Onderzoeken of mifepriston (7 dagen, 1200 mg/dag) aanvullend op de huidige behandeling effectiever is dan placebo in het verminderen van depressieve symptomen in patiënten met depressie na jeugdtrauma, 6 weken na start interventie. In de aanvullende…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om het effect van mifepriston vs. placebo te onderzoeken wordt gekeken naar de
mate van depressie symptomen (IDS-SR), 6 weken na start interventie.
Secundaire uitkomstmaten
1.
• Depressie remissie (<14 op IDS-SR, bevestigd met de Mini International
Neuropsychiatric Interview; MINI), 6 weken na start interventie
• Ernst van depressieve symptomen op korte termijn (IDS-SR), 1 week na start
interventie
• Ernst van depressieve symptomen op lange termijn (IDS-SR), 12 weken en 6
maanden na start interventie
• Behandel respons (50% vermindering in IDS-SR score), van 1 week tot 6 maanden
na start interventie
2. Daarnaast wordt er ook gekeken naar disfunctioneren, slaap kwaliteit,
subjectieve stress en indien aanwezig suïcidale ideatie, vanaf 1 week tot 6
maanden na start interventie.
3. Biologische metingen:
• Speeksel cortisol levels, op baseline en 1 en 6 weken na start interventie
• Haar cortisol levels, op baseline en 6 weken na start interventie
• Bloed biomarkers (inflammatoire markers en (epi)genetische regulatie), op
baseline en 1 en 6 weken na start interventie
• Mifepristone plasma levels, 1 week na start interventie
4. Aanvullend is er ook nog een optioneel maar niet verplichte (f)MRI substudie
in een subgroep van de deelnemers (40 per groep) op baseline en 6 weken na
start interventie. Metingen zullen bestaan uit een stress test (TSST) vooraf
aan de fMRI scans, twee structurele scans: anatomisch (T1) en Diffusion Tensor
Imaging (DTI), en drie functionele (BOLD) scans: resting-state, werkgeheugen
taak, reappraisal taak en een beloningstaak. Er zal ook herhaaldelijk speeksel
(5-maal) en extra vragenlijsten worden afgenomen (PANAS, VAS, STAI, DARS) om de
stress-geïnducerde effecten verder te beoordelen.
Achtergrond van het onderzoek
Jeugdtrauma geeft gedurende het hele leven meer risico op depressie.
Jeugdtrauma komt in verschillende vormen voor. Kort gezegd zijn er aan de ene
kant situaties die er niet hadden moeten zijn maar er wel waren, zoals misbruik
en mishandeling. Aan de andere kant zijn er situaties die er niet (voldoende)
waren: het gaat dan om behoeften die onvervuld zijn gebleven, doordat er sprake
was van verwaarlozing. Beide soorten trauma kunnen zeer ontwrichtend zijn,
zowel in de jeugd als gedurende het volwassen leven van een persoon.
Ongeveer 1 op de 4 patiënten met een depressie heeft een jeugdtrauma
meegemaakt. Depressie is een veelvoorkomende aandoening waarbij somberheid en
niet meer kunnen genieten op de voorgrond staat. Patiënten met jeugdtrauma
krijgen doorgaans ernstigere depressies op jongere leeftijd die lastig te
behandelen zijn. Een effectieve behandeling voor mensen met een jeugdtrauma
gerelateerde depressie is dan ook wenselijk en hard nodig.
Doel van het onderzoek
Onderzoeken of mifepriston (7 dagen, 1200 mg/dag) aanvullend op de huidige
behandeling effectiever is dan placebo in het verminderen van depressieve
symptomen in patiënten met depressie na jeugdtrauma, 6 weken na start
interventie.
In de aanvullende fMRI substudie wordt onderzocht wat de neurobiologische
effecten zijn van de mifepriston interventie op stress reactiviteit in
patiënten met depressie na jeugdtrauma. Deze effecten worden tijdens de acute-
en herstelperiode beoordeeld na stress inductie met een psychologische stress
test, de Trier Social Stress Test (TSST).
Onderzoeksopzet
Dubbelblind placebo gecontroleerd gerandomiseerde klinische trial, waarin 158
patiënten met jeugdtrauma en depressie worden geïncludeerd en gerandomiseerd
(1:1) in twee groepen: mifepriston of placebo.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten worden gerandomiseerd (1:1) voor behandeling met de GR antagonist mifepriston (1200 mg/dag, 7 dagen) of placebo (7 dagen), waarbij deelnemers in beide groepen hun huidige (depressie)behandeling mogen blijven volgen (treatment as usual; TAU).
Inschatting van belasting en risico
Zie document B2.5 risicoclassificatie voor meer informatie.
