Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509784-24-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Kernfase:De algemene doelstelling van de kernfase is om de werkzaamheid, veiligheid en verdraagzaamheid te onderzoeken van 2…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige luchtwegaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Kernfase:
Verandering in FVC (% van voorspelde waarde) t.o.v. de uitgangswaarde na 52
weken.
Verlengingsfase:
Het primaire eindpunt is de verandering in FVC % t.o.v. beide uitgangswaarden
voorspeld in week 104.
Secundaire uitkomstmaten
Kernfase:
Belangrijkste secundair werkzaamheidseindpunt
Percentage proefpersonen met afname in voorspeld FVC % van >= 10% ten opzichte
van de uitgangswaarde in week 52.
Andere secundaire werkzaamheidseindpunten:
1. Verandering t.o.v. de uitgangswaarde in de 6MWT tot week 52.
2. Verandering t.o.v. de uitgangswaarde in K-BILD-scores tot week 52.
3. Verandering t.o.v. de uitgangswaarde in L-IPF-scores tot week 52.
4. Verandering t.o.v. de uitgangswaarde in LCQ-scores tot week 52.
5. Tijd tot eerste ziekenhuisopname vanwege ademnood vanaf de uitgangswaarde
tot week 52.
6. Tijd tot het eerste begin van het samengestelde eindpunt van PFS vanaf de
uitgangswaarde tot week 52, waarbij progressie een daling van het voorspelde
FVC-percentage >= 10% of overlijden omvat.
Zie het onderzoeksprotocol voor verkennende en veiligheidseindpunten.
Verlengingsfase:
Veiligheids- en verdraagbaarheidseindpunten
• Incidentie van TEAE's en AESI (orthostatische hypotensie) in de
verlengingsfase
• Gelijktijdig medicatiegebruik in de verlengingsfase
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van het onderzoek in vitale
functies in de verlengingsfase
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van het onderzoek in
12-afleidingen-ecg in de verlengingsfase
• Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van het onderzoek in
laboratoriumtestresultaten voor veiligheid in de verlengingsfase
Zie het onderzoeksprotocol voor verkennende doelstellingen.
Achtergrond van het onderzoek
IPF is een gevorderde en fatale longziekte met belangrijke morbiditeit en
gemelde toenemende incidentie en prevalentie. Pirfenidon en nintedanib werden
in 2014 door de FDA goedgekeurd voor de behandeling van IPF op basis van
positieve resultaten in fase 3-onderzoeken, en beide van deze antifibrotische
geneesmiddelen worden voorwaardelijk aanbevolen in de richtlijn voor de
klinische praktijk van ATS/ERS/JRS/ALAT 2015 [Raghuet et al., 2015]. Hoewel het
een verbetering is ten opzichte van eerder voorgestelde behandelingen, biedt
hun vermogen om progressie van longfibrose te verminderen maar niet volledig te
stoppen of de longfunctie na verloop van tijd te verbeteren, een kans op nieuwe
of toe te voegen farmacologische middelen. Pirfenidon moet 3 keer per dag met
voedsel worden ingenomen in een streefdosis die over het algemeen gedurende 14
dagen wordt bereikt [Lancaster et al., 2017]. De aanbevolen dosering van
nintedanib omvat tweemaal daags dosering met voedsel. In gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken waren gastro-intestinale
bijwerkingen die optraden bij >= 10% van de behandelde proefpersonen, en die
tijdelijke dosisverlagingen of stopzettingen voor pirfenidon en nintedanib
kunnen vereisen, onder meer diarree, misselijkheid, buikpijn en braken [ESBRIET
complete voorschrijfinformatie; OFEV complete voorschrijfinformatie]. Hoewel er
in het afgelopen decennium aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij
farmacologische behandeling, blijft er een substantiële onvervulde klinische
behoefte aan behandelingsregimes met verbeterde werkzaamheid, verdraagzaamheid
en doseringsgemak voor patiënten met IPF.
