Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-510630-40-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het doel van het onderzoek is om de effectiviteit en de veiligheid van autologe hematopoietische stamceltransplantatie (HSCT) te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten zijn:
- Studie deel 1: Proportie van patiënten met NEDA: no evidence of disease
activity (zie protocol voor definitie) tijdens een periode van 96 weken (2 jaar)
- Studie deel 2: Proportie van patiënten met NEDA tijdens een periode van 240
weken (5 jaar)
Secundaire uitkomstmaten
Studie deel 1 en 2
De secundaire uitkomstmaten zijn:
- Proportie van patiënten met NEDA, inclusief atrofie (gedefinieerd als
jaarlijks gemeten atrofie boven een threshold van 0,4%) (NEDA 4) tijdens een
periode van 2 jaar (96 weken) en 5 jaar (240 weken) vanaf een baseline van 48
weken
- Tijd tot eerste ziekte-activiteit (volgens protocol gedefinieerd)
- Verandering in EDSS score vanaf baseline tot aan jaar 2 (96 weken) en jaar 5
(240 weken)
- De proportie patiënten die bij jaar 2 en jaar 5 bevestigde disability
improvement hebben (confirmed disability improvement, CDI), een bevestigde
stabiele EDSS score of disability progressie, vergeleken met baseline.
- Jaarlijkse relapse-rate tot aan jaar 2 (96 weken) en jaar 5 (240 weken)
- Tijd tot aan eerste relapse (volgens protocol gedefinieerd)
- Verandering in MRI T2-gewogen hyperintese laesie-volume van baseline tot week
48 en week 96 en week 144, 192 en 240
- Verandering in MRI T1-gewogen hyperintese laesie-volume van baseline tot week
48 en week 96 en week 144, 192 en 240
- Verandering in hersenvolume met baseline week 48, tot week 96 en week 144,
192 en 240
- Tijd tot aan detectie van een nieuwe T2 laesie op de MRI
- Aantal T1-gewogen aankleurende laesies op de MRI bij week 24, 48 en 96 en
week 144, 192 en 240
- Proportie van patiënten zonder T1 Gd-aankleurende laesies bij week 24,48 en
96 en week 144, 192 en 240
- Verandering in nine-hole-peg test (9-HPT) score vanaf baseline tot week 48,
96 en week 144, 192 en 240
- Verandering in timed 25 foot walk (T25FW) score vanaf baseline tot week 48,
96 en week 144, 192 en 240
- Verandering in The Brief International Cognitive Assessment for Multiple
Sclerosis (BICAMS), van baseline tot week 96 en week 240
- Overall survival rate week 96 en week 240
- Arbeidsproductiviteit en verminderde activiteit week 96, 144, 192 en 240
- Verandering kwaliteit van leven (EQ-5D-5L) van baseline tot week 96 en week
240
- Verandering in Fatigue Severity Scale (FSS) van baseline tot week 96 en week
240
- Verandering in Multiple Sclerosis Impact Scale (MSIS)-29 van baseline tot
week 96 en week 240
Achtergrond van het onderzoek
Relapsing remtting MS (RRMS) wordt behandeld met immunomodulerende therapie om
relapses te voorkomen en om verdere toename van invaliditeit tegen te gaan.
Immunomodulerende therapie reduceert de jaarlijkse MS relapse rate in RRMS
patiënten met 20-70% en huidige studies impliceren een langzamere
ziekteprogressie vergeleken met studies voor het tijdperk van ziektemodulerende
therapie. Een groot deel van RRMS patiënten ervaart ziekteactiviteit ondanks
het gebruik van geregistreerde ziektemodulerende therapie. Deze patiënten
hebben een significant risico op het ontwikkelen van ernstige invaliditeit,
soms al op jonge leeftijd. Daarom is het noodzakelijk dat er meer optimale
therapieën beschikbaar komen, die inflammatie van het centrale zenuwstelsel
tegen gaan, evenals relapses en toename van invaliditeit.
Internationale studies laten zien dat autologe stamceltherapie ziekteactiviteit
tegengaat in een bepaalde groep MS patiënten, namelijk jonge patiënten met een
korte ziekteduur, met veel ziekteactiviteit en weinig invaliditeit. Mogelijk is
stamceltransplantatie effectiever bij deze specifieke groep MS patiënten dan de
huidige geregistreerde MS middelen. Echter door de studieopzet, de
patiëntengroepen en door het ontbreken van een controlegroep in deze
internationale studies zijn er nog geen conclusieve data beschikbaar over de
effectiviteit en veiligheid van stamceltherapie versus bestaande MS middelen.
Deze studie wordt dan ook gedaan om onze kennis te vergroten over de
behandeleffecten en veiligheid van stamceltherapie vergeleken met de meest
effectieve MS therapieën die op dit moment beschikbaar zijn.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-510630-40-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het doel van het onderzoek is om de effectiviteit en de veiligheid van autologe
hematopoietische stamceltransplantatie (HSCT) te vergelijken met behandeling
met alemtuzumab, cladribine of ocrelizumab in patiënten met agressieve
relapsing remitting MS (RRMS).
