Het doel van het onderzoek is om de incidentie en ernst van COVID-19 te vergelijken tussen patiënten met een chronische inflammatoire ziekte en gezonde controles.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het percentage deelnemers met een positieve IgM
en/of IgG respons opgenomen in een ziekenhuis door een luchtweginfectie en de
ziekte-ernst van deze infectie.
Secundaire uitkomstmaten
- Titer van de antilichamen over de tijd;
- Percentage van patiënten opgenomen op de intensive care afdeling met een
positieve IgM en/of IgG test;
- Overlijden door luchtweginfectie op basis van SARS-COV-2;
- Verschillende antilichamen profielen (IgM, IgG, IgA, IgG 1/3) en repertoir
(anti-SP, anti-NP);
- Percentage patiënten die de dosering of gebruikt van hun DMARDs hebben
gewijzigd;
- Aviditeit van de antistoffen;
- Verandering van DMARDs-dosering;
- Verandering van ziekteactiviteit.
Er is een addendum aan het onderzoeksprotocol toegevoegd waarin extra
secundaire uitkomsten staan beschreven voor de SLE populatie. In deze populatie
wordt de rol van PI3 kinase (PI3K) signalering onderzocht. Ook zal er worden
gekeken of een verhoogde expressie van type I interferon gereguleerde genen
geassocieerd is met de reactie op COVID-19.
Achtergrond van het onderzoek
In december 2019 werden de eerste gevallen van COVID-19 geïdentificeerd in
China. In de maanden daarna namen de gevallen wereldwijd exponentieel toe. De
Wereldgezondheidsorganisatie heeft de coronavirus 2 (SARS-CoV-2) tot een
pandemie verklaard. Er zijn reeds onderzoeken opgezet die zich op het
identificeren van de risicofactoren voor de ernst van de ziekte richten, echter
het gebruik van immunosuppressieve medicatie en de invloed ervan op de ernst
van de ziekte en de antilichaamrespons is tot op heden niet onderzocht.
Een groot deel van de patiënten met een chronische inflammatoire aandoening
wordt behandeld met immunosuppressieve medicatie. In eerdere onderzoeken is
immunosuppressieve medicatie in verband gebracht met een verhoogd risico op
ernstige infecties. Geen van de eerdere onderzoeken was echter specifiek
gericht op de invloed van immunosuppressieve medicatie op virale infecties in
termen van ernst van de ziekte of antilichaamrespons. Met de opkomst van de
SARS-CoV-2 is er de unieke kans om deze vragen te bestuderen. Deze groep
patiënten is extra interessant omdat een deel van de patiënten met reumatische
aandoeningen wordt behandeld met hydroxychloroquine en tocilizumab. Recente
onderzoeksresultaten suggereren dat tocilizumab de kans op progressie naar het
nodig hebben van mechanische beademing of sterfte verkleint in patiënten die
vanwege COVID-19 in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Bij
hydroxychloroquine, waarvan onlangs is vastgesteld dat het in vitro antivirale
eigenschappen heeft, werd geen beschermend effect gevonden. Van zowel
tocilizumab als hydroxychloroquine is echter de invloed profylactisch gebruik
nog niet onderzocht. Het zou daarom interessant zijn om de ernst van de ziekte
en de antilichaamrespons te bestuderen in deze specifieke categorie patiënten.
Verder heeft SARS-CoV-2 inmiddels verschillende mutaties ondergaan die van
invloed zijn geweest op de besmettelijkheid en ziekte-ernst van een infectie.
De verwachting is dat er nieuwe varianten van SARS-CoV-2 zullen blijven
ontstaan waardoor het virus, vergelijkbaar met het griepvirus, rond zal blijven
gaan in de maatschappij, mogelijk met uitbraken tot gevolg. De ruime
meerderheid van de bevolking, inclusief patiënten met chronische
ontstekingsziekten, heeft inmiddels immuniteit tegen SARS-CoV-2 opgebouwd, via
vaccinatie, infectie of een combinatie van beide. In hoeverre patiënten met
chronische ontstekingsziekten op de lange termijn beschermd zijn is echter nog
niet bekend. Studies met een langdurige follow-up zijn belangrijk om hier
inzicht in te geven.
Tot slot is bekend dat een infectie met SARS-CoV-2 nog langdurig klachten kan
geven die het functioneren in het dagelijks leven en de kwaliteit van leven
negatief kunnen beïnvloeden, ook als de infectie zelf een mild beloop had. Dit
verschijnsel wordt het post-COVID-syndroom of long COVID genoemd. Er is nog
weinig bekend over het vóórkomen, beloop en de impact van het
post-COVID-syndroom in patiënten met chronische ontstekingsziekte.
Lange-termijn data kunnen helpen hier meer inzicht in te krijgen om patiënten
beter te kunnen begeleiden en informeren.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om de incidentie en ernst van COVID-19 te
vergelijken tussen patiënten met een chronische inflammatoire ziekte en gezonde
controles.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve observationele cohort studie met een follow-up van 6.5
jaar. Alle deelnemers zullen worden benaderd om 17-27 keer een vragenlijst in
te vullen: op baseline en na 1-3, 4-6, 7-9, 10-12, 13-15, 16-18 maanden
follow-up, en 2-4x per jaar tijdens de laatste 5 jaar follow-up. Deelnemers
zullen na 1-3, 4-6, 7-14, 15-18 maanden follow-up en tot 2x per jaar tijdens de
laatste 5 jaar follow-up ook worden gevraagd om bloed af te geven. Daarnaast
zullen patiënten met een chronisch inflammatoire aandoening bij een flare
worden gevraagd, maar niet verplicht, extra vragenlijsten over
ziekte-activiteit in te vullen en extra bloed af te nemen.
Inschatting van belasting en risico
De risico's die verbonden zijn aan deelname aan dit onderzoek zijn zeer gering.
De belasting van het onderzoek bestaat uit:
- 17-27x invullen van vragenlijsten (nemen ongeveer 30 minuten in beslag)
- 14x 10mL of 30 mL bloed afgeven of een paar druppels bloed (met een
vingerprik)
- Patiënten met chronisch inflammatoire aandoeningen: optionele extra
vragenlijsten en bloedafnames bij een flare.
Algemeen / deelnemers
Dr. Jan van Breemenstraat 2
Amsterdam 1056 AB
NL
Wetenschappers
Dr. Jan van Breemenstraat 2
Amsterdam 1056 AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor patiënten
- Ouder dan 18 jaar;
- Gediagnostiseerd door een reumatoloog met een inflammatoire chronische ziekte.
Voor gezonde controles:
- Familie of vriend van patiënt (bij voorkeur van dezelfde geslacht).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal waardoor het invullen van de
vragenlijst niet mogelijk is;
- Mogelijk niet afwezig in de komende 6 maanden;
- Geen informed consent kunnen verlenen.
Voor gezonde controles:
- Leeftijdverschil met de gematchte patiënt > 5 jaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL73521.029.20 |
Ander register | NL8513 |