HZN-825 wordt onderzocht als een nieuwe behandeling voor IPF omdat het
selectief LPAR1 antagoneert, waarvan is aangetoond dat het verband houdt met
huid-, long-, hart-, peritoneale en tubulo-interstitiële fibrose en een
potentiële nieuwe behandeling vormt voor fibrotische ziekten, waaronder IPF.
Dit onderzoek is opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van HZN-825 te
beoordelen bij proefpersonen met IPF. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in 2
delen, deel 1 (kernfase) en deel 2 (verlengingsfase). In de kernfase van het
onderzoek krijgen proefpersonen tijdens de dubbelblinde behandelingsperiode van
52 weken HZN-825 300 mg QD, HZN-825 300 mg BID of placebo. Proefpersonen die de
dubbelblinde behandelingsperiode (week 52) in de kernfase voltooien, komen
mogelijk in aanmerking voor de verlengingsfase en krijgen dan gedurende 52
weken (tot week 104) open-label HZN-825 300 mg BID. Door deze verlengingsfase
kunnen proefpersonen maximaal 24 maanden behandeling met HZN-825 krijgen, en
wordt de blootstellingsduur van proefpersonen aan placebo beperkt. Het
onderzoek is opgezet met de verlengingsfase om onderzoek van de veiligheid en
verdraagbaarheid van HZN-825 mogelijk te maken op lange termijn, de
duurzaamheid van de respons en/of verbeterde respons bij proefpersonen die
HZN-825 in de kernfase kregen te kunnen beoordelen en de werkzaamheid bij
proefpersonen die placebo kregen in de kernfase te kunnen evalueren.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509784-24-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Kernfase:
De algemene doelstelling van de kernfase is om de werkzaamheid, veiligheid en
verdraagzaamheid te onderzoeken van 2 doseringsschema's van HZN-825, een
selectieve antagonist van lysofosfatidinezuurreceptor-1 (LPAR1), eenmaal daags
(QD) of tweemaal daags (BID) toegediend gedurende 52 weken bij de behandeling
van proefpersonen met idiopathische pulmonale fibrose (IPF).
Primaire doelstelling:
De primaire doelstelling is om de werkzaamheid aan te tonen van 2
doseringsschema's van HZN-825 versus placebo bij proefpersonen met IPF, zoals
bepaald door een vergelijking van de verandering in voorspelde waarde van
geforceerde vitale capaciteit (FVC) % na 52 weken behandeling.
Secundaire doelstellingen:
1. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema*s van HZN-825 versus placebo
op het percentage proefpersonen met een daling in het voorspelde FVC % van >=
10% ten opzichte van de uitgangswaarde na 52 weken behandeling.
2. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema*s van HZN-825 versus placebo
volgens de veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde in de 6 minuten
looptest (6MWT) na 52 weken behandeling.
3. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema*s van HZN-825 versus placebo
volgens de King*s korte vragenlijst voor interstitiële longziekte (King*s Brief
Interstitial Lung Disease Questionnaire [K-BILD]) na 52 weken behandeling.
4. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema's van HZN-825 versus placebo
volgens de Leven met IPF (L-IPF) na 52 weken behandeling.
5. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema's van HZN-825 versus placebo
volgens de Leicester hoest-vragenlijst (Leicester Cough Questionnaire, LCQ) na
52 weken behandeling.
6. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema's van HZN-825 versus placebo
op het percentage ziekenhuisopname als gevolg van ademnood tot 52 weken
behandeling.
7. Beoordelen van het effect van 2 doseringsschema's van HZN-825 versus placebo
op het samengestelde eindpunt van progressievrije overleving (PFS), waarbij
progressie een daling van het voorspelde FVC-percentage >= 10% ten opzichte van
de uitgangswaarde omvat of overlijden gedurende 52 weken behandeling.
8. Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van HZN-825, inclusief maar
niet beperkt tot bijwerkingen (AE's), ernstige bijwerkingen (SAE's) en
bijwerkingen van speciaal belang (AESI).
