematoom en in zeer zeldzame
gevallen tot een infectie van de huid of het
bloedvat op de punctieplaats. De risico's van de MRI-scan zijn minimaal (risk
of everyday life), omdat er geen
consequenties zijn voor de gezondheid van de deelnemer. Er zal teven
contrastmiddel worden toegediend (gadolinium).
Dit wordt in de laagst mogelijke dosis toegediend. Een studie in Europees
verband heeft eerder laten zien dat bij gebruik
van deze contrastmiddelen, sporen gadolinium achter kunnen blijven in de
hersenen. Er is geen bewijs gevonden dat dit
schadelijke gevolgen heeft. Er is tevens een zeer kleine kans dat u een
allergische reactie op dit contrastmiddel krijgt.
Andere potentiele risico's van de MRI-onderzoeken zijn onder meer het
verplaatsen van ferromagnetische voorwerpen in het lichaam en claustrofobie. De
meest voorkomende complicatie bij een ruggenprik is post-punctionele hoofdpijn.
Dit kan optreden bij 25% van de patiënten als standaard naalden worden gebruikt
voor de punctie, deze complicatie is veel zeldzamer (12%) als atraumatische
naalden worden gebruikt. Als postpunctionele hoofdpijn zich voordoet, dienen de
deelnemers bedrust te nemen, voldoende water te drinken en paracetamol
te gebruiken indien daar behoefte aan is. Als de post-punctionele hoofdpijn
langer dan een week duurt, kan een blood
patch worden overwogen, dit is meestal effectief voorde behandeling van
post-punctionele hoofdpijn. In zeer zeldzame
gevallen kan een infectie, zoals meningitis of een spinaal abces, optreden.
Algemeen / deelnemers
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Wetenschappers
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd >=55jaar
2. Mogelijkheid en bereidheid om een informed consent te tekenen.
3. Supratentoriele intracerebrale bloeding met cerebrale amyloïd angiopathie of
hypertensieve arteriopathie als oorzaak.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Leeftijd <55jaar
2. Onvermogen om schriftelijk informed consent te geven.
3. Congitieve klachten vóór het ontstaan van de hersenbloeding.
4. Contra-indicaties voor 3Tesla MRI
5. Contra-indicaties voor een lumbaalpunctie.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL74864.058.20 |