Onderzoeksopzet
Deze studie is een prospectieve, multi-center, ongeblindeerde, gerandomiseerde,
interventie, parallel groep studie bij RRMS patiënten met doorbraak van
ziekteactiviteit ondanks gebruik van standaard immunomodulerende therapie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In deze studie zijn cyclofosfamide, anti-thymocyten globuline (ATG), alemtuzumab, cladribine, ocrelizumab investigational medicinal products (IMP's) Groep A: Stamceltherapie, bestaande uit mobilisatie en oogsten (10 dagen), gevolgd door conditionering en reinfusie (3 weken). Arm B: Alemtuzumab - Bij aanvang van de behandeling 5 dagen infusie, gevolgd door 3 opeenvolgende dagen infusie een jaar later. Cladribine - Elke behandelingskuur bestaat uit 2 weken: een week aan het begin van de eerste maand en een week aan het begin van de tweede maand van het respectieve behandelingsjaar. Elke behandelingsweek bestaat uit 4 of 5 dagen, afhankelijk van uw lichaamsgewicht. Ocrelizumab - De eerste dosis ocrelizumab zal worden toegediend door twee infusies van ieder 300 mg met 14 dagen ertussen. Na deze twee eerste infusen wordt ocrelizumab halfjaarlijks toegediend in één infuus.
Inschatting van belasting en risico
Voor beide behandelgroepen bedraagt de extra belasting: meerdere
ziekenhuisbezoeken ten tijde van de studie, onderzoeken tijdens de screening
(longfoto, bloedtesten, spirometrie), bloedafnames bij elk bezoek, een feces
swab (optioneel, op vrijwillige basis), liquor punctie (optioneel, op
vrijwillige basis), MRI's, neurologisch onderzoek, het invullen van
vragenlijsten en neurologische testen zoals de 9-hole peg test en de
timed-25-foot walk test, en geselcteerde testen van de Brief International
Cognitive Assessment for Multiple Sclerosis. Voor stamceltherapie is een
ziekenhuisopname van 23-24 dagen nodig.
Bijwerkingen van de studiemedicamenten/stamceltherapie kunnen optreden. Een van
de bijwerkingen die hier expliciet genoemd wordt is irreversibele
onvruchtbaarheid. Voor vrouwen in de vruchtbare levensfase is er de
mogelijkheid om maatregelen te nemen voor het behoud van de vruchtbaarheid
(invriezen van eicellen); voor mannen is er de optie om sperma op te slaan in
de spermabank.
Data suggereert dat het sterftecijfer gekoppeld aan stamceltherapie 1-2%
bedraagt in geavanceerde centra die stamceltherapie toepassen met een hoge of
medium intensief schema. Het sterftecijfer is zelfs lager (<= 0.3 %) in MS
patiënten die behandeld zijn met een chemotherapie schema met een lage
intensiteit.
Het risico van patiënten tijdens dit onderzoek zal zoveel mogelijk worden
beperkt door strikt de in- en exclusie criteria aan te houden, door het
vermijden van het gebruik van medicamenten die niet gebruikt kunnen worden ten
tijde van de studie, door het protocol op te volgen betreffende de contraceptie
vereisten en door het nauwgezet opvolgen van veiligheidsmaatregelen door de
onderzoekers. Doordat de patiënten in de controlegroep ook immunomodulerende
therapie gebruiken, wordt ervoor gezorgd dat alle patiënten in deze studie
actief worden behandeld.
MS is geassocieerd met een aanzienlijke afname van quality-adjusted life years.
Ondanks het risico op mortaliteit en ernstige bijwerkingen, weegt het lange
termijn voordeel (mogelijk betere effectiviteit dan de nu geregistreerde
immunomodulerende therapieën) van de studiemedicamenten/stamceltherapie op
tegen deze risico's.
Algemeen / deelnemers
Jonas Lies vei 65
Bergen 5021
NO
Wetenschappers
Jonas Lies vei 65
Bergen 5021
NO
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Diagnose RRMS volgens de gereviseerde McDonald criteria van klinisch bewezen
MS
2. Leeftijd tussen of gelijk aan 18 en 50 jaar, zowel mannen als vrouwen
3. Een EDSS score van 0 tot 5.5
4. Significante inflammatoire activiteit in het laatste jaar ondanks
behandeling met standaard ziektemodulerende therapie (interferon beta,
glatirameer acetaat, dimethylfumaraat, teriflunomide, fingolimod, natalizumab)
a. Significante inflammatoire activiteit is als volgt gedefinieerd:
i. Eén of meer klinisch gerapporteerde MS relapse/schub
ii. EN 1 of meer T1 Gd-aankleurende laesie(s)
iii. OF drie of meer nieuwe of toenemende T2 leasies op de MRI
De relapse/schub moet 3 of meer maanden na de start van de immunomodulerende
therapie hebben plaatsgevonden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bekende hypersensitiviteit of andere bekende ernstige bijwerkingen bij een
van de studiemedicamenten, inclusief co-medicamenten zoals hoge dosis
corticosteroïden
2. Elke ziekte of eerde behandeling die volgens de onderzoeker een gevaar kan
zijn voor de patiënt om agressieve chemotherapie of hoge dosis corticosteroïden
te verdragen
3. Elke aanwezige infectie, inclusief tuberculose, CMV, EBV, HSV, VZV,
hepatitis, toxoplasmose, HIV of syfilis, als ook hepatitis B oppervlakte
antigeen positiviteit en/of hepatitis C PCR positiviteit, die bij visit 1 wordt
gedecteerd.