9. Beoordeling van de PK van HZN-825.
Zie het onderzoeksprotocol voor verkennende doelstellingen:
Verlengingsfase:
De doelstelling van de verlengingsfase in het algemeen is het onderzoeken van
de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid op lange termijn van HZN-825,
een selectieve antagonist van LPAR1, toegediend in een dosis van 300 mg BID aan
proefpersonen met IPF in een OLE van 52 weken na voltooiing van de kernfase van
het onderzoek. De dosis voor de verlengingsfase kan worden gewijzigd op basis
van de resultaten uit de kernfase.
Voor de verlengingsfase zijn twee soorten uitgangswaarden gedefinieerd:
• De OLE-uitgangswaarde, gedefinieerd als de laatste meting vóór de eerste
dosis HZN-825 in de verlengingsfase.
• De HZN-825-uitgangswaarde, gedefinieerd als de laatste meting vóór de eerste
dosis HZN-825 in de kernfase of de verlengingsfase. Voor proefpersonen die
placebo kregen in de kernfase, is de OLE-uitgangswaarde dezelfde als de
HZN-825-uitgangswaarde.
Primaire doelstelling:
De primaire werkzaamheidsdoelstelling is het beoordelen van de werkzaamheid van
HZN 825 bij proefpersonen met IPF na 52 weken open-label behandeling.
Veiligheidsdoelstelling:
De veiligheidsdoelstelling is het onderzoeken van de veiligheid en
verdraagbaarheid van een 52 weken durende open-label behandeling met HZN 825 op
basis van:
• Beoordeling van TEAE's
• Gelijktijdig medicatiegebruik
• Vitale functies
• 12-afleidingen elektrocardiogram (ecg)
• Klinische laboratoriumresultaten voor veiligheid
Zie het onderzoeksprotocol voor verkennende doelstellingen.
Onderzoeksopzet
HZNP-HZN-825-303 (HARBOR) wordt uitgevoerd in ongeveer 85 onderzoekscentra in
Noord-Amerika, Europa, Zuid-Amerika, Afrika, Azië (waaronder Japan) en
Australië. Het onderzoek bestaat uit 2 delen: deel 1 (kernfase) is een
gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met herhaaldoses in
meerdere centra om de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van HZN-825
te evalueren bij proefpersonen met IPF. Deel 2 (verlengingsfase) is een
optioneel, open-label verlengingsonderzoek van de kernfase met herhaaldoses in
meerdere centra.
Opzet van de kernfase van het onderzoek
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd, fase 2b-onderzoek
in meerdere centra met herhaling van doses ter beoordeling van de werkzaamheid,
veiligheid en verdraagzaamheid van HZN-825 bij proefpersonen met IPF.
Proefpersonen worden gescreend binnen 8 weken voorafgaand aan het
uitgangswaardebezoek (dag 1). Ongeveer 135 proefpersonen die voldoen aan de
geschiktheidscriteria voor het onderzoek worden op dag 1 gerandomiseerd in een
verhouding van 1:1:1 naar HZN-825 300 mg QD, HZN-825 300 mg BID of placebo
gedurende 52 weken met behulp van de volgende 2 stratificatiefactoren:
1. Gelijktijdig gebruik van goedgekeurde IPF-behandeling (d.w.z. nintedanib of
pirfenidon): ja of nee
2. FVC % voorspeld bij aanvang: >= 70% of < 70%
De kernfase omvat een screeningsperiode van maximaal 8 weken en een
dubbelblinde behandelingsperiode van 52 weken. Proefpersonen nemen hun eerste
dosis onderzoeksmiddel in het ziekenhuis in op dag 1 (week 0) en nemen deel aan
onderzoeksbezoeken in week 4 en daarna om de 6 weken tot week 52. Proefpersonen
die de dubbelblinde behandelingsperiode van 52 weken voltooien, komen in
aanmerking voor insluiting in de verlengingsfase van het onderzoek. Als de
proefpersoon niet meedoet met de verlengingsfase, zal een opvolgingsbezoek voor
veiligheid plaatsvinden 4 weken na de laatste dosis onderzoeksmiddel.