Voordat het IC wordt getekend zal er een telefonische screening plaatsvinden
(20 minuten) om samen met de deelnemer de exclusiecriteria door te nemen zoals
genoemd in het onderzoeksprotocol, sectie 4.3. Tijdens de telefonische
screening zullen de proefpersonen eerst worden geïnformeerd over de inhoud en
het doel van de screening, en wat er met de gegevens gebeurt. Proefpersonen
zullen om mondelinge toestemming worden gevraagd voor de registratie van de
gegevens.
Als screening wordt gevraagd of er sprake is van een primaire diagnose van
PTSD/ASD of andere psychiatrische stoornis, eventuele start van een
depressiebehandeling, medicatiegebruik en chronische adrenale insufficiëntie.
Vrouwen zullen aanvullend ook worden gevraagd of zij, indien vruchtbaar, bereid
zijn om non-hormonale anti-conceptie te gebruiken, zwanger zijn en een
geschiedenis hebben van vaginale bloedingen en baarmoederklachten.
Tijdens de telefonische screening wordt er niet gevraagd naar de ernst van de
depressieve klachten en het jeugdtrauma.
Het IC wordt getekend aan de start van het fysieke bezoek van de baseline
meting (T0).
Nadat de deelnemers zijn geïncludeerd, wordt hen gevraagd om 3 keer langs te
komen op de onderzoekslocatie: bij baseline (T0): 1,5 uur (+ 1 uur thuis
vragenlijsten); post-interventie interventie (T1), 8 dagen na randomisatie: 1
uur (+30 minuten thuis vragenlijsten); post-interventie (T2), 6 weken na
randomisatie: 1 uur (+30 minuten thuis vragenlijsten). Twee follow-up metingen
worden uitgevoerd via videobellen en online vragenlijsten: 45 minuten.
Studiemedicatie zal worden verstrekt na de basismeting en zal eenmaal daags
gedurende 7 opeenvolgende dagen thuis worden ingenomen. Klinische metingen
bestaan **uit vragenlijsten, klinische interviews, bloedmonsters (T0, T1, T2),
haarmonsters (T0, T2) en speekselmonsters (T0-T2; thuis afgenomen door
deelnemers zelf).
Een subgroep van deelnemers (n=80, 40 per interventiegroep) zal gevraagd worden
om deel te nemen aan een (f)MRI-deelonderzoek bij baseline (T0) en
post-interventie (T2; 2 uur per scansessie). Dit deelonderzoek bestaat uit een
stressparadigma, de Trier Social Stress test (TSST), gevolgd door fMRI-scans
direct (0-40 minuten na stressor-offset) en later (60-100 minuten na
stressor-offset). De TSST is een gevalideerde en gestandaardiseerde test om
milde psychosociale stress op te wekken in een laboratoriumomgeving. Er zal ook
herhaaldelijk speeksel (5-maal) en extra vragenlijsten worden afgenomen (PANAS,
VAS, STAI, DARS) om de stress-geïnducerde effecten verder te beoordelen.
De lichamelijke belasting voor dit onderzoek bestaat uit het driemaal afnemen
van bloed bij de proefpersonen. Deze bloedafnames kunnen mogelijk als pijnlijk
worden ervaren of een bloeduitstorting geven. Per meetmoment wordt er 16 mL
bloed afgenomen bij de patiënt. Deze hoeveelheid geeft bij volwassenen geen
problemen. Ter vergelijking: bij de bloedbank wordt 500 ml bloed per keer
afgenomen. Indien er wordt deelgenomen aan de fMRI substudie dient de deelnemer
tweemaal (baseline en post-interventie) gedurende 2x 1 uur (met 1 uur pauze
ertussenin) stil te liggen in een krappe ruimte (fMRI), wat mogelijk als
oncomfortabel kan worden ervaren. De stress test vooraf aan de fMRI sessie
behelst een spraaktest en een korte rekentest die niet leidt tot extreem
ervaren stressniveaus. Deze test is vaak toegepast zonder bekende blijvende
nadelige effecten, waaronder een recent onderzoek met de TSST in combinatie met
(f)MRI in een klinische populatie (patiënten met een bipolaire stoornis). Dit
onderzoek liet geen nadelige effecten zien van de combinatie van stress en de
MRI-scanner.
Vragen over depressieve klachten en jeugdtrauma kunnen in dit onderzoek voor de
proefpersoon als persoonlijk en onaangenaam worden ervaren.
Eerder onderzoek heeft echter laten zien dat patiënten het doorgaans niet
vervelend vinden als er naar hun depressieve symptomen en eventuele suicidale
gedachten wordt gevraagd en dat zij het zelfs als positief beschouwen dat er
aandacht wordt gegeven aan hun stemming (Dazzi et al., 2014). Ander onderzoek
heeft laten zien dat trauma-gerelateerd onderzoek bij volwassenen kan leiden
tot een lage tot gemiddelde mate van stress. Echter, ditzelfde onderzoek liet
zien dat deelnemers hun deelname doorgaans als positief en voordelig zien en
hier ook geen spijt van hebben (Jaffe et al., 2015).
