Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-516631-27-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. De evaluatie van reumatologische adverse events na ICI therapie, specifiek incidentie, behandeling, response op behandeling,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het samenstellen van een volledige dataset van R-irAE en immuun-gerelateerde
artritis, inclusief incidentie (uitgedrukt als odds-ratio(OR), relatief risico
(RR) en progressie vrije overleving (PFS)), (tijd tot) diagnose, behandeling
van genoemde R-irAE's inclusief type, duur, intensiteit en uitkomsten van zowel
de adverse event en functionele resultaten. Aanvullende data aangaande ziekte
specifieke serologische markers en algemene inflammatoire serologie zal ook
worden geïncludeerd, net als kwaliteit van leven evaluaties middels
gestandaardiseerde vragenlijsten.
Secundaire uitkomstmaten
Immunohistologische fenotype (bepaald in bloed, synoviale vloeistof en
synoviaal weefsel) van patiënten die artritis irAE hebben, vergeleken met
patiënten welke klassieke reumatoïde artritis hebben ontwikkeld en patiënten
die geen irAE's hebben ontwikkeld tijdens of na behandeling met ICI-therapie.
Daarnaast kwalitatieve (en eventueel semi-kwantitatieve) evaluatie en
vergelijking van 18F-FDG PET-CT beeldvorming in R-irAE artritis en de novo RA
patiënten om de aanwezigheid en biodistributie van inflammatoire activiteit in
gewrichten en andere weefsels.
Achtergrond van het onderzoek
Voortgang in systemische antikanker therapie, gebruikmakend van het eigen
immuunsysteem door immunotherapie is de gouden standaard geworden in een
toenemend aantal oncologische indicaties. Door het blokkeren van immuun
checkpoints (PD-1, PD-L1, CTLA-4, Lag-3) kan T-cel activiteit worden vergroot,
waardoor een toegenomen immuun respons. Een belangrijke bijwerking van deze
behandeling is een toenemend aantal van immuun-gerelateerde adverse events
(irAE's), waarvan sommigen (10-43%) veel overeenkomen met bekende
reumatologische ziekten. These adverse events resulteren in pijn en functionele
beperkingen in de korte termijn en kunnen potentieel leiden tot permanente
schade van specifieke weefsel in het geval van langdurige/reactiverende
ontstekingsactiviteit met significante afname van kwaliteit van leven (QoL).
Wegens de relatief recente toename van klinisch gebruik van deze behandeling
ontbreken huidige diagnostisch en klinisch onderzoek met resulterende
richtlijnen. Deze studie zal daarom proberen een brede variatie aan
diagnostische, klinische en behandelingsdata.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-516631-27-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
De evaluatie van reumatologische adverse events na ICI therapie, specifiek
incidentie, behandeling, response op behandeling, baseline en daarop volgende
serologie (algemeen en symptoom specifiek), in combinatie met kwaliteit van
leven beoordeling en symptoom specifieke vragenlijsten in een prospectieve
cohort studie in een multicentrum setting.
Onderzoeksopzet
The hoofdstudie bestaat uit 3 cohorten, waarin prospectieve klinische data zal
worden verzameld in een multicenter setting, met een substudie bestaande uit
nogmaals 3 cohorten (2 subgroepen van de hoofdstudie cohorten en 1
vergelijkende cohort) welke aanvullende evaluatie zullen ondergaan.
Specifieke informatie (klinisch, serologisch, beeldvorming, oncologisch en
behandeling-gerelateerd) zal worden verzameld van patiënten welke een
reumatologisch immuun-gerelateerd adverse event (R-irAE) ontwikkelen tijdens of
na immuun checkpoint inhibitor therapie in een periode van 1 jaar na start van
behandeling. Patiënten met en zonder een preexistente reumatologische ziekte
zullen verdeeld worden tussen specifieke cohorten. Een gecombineerde database
zal worden gecreëerd voor de verzamelde informatie ter voorbereiding van de
analyses. Gelijkgestelde data verzameling wordt uitgevoerd bij alle
participerende centra met een uitgebreidere dataset welke enkel verzameld zal
worden op het hoofdcentrum, Amsterdam UMC (AUMC). Overige aanvullende data
aangaande klinische status, beeldvorming, weefsel biopsie en serologie
verzameld tijdens klinische zorg zal ook worden geïncludeerd waar beschikbaar.