Als een proefpersoon voortijdig stopt met het onderzoeksmiddel, wordt hem/haar
gevraagd om in het onderzoek te blijven, door deel te nemen aan de geplande
onderzoeksbezoeken t/m week 52. Als een proefpersoon voortijdig stopt met het
onderzoeksmiddel en niet wil doorgaan met het onderzoek, wordt hij/zij gevraagd
terug te komen voor een bezoek aan het ziekenhuis en de beoordelingen van week
52 te ondergaan.
Opzet van de verlengingsfase van het onderzoek
De verlengingsfase van het onderzoek is een optionele, open-label verlenging
van de kernfase met herhaaldoses in verschillende centra. Proefpersonen die de
dubbelblinde behandelingsperiode (week 52) in de kernfase voltooien, komen
mogelijk in aanmerking om deze verlengingsfase van 52 weken in te gaan.
Proefpersonen die de verlengingsfase ingaan, voltooien het bezoek in week 52,
dat wordt beschouwd als dag 1 van de verlengingsfase. Deze proefpersonen
krijgen hun eerste dosis open-label HZN-825 van de verlengingsfase in het
ziekenhuis en keren terug naar het ziekenhuis voor onderzoeksbezoeken in week
56, 62 en 68, en vervolgens elke 12 weken tot en met week 104. De procedures
van het bezoek in week 52 dienen als uitgangswaarden voor de verlengingsfase.
Proefpersonen keren terug naar het ziekenhuis voor een
veiligheidsopvolgingsbezoek 4 weken na de laatste dosis HZN 825.
Als een proefpersoon HZN-825 voortijdig stopzet, zal hem/haar worden gevraagd
om in het onderzoek te blijven en deel te nemen aan de geplande
onderzoeksbezoeken tot en met week 104. Als een proefpersoon HZN-825 voortijdig
stopzet en het onderzoek niet wil voortzetten, zal hem/haar worden gevraagd
naar het ziekenhuis terug te komen voor een bezoek en de beoordelingen van week
104 te ondergaan.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Kernfase: Proefpersonen zullen oraal 2 tabletten onderzoeksmiddel innemen, >s ochtends en >s avonds bij een maaltijd. • HZN-825 300 mg QD schema: 2 HZN-825 tabletten 's ochtends en 2 placebotabletten 's avonds • HZN-825 300 mg BID schema: 2 HZN-825 tabletten 's ochtends en 2 HZN-825 tabletten 's avonds • Placeboschema: 2 placebotabletten >s ochtends en 2 placebotabletten >s avonds. Verlengingsfase: Voor alle proefpersonen is het dosisschema HZN-825 300 mg BID. Proefpersonen nemen 2 HZN-825-tabletten van 150 mg >s ochtends en >s avonds via de mond bij een maaltijd in. De dosis voor de verlengingsfase kan op basis van de resultaten uit de kernfase worden gewijzigd.
Inschatting van belasting en risico
HZN-825 is een nieuwe therapeutische stof die wordt ontwikkeld voor de
behandeling van fibrotische ziekten, waaronder SSc. De ontstekingsremmende en
antifibrotische eigenschappen van LPAR1-antagonisme zijn aangetoond in zowel
diermodellen als in een klinische fase 2a-studie. Positieve veranderingen in
mRSS-, HAQ-DI- en LPAR1-routegenen zijn gedetecteerd in de voltooide fase
2a-studie bij diffuse cutane SSc. Resultaten van onderzoeken tot nu toe
ondersteunen de veiligheid en potentiële werkzaamheid van 300 mg BID gedurende
maximaal 24 weken behandeling. De blootstellings-, PK- en veiligheidsprofielen
van HZN-825 waren vergelijkbaar in alle afgesloten onderzoeken.