4. Patiënten zonder voorgeschiedenis van waterpokken of zonder vaccinatie tegen
varicella zoster virus (VZV), tenzij getest voor antilichamen tegen VZV. VZV
negatieve patiënten kunnen alleen geïncludeerd worden als ze gevaccineerd
worden ten minste 6 weken voor inclusie.
5. Huidige of eerdere behandeling met lange termijneffecten die de
behandeleffecten kunnen beïnvloeden of mogelijk een toxisch effect of
bijwerkingen kunnen veroorzaken in de behandelgroepen. Dit is inclusief maar
niet beperkt tot mitoxantrone, alemtuzumab, cladribine and ocrelizumab, en
behandeling met rituximab binnen de 9 maanden voor start van de studie
medicatie.
6. Behandeling met corticosteroïden of ACTH 1 maand voor de start van de studie
7. Een schub/relapse 1 maand voor de start van de studie
8. Huidige of eerder doorgemaakte depressie
9. Huidige of eerder doorgemaakte psychiatrische stoornis, geestelijke
beperking of cognitieve dysfunctie die de patiënt hindert bij het geven van
informed consent of die de patiënt hindert om de behandeling en follow-up van
de studie na te komen
10. Huidige of eerdere alcohol- of drugsafhankelijkheid
11. Hartfalen, cardiomyopathie, significante cardiale aritmieën, Onstabiele of
gevorderde ischemische hartziekte (NYHA III of IV)
12. Significante hypertensie: BP > 180/110
13. Maligniteit, of een voorgeschiedenis van malignitieit, behoudens een lokaal
basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom of carcinoma in situ van de cervix
14. Bekende onbehandelde of gedysreguleerde schildklier aandoening
15. Het niet bereid zijn om de risico's van onherstelbare onvruchtbaarheid als
bijwerking van de stamceltherapie te begrijpen of te accepteren
16. WBC < 1,5 x 109/L, indien niet veroorzaakt door een reversibel effect van
gedocumenteerde huidige medicatie. Indien WBC , 1,5 x 109/L is veroorzaakt door
een reversibel effect van gedocumenteerde huidige medicatie moet de WBC >1,5 x
109/ L zijn voordat er gestart kan worden met de studie
17. Thrombocyten getal < 100 x 109/L
18. ALAT en/of ASAT meer dan 2 keer de bovenste referentie waarde
19. Serum creatinine > 200 µmol/L
20. Serum bilirubine > normaalwaarde
21. Aanwezigheid van metalen implantaten in het lichaam waardoor de patiënt
niet veilig MRI onderzoek kan ondergaan
22. Diagnose primaire progressieve MS
23. Diagnose secondaire progressieve MS
24. Behandeling met natalizumab en fingolimod 2 maanden voorafgaande aan de
studie, en behandeling van dimethylfumaraat 1 maand voorafgaande aan de studie
(washout van de medicatie moet worden uitgevoerd voor de start van de studie)
25. Gebruik van terfilunomide 2 jaar voorafgaande aan de studie, tenzij uit het
lichaam geëlimineerd (plasma concentratie < 0.02 mcg/ml na eliminatie uit het
lichaam middels colestyramine of actief kool)
26. Elke erfelijke neurologische aandoening zoals de ziekte van
Charcot-Marie-Tooth of spinocerbellaire ataxie
27. Elke ziekte die de veiligheid van de patiënt kan beïnvloeden, of de
evaluatie van het functioneren
28. Hypersensitiviteit tegen konijnen in de voorgeschiedenis
29. Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven, of die zwanger willen worden
ten tijden van de studie
30. Huidige deelname aan een andere medicatie studie, of minder dan 30 dagen
sinds het einde van een andere medicatie studie, of het krijgen van
onderzoeksmedicatie. Patiënten die deelnemen aan een observationele studie
worden niet geëxcludeerd.
31. Immuungecompromitteerde patiënten, of patiënten die immunosuppresieve of
myelosuppresive therapie krijgen/ondergaan
32. Matige of ernstig gestoorde nierfunctie (kreatinine klaring onder 60
ml/min)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-510630-40-00 |
EudraCT | EUCTR2017-001362-25-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03477500 |
CCMO | NL70640.000.19 |