Daarnaast zal een substudie worden uitgevoerd om een specifieke histologische
en beeldvormende data in patiënten met artritis als R-irAE te verkrijgen. Deze
zullen worden vergeleken met data verzameld bij patiënten met de novo
reumatoïde artritis (RA), als vergelijkende cohort. In deze substudie, de
immunologische fenotype karakterisering van R-irAE artritis zal verder worden
onderzocht middels serologische en histologische evaluatie van synoviaal
weefsel samen met 18F-FDG PET-CT beeldvorming. Deze substudie zal enkel
patiënten includeren op het AUMC, lokaal of middels verwijzingen van andere
deelnemende centra.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten zullen gevraagd worden om vragenlijsten in te vullen of vragen van
onderzoekers te beantwoorden, naast een lichamelijk onderzoek en serologische
evaluatie. Deze bloedafnames worden gepland om samen te vallen met
behandeling-gerelateerde afnames voor en tijdens behandeling. Hierdoor zal er
geen aanvullende belasting zijn los van afgifte van maximaal 280ml bloed over
de duur van de studie. In de subgroep S2.1 en 3.1 zullen in totaal 15 patiënten
een 18F-FDG PET-CT en synoviale biopsie ondergaan. Deze zal waar mogelijk
worden gecombineerd met de eerste studiebezoeken of binnen 1 week hiervan. De
totale stralingslast per patiënt zal rond 5.4mSv zijn, wat binnen de risico
categorie IIb van de IRCP 62 richtlijn valt. Acquisitie van kennis is gericht
in het voorkomen of genezen van ziekte. Bijkomende risico's van synoviale
biopsie zijn bloeding, langdurige pijn, bloeduitstorting en/of zwelling van
gewricht (allen <1,5%) na synoviale biopsie.
Het verzamelen van deze gegevens (biologisch en immunologisch) over de aart van
R-irAE's en specifiek artritis zijn zwaarwegender dan het beschreven lage
risico van de PET-CT beeldvorming en synoviale biopsie.
Algemeen / deelnemers
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Wetenschappers
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Hoofd/subgroep cohort M1/S1:
- >=18 jaar.
- Gediagnosticeerd met oncologische ziekte
- Start immuun checkpoint inhibitor therapie (ICI-therapie) (ICI-therapie
gedefinieerd als behandeling met anti-PD1, anti-PDL1, anti-CTLA-4 of anti-Lag3,
zowel mono- als combinatietherapie)
Hoofd cohort M2:
- >=18 jaar.
- Gediagnosticeerd met oncologische ziekte
- Huidige of recent (<3 maanden) afgesloten ICI-therapie (zie M1)
- Ontwikkeling van rheumatologische adverse event (R-irAE) gediagnosticeerd
door arts door middel van bestaande CTCAE criteria
Hoofd studie cohort M3:
- >=18 jaar.
- Preexistente reumatologische ziekte gediagnosticeerd door reumatoloog.
- Gediagnosticeerd met oncologische ziekte
- Start met ICI-therapie (zie M1)
Subgroep S2:
- Deelname M1 cohort
- Specifiek R-irAE artritis in tenminste 1 gewricht
- Ssubgroep S2.1:
- Synoviale biopsie technisch mogelijk in aangedaan gewricht
Subgroep S3:
- >=18 jaar
- De novo reumatoïde artritis volgens ACR/EULAR criteria 2010
Subgroep S3.1:
- Synoviale biopsie technisch mogelijk in aangedaan gewricht
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Hoofdstudie cohort M1:
- Preexistente reumatologische ziekte gediagnosticeerd door reumatoloog
- Eerdere behandeling met ICI-therapie
Hoofd/substudie cohorten M2/S2/S3
- Andere aanwijsbare oorzaak van R-irAE of artritis, niet zijnde ICI-therapie
- Eerdere behandeling met ICI-therapie
Hoofd studie cohort M3:
- Geen cohort-specifieke exclusie criteria
- Eerdere behandeling met ICI-therapie
Subgroep S1:
- Preexistente reumatologische ziekte gediagnosticeerd door reumatoloog
- Ontwikkeling R-irAE (in deze gevallen mogelijk switch naar M2/S2 cohort)
Subgroup S2:
- Geen cohort specifieke exclusie criteria buiten M1 criteria
- PET-groep: Research gerelateerde stralingsbelasting (cumulatief >= 5 mSv) in
het jaar voorafgaand aan inclusie.
- PET-groep: Zwangerschap of borstvoeding (in vrouwelijke participanten van
vruchtbare leeftijd)
Subgroep 2.1
- Eerdere lokale injectie, artroscopie, operatie of andere interventies van
geselecteerde artritische gewricht in voorgaande 1 jaar
- Voorgeschiedenis van prothese plaatsing van voor synoviale biopsie gekozen
gewricht
Subgroep S3:
- Preexistente reumatologische ziekte
- Voorgaand of huidig gebruik van prednison, DMARD's,of biological behandeling
(NSAID/paracetamol toegestaan)
Subgroep S3.1:
- Research gerelateerde stralingsbelasting (cumulatief >= 5 mSv) in het jaar
voorafgaand aan inclusie.
- Zwangerschap of borstvoeding (in vrouwelijke participanten van vruchtbare
leeftijd)
- Eerdere lokale injectie, artroscopie, operatie of andere interventies van
geselecteerde artritische gewricht in voorgaande 1 jaar
- Voorgeschiedenis van prothese plaatsing van voor synoviale biopsie gekozen
gewricht
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-516631-27-00 |
EudraCT | EUCTR2021-005613-14-NL |
CCMO | NL79290.029.21 |