Op basis van de tot nu toe beschikbare cumulatieve veiligheidsgegevens met
betrekking tot HZN-825 worden orthostatische hypotensie,
geneesmiddeleninteracties, embryo-foetale toxiciteit en levertoxiciteit
beschouwd als belangrijke potentiële risico's. Bij gezonde proefpersonen in
fase 1-onderzoeken werden geen ernstige bijwerkingen of SAE's gemeld. TEAE's
van orthostatische hypotensie, positionele duizeligheid, winderigheid en
buikpijn kwamen iets vaker voor bij met HZN-825 behandelde proefpersonen dan
bij met placebo behandelde proefpersonen. Orthostatische hypotensie werd
voornamelijk waargenomen bij gezonde proefpersonen en was doorgaans minder
uitgesproken bij proefpersonen met diffuse cutane SSc die werden behandeld met
HZN-825. Het potentiële veiligheidsrisico van HZN-825 als gevolg van
interacties met andere geneesmiddelen wordt als laag beschouwd, aangezien
medicijnen die mogelijk interacties met HZN-825 kunnen hebben in dit protocol
beperkt zijn (deel 9.4.9).
Deelnemers met IPF die HZN-825 krijgen, kunnen baat hebben bij
LPAR1-antagonisme door vertraging van de achteruitgang van de longfunctie als
gevolg van progressieve fibrotische ziekte. Proefpersonen in het onderzoek
hebben ook baat bij het gratis ontvangen van onderzoeksgerelateerde medische
beoordelingen, beeldvorming en laboratoriumtesten.
AESI's worden als controleerbaar beschouwd. Rekening houdend met beperkende
maatregelen om het risico voor proefpersonen in dit onderzoek te minimaliseren,
zijn de potentiële risico's die zijn geïdentificeerd in verband met de
behandeling met HZN-825 en het onderzoek als geheel gerechtvaardigd door de
verwachte voordelen die patiënten met IPF kunnen worden geboden.
Aanvullende informatie met betrekking tot de voordelen en risico's van HZN-825
staan vermeld in de actuele Investigator's Brochure, deel 6.2 en 1.2.
Algemeen / deelnemers
St. Stephen's Green 70
Dublin 2 D02E2X4
IE
Wetenschappers
St. Stephen's Green 70
Dublin 2 D02E2X4
IE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Kernfase:
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming.
2. Man of vrouw van >= 18 bij de screening.
3. Huidige diagnose van IPF, zoals gedefinieerd door de richtlijnen van de
American Thoracic Society (ATS)/European Respiratory Society (ERS)/Japanese
Respiratory Society (JRS)/Latin American Thoracic Society (ALAT) [Raghu et al.,
2022] en bepaald door centrale beoordeling; de datum van de eerste diagnose van
IPF moet <= 7 jaar vóór de screening zijn.
4. Geen recente wijzigingen of geplande wijzigingen in de dosis of het schema
voor IPF-behandeling, gedefinieerd als:
• Het ontvangen van een stabiele dosis goedgekeurde IPF-behandeling (d.w.z.
nintedanib or pirfenidon) gedurende minimaal 3 maanden vóór dag 1 en geen
plannen om het achtergrondschema te wijzigen tijdens de onderzoeksdeelname; of
• Het niet ontvangen van goedgekeurde IPF-behandeling bij de screening (d.w.z.
naïef voor goedgekeurde IPF-behandeling of eerder gestopt met een goedgekeurde
IPF-behandeling ten minste 4 weken vóór dag 1 of, geneesmiddelspecifiek, 5
halfwaardetijden indien langer dan 4 weken) en geen plannen tot het opnieuw
opstarten van een behandeling tijdens de onderzoeksdeelname;
• Proefpersonen die enige bijkomende stof voor de behandeling van IPF krijgen,
moeten deze innemen volgens een stabiel schema gedurende ten minste 3 maanden
vóór dag 1, zonder plannen om het behandelingsschema te wijzigen gedurende de
onderzoeksdeelname. Eventueel eerder stopgezette behandelingen voor IPF moeten
zijn stopgezet ten minste 4 weken vóór dag 1 of 5 halfwaardetijden moeten zijn
verstreken voor die specifieke behandeling, wat langer is, en er mogen geen
plannen zijn om de behandeling opnieuw op te starten gedurende de
onderzoeksdeelname.
