Om de uniekheid van diabetische cardiomyopathie (DCM) te beoordelen ten opzichte van andere vormen van cardiomyopathie middels ongesuperviseerde cluster benaderingen gebaseerd op diepe fenotypering (klinisch, beeldvorming en biologisch informatie).…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
- Diabetescomplicaties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste studie uitkomst is de kwaliteit van de fenotype cluster
analyse. Dit wordt beoordeeld middels het meten van de overlap tussen clusters
(doel is <10%), de verbindingen, stabiliteit en binnen-cluster compactheid. De
3 jaar follow-up gegevens van cardiovasculaire gebeurtenissen zullen cruciale
informatie verschaffen om de klinische relevantie en prognostische waarde van
de geïdentificeerde clusters te beoordelen.
Secundaire uitkomstmaten
- De fenomapping aanvullen met complementaire multi-OMICs informatie om de
toegevoegde waarde hiervan te evalueren voor het onderscheiden tussen clusters.
- Het identificeren van de beste klinische, biologische, beeldvorming en
multi-OMICs voorspellers behorende bij het DCM cluster (diagnostisch
perspectief)
- De pathofysiologische en causale verbindingen die DCM karakteriseren te
exploreren, met als doel om de onderliggende mechanismes verantwoordelijk voor
ontstaan of progressie van de ziekte beter te begrijpen.
- Evalueren van de toegevoegde waarde van het geïdentificeerde DCM cluster voor
algemene overleving en cardiovasculaire gebeurtenissen (prognostisch
perspectief)
Achtergrond van het onderzoek
In de afgelopen decennia is duidelijk geworden dat er een relatie bestaat
tussen type 2 diabetes mellitus (T2DM) en hartfalen (HF). Alhoewel niet alle
T2DM patiënten een cardiomyopathie ontwikkelen of HF krijgen, gebeurt dit 2.5
keer zo vaak als dat patiënten zonder diabetes zich presenteren met myocard
dysfunctie of verergering tot HF. De gelijktijdige aanwezigheid van confounders
zoals hypertensie, obesitas, systemische inflammatie en bepaalde genetische
afwijkingen maken het lastig om de objectiveren welke specifieke bijdrage de
glucometabolische status heeft op myocard dysfunctie. De hypothese is dat
diabetische cardiomyopathie (DCM) het resultaat is van een deregulatie van een
specifiek, nog te ontdekken, signaleringsroute die leid tot een specifieke
cardiale dysfunctie welke verschillend is van andere vormen van HF.
Doel van het onderzoek
Om de uniekheid van diabetische cardiomyopathie (DCM) te beoordelen ten
opzichte van andere vormen van cardiomyopathie middels ongesuperviseerde
cluster benaderingen gebaseerd op diepe fenotypering (klinisch, beeldvorming en
biologisch informatie). Met de resultaten hiervan tracht de studie de klinische
behandeling van T2DM patiënten te verbeteren door nieuwe mogelijkheden voor
gepersonaliseerde preventieve en therapeutische strategieën te ontdekken.
Onderzoeksopzet
CARDIATEAM is een prospectieve, multicenter en multinationale cohort studie.
Inschatting van belasting en risico
Er is een minimaal risico verbonden aan deze studie. Voor meer details zie
paragraaf '10.5 Benefits and risks assessment, group relatedness* van het
onderzoeksprotocol
Algemeen / deelnemers
P. Debyelaan 25
Maastricht 6229 HX
NL
Wetenschappers
P. Debyelaan 25
Maastricht 6229 HX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Een potentiële proefpersoon moet aan alle onderstaande criteria voldoen:
- vrouw of man, leeftijd 40-80 jaar
- normale LVEF en afwezigheid van akinetische segmenten op echocardiography
(LVEF >=50%)
- patiënten gediagnosticeerd volgens de specifieke diagnostische criteria van
de betreffende ziekte. Voor elke groep wordt de diagnose gebaseerd op basis van
de huidige geaccepteerde criteria:
--- HFpEF: left ventricular ejection fraction (LVEF) LVEF>=50% EN aanwezigheid
of voorgeschiedenis van symptomen (bijv. dyspneu, enkel oedeem, vermoeidheid)
of tekenen (bijv. verhoogde centraal veneuze druk, long crepitaties en perifere
oedeem) van hartfalen EN significante diastolische dysfunctie (left atrial
volume index >34 mL/m2 of een LVMI >=115 g/m2 voor mannen en >=95 g/m2 voor
vrouwen, E/e* >=13 en e* <9 cm/s) OF NT-proBNP >125 pg/mL.