Het gebruik van mifepriston kan matige schade met zich meebrengen, echter wordt
er middels strenge exclusiecriteria de kans hierop tot een minimum gebracht.
Eerdere studies bij psychotische depressie lieten geen ernstige bijwerkingen
zien en beperkte zich tot lichte/matige bijwerkingen en waren gelijk aan
placebo. Dit gold ook voor hogere doseringen van 1200 mg/dag. De
onderzoekshandelingen brengen een verwaarloosbaar risico voor de veiligheid van
de proefpersonen met zich mee en de kans op schade is klein. De lichamelijke en
psychische belasting voor de proefpersonen is klein, maar het betreft wel een
kwetsbare patiëntenpopulatie. De risicoclassificatie wordt ingeschat als
'matig'.
Algemeen / deelnemers
Oldenaller 1
Amsterdam 1081 HJ
NL
Wetenschappers
Oldenaller 1
Amsterdam 1081 HJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Begrijpt de Nederlandse taal
• Leeftijd >= 18 en in staat om IC te ondertekenen
• Deelnemer stemt in met randomisatie onderzoeksgroepen
• Matige tot ernstige depressie met een score van >=26 op de 'Inventory of
Depressive Symptoms-Self Report' (IDS-
SR)
• DSM-5 diagnose major depression disorder (MDD), bevestigd met klinisch
interview (M.I.N.I.-S)
• Matige tot ernstig jeugdtrauma vóór de leeftijd van 18 jaar
Score boven gevalideerde cut-off voor matige tot ernstig jeugdtrauma op
een van de volgende domeinen in de
Childhood Trauma Questionnaire (CTQ) (vertaalde versie: Jeugd Trauma
Vragenlijst - JTV):
o fysieke verwaarlozing: score >= 10
o emotionele verwaarlozing: score >= 15
o sexuele mishandeling: score >= 8
o fysieke mishandeling: score >= 10
o emotionele mishandeling: score >= 13
• Een vrouwelijke deelnemer is geschikt voor deelname indien zij niet zwanger
is of borstvoeding geeft en een van
de volgende gevallen van toepassing is:
o Is geen WOCBP
o Is een WOCBP en stemt in met het gebruiken van een acceptabele
methode van non-hormonale anticonceptie (bv. condoom, ook indien hormonale
anticonceptie wordt gebruikt) gedurende de interventie en tot 1 maand na de
interventie. Voordat de eerste dosis van studiemedicatie wordt gebruikt moet
een WOCBP een negatieve hoog sensitieve zwangerschapstest met urine
kunnen tonen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Primaire diagnose PTSS of ASD
• Lifetime diagnose van BPD
• alcohol/drugs afhankelijkheid of andere ernsitge psychiatrische comorbiditeit
( bv. bipolaire stoornis, schizofrenie dat medische attentie behoeft)
• Start van andere vormen van depressiebehandeling in de week voor of na
randomisatie
• Vrouwelijke deelnemer zijnde een WOCBP die niet instemt met
gebruik van een acceptabele non-hormonale anticonceptie (bv. condoom, ook
indien hormonale anticonceptie wordt gebruikt) gedurende de interventie en tot
1 maand na de interventie.
• Vrouwelijke deelnemer die zwanger is of borstvoeding geeft. Zwangerschap is
geëxcludeerd middels een negatieve hoog sensitieve zwangerschapstest voor de
eerste dosis van de studiemedicatie gedurende de basismeting.
• Vrouwelijke deelnemers met een een geschiedenis van onverklaarbare vaginale
bloeding of endometriale veranderingen.
• Chronische adrenale insufficiëntie
• Huidig gebruik van:
o Medicaties die CYP3A4-inhibitors bevatten, aangezien deze tot hogere
mifepristone plasma levels kan leiden en de kans verhoogd op bijwerkingen. Dit
geldt ook voor grapefruitsap gedurende de interventie.
o Medicaties die CYP3A4-inductors bevatten, aangezien dit tot lagere
mifepristone plasma levels kan leiden en de kans verlaagd op een klinisch
effect.
o Glucocorticoïd antagonisten die 1 week voor de start van het onderzoek
gebruikt zijn.
o Systemische corticosteroïden. Topicale corticosteroïden zijn acceptabel met
uitzondering van corticosteroïde inhalators.
Voordat randomsiatie wordt uitgevoerd worden alle medicijnen gecontroleerd op
mogelijke interacties met mifepriston.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-003385-40-NL |
CCMO | NL74549.029.20 |