5. HRCT van de long, historisch uitgevoerd binnen 6 maanden voorafgaand aan het
screeningsbezoek en volgens de minimale vereisten voor IPF-diagnose door
centrale beoordeling op basis van HRCT van de proefpersoon. Als er geen
evalueerbare HRCT beschikbaar is binnen 6 maanden voorafgaand aan de screening,
wordt er bij de screening een HRCT uitgevoerd om de geschiktheid te bepalen,
volgens dezelfde vereisten als de historische HRCT. De HRCT moet gebruikelijke
interstitiële pneumonie (usual interstitial pneumonia, UIP) of een patroon van
waarschijnlijke UIP aantonen op basis van centrale interpretatiebeoordeling.
Histopathologie in combinatie met HRCT-resultaten die diagnose van IPF of
waarschijnlijke IPF ondersteunen volgens Raghu et al., 2022, kunnen worden
ingediend om de potentiële geschiktheid van deelnemers te ondersteunen.
6. HRCT toont >= 10% tot < 50% parenchymale fibrose (reticulatie) en de mate van
fibrotische veranderingen is groter dan de mate van emfyseem op de meest
recente HRCT-scan (bepaald door centrale beoordelaar).
7. Voldoet aan alle volgende criteria tijdens de screeningsperiode, zoals
bepaald door centrale beoordeling:
a. voorspeld FVC >= 45% van normaal
b. geforceerd expiratoir volume in 1 seconde (FEV1)/FVC >= 0,7
c. DLCO gecorrigeerd voor hemoglobine is voorspeld >= 25% en <= 90% van normaal
8. Geschatte minimale levensverwachting van >= 30 maanden voor
niet-IPF-gerelateerde ziekte, naar het oordeel van de onderzoeker.
9. Vaccinaties zijn up-to-date naar goeddunken van de onderzoeker, gezien
leeftijd, comorbiditeiten en lokale beschikbaarheid voorafgaand aan toediening
van het onderzoeksmiddel.
10. Bereid en in staat zijn om zich te houden aan het voorgeschreven
behandelingsprotocol en de beoordelingen gedurende de duur van het onderzoek.
Verlengingsfase:
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming.
2. Voltooiing van de dubbelblinde behandelingsperiode (week 52) van de kernfase
van het onderzoek; deelnemers bij wie het onderzoeksmiddel tijdens de kernfase
van het onderzoek voortijdig is stopgezet om andere redenen dan veiligheid of
verdraagbaarheid kunnen naar goeddunken van de onderzoeker worden opgenomen
nadat ze hun geplande bezoeken, waaronder de beoordelingen in week 52, hebben
afgelegd.
3. Bereid en in staat zijn om het voorgeschreven behandelingsprotocol te volgen
en de voorgeschreven evaluaties uit te voeren gedurende de verlengingsfase van
het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Kernfase:
1. Een van de volgende cardiovasculaire aandoeningen:
a. ongecontroleerde, ernstige hypertensie (>= 160/100 mmHg), binnen 6 maanden
vóór de screening
b. myocardinfarct binnen 6 maanden vóór de screening
c. instabiele cardiale angina pectoris binnen 6 maanden vóór de screening
2. Interstitiële longziekte (ILD) geassocieerd met bekende primaire ziekten
(bijv. sarcoïdose, amyloïdose en coronavirusziekte 2019 [COVID-19]),
bindweefselaandoeningen (bijv. reumatoïde artritis, systemische lupus
erythematodes, ziekte van Sjögren, dermatomyositis, sclerodermie),
blootstellingen (bijv. bestraling, silica, asbest en kolenstof) of
geneesmiddelen (bijv. amiodaron).
3. Bekende actieve bacteriële, virale, schimmel-, mycobacteriële of andere
infecties, waaronder tuberculose of atypische mycobacteriële ziekten
(schimmelinfecties van nagelbedden zijn toegestaan). Als de proefpersoon enige
acute infectie met COVID-19 had, moeten er 3 maanden zijn verstreken in geval
van een eerdere infectie.
4. Klinisch belangrijke pulmonale hypertensie waarvoor chronische medische
behandeling nodig is.