--- Geen HFpEF: LVEF>=50% EN afwezigheid van symptomen (bijv. dyspneu, enkel
oedeem, vermoeidheid) of tekenen (bijv. verhoogde centraal veneuze druk, long
crepitaties en perifere oedeem) van hartfalen.
--- T2DM: HbA1c >=6.5% (>=48 mmol/L) EN Fasting Plasma Glucose >=7.0 mmol/L (>=126
mg/dL) of anti-diabetische behandeling
--- Non-diabeet: HbA1C <6.5% EN Fasting Plasma Glucose <7 mmol/L zonder enige
anti-diabetische medicatie.
--- HCM: patiënten met niet-obstructieve HCM of sarcomeer oorzaak (bewezen door
bekende genetische oorzaak) en met een LV wanddikte >= 15 mm in een of meer
myocardiale segmenten in de afwezigheid van abnormale afterload condities.
- geschikt echocardiographisch beeld
- geen voorgeschiedenis van coronairlijden, inclusief myocardiale ischemie,
myocardinfarct of percutane coronaire interventie
- afwezigheid van significant coronairlijden, gedefinieerd als
--- afwezigheid van een coronaire stenose >=50% op cardiale computed tomography
(CT) of coronair angiogram of fractional flow reserve (FFR >0.80) of coronary
artery calcium score (CAC) < 100 uitgevoerd binnen 24 maanden voor inclusie
--- Coronaire CT en/of stress testen worden niet uitgevoerd als onderdeel van
de studie in Nederlandse centra. Enkel patienten met afwezigheid van
significant coronairlijden aangetoond door een van deze onderzoeken in het
verleden (op basis van klinische indicatie) worden geincludeerd.
- Patient heeft een zorgverzekering
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële proefpersoon die aan een van volgende criteria voldoet wordt
geëxcludeerd van deelname aan deze studie:
- diabetes mellitus anders dan type 2 (type 1, LADA, MODY, NODAT, etc.)
- suboptimaal echocardiografische beeld
- significant kleplijden gedefinieerd als een ernstige aortaklepinsufficiëntie
of ernstige primaire mitraalklepinsufficiëntie of aortaklepstenose met een piek
transvalvulaire snelheid >=3m/s of mitraalklepstenose met een mitraalklep
oppervlakte < 1.5cm²
- chronisch atriumfibrilleren of andere significante aritmie tijdens inclusie
- ernstig chronische nierfunctiestoornissen gedefinieerd als eGFR<30
mL/min/1.73m²
- voorgeschiedenis van of kandidaat voor bariatrische chirurgie
- obstructieve hypertrofische cardiomyopathie (definitie: maximale gradiënt in
rust <30 mmHg)
- hypertrofische cardiomyopathie door een niet-sarcomeer etiologie
- levensbedreigende comorbiditeiten (bijv. kanker, eindstadium hartfalen,
ernstige longziekte, cirrose)
- zwangerschap
- lacterende moeder
- elke conditie waardoor volgens de mening van de onderzoek deelname aan deze
studie onwenselijk is voor de deelnemer of wat compliantie met het protocol in
het gedrang brengt (zoals bekende contrast allergie)
- niet begrijpen van de lokale/gangbare taal
- individuelen in gevangenschap
- beschermde personen (onder mentorschap of curatorschap)
- contra-indicaties voor CMR (zie CMR SOP)
- bekende overgevoeligheid op gadolinium gebaseerde producten (inclusief
gadoterisch zuur en meglumine)
- voorgeschiedenis van hospitalisatie door symptomatische COVID-19 infectie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04303364 |
CCMO | NL71063.068.19 |