5. Gebruik van een van de volgende behandelingen binnen 4 weken voorafgaand aan
de screening, tijdens de screeningsperiode of gepland tijdens het onderzoek:
prednison in een stabiele dosis > 10 mg/dag of equivalent of cyclosporine.
Prednison <= 10 mg/dag (of gelijkwaardige dosering glucocorticoïden) is
toegestaan. Wijziging in het schema of de dosis van een immunosuppressivum
tijdens de screeningsperiode tot en met het einde van deelname aan het
onderzoek vereist overleg met en goedkeuring van de medische monitor van het
onderzoek. Zie deel 9.4.9 voor alle details. Het vermijden van het gebruik van
de genoemde verboden behandelingen mag niet worden beschouwd als absoluut en
dient door de behandelende arts te worden geïndiceerd. Een standaardbehandeling
mag bij proefpersonen niet worden stopgezet wanneer deze voor de klinische
behandeling van de proefpersoon als noodzakelijk wordt beschouwd om te
beantwoorden aan de geschiktheidsvereisten voor het onderzoek.
6. Gebruik van rifampicine binnen 2 weken voorafgaand aan dag 1 of gepland
tijdens het onderzoek.
7. Maligne aandoening in de afgelopen 5 jaar (behalve succesvol behandeld
basaal-/plaveiselcelcarcinoom van de huid of baarmoederhalskanker in situ).
8. Vrouwen van vruchtbare leeftijd (WOCBP) of mannelijke proefpersonen die niet
akkoord gaan met het gebruik van zeer effectieve anticonceptiemethode(n)
gedurende het hele onderzoek en tot 4 weken na de laatste dosis
onderzoeksmiddel. Vrouwen moeten zich gedurende 4 weken na de laatste dosis
onderzoeksmiddel onthouden van ei-/eiceldonatie en mannen van spermadonatie
gedurende 3 maanden na de laatste dosis onderzoeksmiddel. Vrouwen worden als
vruchtbaar beschouwd als ze niet postmenopauzaal en niet chirurgisch steriel
zijn (gedocumenteerde bilaterale salpingectomie, bilaterale oöforectomie of
hysterectomie). Een postmenopauzale status wordt gedefinieerd als geen
menstruatie gedurende 12 maanden zonder alternatieve medische oorzaak. Een hoog
follikelstimulerend hormoon (FSH)-niveau in het postmenopauzale bereik kan
worden gebruikt om een postmenopauzale toestand te bevestigen bij vrouwen die
geen hormonale anticonceptie of hormonale vervangingstherapie gebruiken. Bij
afwezigheid van 12 maanden amenorroe is een enkele FSH-meting echter
onvoldoende. Vruchtbare mannelijke proefpersonen moeten een condoom gebruiken
tijdens het gehele onderzoek en gedurende 4 weken na de laatste dosis
onderzoeksmiddel. Een man wordt na de puberteit als vruchtbaar beschouwd,
tenzij permanent steriel door bilaterale orchidectomie.
9. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven en vrouwen die van plan zijn
om zwanger te worden of borstvoeding te geven tijdens het onderzoek en binnen 4
weken na de laatste dosis onderzoeksmiddel.
10. Huidig drugs- of alcoholmisbruik of een voorgeschiedenis van ofwel in de
afgelopen 2 jaar, naar het oordeel van de onderzoeker of zoals gemeld door de
proefpersoon.
11. Eerdere inschrijving in dit onderzoek of deelname aan een eerder klinisch
onderzoek naar HZN-825 of SAR100842.
12. Bekende voorgeschiedenis van een positieve test op het humaan
immunodeficiëntievirus (hiv). Hiv-tests zijn optioneel op basis van het oordeel
van de onderzoeker, de procedures van de instelling of lokale richtlijnen voor
het uitsluiten van vermoedelijke hiv of een potentieel positief
hiv-testresultaat. De toestemming van de proefpersoon is noodzakelijk vóór een
hiv-test kan worden uitgevoerd.
13. Actieve hepatitis (één van de volgende bij de screening):
Hepatitis B:
• positief hepatitis B oppervlakte-antigeen (HBsAg)
• positief anti-hepatitis B-kernantilichaam (anti-HBcAb) en een positieve test
op hepatitis B-oppervlakte-antilichaam (HBsAb) en aanwezigheid van hepatitis
B-virus DNA
• positief HBcAb en een negatieve test op HBsAb en aanwezigheid van hepatitis
B-virus DNA
Hepatitis C:
• positief anti hepatitis C-virus (anti-HCV) en positief HCV-RNA).
14. Huidige leveraandoeningen door alcoholgebruik, primaire biliaire cirrose of
primaire scleroserende cholangitis.
15. Eerdere orgaantransplantatie (waaronder allogene en autologe
mergtransplantatie).
16. Internationale genormaliseerde ratio > 2, verlengde protrombinetijd > 1,5 ×
de bovengrens van normaal (ULN) of partiële tromboplastinetijd > 1,5 × ULN bij
de screening.
17. Alanine-aminotransferase of aspartaat-aminotransferase > 2,0 x ULN.
18. Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid < 30 ml/min/1,73 m2 bij screening.
19. Totaal bilirubine > 1,5 × ULN. Proefpersonen met een gedocumenteerde
diagnose van het syndroom van Gilbert kunnen meedoen aan het onderzoek als hun
totale bilirubine <= 3,0 mg/dl is.
20. Matige (Child-Pugh B) tot ernstige (Child-Pugh C) leverfunctiestoornis
volgens het Child-Pugh-scoresysteem.
21. Elke bevestigde afwijkende laboratoriumwaarde van graad 3 of hoger.
22. Een afwijkende laboratoriumwaarde bij de screening die, naar het oordeel
van de onderzoeker, de deelname van de proefpersoon aan het onderzoek zou
uitsluiten.
23. Blootstelling aan een experimenteel geneesmiddel of experimenteel vaccin
binnen 30 dagen, 5 halfwaardetijden van het testmiddel of tweemaal de duur van
het biologische effect van het onderzochte middel, afhankelijk van wat het
langste is, voorafgaand aan dag 1.
24. Elke andere aandoening die, naar het oordeel van de onderzoeker, deelname
aan het onderzoek zou uitsluiten.
Verlengingsfase:
1. Verwacht gebruik van een ander onderzoeksmiddel voor een aandoening in de
loop van het onderzoek.
2. Nieuwe diagnose van een kwaadaardige aandoening na insluiting in het
HZNP-HZN-825-303-onderzoek (behalve succesvol behandeld
basaal-/plaveiselcelcarcinoom van de huid of baarmoederhalskanker in situ).
3. Geschatte minimale levensverwachting van <= 18 maanden, naar het oordeel van
de onderzoeker.
4. Vrouwen die kinderen kunnen krijgen of mannelijke proefpersonen die niet
akkoord gaan met het gebruik van zeer effectieve anticonceptiemethode(n)
tijdens de gehele verlengingsfase en gedurende 4 weken na de laatste dosis
HZN-825. Vrouwen mogen gedurende 4 weken na de laatste dosis van het
onderzoeksmiddel geen eicellen doneren en mannen mogen gedurende 3 maanden na
de laatste dosis van het onderzoeksmiddel geen sperma doneren. Vrouwen worden
geacht kinderen te kunnen krijgen als ze niet postmenopauzaal zijn en niet
chirurgisch steriel zijn (gedocumenteerde bilaterale salpingectomie, bilaterale
ovariëctomie of hysterectomie). Postmenopauzale status wordt gedefinieerd als
geen menstruatie gedurende 12 maanden zonder alternatieve medische oorzaak.
Een hoog FSH-gehalte binnen het postmenopauzale bereik kan worden gebruikt om
de postmenopauzale status te bevestigen bij vrouwen die geen hormonale
anticonceptie of hormoonsuppletietherapie gebruiken. Bij afwezigheid van 12
maanden amenorroe is ee
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | NCT05032066 |
CTIS | CTIS2023-509784-24-00 |
EudraCT | EUCTR2021-001253-32-NL |
CCMO | NL79812.028.22 |